Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 23/03/2001
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen en tot opheffing van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende oprichting van een dienst voor aalmoezeniers behorende tot één van de erkende erediensten en de moreel consulenten bij de strafinrichtingen en tot vaststelling van hun administratief en geldelijk statuut "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen en tot opheffing van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende oprichting van een dienst voor aalmoezeniers behorende tot één van de erkende erediensten en de moreel consulenten bij de strafinrichtingen en tot vaststelling van hun administratief en geldelijk statuut Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 21 mai 1965 portant règlement général des établissements pénitentiaires et abrogeant l'arrêté royal du 13 juin 1999 portant création d'un service pour les aumôniers appartenant à un des cultes reconnus et pour les conseillers moraux auprès des établissements pénitentiaires et fixant leur statut administratif et pécuniaire
MINISTERIE VAN JUSTITIE 23 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen en tot opheffing van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende oprichting van een dienst voor aalmoezeniers behorende tot één van de erkende erediensten en de moreel consulenten bij de strafinrichtingen en tot vaststelling van hun administratief en geldelijk statuut VERSLAG AAN DE KONING Sire, Op 13 juni 1999 werd het koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst voor aalmoezeniers behorende tot één van de erkende erediensten en de moreel consulenten bij de strafinrichtingen en tot vaststelling van hun administratief en geldelijk statuut ondertekend. Al vrij spoedig bleek dit besluit in de praktijk op heel wat bezwaren te stuiten, met name het ontbreken van een aantal overgangsmaatregelen tot regeling van de rechtspositie van de aalmoezeniers die op dat ogenblik effectief in dienst waren, een afwijking van het pensioenregime en een onvolledig geldelijk statuut. Ten onrechte werden met de publicatie van dat besluit een aantal verwachtingen gecreëerd, waaraan het niet mogelijk was tegemoet te komen zonder een belangrijke financiële inspanning. De kaders die in dat besluit waren opgenomen, impliceerden reeds een verdubbeling van de geldelijke last op de begroting en bovendien was het niet mogelijk voor de representatieve organen op korte tijd personeel aan te werven. Om die redenen werd de inwerkingtreding van voornoemd besluit dan ook opgeschort, zodat een analyse van de tekst mogelijk was en er bovendien een wetenschappelijk verantwoord onderzoek naar de geloofsovertuiging van de gedetineerden kon plaatsvinden, teneinde een exact beeld van de behoeften in kaart te brengen. Daaruit is gebleken dat de opties en oriëntaties die in het koninklijk besluit van 13 juni 1999 waren genomen, niet aan de resultaten van dat onderzoek beantwoordden. Door de opschorting van de inwerkingtreding heeft het besluit ook nooit zijn volle rechtskracht bekomen en werden er geen rechtsgevolgen aan ontleend. De huidige Regering is van oordeel dat het niet noodzakelijk is om nog een bijkomende structuur, in de zin van een dienst voor aalmoezeniers en moreel consulenten bij de strafinrichtingen, in het leven te roepen. De aalmoezeniers hebben net als andere hulpverleners binnen een strafinrichting een bijzondere en belangrijke taak in het kader van een humane detentiepolitiek. Daarvoor kunnen de erkende erediensten en de niet confessionele levensbeschouwing personen afvaardigen die religieuze of morele bijstand verlenen. De financiële last van die morele en religieuze bijstand dient dan ook beperkt te blijven, zonder dat hiermee evenwel afbreuk moet worden gedaan aan de religieuze en morele bijstand die binnen de strafinrichtingen kan worden geboden, door middel van personen die door de representatieve organen worden aangesteld. Deze personen zullen in een aantal gevallen een bezoldiging ten laste van de overheid ontvangen, maar dat hoeft niet te gelden voor alle personen die worden toegelaten om binnen de strafinrichting morele of religieuze bijstand te verlenen. Op dit ogenblik hebben aalmoezeniers of personen aangeduid door de erkende erediensten en moreel consulenten van de niet confessionele levensbeschouwing toegang tot de strafinrichtingen. In het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen, werd tot op heden enkel en alleen maar over de erediensten gesproken. Deze tekst is de zetel van de regelgeving inzake religieuze en morele bijstand en bevatte reeds heel wat bepalingen ter zake. Het is dan ook logisch, dat in plaats van die teksten op te nemen in een afzonderlijk besluit, men die integreert in de bestaande wetgeving, die daardoor in overeenstemming komt met de werkelijke toestand. Daardoor wordt er ook rekening gehouden met het feit dat de personen die religieuze of morele bijstand verlenen, hoewel ze worden aangeduid door representatieve organen, actoren zijn binnen de werking van de strafinrichtingen. Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en de zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN 23 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen en tot opheffing van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende oprichting van een dienst voor aalmoezeniers behorende tot één van de erkende erediensten en de moreel consulenten bij de strafinrichtingen en tot vaststelling van hun administratief en geldelijk statuut ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. MINISTERE DE LA JUSTICE 23 MARS 2001. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 21 mai 1965 portant règlement général des établissements pénitentiaires et abrogeant l'arrêté royal du 13 juin 1999 portant création d'un service pour les aumôniers appartenant à un des cultes reconnus et pour les conseillers moraux auprès des établissements pénitentiaires et fixant leur statut administratif et pécuniaire RAPPORT AU ROI Sire, L'arrêté royal portant création d'un service pour les aumôniers appartenant à un des cultes reconnus et pour les conseillers moraux auprès des établissements pénitentiaires et fixant leur statut administratif et pécuniaire a été signé le 13 juin 1999. Il s'est avéré très vite que cet arrêté soulevait dans la pratique certaines objections, notamment l'absence d'une mesure transitoire réglant le statut juridique des aumôniers qui étaient effectivement en service à ce moment, une dérogation au régime des pensions et un statut pécuniaire incomplet. La publication de cet arrêté a créé des attentes qu'il n'est pas possible d'honorer sans des efforts financiers considérables. Les cadres repris dans cet arrêté impliquaient déjà un doublement des moyens financiers à charge du budget et de plus, les organes représentatifs n'étaient pas en mesure de recruter le personnel à court terme. Pour ces raisons, l'entrée en vigueur dudit arrêté a été suspendue, afin de permettre un réexamen du texte. De plus, une enquête scientifiquement fondée, relative à la conviction religieuse ou morale des détenus a été effectuée afin de refléter correctement les besoins. Il en ressort que les orientations prises dans l'arrêté royal du 13 juin 1999 ne correspondent pas aux résultats de ladite enquête. Suite au report de l'entrée en vigueur de cet arrêté, il n'a jamais sorti ses effets de plein droit en aucune conséquence juridique n'en a été tirée. Le Gouvernement actuel est d'avis qu'il n'est pas nécessaire de créer encore une institution en plus, à savoir un service pour les aumôniers et conseillers moraux auprès des établissements pénitentiaires. Les aumôniers ont une mission spécifique, tout comme les autres auxiliaires, dans le cadre d'une politique de détention humaine. A ces fins, les cultes reconnus et la philosophie non-confessionnelle peuvent déléguer des personnes prêtant une assistance religieuse ou morale. La charge financière de cette assistance religieuse ou morale doit rester limitée, sans que cela doive porter préjudice à l'assistance morale ou religieuse qui est organisée dans les établissements pénitentiaires, par l'intermédiaire de personnes désignées à cet effet par les organes représentatifs. Un certain nombre de ces personnes bénéficieront d'une rémunération à charge des autorités, mais cela ne vaut pas pour toutes les personnes autorisées à fournir une assistance religieuse ou morale au sein d'un établissement pénitentiaire. A l'heure actuelle, les aumôniers ou les personnes désignées par les organes représentatifs des cultes reconnus et les conseillers moraux de la philosophie non-confessionnelle ont accès aux prisons. L'arrêté royal du 21 mai 1965 portant règlement général des établissements pénitentiaires ne mentionne que les religions. Ce texte est la base du fonctionnement de l'assistance religieuse ou morale au sein des établissements pénitentiaires et contient déjà bon nombre de dispositions à cet égard. Il est dès lors logique qu'au lieu de mettre des dispositions en ce domaine dans un arrêté distinct, on les intègre dans la réglementation existante, ce qui reflète ainsi la situation réelle. De cette manière, on tient compte du fait que les personnes prêtant une assistance morale ou religieuse dans les établissements pénitentiaires, bien qu'elles soient désignées par les organes représentatifs, sont des acteurs dans le cadre du fonctionnement des établissements pénitentiaires. J'ai l'honneur d'être, Sire, De votre Majesté, le très respectueux et le très fidèle serviteur, Le Ministre de la Justice, M. VERWILGHEN 23 MARS 2001. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 21 mai 1965 portant règlement général des établissements pénitentiaires et abrogeant l'arrêté royal du 13 juin 1999 portant création d'un service pour les aumôniers appartenant à un des cultes reconnus et pour les conseillers moraux auprès des établissements pénitentiaires et fixant leur statut administratif et pécuniaire ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de artikelen 21, 37 en 40 van de Grondwet; Vu les articles 21, 37 et 40 de la Constitution;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen Vu l'arrêté royal du 21 mai 1965 portant règlement général des
reglement van de strafinrichtingen, inzonderheid op de artikelen 16 en établissements pénitentiaires, notamment les articles 16, et 25,
25, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 1990, op modifiés par l'arrêté royal du 4 décembre 1990, l'article 26, modifié
artikel 26, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 1990 par les arrêtés royaux des 4 décembre 1990 et 9 mars 2001, l'article
en 9 maart 2001, op artikel 37, gewijzigd bij de koninklijke besluiten
van 4 december 1990, 4 april 1991 en 10 februari 1999, op de artikelen 37, modifié par les arrêtés royaux des 4 décembre 1990, 4 avril 1991
40 en 42, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 1990, op et 10 février 1999, les articles 40 et 42, modifiés par l'arrêté royal
de artikelen 43 tot 46, de artikelen 48 tot 55 en op artikel 92, du 4 décembre 1990, les articles 43 à 46, les articles 48 à 55 et
gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 september 1995; l'article 92, modifié par l'arrêté royal du 26 septembre 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende oprichting Vu l'arrêté royal du 13 juin 1999 portant création d'un service pour
van een dienst voor aalmoezeniers behorende tot één van de erkende les aumôniers appartenant à un des cultes reconnus et pour les
erediensten en de moreel consulenten bij de strafinrichtingen en tot conseillers moraux auprès des établissements pénitentiaires et fixant
vaststelling van hun administratief en geldelijk statuut; leur statut administratif et pécuniaire;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; notamment l'article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence;
Overwegende dat er een einde dient te worden gesteld aan de Considérant qu'il faut mettre un terme à l'insécurité juridique qui
rechtsonzekerheid die bestaat door de opeenvolgende opschorting van de existe en raison des reports successifs de l'entrée en vigueur de
inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende l'arrêté royal du 13 juin 1999 portant création d'un service pour les
oprichting van een dienst voor aalmoezeniers behorende tot één van de aumôniers appartenant à un des cultes reconnus et pour les conseillers
erkende erediensten en de moreel consulenten bij de strafinrichtingen moraux auprès des établissements pénitentiaires et fixant leur statut
en tot vaststelling van hun administratief en geldelijk statuut; administratif et pécuniaire;
Overwegende dat de in voornoemd besluit genomen opties en oriëntaties Considérant que les options et les orientations prises dans l'arrêté
niet aan de behoeften beantwoorden; précité ne répondent pas aux besoins;
Overwegende dat de basis van de reglementering, zijnde het koninklijk Considérant que la base de la réglementation, notamment l'arrêté royal
besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de du 21 mai 1965 portant règlement général des établissements
strafinrichtingen, onverwijld in overeenstemming dient te worden pénitentiaires, doit être mis sans délai en concordance avec la
gebracht met de werkelijke situatie binnen de strafinrichtingen; situation réelle dans les établissements pénitentiaires;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Sur la proposition de Notre Ministre de la Justice,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1.In artikel 16 van het koninklijk besluit van 21 mei 1965

Article 1er.A l'article 16 de l'arrêté royal du 21 mai 1965 portant

houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen, gewijzigd bij règlement général des établissements pénitentiaires, modifié par
het koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de volgende l'arrêtéroyal du 4 décembre 1990, sont apportées les modifications
wijzigingen aangebracht : suivantes :
a) in het tweede lid, 2), worden de woorden "of aan de vieringen a) dans l'alinéa 2, 2), les mots "ou aux célébrations relatives à
inzake de niet- confessionele morele dienstverlening" ingevoegd tussen l'assistance morale non-confessionnelle" sont ajoutés après les mots
het woord "eredienst" en het woord "wil"; "d'un culte";
b) in het tweede lid, 3), worden de woorden "of van de islamconsulent" b) dans l'alinéa 2, 3), les mots "ou du conseiller islamique" sont
ingevoegd tussen het woord "beoefenen" en het woord "zowel"; insérés entre les mots "pratiquer" et "tant";
c) in het tweede lid, 4) worden de woorden "van een islamconsulent" c) dans l'alinéa 2, 4), les mots "soit d'un conseiller islamique" sont
ingevoegd tussen de woorden "aalmoezenier of" en de woorden "van een insérés entre le mot "aumônier" et les mots "soit d'un conseiller
morele"; moral";
d) in de Nederlandse tekst van het tweede lid, 4), worden de woorden d) dans le texte néerlandais de l'alinéa 2, 4), les mots "morele
"morele consulent" vervangen door de woorden "moreel consulent"; consulent" sont remplacés par les mots "moreel consulent";
e) in het vierde lid, worden de woorden "of van de niet-confessionele e) dans l'alinéa 4, les mots "ou de l'assistance morale
morele dienstverlening" ingevoegd tussen de woorden "dan de zijne" en non-confessionnelle" sont insérés entre les mots "le sien" et
de woorden "mag bijwonen". "notamment".

Art. 2.In Titel II, Hoofdstuk III, afdeling 2, van hetzelfde besluit

Art. 2.Dans le Titre II, Chapitre III, section 2, du même arrêté,

wordt het opschrift van onderafdeling 1 vervangen als volgt : l'intitulé de la sous-section première est remplacé par l'intitulé
"Onderafdeling 1 - Door leden van het personeel, de aalmoezeniers, de suivant : "Sous-section première - Par des membres du personnel, les
islamconsulenten en de moreel consulenten". aumôniers, les conseillers islamiques et les conseillers moraux".

Art. 3.In artikel 25, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd

Art. 3.Dans l'article 25, alinéa 1er, du même arrêté, modifié par

bij het koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de volgende l'arrêté royal du 4 décembre 1990, sont apportées les modifications
wijzigingen aangebracht : suivantes :
a) de woorden "de islamconsulent" worden ingevoegd tussen het woord a) les mots "duconseiller islamique" sont insérés entre les mots "de
"aalmoezenier" en de woorden "de morele consulent"; l'aumônier," et les mots "du conseiller moral";
b) in de Nederlandse tekst worden de woorden "de morele consulent" b) dans le texte néerlandais, les mots "morele consulent" sont
vervangen door de woorden "de moreel consulent". remplacés par les mots "moreel consulent".

Art. 4.In artikel 26, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd

Art. 4.Dans l'article 26, alinéa 1er, du même arrêté, modifié par les

bij de koninklijke besluiten van 4 december 1990 en 9 maart 2001, arrêtés royaux des 4 décembre 1990 et 9 mars 2001, les mots "des
vervallen de volgende woorden : "van de aalmoezeniers, moreel aumôniers, conseillers moraux ou conseillers islamiques" sont
consulenten of islamconsulenten". supprimés.

Art. 5.In artikel 37 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de

Art. 5.Dans l'article 37 du même arrêté, modifié par les arrêtés

koninklijke besluiten van 4 december 1990, 4 april 1991 en 10 februari royaux des 4 décembre 1990, 4 avril 1991 et 10 février 1999, les mots
1999, vervallen de volgende woorden : "de aalmoezeniers van de erkende suivants sont supprimés : "par les aumôniers des cultes reconnus, par
erediensten, de morele consulenten". les conseillers moraux".

Art. 6.In Titel II, Hoofdstuk IV, van hetzelfde besluit wordt het

Art. 6.Dans le Titre II, Chapitre IV, du même arrêté, l'intitulé de

opschrift van afdeling 3 vervangen als volgt : "Uitoefening van de la section 3 est remplacé par l'intitulé suivant : "Pratique des
eredienst of de niet- confessionele morele dienstverlening en cultes ou de l'assistance morale non-confessionnelle et assistance
religieuze of morele bijstand op grond van de verklaringen van de morale ou religieuse sur la base des déclarations faites par les
gedetineerden overeenkomstig artikel 16, tweede lid". détenus conformément à l'article 16, alinéa 2".

Art. 7.In afdeling 3 van Titel II, Hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt een artikel 39bis ingevoegd, luidende :

Art. 7.Un article 39bis, rédigé comme suit, est inséré dans la section 3 du Titre II, Chapitre IV, du même arrêté :

«

Art. 39bis.§ 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

«

Art. 39bis.§ 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :

1° aalmoezenier : elke persoon, al dan niet bezoldigd ten laste van de 1° aumônier : toute personne, qu'elle soit ou non rémunérée à charge
overheid, die door het bevoegde representatieve orgaan van een erkende de l'autorité, proposée par l'organe représentatif compétent d'un
eredienst, met uitzondering van de islamitische eredienst, wordt culte reconnu, à l'exception du culte islamique, en vue de fournir une
voorgedragen om religieuze bijstand in een strafinrichting te verlenen assistance religieuse dans un établissement pénitentiaire et qui est
en die hiertoe door de Minister van Justitie wordt gemachtigd; autorisée à cet effet par le Ministre de la Justice;
2° islamconsulent : elke persoon, al dan niet bezoldigd ten laste van 2° conseiller islamique : toute personne, qu'elle soit ou non
de overheid, die door het representatief orgaan van de islamitische rémunérée à charge de l'autorité, proposée par l'organe représentatif
eredienst wordt voorgedragen om religieuze bijstand in een du culte islamique en vue de fournir une assistance religieuse dans un
strafinrichting te verlenen en die hiertoe door de Minister van établissement pénitentiaire et qui est autorisée à cet effet par le
Justitie wordt gemachtigd; Ministre de la Justice;
3° moreel consulent : elke persoon, al dan niet bezoldigd ten laste 3° conseiller moral : toute personne, qu'elle soit ou non rémunérée à
van de overheid, die door een erkende organisatie die morele diensten charge de l'autorité, proposée par une organisation reconnue offrant
verleent op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing wordt une assistance morale selon une conception philosophique non
voorgedragen om morele bijstand in een strafinrichting te verlenen en confessionnelle en vue de fournir une assistance morale dans un
die hiertoe door de Minister van Justitie wordt gemachtigd; établissement pénitentiaire et qui est autorisée à cet effet par le Ministre de la Justice;
4° hoofdaalmoezenier, islamconsulent-hoofd van dienst en moreel 4° aumônier en chef, conseiller islamique-chef de service et
consulent-hoofd van dienst : respectievelijk de aalmoezenier, de conseiller moral-chef de service : respectivement l'aumônier, le
islamconsulent en de moreel consulent die door het bevoegde conseiller islamique et le conseiller moral proposé par l'organe
representatieve orgaan voorgedragen wordt en door de Minister van représentatif compétent et reconnu par le Ministre de la Justice comme
Justitie erkend wordt als contactpersoon bij het Bestuur; interlocuteur auprès de l'Administration;
5° bevoegde representatief orgaan : orgaan dat de religieuze overheid 5° organe représentatif compétent : organe qui représente l'autorité
van een erkende eredienst of de overheid van een erkende organisatie religieuse d'un culte reconnu ou l'autorité d'une organisation
die morele diensten verleent op basis van een niet-confessionele reconnue offrant une assistance morale selon une conception
levensbeschouwing vertegenwoordigt naar de burgerlijke overheid toe. philosophique non-confessionnelle auprès de l'autorité civile.
§ 2. De aalmoezeniers, islamconsulenten en moreel consulenten zijn § 2. Les aumôniers, conseillers islamiques et conseillers moraux ne
geen personeelsleden van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen en sont pas membres du personnel de la Direction générale des
hebben niet de hoedanigheid van rijksambtenaar. Etablissements pénitentiaires et n'ont pas la qualité d'agent de
§ 3. De verleende machtiging geldt voor één of meerdere bepaalde l'Etat. § 3. L'autorisation accordée est valable pour un ou plusieurs
strafinrichtingen. établissements déterminés.
De Minister van Justitie is bevoegd om de verleende machtiging of Le Ministre de la Justice est compétent pour retirer temporairement ou
erkenning definitief of tijdelijk in te trekken, onder meer in geval définitivement l'autorisation ou la reconnaissance accordée, notamment
van overtreding van de regels vervat in artikel 48 van dit besluit. en cas d'infraction aux règles contenues dans l'article 48 du présent
Deze beslissing wordt schriftelijk hetzij aan de hoofdaalmoezenier, arrêté. Cette décision est notifiée par écrit selon le cas à l'aumônier en
aan de islamconsulent-hoofd van dienst of aan de moreel chef, au conseiller islamique-chef de service ou au conseiller
consulent-hoofd van dienst betekend binnen een termijn van tien dagen. moral-chef de service dans un délai de dix jours.
§ 4. Bij diens afwezigheid worden de hoofdaalmoezenier, de § 4. En cas d'absence, l'aumônier en chef, le conseiller
islamconsulent-hoofd van dienst en de moreel consulent-hoofd van islamique-chef de service et le conseiller moral-chef de service sont
dienst vervangen respectievelijk door een aalmoezenier, een remplacés respectivement par un aumônier, un conseiller islamique et
islamconsulent en een moreel consulent gemachtigd door de Minister van Justitie. » un conseiller moral autorisé par le Ministre de la Justice. »

Art. 8.Artikel 40 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk

Art. 8.L'article 40 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 4

besluit van 4 december 1990,wordt vervangen als volgt : décembre 1990, est remplacé par la disposition suivante :
«

Art. 40.De gedetineerden ontvangen op hun verzoek de morele en

«

Art. 40.Les détenus reçoivent à leur demande l'assistance morale et

religieuze bijstand van een bedienaar van hun eredienst of de morele religieuse d'un ministre de leur culte ou l'assistance morale d'un
bijstand van een moreel consulent. conseiller moral.
Deze laatsten worden in het bezit gesteld van een identificatiekaart Ces derniers seront mis en possession d'une carte d'identification
die door de Minister van Justitie wordt afgeleverd. » délivrée par le Ministre de la Justice. »

Art. 9.Artikel 42 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk

Art. 9.L'article 42 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 4

besluit van 4 december 1990, wordt opgeheven. décembre 1990, est abrogé.

Art. 10.In artikel 43 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 10.Dans l'article 43 du même arrêté, sont apportées les

wijzigingen aangebracht : modifications suivantes :
a) de woorden "de islamconsulenten" worden ingevoegd tussen de woorden a) les mots "lesconseillers islamiques," sont insérés entre les mots
"de aalmoezeniers" en de woorden "en de morele consulenten"; "les aumôniers," et les mots "et les conseillers moraux";
b) in de Nederlandse tekst worden de woorden "de morele consulenten" b) dans le texte néerlandais, les mots "de morele consulenten" sont
vervangen door de woorden "de moreel consulenten"; remplacés par les mots "de moreel consulenten";
c) volgende woorden vervallen : "tenzij deze er uitdrukkelijk om c) les mots suivants sont supprimés : "à moins que ces détenus n'en
vragen". fassent expressément la demande".

Art. 11.In de Nederlandse tekst van artikel 44 van hetzelfde besluit

Art. 11.Dans le texte néerlandais de l'article 44 du même arrêté, les

worden de woorden "de morele consulenten" vervangen door de woorden mots "de morele consulenten" sont remplacés par les mots "de moreel
"de moreel consulenten". consulenten".

Art. 12.In artikel 45 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 12.Dans l'article 45 du même arrêté, sont apportées les

wijzigingen aangebracht : modifications suivantes :
a) in het eerste lid worden de woorden "en de islamconsulenten" ingevoegd tussen de woorden "de aalmoezeniers" en het woord "leiden"; b) het volgende lid wordt ingevoegd tussen het eerste en het tweede lid : « De moreel consulenten leiden de vieringen en vervullen al de plichten van hun opdracht bij de gedetineerden van hun overtuiging"; c) in het vroegere tweede lid, dat het derde lid is geworden, worden de woorden "Zij worden terstond ontboden" vervangen door de woorden "De aalmoezeniers, de islamconsulenten en de moreel consulenten worden terstond verwittigd"; d) volgende woorden vervallen : "die zich voordoen onder de bevolking, die aan hun zorg is toevertrouwd". a) dans l'alinéa 1er, les mots "et les conseillers islamiques," sont insérés entre les mots "les aumôniers" et le mot "président"; b) l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 : « Les conseillers moraux président aux célébrations et remplissent tous les devoirs de leur mission auprès des détenus de leur conviction"; c) dans l'alinéa 2 ancien, devenu l'alinéa 3, les mots "Ils sont appelés" sont remplacés par les mots "Les aumôniers et conseillers islamiques et les conseillers moraux sont appelés"; d) les mots suivants sont supprimés : "qui se produisent dans la population confiée à leurs soins".

Art. 13.In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 13.Dans l'article 46 du même arrêté, sont apportées les

wijzigingen aangebracht : modifications suivantes :
a) in het eerste lid worden de woorden "of de vieringen inzake de a) dans l'alinéa 1er, les mots "ou aux célébrations de l'assistance
niet-confessionele morele dienstverlening" ingevoegd tussen de woorden morale non-confessionnelle" sont insérés entre les mots "cérémonies de
"ceremoniën van hun eredienst" en het woord "moeten"; leur culte" et le mot "doivent";
b) in het tweede lid worden de woorden "of van de niet-confessionele b) dans l'alinéa 2, les mots "ou de l'assistance morale
morele dienstverlening" ingevoegd tussen de woorden "een eredienst" en non-confessionnelle" sont insérés entre les mots "d'un culte" et le
het woord "deelneemt". mot "exprime".

Art. 14.In artikel 48 van hetzelfde besluit, worden de volgende

Art. 14.Dans l'article 48 du même arrêté, sont apportées les

wijzigingen aangebracht : modifications suivantes :
a) de woorden "de personen belast met de zedelijke bijstand aan a) les mots "personnes chargées de l'assistance morale aux détenus"
gedetineerden" worden vervangen door de woorden "de aalmoezeniers, sont remplacés par les mots "aumôniers, conseillers islamiques et
islamconsulenten en moreel consulenten"; conseillers moraux";
b) de opsomming wordt aangevuld als volgt : b) l'énumération est complétée comme suit :
« 3° geestrijke dranken of enig schadelijk product in de inrichting « 3° d'introduire dans l'établissement des boissons spiritueuses et
binnen te brengen; tous produits nocifs;
4° zonder toelating iemand in de inrichting binnen te brengen; 4° d'introduire aucune personne à l'intérieur de l'établissement sans
5° enig aan de Staat toebehorend voorwerp te gebruiken, behalve indien autorisation; 5° d'utiliser, si ce n'est dans l'exercice ou à l'occasion de
dit geschiedt in of naar aanleiding van de uitoefening van hun ambt; l'exercice de leurs fonctions, aucun objet appartenant à l'Etat;
6° zonder uitdrukkelijke toelating van de Minister van Justitie, aan 6° de fournir, sans autorisation expresse du Ministre de la Justice,
anderen dan aan de bevoegde overheden inlichtingen of getuigschriften over te maken betreffende ofwel gedetineerden, ofwel de organisatie van de verschillende diensten; 7° voorwerpen die voor de gedetineerden bestemd zijn of hun toebehoren, binnen of buiten de inrichting te brengen of boodschappen voor hen te verrichten zonder de toelating van de directeur; 8° om het even wat van de gedetineerden te kopen of te ontlenen, dan wel aan hen te verkopen of te lenen; 9° buiten de gevallen waarvoor de Minister van Justitie een bijzondere toelating heeft verleend, gedetineerden of echtgenote, bloed- of aanverwanten ervan in eigen dienst te nemen; 10° om het even welke onregelmatige mededeling van de gedetineerden, si ce n'est aux autorités compétentes, des renseignements ou attestations relatifs soit aux détenus soit à l'organisation des divers services; 7° d'introduire à l'établissement ou d'en faire sortir aucun objet destiné ou appartenant à des détenus ou de se charger pour eux d'aucune commission sans l'autorisation du directeur; 8° d'acheter ou vendre, prêter ou emprunter quoi que ce soit aux détenus; 9° d'employer à leur service particulier, hors les cas spécialement autorisés par le Ministre de la Justice, des détenus ou les conjoint, parents, ou alliés de ceux-ci;
hetzij binnen de inrichting, hetzij met de buitenwereld, te 10° de faciliter ou de tolérer toute communication irrégulière des
vergemakkelijken of te gedogen; détenus, soit à l'intérieur, soit avec l'extérieur;
11° buiten de inrichting en in het bijzonder aan verwanten en vrienden 11° de communiquer au dehors et spécialement aux parents et amis des
van de gedetineerden inlichtingen te verstrekken over de dienst; détenus, des renseignements qui se rattachent au service;
12° aan gedetineerden genade, strafvermindering, voorwaardelijke 12° de promettre aux détenus des grâces, des réductions de peine, une
invrijheidstelling of andere gunsten te beloven; libération conditionnelle ou d'autres faveurs;
13° de gedetineerden te beïnvloeden bij de keuze van hun verdedigers 13° d'influencer les détenus dans le choix de leurs défenseurs ou
of raadslieden. » conseils. »

Art. 15.Artikel 49 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 15.L'article 49 du même arrêté est abrogé.

Art. 16.In Titel II, Hoofdstuk IV van hetzelfde besluit, worden

Art. 16.Dans le Titre II, Chapitre IV du même arrêté, la section 4,

afdeling 4, bestaande uit de artikelen 50 tot 52, en afdeling 5, comprenant les articles 50 à 52 et la section 5, comprenant les
bestaande uit artikelen 53 tot 55, opgeheven. articles 53 à 55 sont abrogées.

Art. 17.In artikel 92 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het

Art. 17.Dans l'article 92 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal

koninklijk besluit van 26 september 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht : du 26 septembre 1995, sont apportées les modifications suivantes :
a) de woorden "de islamconsulent" worden ingevoegd tussen het woord a) les mots "du conseiller islamique" sont insérés entre le mot
"aalmoezenier" en de woorden "of de moreel consulent"; "aumônier" et les mots "ou du conseiller moral";
b) in de Nederlandse tekst worden de woorden "de morele consulent" b) dans le texte néerlandais, les mots "de morele consulent" sont
vervangen door de woorden "de moreel consulent". remplacés par les mots "de moreel consulent".

Art. 18.In de bijlage van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 18.Dans l'annexe au même arrêté, sont apportées les

wijzigingen aangebracht : modifications suivantes :
a) de woorden "de aalmoezenier van de islamitische eredienst" worden a) les mots "l'aumônier du culte islamique" sont remplacés par les
vervangen door de woorden "de islamconsulent"; mots "le conseiller islamique";
b) de woorden "de morele consulent van de Stichting voor morele b) les mots "du conseiller moral de la Fondation pour l'assistance
bijstand aan gedetineerden" worden vervangen door de woorden "de morale aux détenus" sont remplacés par les mots "du conseiller moral
moreel consulent"; »;
c) in de Nederlandse tekst wordt het woord "godsdienstige" vervangen c) dans le texte néerlandais, le mot "godsdienstige" est remplacé par
door het woord "religieuze"; le mot "religieuze";
d) een vijfde punt wordt toegevoegd, luidende : d) un point 5 est ajouté, rédigé comme suit :
« 5. Ik wens deel te nemen aan de vieringen inzake niet-confessionele « 5. Je désire participer aux célébrations relatives à l'assistance
morele dienstverlening"; morale non-confessionnelle";
e) een zesde punt wordt toegevoegd, luidende : e) un point 6 est ajouté, rédigé comme suit :
« 6. Ik wens niet deel te nemen aan de vieringen inzake « 6. Je ne désire pas participer aux célébrations relatives à
niet-confessionele morele dienstverlening". l'assistance morale non-confessionnelle".

Art. 19.Het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende oprichting

Art. 19.L'arrêté royal du 13 juin 1999 portant création d'un service

van een dienst voor aalmoezeniers behorende tot één van de erkende pour les aumôniers appartenant à un des cultes reconnus et pour les
erediensten en de moreel consulenten bij de strafinrichtingen en tot conseillers moraux auprès des établissements pénitentiaires et fixant
vaststelling van hun administratief en geldelijk statuut wordt leur statut administratif et pécuniaire est abrogé.
opgeheven.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2001.

Art. 20.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er avril 2001.

Art. 21.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van

Art. 21.Notre Ministre de la Justice est chargé de l'exécution du

dit besluit. présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 23 maart 2001. Donné à Bruxelles, le 23 mars 2001.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Justitie, Le Ministre de la Justice,
M. VERWILGHEN M. VERWILGHEN
^