Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten | Arrêté ministériel portant modification de l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN | SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR |
11 MEI 2011. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel | 11 MAI 2011. - Arrêté ministériel portant modification de l'arrêté |
besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van | ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de certaines |
het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de | dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position |
rechtspositie van het personeel van de politiediensten | juridique du personnel des services de police |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | La Ministre de l'Intérieur, |
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de | Vu l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du |
rechtspositie van het personeel van de politiediensten, artikel | personnel des services de police, l'article VII.I.1er, alinéas 2, 3 et |
VII.I.1, tweede, derde en vierde lid; | 4; |
Gelet op het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering | Vu l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de |
van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 | certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la |
tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de | position juridique du personnel des services de police; |
politiediensten; | |
Gelet op het advies van de Adviesraad van burgemeesters, gegeven op 26 | Vu l'avis du Conseil consultatif des bourgmestres, donné le 26 avril |
april 2011; | 2011; |
Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 281 van het | Vu le protocole de négociation n° 281 du comité de négociation pour |
onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 27 april 2011; | les services de police, conclu le 27 avril 2011; |
Gelet op het advies 49.418/2 van de Raad van State, gegeven op 18 | Vu l'avis 49.418/2 du Conseil d'Etat, donné le 18 avril 2011, en |
april 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.In het UBPol wordt een artikel VII.30 ingevoegd, luidende : |
Article 1er.Dans l'AEPol, il est inséré un article VII.30 rédigé comme suit : |
« Art. VII.30. De generieke functies bedoeld in artikel VII.I.1, | « Art. VII.30. Les fonctions génériques visées à l'article VII.I.1er, |
tweede lid, RPPol, worden vastgesteld in bijlage 26. » | alinéa 2, PJPol, sont fixées à l'annexe 26. » |
Art. 2.In het UBPol wordt een artikel VII.31 ingevoegd, luidende : |
Art. 2.Dans l'AEPol, il est inséré un article VII.31 rédigé comme |
« Art. VII.31. De basis- en positiecompetenties van elke generieke | suit : « Art. VII.31. Les compétences de base et de position de chaque |
functie, bedoeld in artikel VII.I.1, tweede lid, RPPol, worden | fonction générique, visées à l'article VII.I.1er, alinéa 2, PJPol, |
vastgesteld in bijlage 27. » | sont fixées à l'annexe 27. » |
Art. 3.In het UBPol wordt een artikel VII.32 ingevoegd, luidende : |
Art. 3.Dans l'AEPol, il est inséré un article VII.32 rédigé comme suit : |
« Art. VII.32. De referentielijst van de basis- en | « Art. VII.32. Le référentiel des compétences de base et de position, |
positiecompetenties, bedoeld in artikel VII.I.1, derde lid, RPPol, wordt vastgesteld in bijlage 28. » | visé à l'article VII.I.1er, alinéa 3, PJPol, est fixé à l'annexe 28. » |
Art. 4.In het UBPol wordt een artikel VII.33 ingevoegd, luidende : |
Art. 4.Dans l'AEPol, il est inséré un article VII.33 rédigé comme suit : |
« Art. VII.33. De referentielijst van de specifieke competenties | « Art. VII.33. Le référentiel des compétences spécifiques ainsi que la |
alsook de methodologie voor de omschrijving van de specifieke | |
competenties, bedoeld in artikel VII.I.1, vierde lid, RRPol, worden | méthodologie pour la fixation des compétences spécifiques, visés à |
vastgesteld in bijlage 29. » | l'article VII.I.1er, alinéa 4, PJPol, sont fixés à l'annexe 29. » |
Art. 5.In het UBPol worden de bijlagen 26, 27, 28 en 29 ingevoegd die |
Art. 5.Dans l'AEPol, sont insérées les annexes 26, 27, 28 et 29 qui |
respectievelijk als bijlagen 1, 2, 3 en 4 zijn gevoegd bij dit | sont jointes respectivement en annexes 1re, 2, 3 et 4 au présent |
besluit. | arrêté. |
Brussel, 11 mei 2011. | Bruxelles, 11 mai 2011. |
Mevr. A. TURTELBOOM | Mme A. TURTELBOOM |
Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 11 mei 2011 tot wijziging | Annexe 1re à l'arrêté ministériel du 11mai 2011 portant modification |
van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van | de l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de |
sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot | certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la |
regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten | position juridique du personnel des services de police |
Bijlage 26 bij het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot | Annexe 26 à l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution |
uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten Methodologie : Om een beoordeling te kunnen geven omtrent de overeenstemming van de beroepsbekwaamheden van de geëvalueerde persoon met het competentieprofiel van de uitgeoefende functie, moet op voorhand aan de geëvalueerde persoon het competentieprofiel van zijn functie worden meegedeeld. Het opstellen van de profielen gebeurt overeenkomstig de volgende methodologie. Elk personeelslid oefent een functie uit binnen de organisatie. De plaats van die functie in de organisatie blijkt uit de na overleg in het bevoegde comité vastgelegde personeelsformatie. Die functie wordt bepaald, enerzijds door een geheel van uit te voeren activiteiten en anderzijds door de bijdrage van de persoon die ze uitoefent. De combinatie van die twee elementen laat toe de beroepsbekwaamheden noodzakelijk voor een optimale uitoefening van de functie vast te stellen. De functies binnen de organisatie worden in families gehergroepeerd op basis van een soortgelijke bijdrage aan de organisatie. Die functies zijn aldus, op het vlak van competenties, een weergave van een gemeenschappelijke noemer. Die gemeenschappelijke noemer vormt het generieke profiel van elke familie van functies. | de certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police Méthodologie : Pour pouvoir donner une appréciation sur l'adéquation des compétences professionnelles de la personne évaluée au profil de compétences de la fonction qu'elle exerce, le profil de compétences de la fonction doit être communiqué à l'avance à la personne évaluée. La construction des profils est faite selon la méthodologie suivante. Chaque membre du personnel exerce une fonction au sein de l'organisation. La place de cette fonction au sein de l'organisation est déterminée par le cadre organique qui est adopté après concertation au sein du comité compétent. Cette fonction est déterminée, d'une part, par un ensemble d'activités à accomplir et, d'autre part, par le type de contribution apportée par celui qui l'exerce. Ce sont ces deux éléments qui, combinés, permettent de déterminer les compétences professionnelles indispensables à un exercice optimal de la fonction. Les fonctions présentes dans l'organisation sont regroupées en familles sur la base d'une contribution similaire à l'organisation. Elles présentent ainsi, en termes de compétences, un commun dénominateur : ce commun dénominateur constitue le profil générique de chaque famille de fonctions. |
Om de families van de functies te bepalen, worden 2 progressie-assen | Afin de déterminer les familles de fonction, on considère 2 axes de |
in aanmerking genomen : | progression : |
- de as « omkadering » (ofwel maakt het personeelslid deel uit van een | - l'axe de « l'encadrement » (soit le membre du personnel fait partie |
ploeg en werkt het mee aan gemeenschappelijke taken ofwel heeft het | d'une équipe et collabore aux projets communs, soit il a sous sa |
een redelijk belangrijk aantal personen onder zijn | responsabilité un nombre plus ou moins important de personnes et |
verantwoordelijkheid en wordt het coördinator, diensthoofd, ...), | devient coordinateur, chef de service...), |
- en de as « verwacht niveau van bijdrage van de functie » (omvang van | - et l'axe « niveau de contribution attendu de la fonction » (ampleur |
de geleverde bijdrage aan de werking van de organisatie; dit begrip | de la contribution apportée au fonctionnement de l'organisation, cette |
verwijst enigszins naar de verwachtingen betreffende de kennis, de | notion renvoyant peu ou prou à l'attente en termes de connaissance, |
ervaring en de know-how). | d'expérience, de savoir-faire). |
De combinatie van die twee progressie-assen laat toe om 13 posities te | La combinaison de ces deux axes de progression a permis de définir 13 |
definiëren. Die verschillende posities verwijzen naar de 13 aanwezige | positions. Ces différentes positions renvoient aux 13 rôles présents |
rollen in de organisatie (zie tabel I). | dans l'organisation (voir le tableau I). |
Aan elk van de zo gedefinieerde posities is een familie van functies | A chacune des positions ainsi définies correspond une famille de |
verbonden die een vergelijkbare rol spelen in de organisatie. Aan elke | fonctions exerçant un rôle comparable dans l'organisation. A chaque |
familie van functies is een generieke titel verbonden. Dankzij die | famille de fonctions correspond un intitulé générique. Grâce à cette |
indeling wordt elke functie geklasseerd in één van de families volgens | catégorisation, chaque fonction est classée dans l'une des familles |
het behaalde niveau in de twee progressie-assen. Dit is de | selon le niveau atteint dans les deux axes de progression. C'est le |
positionering (zie tabel II). | positionnement (voir le tableau II). |
Om een functie te kunnen positioneren moet men dus de | Pour pouvoir positionner une fonction, il faut définir les critères de |
klasseringscriteria kunnen definiëren op de horizontale en verticale | classement sur l'axe horizontal et sur l'axe vertical : |
as : - horizontale progressie-as « omkadering » : voor het klassement op | - axe horizontal, progression « encadrement » : pour le classement sur |
deze as is een tabel uitgewerkt op basis van bijlage 3 van het RPPol | cet axe, un tableau a été élaboré en référence à l'annexe 3 du PJPol |
(zie tabel III) | (voir le tableau III) |
- verticale progressie-as « verwacht niveau van bijdrage van de | - axe vertical, progression « niveau de contribution attendu de la |
functie » : voor deze as gebeurt de klassering volgens de niveaus A, | fonction » : pour cet axe, le classement se fait selon les niveaux A, |
B, C of D van de bijdrage van de functie (verwijzing naar de niveaus | B, C ou D de contribution de la fonction (en référence aux niveaux |
in het openbaar ambt). Zo komt de positie « uitvoering » overeen met | dans le service public). Ainsi, la position « exécution » correspond |
de functies met een bijdrage van niveau C en D ( met twee aparte | aux fonctions ayant une contribution de niveaux C ou D (avec deux |
profielen, een profiel voor de functies van niveau D en een profiel | profils distincts, un profil pour les fonctions de niveau D et un |
voor de functies van niveau C en de agenten van politie), de positie « | profil pour les fonctions de niveau C et les agents de police), la |
raadgeving » komt overeen met de functies met een bijdrage van niveau | position « consultance » correspond aux fonctions ayant une |
B en ten slotte komen de posities « advies » en « advies-expertise » | contribution de niveau B tandis que les positions « conseil » et « |
overeen met de functies met een bijdrage van niveau A (de positie « | conseil-expertise » correspondent aux fonctions ayant une contribution |
advies-expertise » is voorbehouden voor de functies waarvan de impact | de niveau A (la position de « conseil-expertise » étant à réserver aux |
duidelijk op een strategisch niveau te situeren is). | fonctions dont l'impact se situe clairement au niveau stratégique). |
Behalve voormelde algemene principes, moet er worden verduidelijkt dat | Outre les principes généraux précités, il faut préciser que la |
de functie « inspecteur », omwille van de vereiste aanvullende | fonction « inspecteur », du fait de la formation policière |
politieopleiding en de omvang van de bijdrage, wordt geklasseerd in de | complémentaire requise et de l'ampleur de la contribution, est classée |
positie « raadgeving » en dat de functie « hoofdinspecteur », omwille | dans la position « consultance » et la fonction « inspecteur principal |
van de vereiste opleiding, maar ook vanwege de coördinatietaken die | », du fait de la formation requise mais aussi des tâches de |
coordination souvent présentes dans cette fonction, est classée dans | |
vaak met die functie gepaard gaan, wordt geklasseerd in de positie « | la position de « consultance-coordination » (une telle fonction |
raadgeving-coördinatie » (eenzelfde functie zonder enige | dépourvue de tâches de coordination se retrouverait classée en |
omkaderingstaak, zou zich in de positie « raadgeving » bevinden). Bij wijze van uitzondering kan een functie in een hogere positie (hoger niveau op één en/of andere progressie-as) worden geklasseerd dan deze waar ze bij een strikte toepassing van de hierboven beschreven principes zou worden geklasseerd. Dit is enkel maar mogelijk indien die herpositionering volledig gerechtvaardigd is vanuit functioneel oogpunt, op basis van de jobinhoud zelf. Indien de positionering van de functie niet op basis van de personeelsformatie als dusdanig kan worden uitgevoerd, dient dit bijkomend te worden overlegd in het bevoegde comité. Samengevat verloopt de bepaling van een profiel in meerdere fasen : - aan de functie wordt, overeenkomstig de personeelsformatie, één van | position « consultance »). Enfin, on peut admettre que par exception, une fonction puisse être classée dans une position plus élevée (niveau supérieur sur l'un et/ou l'autre axe de progression) que celle qui serait octroyée par une application stricte des principes énoncés ci-avant. Ceci ne sera toutefois possible que si ce repositionnement est entièrement justifié d'un point de vue fonctionnel, du fait même du contenu de la fonction exercée. Si la fonction ne peut pas être positionnée sur base du cadre organique en tant que tel, une concertation complémentaire au sein du comité compétent s'impose. En résumé, la détermination du profil se fait en plusieurs étapes : |
de 13 posities die voor de geïntegreerde politie werden gedefinieerd, gegeven; | - une des 13 positions définies pour la police intégrée est, |
- aan de functie wordt het in artikel VII.I.1, derde lid, RPPol | conformément au cadre du personnel, attribuée à la fonction; |
bedoelde generieke profiel gekoppeld. Dit profiel herneemt het geheel | - le profil générique, visé à l'article VII.I.1er, alinéa 3, PJPol, |
van de generieke competenties die vastgelegd zijn in de | est lié à la fonction. Ce profil reprend un ensemble de compétences |
referentielijst van de competenties; | génériques qui sont définies dans le référentiel de compétences; |
- indien hij dit nodig acht, kan de evaluator het profiel aanvullen | - s'il l'estime nécessaire, l'évaluateur peut compléter le profil par |
met één of meerdere specifieke competenties (zie bijlage 29). | une ou plusieurs compétences spécifiques (cfr. annexe 29). |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 11 mei | Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 11 mai 2011 portant |
2011 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 | modification de l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant |
tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van | |
30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van | exécution de certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 |
de politiediensten. | portant la position juridique du personnel des services de police. |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | La Ministre de l'Intérieur, |
Mevr. A. TURTELBOOM | Mme A. TURTELBOOM |
Bijlage 2 bij het ministerieel besluit van 11 mei 2011 tot wijziging | Annexe 2 à l'arrêté ministériel du 11 mai 2011 portant modification de |
van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van | l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de |
sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot | certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la |
regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten | position juridique du personnel des services de police |
Bijlage 27 bij het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot | Annexe 27 à l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution |
uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 | de certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la |
maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de | position juridique du personnel des services de police |
politiediensten | |
Basis- en positiecompetenties | Compétences de base et de position |
Methodologie : | Méthodologie : |
De basis- en positiecompetenties vormen het generieke deel van het | Les compétences de base et de position forment la partie générique du |
competentieprofiel. Een « generiek profiel » is zo vastgesteld voor | profil de compétences. Un « profil générique » est ainsi fixé pour |
elke familie van functies : de keuze van de competenties die er deel | chaque famille de fonctions : le choix des compétences en faisant |
van uitmaken evenals de bepaling van het niveau van de competenties | partie, de même que la détermination des niveaux à atteindre dans |
dat moet worden bereikt, is gebeurd volgens een logica van hoger | chacune d'elles ont été faits selon une logique de progression des |
gestelde eisen in functie van de uitgeoefende betrekking. Die | exigences en fonction de la position occupée. En aucun cas, les |
generieke profielen mogen in geen geval worden gewijzigd, noch wat de | profils génériques ne peuvent être modifiés que ce soit dans le choix |
keuze van de competenties die het profiel vormen betreft, noch in het | des compétences qui le composent ou dans le niveau à atteindre pour |
te behalen niveau voor elk van deze competenties. | chacune d'entre elles. |
Alle basiscompetenties worden gedefinieerd in de referentielijst van | Les compétences de base sont toutes définies dans le référentiel de |
de competenties; ze zijn van toepassing, op verschillende niveaus, op | compétences; elles s'appliquent, à des niveaux divers, à tous les |
alle personeelsleden en komen aldus voor in alle competentieprofielen | membres du personnel et apparaissent donc dans tous les profils de |
ongeacht de uitgeoefende functie. | compétences quelle que soit la fonction exercée. |
De positiecompetenties zijn opgenomen in de referentielijst van de | Les compétences de position sont reprises dans le référentiel de |
competenties. Niet alle positiecompetenties zijn op alle functies van | compétences. Toutes les compétences de position ne valent pas pour |
toepassing; enkel de competenties die relevant zijn voor de | toutes les fonctions; seules les compétences pertinentes pour la |
uitgeoefende functie worden in het profiel van de functie in kwestie | fonction exercée seront reprises dans le profil de la fonction en |
opgenomen. | question. |
De generieke profielen kunnen, in vergelijking met het dagelijks | |
functioneren, « abstract » en/of te algemeen lijken. Daarenboven kan | Les profils génériques peuvent paraître fort « abstraits » par rapport |
eenzelfde profiel toegekend worden voor functies met een zeer | à la réalité du fonctionnement quotidien et/ou trop généralistes. De |
verschillende inhoud. Daarom is het aangewezen om de verschillende | plus un même profil peut être attribué à des fonctions de contenu très |
competenties van het profiel te « contextualiseren », dit wil zeggen | différent. C'est pourquoi, il est demandé de "contextualiser" les |
op een concrete manier te verduidelijken. De contextualisering van een | différentes compétences du profil, c'est-à dire les expliciter de |
competentie houdt tegelijkertijd rekening met de beoogde activiteiten | manière concrète. La contextualisation d'une compétence tiendra compte |
en het type bijdrage dat van de desbetreffende functie wordt verwacht. | à la fois des activités visées et du type de contribution attendue de |
la fonction envisagée. | |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 11 mei | Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 11 mai 2011 portant |
2011 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 | modification de l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant |
tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van | |
30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van | exécution de certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 |
de politiediensten. | portant la position juridique du personnel des services de police. |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | La Ministre de l'Intérieur, |
Mevr. A. TURTELBOOM | Mme A. TURTELBOOM |
Bijlage 3 bij het ministerieel besluit van 11 mei 2011 tot wijziging | Annexe 3 à l'arrêté ministériel du 11 mai 2011 portant modification de |
van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van | l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de |
sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot | certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la |
regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten | position juridique du personnel des services de police |
Bijlage 28 bij het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot | Annexe 28 à l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution |
uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 | de certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la |
maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de | position juridique du personnel des services de police |
politiediensten | |
Tabel referentielijst van de competenties | Tableau référentiel des compétences |
Methodologie : | Méthodologie : |
De referentielijst van de competenties herneemt een geheel van | Le référentiel de compétences reprend un ensemble de compétences qui |
competenties die alle weergegeven worden volgens de hierna beschreven | toutes sont déclinées selon les niveaux décrits ci-après. |
niveaus. Aan elke functie is een « competentieprofiel » verbonden dat een | A chaque fonction correspond un « profil de compétences » regroupant |
geheel van competenties, weergegeven op 5 niveaus, omvat : | un ensemble de compétences se déclinant sur 5 niveaux : |
- niveau 1 : kennis zonder meer, nog geen know-how; | - niveau 1 : expression d'une simple connaissance, pas encore un |
- niveau 2 : capaciteit om de kennis aan te wenden in eenvoudige en | savoir-faire; - niveau 2 : capacité à mette en oeuvre la connaissance dans des |
zich herhalende situaties; | situations simples et répétitives; |
- niveau 3 : beheersing van de competentie in uiteenlopende situaties | - niveau 3 : maîtrise de la compétence dans des situations diverses |
die echter nog steeds vallen onder het gebruikelijk functioneren; | mais relevant du fonctionnement habituel; |
- niveau 4 : volledige beheersing van de competentie in complexe | - niveau 4 : maîtrise totale de la compétence dans des situations |
situaties en/of situaties die buiten het gebruikelijk functioneren vallen; | complexes et/ou sortant du fonctionnement habituel; |
- niveau 5 : capaciteit om vernieuwende antwoorden te bedenken en/of | - niveau 5 : capacité à concevoir et/ou à piloter des réponses |
te piloteren voor complexe en/of onbekende situaties. | innovantes à des situations complexes et/ou inconnues. |
Het competentieprofiel hergroepeert zich tot 3 types van competenties : | Le profil de compétences regroupe trois types de compétences : |
- de basiscompetenties : een geheel van basisvaardigheden, aanwezig in | - des compétences de base : un ensemble de compétences basiques, |
de profielen van alle functies die binnen de geïntegreerde politie | présentes dans les profils de toutes les fonctions existantes au sein |
bestaan (kunnen lezen, kunnen schrijven,...); | de la police intégrée (savoir lire, savoir écrire,...); |
- de generieke competenties verbonden aan de positie : een geheel van | - des compétences génériques liées à la position : un ensemble de |
competenties die gedeeld worden door alle functies van eenzelfde | compétences partagées par toutes les fonctions occupant une même |
positie binnen de organisatie; | position dans l'organisation; |
- de specifieke competenties : competenties die gelinkt zijn aan de | - des compétences spécifiques : des compétences liées à la spécificité |
specificiteit van de functie, het strategisch referentiedomein en de | de la fonction, à son domaine stratégique de référence et aux |
uitgevoerde activiteiten (cfr. bijlage 29). | activités exercées (cfr. annexe 29). |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 11 mei | Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 11 mai 2011 portant |
2011 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 | modification de l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant |
tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van | |
30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van | exécution de certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 |
de politiediensten. | portant la position juridique du personnel des services de police. |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | La Ministre de l'Intérieur, |
Mevr. A. TURTELBOOM | Mme A. TURTELBOOM |
Bijlage 4 bij het ministerieel besluit van 11 mei 2011 tot wijziging | Annexe 4 à l'arrêté ministériel du 11 mai 2011 portant modification de |
van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van | l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de |
sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot | certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la |
regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten | position juridique du personnel des services de police |
Bijlage 29 bij het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten Specifieke competenties Methodologie : Als men ondanks de contextualisering van de verschillende competenties (cfr. methodologie in de bijlage 27) nog te « algemeen » meent te zijn, is het mogelijk om het generieke profiel aan te vullen met één of meerdere specifieke competenties. Deze kunnen gekozen worden uit de hiernavolgende referentielijst van de competenties. Het is eveneens mogelijk om competenties te « creëren ». In dat geval is het onontbeerlijk om coherent te blijven met de methodologie van het systeem en, in het bijzonder, om de competentieniveaus zoals deze gedefinieerd werden, te respecteren (cfr. methodologie in de bijlage 28). Voor de coherentie van het systeem, zal elke nieuwe competentie noodzakelijk moeten worden gedefinieerd volgens die logica van de niveaus. Daarenboven dienen nodeloze herhalingen van reeds gedefinieerde competenties te worden vermeden. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 11 mei 2011 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. De Minister van Binnenlandse Zaken, | Annexe 29 à l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police Compétences spécifiques Méthodologie : Si malgré la contextualisation des différentes compétences (cfr. explications à l'annexe 27), on estime être encore trop "généraliste", il est possible de compléter le profil générique par l'une ou plusieurs compétences spécifiques. Celles-ci peuvent être choisies dans le référentiel de compétences repris ci-dessous. Il est aussi possible de "créer" des compétences. Dans ce cas, il est indispensable de rester cohérent avec la méthodologie du système et, en particulier, de bien respecter les niveaux de compétences tels qu'ils ont été définis (voir explications de l'annexe 28). Pour la cohérence du système, toute nouvelle compétence devra impérativement être définie selon cette logique de niveaux. Il faut par ailleurs éviter toute redondance avec des compétences déjà définies. Pour la consultation du tableau, voir image Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 11 mai 2011 portant modification de l'arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de certaines dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police. La Ministre de l'Intérieur, |
Mevr. A. TURTELBOOM | Mme A. TURTELBOOM |