Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant | Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail particulière du 13 mars 2001, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de grès et de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des carrières de quartzite de la province du Brabant wallon |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL |
23 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 23 JANVIER 2002. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention |
wordt verklaard de bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 13 | collective de travail particulière du 13 mars 2001, conclue au sein de |
maart 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de | la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de grès et |
zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, | de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des |
uitgezonderd de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant (1) | carrières de quartzite de la province du Brabant wallon (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; |
28; Gelet op het koninklijk besluit van 20 september 1999 tot wijziging | Vu l'arrêté royal du 20 septembre 1999 modifiant l'arrêté royal du 25 |
van het koninklijk besluit van 25 april 1979 tot oprichting en tot | avril 1979 instituant des sous-commissions paritaires des carrières, |
vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire | |
subcomités voor het groefbedrijf en tot vaststelling van het aantal | fixant leur dénomination et leur compétence et en fixant leur nombre |
leden ervan; | de membres; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van | Vu la demande de la Sous-commission paritaire de l'industrie des |
de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het | carrières de grès et de quartzite de tout le territoire du Royaume, à |
Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant; | l'exception des carrières de quartzite de la province du Brabant wallon; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2001, | travail particulière du 13 mars 2001, reprise en annexe, conclue au |
gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- | sein de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de |
en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, | grès et de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception |
uitgezonderd de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant. | des carrières de quartzite de la province du Brabant wallon. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
van dit besluit. | présent arrêté. |
Gegeven te Brussel, 23 januari 2002. | Donné à Bruxelles, le 23 janvier 2002. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Werkgelegenheid, | La Ministre de l'Emploi, |
Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Note |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Références au Moniteur belge : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. |
Koninklijk besluit van 20 september 1999, Belgisch Staatsblad van 1 oktober 1999. | Arrêté royal du 20 septembre 1999, Moniteur belge du 1er octobre 1999. |
Bijlage | Annexe |
Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en | Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de grès et de |
kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd | quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des |
de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant | carrières de quartzite de la province du Brabant wallon |
Bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2001 | Convention collective de travail particulière du 13 mars 2001 |
(Overeenkomst geregistreerd op 7 juni 2001 onder het nummer 57369/CO/102.04) Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die sinds 20 september 1999 onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant ressorteren. Art. 2.Alle collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor het bedrijf der zandsteen- en kwartsietgroeven in de provincie Luik, in het Paritair Comité voor het bedrijf der zandsteen- en kwartsietgroeven voor het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de provincie Brabant, van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van Waals-Brabant, die nog van kracht zijn op 1 oktober 1999, worden ook van toepassing op de in artikel 1 bedoelde ondernemingen. Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur. Elk der ondertekenende partijen kan ze opzeggen met een opzegtermijn van drie maanden na te leven; deze opzegging wordt bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant en aan elk der ondertekenende partijen betekend. De termijn van drie maanden begint te lopen de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop het aangetekend schrijven aan de voorzitter is toegestuurd. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2002. De Minister van Werkgelegenheid, |
(Convention enregistrée le 7 juin 2001 sous le numéro 57369/CO/102.04) Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux travailleurs des entreprises ressortissant à partir du 20 septembre 1999 à la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de grès et de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des carrières de quartzite de la province du Brabant wallon. Art. 2.Toutes les conventions collectives de travail conclues au sein de la Commission paritaire de l'industrie des carrières de grès et de quartzite de la province de Liège, de la Commission paritaire de l'industrie des carrières de grès et de quartzite de tout le territoire du Royaume à l'exception de la province de Liège et des carrières de quartzite de la province de Brabant, de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de grès et de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des carrières de quartzite du Brabant wallon, qui sont encore en vigueur en date du 1er octobre 1999, sont aussi applicables aux entreprises visées à l'article 1er. Art. 3.La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 2001 et est conclue pour une durée indéterminée. Chacune des parties signataires peut la dénoncer à condition qu'un délai de trois mois soit respecté; cette dénonciation est notifiée par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de grès et de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des carrières de quartzite de la province du Brabant wallon et à chacune des parties signataires. Le délai de trois mois prend cours le premier jour du mois qui suit la date à laquelle la lettre recommandée est envoyée au président. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 23 janvier 2002. La Ministre de l'Emploi, |
Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |