← Terug naar "Koninklijk besluit betreffende de werkzitplaatsen en rustzitplaatsen "
| Koninklijk besluit betreffende de werkzitplaatsen en rustzitplaatsen | Arrêté royal relatif aux sièges de travail et aux sièges de repos |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE |
| 27 APRIL 2004. - Koninklijk besluit betreffende de werkzitplaatsen en | 27 AVRIL 2004. - Arrêté royal relatif aux sièges de travail et aux |
| rustzitplaatsen (1) | sièges de repos (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
| Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de | Vu la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors |
| werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 4, | de l'exécution de leur travail, notamment l'article 4, § 1er, alinéa 1er, |
| § 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 7 april 1999; | modifié par la loi du 7 avril 1999; |
| Gelet op het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, | Vu le Règlement général pour la protection du travail, approuvé par |
| goedgekeurd door de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 | les arrêtés du Régent des 11 février 1946 et 27 septembre 1947, |
| september 1947, inzonderheid op titel II, hoofdstuk III, afdeling | notamment le titre II, chapitre III, section IIbis, comprenant les |
| IIbis, omvattende de artikelen 171 tot 173, ingevoegd bij het | articles 171 à 173, insérés par l'arrêté royal du 18 février 1960 et |
| koninklijk besluit van 18 februari 1960 en gewijzigd bij de | |
| koninklijke besluiten van 8 januari 1964 en 14 maart 1974; | modifiés par les arrêtés royaux du 8 janvier 1964 et 14 mars 1974; |
| Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op | Vu l'avis du Conseil Supérieur pour la Prévention et la Protection au |
| het Werk, gegeven op 27 juni 2003; | Travail, donné le 27 juin 2003; |
| Gelet op advies nr. 35.905/1 van de Raad van State, gegeven op 2 oktober 2003; | Vu l'avis n° 35.905/1 du Conseil d'Etat, donné le 2 octobre 2003; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk en Onze Staatssecretaris | Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi et de Notre |
| voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, | Secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | travail, Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
Article 1er.Le présent arrêté s'applique aux employeurs et aux |
| werknemers, en op de daarmee gelijkgestelde personen, bedoeld in | travailleurs, ainsi qu'aux personnes y assimilées, visés à l'article 2 |
| artikel 2 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van | de la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors |
| de werknemers bij de uitvoering van hun werk. | de l'exécution de leur travail. |
Art. 2.§ 1. De werkgever is ertoe gehouden voor elke activiteit die |
Art. 2.§ 1er. Pour toute activité qui est exécutée debout, |
| staande wordt verricht, een risicoanalyse uit te voeren overeenkomstig | l'employeur est tenu de réaliser une analyse des risques conformément |
| artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het | à l'article 8 de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif à la politique |
| beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. | du bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail. |
| Deze risicoanalyse houdt rekening met het feit of de activiteit | Cette analyse des risques tient compte de l'exercice de manière |
| aanhoudend of doorgaans staande wordt uitgeoefend, evenenals met de | continue ou de manière principale de l'activité debout, ainsi que de |
| duur en de intensiteit van de blootstelling aan de statische | la durée et de l'intensité de l'exposition à la charge statique, afin |
| belasting, teneinde elk risico voor het welzijn van de werknemers te beoordelen. | d'apprécier tout risque pour le bien-être des travailleurs. |
| § 2. Indien uit de resultaten van de risicoanalyse bedoeld in § 1, | § 2. Si les résultats de l'analyse des risques visée au § 1er, |
| blijkt dat er een risico voor het welzijn van de werknemers bestaat, | révèlent un risque pour le bien-être des travailleurs, l'employeur |
| neemt de werkgever de nodige maatregelen om er voor te zorgen dat elke | prend les mesures nécessaires pour que chaque travailleur concerné |
| betrokken werknemer over een rustzitplaats beschikt waarop hij bij | dispose d'un siège de repos sur lequel il puisse s'asseoir par |
| tussenpozen of na bepaalde tijdruimten kan gaan zitten. | intermittence ou à des intervalles déterminés. |
| Wanneer de aard van de activiteiten van de betrokken werknemer niet | Si la nature des activités du travailleur concerné ne permet pas |
| toelaat een rustzitplaats te gebruiken, organiseert de werkgever de | d'utiliser un siège de repos, l'employeur organise les activités de |
| activiteiten op dergelijke wijze dat deze werknemer bij tussenpozen of | telle sorte que ce travailleur puisse travailler assis sur un siège de |
| na bepaalde tijdruimten zittend kan werken op een werkzitplaats. | travail, par intermittence ou à des intervalles déterminés. |
| § 3. De rusttijden of de zittende werktijden moeten ten minste een | § 3. Les temps de repos, ou les temps de travail assis, doivent |
| kwartier tijdens de eerste helft van de arbeidsdag en ten minste een | atteindre au moins un quart d'heure au cours de la première partie de |
| kwartier tijdens de tweede helft van de arbeidsdag bereiken. Deze | la journée de travail et au moins un quart d'heure lors de la seconde |
| moitié de la journée de travail. Ces temps de repos, ou ces temps de | |
| rusttijden of deze zittende werktijden moeten genomen worden ten | travail assis, doivent être pris au plus tôt après une heure et demie |
| vroegste na anderhalf uur en ten laatste na twee en een half uur | et au plus tard après deux heures et demie de prestations. |
| prestaties. Art. 3.Voor de werknemers die activiteiten uitoefenen waarvan de aard |
Art. 3.Pour les travailleurs qui exercent des activités dont la |
| verenigbaar is met zittend werk, stelt de werkgever een werkzitplaats | nature est compatible avec la position assise, l'employeur met à |
| ter beschikking. | disposition un siège de travail. |
Art. 4.§ 1. De werkzitplaatsen en de rustzitplaatsen beantwoorden aan |
Art. 4.§ 1er. Les sièges de travail et les sièges de repos répondent |
| de comfort-en gezondheidseisen. Voorafgaandelijk aan hun keuze maken | aux exigences de confort et de santé. Préalablement à leur choix, ils |
| ze het voorwerp uit van een risicoanalyse overeenkomstig artikel 2, § | font l'objet d'une analyse des risques visée à l'article 2, § 1er, |
| 1, eerste lid, om het welzijn van de werknemers te waarborgen tijdens | alinéa 1, pour garantir le bien-être des travailleurs lors de leur |
| het gebruik ervan. | utilisation. |
| § 2. De rustzitplaatsen zijn gemakkelijk bereikbaar, kunnen | § 2. Les sièges de repos sont facilement accessibles, immédiatement |
| onmiddellijk gebruikt worden en mogen in geen geval een hindernis | utilisables, et ne peuvent, en aucun cas, constituer un obstacle au |
| vormen voor de doorgang. | passage. |
Art. 5.De werknemers worden ingelicht omtrent alle maatregelen die |
Art. 5.Les travailleurs sont informés de toutes les mesures prises en |
| genomen worden in toepassing van dit besluit. | application du présent arrêté. |
Art. 6.De afdeling IIbis van hoofdstuk III van titel II van het |
Art. 6.La section IIbis du chapitre III du titre II du Règlement |
| Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd door de | général pour la protection du travail, approuvé par les arrêtés du |
| besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947, | Régent des 11 février 1946 et 27 septembre 1947, comprenant les |
| omvattende de artikelen 171 tot 173, ingevoegd bij het koninklijk | articles 171 à 173, insérés par l'arrêté royal du 18 février 1960 et |
| besluit van 18 februari 1960 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten | |
| van 8 januari 1964 en 14 maart 1974, wordt opgeheven. | modifiés par les arrêtés royaux du 8 janvier 1964 et 14 mars 1974, est |
Art. 7.De bepalingen van de artikelen 1 tot 5 vormen de afdeling IV |
abrogée. Art. 7.Les dispositions des articles 1er à 5 constituent la section |
| van hoofdstuk II van titel VI van de Codex over het welzijn op het | IV du chapitre II du titre VI du Code sur le bien-être au travail avec |
| werk met volgende opschriften : | les intitulés suivants : |
| 1° « Titel VI. - Arbeidsmiddelen »; | 1° « Titre VI. - Equipements de travail »; |
| 2° « Hoofdstuk II. - Specifieke bepalingen »; | 2° « Chapitre II. - Dispositions particulières »; |
| 3° « Afdeling IV. - Werkzitplaatsen en rustzitplaatsen ». | 3° « Section IV. - « Sièges de travail et sièges de repos ». |
Art. 8.Onze Minister van Werk en Onze Staatssecretaris voor |
Art. 8.Notre Ministre de l'Emploi et Notre Secrétaire d'Etat à |
| Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, zijn, ieder wat hem | l'Organisation du travail et au Bien-être au travail sont chargés, |
| betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. |
| Gegeven te Brussel, 27 april 2004. | Donné à Bruxelles, le 27 avril 2004. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Par le Roi : |
| De Minister van Werk, | Le Ministre de l'Emploi, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
| De Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, | La Secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au travail, |
| K. VAN BREMPT | K. VAN BREMPT |
| _______ | _______ |
| Nota | Note |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Références au Moniteur belge : |
| Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; | Loi du 4 août 1996, Moniteur belge du 18 septembre 1996; |
| Wet van 7 april 1999, Belgisch Staatsblad van 20 april 1999; | Loi du 7 avril 1999, Moniteur belge du 20 avril 1999; |
| Besluit van de Regent van 11 februari 1946, Belgisch Staatsblad van 3 | Arrêté du Régent du 11 février 1946, Moniteur belge des 3 et 4 avril |
| en 4 april 1946; | 1946; |
| Besluit van de Regent van 27 september 1947, Belgisch Staatsblad van 3 | Arrêté du Régent du 27 septembre 1947, Moniteur belge des 3 et 4 |
| en 4 oktober 1947; | octobre 1947; |
| Koninklijk besluit van 18 februari 1960, Belgisch Staatsblad van 24 maart 1960; | Arrêté royal du 18 février 1960, Moniteur belge du 24 mars 1960; |
| Koninklijk besluit van 8 januari 1964, Belgisch Staatsblad van 7 | Arrêté royal du 8 janvier 1964, Moniteur belge du 7 février 1964; |
| februari 1964; | |
| Koninklijk besluit van 14 maart 1974, Belgisch Staatsblad van 30 maart | Arrêté royal du 14 mars 1974, Moniteur belge du 30 mars 1974. |
| 1974. | |