← Terug naar "Rechterlijke Orde Bij koninklijk besluit van 16 maart 1998 is de vrijstelling als bedoeld
in artikel 306 van het Gerechtelijk Wetboek verleend aan de heer Martens, J., raadsheer in het arbeidshof
te Antwerpen. Bij koninklijk besluit van Bij
ministeriële besluiten van 26 maart 1998 is verlengd voor een nieuwe periode van zes maande(...)"
| Rechterlijke Orde Bij koninklijk besluit van 16 maart 1998 is de vrijstelling als bedoeld in artikel 306 van het Gerechtelijk Wetboek verleend aan de heer Martens, J., raadsheer in het arbeidshof te Antwerpen. Bij koninklijk besluit van Bij ministeriële besluiten van 26 maart 1998 is verlengd voor een nieuwe periode van zes maande(...) | Ordre judiciaire Par arrêté royal du 16 mars 1998 la dispense prévue par l'article 306 du Code judiciaire est accordée à M. Martens, J., conseiller à la cour du travail d'Anvers. Par arrêté royal du 24 mars 1998, la désignation de Mme Par arrêtés ministériels du 26 mars 1998, est prolongé pour une nouvelle période de six mois : (...) |
|---|---|
| MINISTERIE VAN JUSTITIE Rechterlijke Orde Bij koninklijk besluit van 16 maart 1998 is de vrijstelling als bedoeld in artikel 306 van het Gerechtelijk Wetboek verleend aan de heer Martens, J., raadsheer in het arbeidshof te Antwerpen. Bij koninklijk besluit van 24 maart 1998 is de aanwijzing van Mevr. Raes, Fr., rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, tot het ambt van jeugdrechter in deze rechtbank, hernieuwd voor een termijn van twee jaar met ingang van 1 april 1998. Bij ministeriële besluiten van 26 maart 1998 is verlengd voor een nieuwe periode van zes maanden : - met ingang van 1 april 1998, de stage van : | MINISTERE DE LA JUSTICE Ordre judiciaire Par arrêté royal du 16 mars 1998 la dispense prévue par l'article 306 du Code judiciaire est accordée à M. Martens, J., conseiller à la cour du travail d'Anvers. Par arrêté royal du 24 mars 1998, la désignation de Mme Raes, Fr., juge au tribunal de première instance de Louvain, aux fonctions de juge de la jeunesse à ce tribunal, est renouvelée pour un terme de deux ans prenant cours le 1er avril 1998. Par arrêtés ministériels du 26 mars 1998, est prolongé pour une nouvelle période de six mois : - prenant cours le 1er avril 1998, le stage de : |
| - Mevr. Coenen, H. en | - Mme Coenen, H. et |
| - Mevr. Wilmots, H., | - Mme Wilmots, H., |
| gerechtelijke stagiairs bij het parket van de rechtbank van eerste | stagiaires judiciaires près le parquet du tribunal de première |
| aanleg te Hasselt; | instance de Hasselt; |
| - de heer Debaere, M., gerechtelijk stagiair bij het parket van de | - M. Debaere, M., stagiaire judiciaire près le parquet du tribunal de |
| rechtbank van eerste aanleg te Brussel; | première instance de Bruxelles; |
| - Mevr. Jacquemart, A., gerechtelijk stagiair bij het parket van de | - Mme Jacquemart, A., stagiaire judiciaire près le parquet du tribunal |
| rechtbank van eerste aanleg te Luik; | de première instance de Liège; |
| - met ingang van 16 april 1998, de stage van de heer Glaude, Ph., | - prenant cours le 16 avril 1998, le stage de M. Glaude, Ph., |
| gerechtelijk stagiair bij het parket van de rechtbank van eerste | stagiaire judiciaire près le parquet du tribunal de première instance |
| aanleg te Luik. | de Liège. |