Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de leervergoeding | Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 septembre 1999, conclue au sein de la Commission paritaire des métaux non ferreux, relative à l'indemnité d'apprentissage |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL |
24 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 24 OCTOBRE 2001. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september | collective de travail du 8 septembre 1999, conclue au sein de la |
1999, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, | Commission paritaire des métaux non ferreux, relative à l'indemnité |
betreffende de leervergoeding (1) | d'apprentissage (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; |
28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro metalen; | Vu la demande de la Commission paritaire des métaux non ferreux; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 1999, | travail du 8 septembre 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la |
gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende | Commission paritaire des métaux non ferreux, relative à l'indemnité |
de leervergoeding. | d'apprentissage. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
van dit besluit. | présent arrêté. |
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2001. | Donné à Bruxelles, le 24 octobre 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Werkgelegenheid, | La Ministre de l'Emploi, |
Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Note |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Référence au Moniteur belge : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. |
Bijlage | Annexe |
Paritair Comité voor de non-ferro metalen | Commission paritaire des métaux non ferreux |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 1999 | Convention collective de travail du 8 septembre 1999 |
Leervergoeding (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 1999 onder | Indemnité d'apprentissage (Convention enregistrée le 2 décembre 1999 |
het nummer 53140/CO/105) | sous le numéro 53140/CO/105) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Article 1er.La présente convention collective de travail est |
de patroons en op de leerlingen die, overeenkomstig de wet van 19 juli | applicable aux patrons et aux apprentis qui, conformément à la loi du |
1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in | 19 juillet 1983 sur l'apprentissage de professions exercées par des |
loondienst, een leerovereenkomst hebben gesloten in de ondernemingen | travailleurs salariés, ont conclu au contrat d'apprentissage dans les |
die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de | entreprises qui relèvent de la Commission paritaire des métaux non |
non-ferro metalen. | ferreux. |
Art. 2.De leerling, die zonder succes het derde jaar van het |
Art. 2.L'apprenti ayant terminé la troisième année de l'enseignement |
secundair onderwijs beëindigd heeft en gedurende de laatste drie jaren | secondaire sans succès et n'ayant pas conclu au cours des trois |
geen industriële leerovereenkomst, middenstandsleerovereenkomst, | dernières années un contrat d'apprentissage industriel, un contrat |
stageovereenkomst (koninklijk besluit nr. 230) of een overeenkomst | d'apprentissage des classes moyennes, un contrat de stage (arrêté |
voor alternerende tewerkstelling en opleiding (koninklijk besluit nr. | royal n° 230) ou un contrat de formation en alternance (arrêté royal |
495) afsloot in het kader van een leertijd voor een totale duur van zes maanden dient de eerste maand van de huidige leerovereenkomst een maandelijkse leervergoeding te ontvangen zoals aangegeven in onderstaande tabel. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Vanaf de tweede maand wordt de leervergoeding zoals voor de andere leerlingen omgezet in een bruto-uurvergoeding voor de leertijd in het bedrijf die voldoet aan de in artikel 3 vermelde sectorale leervergoeding. Art. 3.De andere leerlingen dan deze bedoeld bij § 2 ontvangen voor de uren doorgebracht als leertijd in de onderneming, een leervergoeding overeenstemmend met een percentage van het sectoraal gewaarborgd minimumloon, zoals vastgesteld door de collectieve |
n° 495) dans le cadre d'un apprentissage pour une durée totale de six mois doit recevoir le premier mois du présent contrat d'apprentissage une indemnité d'apprentissage mensuelle telle qu'indiquée dans le tableau ci-dessous. Pour la consultation du tableau, voir image A partir du deuxième mois, l'indemnité d'apprentissage est, comme pour les autres apprentis, convertie en une indemnité horaire brute pour l'apprentissage dans l'entreprise qui satisfait à l'indemnité d'apprentissage mentionnée à l'article 3. Art. 3.Les apprentis autres que ceux visés au deuxième paragraphe reçoivent pour les heures d'apprentissage passées dans l'entreprise une indemnité d'apprentissage qui correspond à un pourcentage du salaire sectoriel minimum garanti tel que fixé par la convention |
arbeidsovereenkomst van 25 november 1991. Dit percentage evolueert in | collective de travail du 25 novembre 1991. Ce pourcentage évolue en |
functie van de leeftijd en is als volgt vastgesteld : | fonction de l'âge et est fixé comme suit : |
62 pct. wanneer de leerling 16 jaar is; | 62 p.c. lorsque l'apprenti à 16 ans; |
68 pct. wanneer de leerling 16,5 jaar is; | 68 p.c. lorsque l'apprenti à 16,5 ans; |
74 pct. wanneer de leerling 17 jaar is; | 74 p.c. lorsque l'apprenti à 17 ans; |
80 pct. wanneer de leerling 17,5 jaar is; | 80 p.c. lorsque l'apprenti à 17,5 ans; |
85 pct. wanneer de leerling 18 jaar is; | 85 p.c. lorsque l'apprenti à 18 ans; |
90 pct. wanneer de leerling 18,5 jaar is. | 90 p.c. lorsque l'apprenti à 18,5 ans; |
Art. 4.De vergoeding bepaald in artikel 3 wordt uitgekeerd voor alle |
Art. 4.L'indemnité fixée à l'article 3 est octroyée pour toute heure |
uren in een normaal dagstelsel, doorgebracht als leertijd in de | consacrée à l'apprentissage dans l'entreprise, dans un régime normal |
onderneming. | de jour. |
Wanneer de leertijd in een ander arbeidsstelsel wordt doorgebracht, | Lorsque l'apprentissage est effectué dans un autre régime de travail, |
zijn de overeenstemmende premies eveneens van toepassing. | les primes correspondantes sont également d'application. |
Art. 5.De vergoeding bepaald in artikel 3 doet geen afbreuk aan de |
Art. 5.L'indemnité fixée à l'article 3 ne porte pas préjudice aux |
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1985, waarbij loonbarema van de minderjarige arbeider wordt vastgelegd. Art. 6.De leertijd in de onderneming kan nooit meer bedragen dan de helft van de gemiddelde wekelijkse conventionele arbeidsduur berekend op jaarbasis, zoals van toepassing in de onderneming. Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 1999. Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan door elk van de partijen worden opgezegd, met een opzegging van drie maanden. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2001. De Minister van Werkgelegenheid, |
dispositions de la convention collective de travail du 26 juin 1985 fixant le barème des ouvriers mineurs d'âge. Art. 6.L'apprentissage dans l'entreprise ne peut jamais dépasser la moitié de la durée conventionnelle hebdomadaire du travail, calculée sur une base annuelle, en vigueur dans l'entreprise. Art. 7.La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er août 1999. Elle est conclue pour une durée indéterminée et peut être dénoncée par chacune des parties moyennant un préavis de trois mois. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 24 octobre 2001. La Ministre de l'Emploi, |
Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |