| Koninklijk besluit tot vaststelling van bepaalde ministeriele bevoegdheden | Arrêté royal fixant certaines attributions ministérielles |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER 27 OKTOBER 2020. - Koninklijk besluit tot vaststelling van bepaalde ministeriele bevoegdheden FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE 27 OCTOBRE 2020. - Arrêté royal fixant certaines attributions ministérielles PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. |
| Gelet op de Grondwet, de artikelen 37, 96 en 104; | Vu la Constitution, les articles 37, 96 et 104; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 2015 tot vaststelling | Vu l'arrêté royal du 5 février 2015 fixant certaines attributions |
| van bepaalde ministeriële bevoegdheden; | ministérielles; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 1 oktober 2020 houdende benoeming | Vu l'arrêté royal du 1er octobre 2020 portant nomination des membres |
| van de regeringsleden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 oktober 2020; | du gouvernement, modifié par l'arrêté royal du 15 octobre 2020; |
| Op de voordracht van de Eerste Minister, | Sur la proposition du Premier Ministre, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.De Minister van Werk oefent de voogdij uit over : |
Article 1er.Le Ministre du Travail exerce la tutelle sur : |
| - de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie; | - l'Office national des vacances annuelles; |
| - de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening; | - l'Office national de l'emploi; |
| - de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. | - la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de chômage. |
Art. 2.De Minister van Economie is bevoegd voor de dienstconcessie |
Art. 2.Le Ministre de l'Economie est compétent pour la concession de |
| met betrekking tot de verdeling van erkende dagbladen en | service portant sur la distribution de journaux et périodiques |
| tijdschriften. | reconnus. |
Art. 3.De Minister van Mobiliteit is bevoegd voor : |
Art. 3.Le Ministre de la Mobilité est compétent pour : |
| 1° Infrabel; | 1° Infrabel; |
| 2° de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen; | 2° la Société nationale des Chemins de fer belges; |
| 3° zonder afbreuk te doen aan de functionele bevoegdheden van de | 3° sans préjudice des compétences fonctionnelles des Ministres |
| betrokken Ministers : | concernés : |
| a) het verzekeren van de vertegenwoordiging van de Belgische Staat in | a) assurer la représentation de l'Etat belge dans les actions en |
| de rechtsvorderingen, lopende en toekomstige, die verbonden zijn aan | justice, en cours et à venir, qui sont liées à la S.A. SABENA; |
| de N.V. SABENA; | |
| b) het uitoefenen van de rechten en bevoegdheden die verbonden zijn | b) exercer les droits et les compétences liés à toutes actions et |
| aan alle rechtstreekse en onrechtstreekse aandelen en participaties | participations, directes et indirectes, que l'Etat fédéral détient |
| van de Federale Staat in de N.V. SABENA. | dans la S.A. SABENA. |
Art. 4.De Minister van Financiën is bevoegd voor de Federale |
Art. 4.Le Ministre des Finances est compétent pour la Société |
| Participatie- en Investeringsmaatschappij. | fédérale des participations et d'investissement. |
Art. 5.De Minister van Sociale Zaken oefent de voogdij uit over het |
Art. 5.Le Ministre des Affaires sociales exerce la tutelle sur |
| Federaal agentschap voor beroepsrisico's, met dien verstande dat een | l'Agence fédérale des risques professionnels, étant entendu qu'un |
| protocol wordt gesloten met de Minister van Werk. | protocole est conclu avec le Ministre du Travail. |
Art. 6.De Minister van Overheidsbedrijven is bevoegd voor Proximus en |
Art. 6.La Ministre des Entreprises publiques est compétente pour |
| bpost. | Proximus et bpost. |
Art. 7.De Minister van Ambtenarenzaken is bevoegd voor wat betreft : |
Art. 7.La Ministre de la Fonction publique est compétente pour : |
| 1° het afleveren van vergunningen om erkend te worden als | 1° délivrer des licences permettant d'être reconnue comme entreprise |
| spoorwegonderneming, en oefent het gezag uit over de Dienst Veiligheid | ferroviaire, et exerce l'autorité sur le Service de sécurité et |
| en Interoperabiliteit der Spoorwegen en de hoofdonderzoeker en de | d'interopérabilité des chemins de fer, sur l'enquêteur principal et |
| adjunct-onderzoeker van het Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en | sur l'enquêteur adjoint de l'Organisme d'enquête sur les accidents et |
| Incidenten op het Spoor; | incidents ferroviaires; |
| 2° het toepassen van disciplinaire procedures ten aanzien van de | 2° l'application des procédures disciplinaires par rapport au Service |
| Dienst Regulering van het spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de | de régulation du transport ferroviaire et de l'Exploitation de |
| Luchthaven Brussel-Nationaal. | l'aéroport de Bruxelles-National. |
Art. 8.De Minister voor Noordzee is bevoegd voor marien milieu en |
Art. 8.Le Ministre de la Mer du Nord est compétent pour |
| maritieme mobiliteit, met inbegrip van het beleid inzake vergunningen | l'environnement marin et la mobilité maritime, y compris la politique |
| en toelatingen voor de uitbating van infrastructuur voor hernieuwbare | en matière de permis et autorisations à l'exploitation des |
| energie in de Noordzee. | infrastructures d'énergies renouvelables en Mer du Nord. |
Art. 9.De Minister van Landbouw is bevoegd voor de veiligheid van de |
Art. 9.Le Ministre de l'Agriculture est compétent pour la sécurité de |
| voedselketen, en oefent de voogdij uit over het Federaal Agentschap | la chaîne alimentaire, et exerce la tutelle sur l'Agence fédérale pour |
| voor de Veiligheid van de Voedselketen, met dien verstande dat een | la Sécurité de la Chaîne alimentaire, étant entendu qu'un protocole |
| protocol wordt afgesloten met de Minister van Volksgezondheid. | est conclu avec le Ministre de la Santé publique. |
Art. 10.De Minister van Zelfstandigen is bevoegd voor wat betreft: |
Art. 10.Le Ministre des Indépendants est compétent en matière de : |
| 1° de voogdij over het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen; 2° het sociaal statuut der zelfstandigen, waaronder ook de pensioenen van de zelfstandigen, met dien verstande dat een protocol wordt afgesloten met de Minister van Pensioenen, voor wat betreft de uitvoering van de gemengde pensioenen. Art. 11.De Minister van Pensioenen oefent de voogdij uit over de Federale Pensioendienst. Art. 12.De Minister van Defensie is bevoegd voor oorlogsslachtoffers. |
1° tutelle sur l'Institut national d'assurances sociales pour travailleurs indépendants; 2° statut social des indépendants, y compris les pensions des indépendants, étant entendu qu'un protocole est conclu avec la Ministre des Pensions, en ce qui concerne l'exécution des pensions mixtes. Art. 11.La Ministre des Pensions exerce la tutelle sur le Service Fédéral des Pensions. Art. 12.La Ministre de la Défense est compétente pour les victimes de la guerre. |
Art. 13.Zijn bevoegd voor wat betreft : |
Art. 13.Sont compétents en matière de : |
| 1° de gezamenlijke voogdij over de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid: | 1° tutelle conjointe sur l'Office national de sécurité sociale : le |
| de Minister van Werk en de Minister van Sociale Zaken; | Ministre du Travail et le Ministre des Affaires sociales; |
| 2° de gezamenlijke voogdij over de Kruispuntbank voor Sociale | 2° tutelle conjointe sur la Banque-carrefour de la sécurité sociale : |
| Zekerheid: de Minister van Werk en de Minister van Sociale Zaken; | le Ministre du Travail et le Ministre des Affaires sociales; |
| 3° het gezamenlijk gezag over de Sociale Inlichting- en | 3° autorité conjointe sur le Service d'information et de recherche |
| opsporingsdienst: de Minister van Werk, de Minister van Sociale Zaken | sociale : le Ministre du Travail, le Ministre des Affaires sociales et |
| en de Minister van Zelfstandigen; | le Ministre des Indépendants; |
| 4° de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten: de Minister van | 4° l'Autorité des Services et Marchés Financiers: le Ministre de |
| Economie, de Minister van Financiën, de Minister van Pensioenen en de | l'Economie, le Ministre des Finances, la Ministre des Pensions et la |
| Staatssecretaris voor Consumentenbescherming, toegevoegd aan de | Secrétaire d'Etat à la Protection des consommateurs, adjointe au |
| Minister van Justitie, met dien verstande dat een protocol wordt afgesloten; | Ministre de la Justice, étant entendu qu'un protocole est conclu; |
| 5° de gezamenlijke voogdij over Delcredere: de Minister van Economie, | 5° tutelle conjointe sur le Ducroire: le Ministre de l'Economie, la |
| de Minister van Buitenlandse Handel en de Minister van Financiën; | Ministre du Commerce extérieur et le Ministre des Finances; |
| 6° consumentenzaken: de Minister van Economie en de Staatssecretaris | 6° consommateurs : le Ministre de l'Economie et la Secrétaire d'Etat à |
| voor Consumentenbescherming, toegevoegd aan de Minister van Justitie, | la Protection des consommateurs, adjointe au Ministre de la Justice, |
| met dien verstande dat een protocol wordt afgesloten; | étant entendu qu'un protocole est conclu; |
| 7° de NV ASTRID: de Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken; | 7° SA ASTRID : le Ministre des Finances et la Ministre de l'Intérieur; |
| 8° de gezamenlijke voogdij over het Rijksinstituut voor ziekte- en | 8° tutelle conjointe sur l'Institut national d'assurance |
| invaliditeitsverzekering: de Minister van Sociale Zaken de Minister | maladie-invalidité : le Ministre des Affaires sociales et le Ministre |
| van Zelfstandigen; | des Indépendants; |
| 9° de gezondheidszorgverzekering, de arbeidsongeschiktheidsverzekering | 9° l'assurance soins de santé, l'assurance incapacité de travail et |
| en de invaliditeitsverzekering van de zelfstandigen: de Minister van | l'assurance invalidité des travailleurs indépendants : le Ministre des |
| Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen. | Affaires sociales et le Ministre des Indépendants. |
Art. 14.De Staatssecretaris voor Digitalisering, toegevoegd aan de |
Art. 14.Le Secrétaire d'Etat à la Digitalisation, adjoint au Premier |
| Eerste Minister, is bevoegd voor het Belgisch Instituut voor post en | Ministre, est compétent pour l'Institut belge de la poste et des |
| telecommunicatie. | télécommunications. |
Art. 15.De Staatssecretaris belast met Administratieve |
Art. 15.Le Secrétaire d'Etat chargé de la Simplification |
| Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste Minister, oefent de voogdij | administrative, adjoint au Premier Ministre, exerce la tutelle sur |
| uit over de Dienst voor de administratieve vereenvoudiging. | l'Agence pour la simplification administrative. |
Art. 16.De Staatssecretaris belast met Privacy, toegevoegd aan de |
Art. 16.Le Secrétaire d'Etat chargé de la Protection de la vie |
| Eerste Minister, is bevoegd voor de wetgeving inzake bescherming van | privée, adjoint au Premier Ministre, est compétent pour la législation |
| natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van | sur la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des |
| persoonsgegevens. | données à caractère personnel. |
Art. 17.De Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en |
Art. 17.La Secrétaire d'Etat à l'Egalité des genres, à l'Egalité des |
| Diversiteit, toegevoegd aan de Minister van Mobiliteit, is bevoegd | chances et à la Diversité, adjointe au Ministre de la Mobilité, est |
| voor het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. | compétente pour l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes. |
Art. 18.De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, toegevoegd aan de |
Art. 18.Le Secrétaire d'Etat à l'Asile et la Migration, adjoint à la |
| Minister van Binnenlandse Zaken, oefent de voogdij uit over: | Ministre de l'Intérieur, exerce la tutelle sur : |
| 1° het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen; | 1° le Commissariat général aux Réfugiés et Apatrides; |
| 2° de Raad voor vreemdelingenbetwistingen; | 2° le Conseil du contentieux des étrangers; |
| 3° het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers; | 3° l'Agence fédérale d'accueil des demandeurs d'asile; |
| 4° het Federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de | 4° le Centre fédéral pour l'analyse des flux migratoires, la |
| bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd | protection des droits fondamentaux des étrangers et la lutte contre la |
| tegen de mensenhandel. | traite des êtres humains. |
Art. 19.Het koninklijk besluit van 5 februari 2015 tot vaststelling |
Art. 19.L'arrêté royal du 5 février 2015 fixant certaines |
| van bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij de koninklijk | attributions ministérielles, modifié par les arrêtés royaux des 22 |
| besluiten van 22 februari 2015, 4 mei 2015, 27 mei 2015, 10 augustus | février 2015, 4 mai 2015, 27 mai 2015, 10 août 2015, 7 mai 2017 et 20 |
| 2015, 7 mei 2017 en 20 januari 2019, wordt opgeheven. | janvier 2019, est abrogé. |
Art. 20.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2020. |
Art. 20.Le présent arrêté produit ses effets le 1er octobre 2020. |
Art. 21.De Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit |
Art. 21.Le Premier Ministre est chargé de l'exécution du présent |
| besluit. | arrêté. |
| Gegeven te Brussel, 27 oktober 2020. | Donné à Bruxelles, le 27 octobre 2020. |
| FILIP | PHILIPPE |
| Van Koningswege : | Par le Roi : |
| De Eerste Minister, | Le Premier Ministre, |
| A. DE CROO | A. DE CROO |