← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum | Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 30 octobre 1974 portant règlement général en matière de minimum de moyens d'existence |
---|---|
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU 25 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | MINISTERE DES AFFAIRES SOCIALES, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE L'ENVIRONNEMENT 25 MARS 1999. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 30 octobre 1974 portant règlement général en matière de minimum de moyens d'existence ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op | Vu la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens |
een bestaansminimum, inzonderheid op artikel 5, § 2, gewijzigd bij de | d'existence, notamment l'article 5, § 2, modifié par la loi du 5 |
wet van 5 januari 1976, het koninklijk besluit van 9 november 1988 en | janvier 1976, l'arrêté royal du 9 novembre 1988 et la loi du 22 |
de wet van 22 februari 1998 houdende sociale bepalingen; | février 1988 portant des dispositions sociales; |
Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen | Vu l'arrêté royal du 30 octobre 1974 portant règlement général en |
reglement betreffende het bestaansminimum, inzonderheid op artikel 12, | matière de minimum de moyens d'existence, notamment l'article 12, |
gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 juli 1988, van 14 | modifié par les arrêtés royaux du 8 juillet 1988, du 14 août 1989, du |
augustus 1989, van 16 oktober 1991 en van 7 april 1995; | 16 octobre 1991 et du 7 avril 1995; |
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 9 | Vu l'avis de l'inspecteur des finances, donné le 9 décembre 1998; |
december 1998; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 4 februari 1999; Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid enerzijds, dat het huidig koninklijk besluit tot doel heeft onverwijld een uiteenlopende toepassing en interpretatie van de reglementering recht te zetten wat de berekening van de bestaansmiddelen betreft wanneer iemand die het bestaansminimum aanvraagt, een vergoeding ontvangt voor het onderbrengen van een jongere in een opvanggezin; Dat dit besluit beoogt bij de berekening van de bestaansmiddelen van een bestaansminimumaanvrager geen rekening te houden met de toelagen, uitkeringen en bijslagen van de Gemeenschappen voor het onderbrengen van jongeren in een opvanggezin; Dat op die manier dit besluit een situatie van onzekerheid wil rechtzetten, ontstaan ingevolge de rechtspraak van de arbeidsrechtbanken en -hoven die deze toelage steeds vaker een andere aard toedichten, om tot de beoogde billijke oplossing te komen die erin bestaat deze bestaansmiddelen vrij te stellen of deze toelagen | Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 4 février 1999; Vu l'urgence motivée d'une part, par le fait que l'arrêté a pour but de remédier sans délai à une divergence d'application et d'interprétation de la réglementation en ce qui concerne le calcul des ressources lorsqu'un demandeur du minimum de moyens d'existence perçoit une indemnisation pour l'hébergement d'un jeune en famille d'accueil; Que l'arrêté a pour objet de ne pas tenir compte pour le calcul des ressources d'un demandeur du minimum de moyens d'existence des subventions, indemnités et allocations communautaires pour l'hébergement de jeunes en famille d'accueil; Que l'arrêté tend ainsi a remédier à une situation d'incertitude engendrée par la jurisprudence des cours et tribunaux du travail qui qualifient de plus en plus souvent ces subventions d'une autre nature pour aboutir à la solution d'équité souhaitée, qui consiste à immuniser ces ressources, voire même à ne pas considérer ces subventions comme ressources; |
zelfs niet als bestaansmiddelen te beschouwen; | Que l'urgence est motivée d'autre part, par le fait que la mesure |
Dat de hoogdringendheid anderzijds wordt verklaard door het feit dat | proposée s'inscrit dans le cadre de la lutte contre la pauvreté; qu'il |
de voorgestelde maatregel zich in het kader situeert van de strijd | n'y a pas lieu de pénaliser la personne déjà en situation de précarité |
tegen de armoede, dat men de persoon niet hoeft te straffen die zich | de par son statut d'ayant droit au minimum de moyens d'existence |
reeds in een moeilijke situatie bevindt door zijn hoedanigheid van | |
bestaansminimumgerechtigde, wanneer deze persoon aanvaardt om de | lorsqu'elle accepte de partager les difficultés d'existence d'un jeune |
problemen van een jongere op zich te nemen door hem op te vangen; | qu'elle secourt en l'accueillant; |
Dat bijgevolg artikel 12 van het koninklijk besluit van 30 oktober | Que dès lors, l'article 12 de l'arrêté royal du 30 octobre 1974 |
1974 houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum | portant règlement général en matière de minimum de moyens d'existence |
zonder verwijl dient te worden aangevuld; | doit être complété sans délai; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 maart 1999, | Vu l'avis du Conseil d'Etat, donné le 9 mars 1999, en application de |
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | l'article 84, alinéa 1er, 2°, des lois coordonnées sur le Conseil |
wetten op de Raad van State; | d'Etat; |
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze | Sur la proposition de Notre Ministre de la Santé publique et de Notre |
Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, | Secrétaire d'Etat à l'Intégration sociale, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Artikel 12 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 |
Article 1er.L'article 12 de l'arrêté royal du 30 octobre 1974 portant |
houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum, gewijzigd | règlement général en matière de minimum de moyens d'existence, modifié |
bij de koninklijke besluiten van 8 juli 1988, 14 augustus 1989, 16 | par les arrêtés royaux du 8 juillet 1988, 14 août 1989, 16 octobre |
oktober 1991 en 7 april 1995 wordt aangevuld als volgt : | 1991 et 7 avril 1995 est complété comme suit : |
« g) de toelagen, uitkeringen en bijslagen van de Gemeenschappen voor | « g) des subventions, indemnités et allocations communautaires pour |
het onderbrengen van jongeren in een opvanggezin. » | l'hébergement de jeunes en famille d'accueil. » |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na |
Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du mois qui |
die waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. | suit celui au cours duquel il aura été publié au Moniteur belge. |
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris |
Art. 3.Notre Ministre de la Santé publique et Notre Secrétaire d'Etat |
voor Maatschappelijke Integratie zijn, ieder wat hem betreft, belast | à l'Intégration sociale sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de |
met de uitvoering van dit besluit. | l'exécution du présent arrêté. |
Gegeven te Brussel, 25 maart 1999. | Donné à Bruxelles, le 25 mars 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Volksgezondheid, | Le Ministre de la Santé publique, |
M. COLLA | M. COLLA |
De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, | Le Secrétaire d'Etat à l'Intégration sociale, |
J. PEETERS | J. PEETERS |