← Terug naar "Ministerieel besluit ter uitvoering van artikel 2, eerste lid, 5°, van het koninklijk besluit van 7 januari 1998 houdende organisatie van het administratief en financieel beheer van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie als staatsdienst met afzonderlijk beheer "
| Ministerieel besluit ter uitvoering van artikel 2, eerste lid, 5°, van het koninklijk besluit van 7 januari 1998 houdende organisatie van het administratief en financieel beheer van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie als staatsdienst met afzonderlijk beheer | Arrêté ministériel portant exécution de l'article 2, alinéa 1er, 5°, de l'arrêté royal du 7 janvier 1998 organisant la gestion administrative et financière de l'Institut national de Criminalistique et de Criminologie comme service de l'Etat à gestion séparée |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE | SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE |
| 12 MAART 2012. - Ministerieel besluit ter uitvoering van artikel 2, | 12 MARS 2012. - Arrêté ministériel portant exécution de l'article 2, |
| eerste lid, 5°, van het koninklijk besluit van 7 januari 1998 houdende | alinéa 1er, 5°, de l'arrêté royal du 7 janvier 1998 organisant la |
| organisatie van het administratief en financieel beheer van het | gestion administrative et financière de l'Institut national de |
| Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie als | Criminalistique et de Criminologie comme service de l'Etat à gestion |
| staatsdienst met afzonderlijk beheer | séparée |
| De Minister van Justitie, | La Ministre de la Justice, |
| Gelet op het koninklijk besluit van 7 januari 1998 houdende | Vu l'arrêté royal du 7 janvier 1998 organisant la gestion |
| organisatie van het administratief en financieel beheer van het | administrative et financière de l'Institut national de Criminalistique |
| Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie als | et de Criminologie comme service de l'Etat à gestion séparée, |
| staatsdienst met afzonderlijk beheer, artikel 2, eerste lid, 5° ; | l'article 2, alinéa 1er, 5° ; |
| Overwegende dat het de Minister van Justitie toekomt om in toepassing | Considérant qu'il relève de la compétence du Ministre de la Justice en |
| van artikel 2, eerste lid, 5°, van het koninklijk besluit van 7 | application de l'article 2, alinéa 1er, 5°, de l'arrêté royal du 7 |
| januari 1998, bovenvermeld, de drie leden van de beheerscommissie bij | janvier 1998 précité de désigner trois membres de la Commission de |
| het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie aan te wijzen, | gestion de l'Institut national de Criminalistique et de Criminologie, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Worden aangewezen als lid van de beheerscommissie van het |
Article 1er.Sont désignés membres de la Commission de gestion de |
| Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie: | l'Institut national de Criminalistique et de Criminologie : |
| 1° de heer R. Falter, lid van de strategische beleidscel; | 1° M. R. Falter, membre de cellule stratégique; |
| 2° de heer J. Vanderhaeghe, lid van de strategische beleidscel; | 2° M. J. Vanderhaeghe, membre de cellule stratégique; |
| 3° de heer J. Bogaert, directeur van de Stafdienst Personeel en | 3° M. J. Bogaert, directeur du Service d'Encadrement Personnel et |
| Organisatie van de Federale Overheidsdienst Justitie. | Organisation du Service public fédéral Justice. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | au Moniteur belge. |
| Mevr. A. TURTELBOOM | Mme A. TURTELBOOM |