← Terug naar "Koninklijk besluit houdende vaststelling van de deontologische code van het Interfederaal Korps van de Inspectie van financiën "
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de deontologische code van het Interfederaal Korps van de Inspectie van financiën | Arrêté royal fixant le code de déontologie du Corps interfédéral de l'Inspection des finances |
---|---|
INTERFEDERAAL KORPS VAN DE INSPECTIE VAN FINANCIEN 20 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de deontologische code van het Interfederaal Korps van de Inspectie van financiën VERSLAG AAN DE KONING | CORPS INTERFEDERAL DE L'INSPECTION DES FINANCES 20 DECEMBRE 2007. - Arrêté royal fixant le code de déontologie du Corps interfédéral de l'Inspection des finances RAPPORT AU ROI |
Sire, | Sire, |
Het ontwerp van koninklijk besluit dat ter ondertekening van Uwe | Le projet d'arrêté royal qui est déposé à la signature de Votre |
Majesteit wordt voorgelegd, geeft uitvoering aan artikel 6 van het | Majesté, donne exécution à l'article 6 de l'arrêté royal du 28 avril |
koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het | 1998 portant organisation du Corps interfédéral de l'Inspection des |
interfederaal Korps van de Inspectie van financiën, gewijzigd door | finances, modifié par l'article 109 de l'arrêté royal du 1er avril |
artikel 109 van het koninklijk besluit van 1 april 2003 tot | 2003 fixant le statut des membres du Corps interfédéral de |
vaststelling van het statuut van de leden van het interfederaal Korps | |
van de Inspectie van financiën en tot wijziging van het koninklijk | |
besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het interfederaal Korps | l'Inspection des finances et modifiant l'arrêté royal du 28 avril 1998 |
van de Inspectie van financiën. Dit artikel voorziet dat de Raad van | portant organisation du Corps interfédéral de l'Inspection des |
de Inspectie van financiën een deontologische code opstelt die door | finances. Cet arrêté prévoit que le Conseil de l'Inspection des |
het interministerieel comité van het interfederaal Korps van de | finances établit un code de déontologie qui doit être approuvé par le |
Inspectie van financiën dient te worden goedgekeurd en vervolgens, na | Comité interministériel de l'Inspection des finances et par la suite, |
akkoord van de Regeringen en Colleges van de Deelentiteiten, bij een | après accord des Gouvernements et Collèges des Entités fédérées, qui |
in Ministerraad overlegd besluit dient te worden goedgekeurd. | doit être approuvé par un arrêté délibéré au Conseil des Ministres. |
De inspecteurs van financiën behoren hun ambt op een loyale, | Les inspecteurs des finances doivent exercer leur fonction de manière |
zorgvuldige en integere wijze uit te oefenen. De deontologische code | loyale, consciencieuse et intègre. Ce code de déontologie contient un |
bevat een aantal ethische gedragsregels die de inspecteurs dienen in | certain nombre de règles étiques de conduite que les inspecteurs des |
acht te nemen bij de uitoefening van hun ambt. Het ontwikkelen van een | finances doivent prendre en compte pour l'exercice de leur fonction. |
eigen gedragscode kan bijdragen tot een beter normbesef en zal een | Le développement d'un code de conduite propre peut contribuer à un |
gunstige weerslag hebben op het functioneren van de inspecteur van | meilleur sens de la norme et peut avoir un impact favorable sur le |
financiën, zowel op individueel vlak als ten aanzien van het Korps. | fonctionnement de l'inspecteur des finances, aussi bien sur le plan |
De draagwijdte van deze ethische gedragsregels moet worden gerelateerd | individuel qu'à l'égard du Corps. |
ten aanzien van de belangrijke rol die de Inspectie van financiën | La portée de ces règles éthiques de conduite doit être rapportée au |
vervult in het besluitvormingsproces van de overheid : | rôle important que l'Inspection des finances remplit dans le processus décisionnel de l'autorité : |
- de Ministers en de Regeringen moeten kunnen rekenen op zorgvuldig | - les Ministres et les Gouvernements doivent pouvoir compter sur les |
uitgebrachte adviezen waarin alle aspecten die van belang zijn voor | avis consciencieusement émis dans lesquels tous les aspects qui sont |
het nemen van een beslissing behoorlijk worden onderzocht; | importants pour la prise d'une décision sont correctement analysés; |
- de budgettaire analyses van de inspecteurs van financiën vormen een belangrijke basis voor de budgettaire besprekingen en voor het beoordelen van budgettaire haalbaarheid van voorstellen van beslissingen; - als budgettaire raadgevers van de functioneel bevoegde ministers kunnen de inspecteurs van financiën, dank zij hun kennis en ervaring, bijdragen tot een efficiëntere en effectievere werkende overheid; - als auditeur moeten zij, op basis van steekproefsgewijze controles volgens internationaal aanvaarde standaarden, een redelijke zekerheid kunnen geven dat de toegestane middelen correct (reglementair) werden aangewend. Deze gedragsregels steunen op de volgende fundamentele principes | - les analyses budgétaires des inspecteurs des finances forment une base importante pour les discussions budgétaires et pour le jugement de la faisabilité budgétaire des propositions de décisions; - en tant que conseillers budgétaires des ministres fonctionnels compétents, les inspecteurs des finances peuvent, grâce à leur connaissance et leur expérience, contribuer à une autorité fonctionnant de manière efficace et efficiente; - en tant qu'auditeur, ils doivent pouvoir donner, sur la base de contrôles par échantillonnage selon des standards approuvés internationalement, une assurance raisonnable que les moyens accordés ont été utilisés correctement (réglementairement). Ces règles de conduites s'appuient sur les principes fondamentaux |
waaraan elke inspecteur van financiën zich dient te houden : | suivants dont chaque inspecteur des finances doit tenir compte : |
- Integriteit vormt een onmisbare factor voor de geloofwaardigheid en | - L'intégrité forme un facteur indispensable pour la crédibilité et la |
de betrouwbaarheid van het ambt. Het integriteitsprincipe | fiabilité de la fonction. Le principe de l'intégrité suppose que |
veronderstelt dat elke inspecteur van financiën zich in al zijn | chaque inspecteur des finances se comporte dans tous ses contacts |
beroepsmatige contacten gedraagt naar de hoogste ethische beginselen | professionnels selon les plus hauts principes éthiques de l'honnêteté |
van moraal, intellectuele en materiële eerlijkheid. | morale, intellectuelle et matérielle. |
- Objectiviteit : de inspecteur van financiën dient zich te baseren op | - Objectivité : l'inspecteur des finances doit se baser sur des |
betrouwbare en verifieerbare inlichtingen. | informations fiables et vérifiables. |
- Competentie : de inspecteur van financiën heeft de voortdurende | - Compétence : l'inspecteur des finances a le devoir permanent |
plicht om zijn professionele kennis te onderhouden en ervoor te zorgen | d'entretenir ses connaissances professionnelles et veiller à ce que |
dat zijn "klanten" kunnen rekenen op een competente, professionele | |
dienstverlening in overeenstemming met de meest recente praktijk, | ses " clients" puissent compter sur une prestation de services |
wetgeving en technieken. | compétente et professionnelle en accord avec les pratiques, les |
législations et les techniques les plus récentes. | |
- Vertrouwelijkheid : de inspecteur van financiën dient de | - Confidentialité : l'inspecteur des finances doit respecter la |
vertrouwelijkheid van de inlichtingen die hij bij de uitoefening van | confidentialité des informations qu'il reçoit de par sa fonction ainsi |
zijn functie krijgt alsook het vertrouwelijk karakter van zijn | que le caractère confidentiel de ses avis. |
adviezen, te eerbiedigen. | |
- Professioneel gedrag : de inspecteur van financiën dient de wetten | - Comportement professionnel : l'inspecteur des finances doit prendre |
en reglementeringen in acht te nemen en elke activiteit te vermijden | en compte les lois et les réglementations et éviter toute activité qui |
die het ambt in diskrediet kan brengen. | peut porter discrédit à la fonction. |
De deontologische code legt de nadruk op de volgende basisvereisten | Le code de déontologie met l'accent sur les exigences de base |
die aan voormelde principes beantwoorden. | suivantes qui répondent aux principes susmentionnés. |
1. Onafhankelijkheid | 1. Indépendance |
De onafhankelijkheid van de Inspectie van financiën vormt een van de | L'indépendance de l'Inspection des finances représente une des |
belangrijkste basisvoorwaarden om de adviserende en controlefunctie op een objectieve en betrouwbare wijze te kunnen uitoefenen. Het gebrek aan onafhankelijkheid van een lid van het Korps kan het imago van het ganse Korps op dit vlak in het gedrang brengen. Vandaar dat een aantal verbodsbepalingen, onverenigbaarheden en na te leven principes op het vlak van objectiviteit en contacten met derden, worden gedefinieerd. Deze verbodsbepalingen hebben betrekking op het vermijden van belangenconflicten, van beïnvloeding door derden en van activiteiten die de integriteit en de waardigheid van de functie zouden kunnen schaden. Op het vlak van de onverenigbaarheden worden concrete gevallen vermeld : - de inspecteur van financiën mag geen beheers- of beleidsfunctie uitoefenen in de administratie waar hij zijn functie van inspecteur van financiën uitoefent (meer bepaald mag de inspecteur van financiën geen lid zijn van het beheerscomité of de beheerraad, noch een leidinggevende functie uitoefenen); - tevens worden enkele regels vooropgesteld voor inspecteurs van | conditions de base les plus importantes pour pouvoir exercer la fonction de conseil et de contrôle d'une manière objective et fiable. Le manque d'indépendance d'un membre du Corps peut compromettre l'image de tout le Corps dans ce domaine. De là est défini un certain nombre d'interdictions, d'incompatibilités et de principes à respecter sur le plan de l'objectivité et des contacts avec des tiers. Ces interdictions concernent le fait d'éviter des conflits d'intérêt, l'influence de tiers et les activités qui pourraient nuire à l'intégrité et à la dignité de la fonction. Sur le plan des incompatibilités, des cas concrets sont mentionnés : - l'inspecteur des finances ne peut pas exercer une fonction de gestion ou de stratégie dans l'administration où il exerce sa fonction d'inspecteur des finances (l'inspecteur des finances ne peut notamment pas être membre du conseil d'administration ou du comité de gestion, ni exercer une fonction dirigeante); - quelques règles ont également été posées comme principe pour les inspecteurs des finances qui mettent fin à leur fonction dans un |
financiën die hun functie op een ministerieel kabinet of beleidsorgaan | cabinet ministériel, un organe stratégique (visé par l'arrêté royal du |
(bedoeld in het koninkljik besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een Regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest) stopzetten en hun ambt bij de Inspectie van financiën terug opnemen. De inspecteurs van financiën worden ook geacht om hun functie op een strikt objectieve wijze uit te oefenen. De in dit kader vastgestelde gedragsregels hebben betrekking op het onderzoek van dossiers en het uitbrengen van adviezen en rapporten alsook op hun contacten met derden. | 19 juillet 2001 relatif à l'installation des organes stratégiques des services publics fédéraux et relatif aux membres du personnel des services publics fédéraux désignés pour faire partie du cabinet d'un membre d'un Gouvernement ou d'un Collège d'une Communauté ou d'une Région) et qui reprennent leur fonction au sein de l'Inspection des finances. Les inspecteurs des finances sont également tenus d'exercer leur fonction d'une manière strictement objective. Les règles de conduites fixées dans ce cadre ont trait à l'analyse des dossiers et à l'émission d'avis et de rapports ainsi qu'à leurs contacts avec des tiers. |
2. Loyauteit | 2. Loyauté |
Dit luik bevat gedragsregels m.b.t. | Ce volet comprend des règles de conduite concernant |
- de wijze waarop de inspecteur van financiën zijn functie uitoefent | - la façon dont il exerce sa fonction (intègre, avec le respect de la |
(integer, met naleving van de reglementering en gericht op het | réglementation et basée sur l'intérêt général); |
algemeen belang); - loyauteit ten aanzien van de bevoegde autoriteiten en zijn collega's; | - loyauté à l'égard des autorités compétentes et de ses collègues; |
- de professionele discretie. | - la discrétion professionnelle. |
3. Plichtsbewustzijn De gedragsregels betreffende het plichtsbewustzijn hebben voornamelijk betrekking op het niveau van deskundigheid en vakbekwaamheid alsook op de beroepsernst en inzet in termen van beschikbaarheid en termijnen inzake het uitbrengen van adviezen. De inspecteurs van financiën worden geacht hun verantwoordelijkheden op het vlak van deze plichten te zullen nakomen in het uitoefenen van hun functie. Zij hebben de verplichting om voortdurend waakzaam te zijn ten aanzien van elke risico tot niet-naleving van de principes vermeld in de deontologische code. Wij hebben de eer te zijn, | 3. La conscience professionnelle Les règles de conduite relatives à la conscience professionnelle concernent principalement la compétence et la technicité professionnelle ainsi que le sérieux professionnel et l'engagement en termes de disponibilité et de délais en ce qui concerne l'émission des avis. Les inspecteurs des finances sont priés d'assumer, dans l'exercice de leur fonction, leurs responsabilités sur le plan de ces obligations. Ils ont l'obligation d'être en permanence vigilants à l'égard de chaque risque de non-respect des principes mentionnés dans le code de déontologie. Nous avons l'honneur d'être, |
Sire, | Sire, |
van Uwe Majesteit, | de Votre Majesté, |
de zeer eerbiedige | le très respectueux |
en getrouwe dienaar | et très fidèle serviteur |
De Minister van Begroting, | La Ministre du Budget, |
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE | Mme F. VAN DEN BOSSCHE |
ADVIES 42.902/4 VAN 21 MEI 2007 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD | AVIS 42.902/4 DU 21 MAI 2007 DE LA SECTION DE LEGISLATION DU CONSEIL |
VAN STATE | D'ETAT |
De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 24 april 2007 | |
door de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting verzocht haar, | Le Conseil d'Etat, section de législation, quatrième chambre, saisi |
binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een | par la Vice-Première Ministre et Ministre du Budget, le 24 avril 2007, |
ontwerp van koninklijk besluit "houdende vaststelling van de | d'une demande d'avis, dans un délai de trente jours, sur un projet |
deontologische code van het interfederaal Korps van de Inspectie van | d'arrêté royal "fixant le code de déontologie du Corps interfédéral de |
financiën", heeft het volgende advies gegeven : | l'Inspection des finances", a donné l'avis suivant : |
Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, | Compte tenu du moment où le présent avis est donné, le Conseil d'Etat |
vestigt de Raad van State de aandacht van de Regering op het feit dat | attire l'attention du Gouvernement sur le fait que l'absence du |
de ontstentenis van de controle die het Parlement krachtens de | contrôle qu'il appartient au Parlement d'exercer en vertu de la |
Grondwet moet kunnen uitoefenen, tot gevolg heeft dat de Regering niet | Constitution, a pour conséquence que le Gouvernement ne dispose pas de |
over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordt | la plénitude de ses compétences. Le présent avis est toutefois donné |
evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die | sans qu'il soit examiné si le projet relève bien des compétences ainsi |
beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling | limitées, la section de législation n'ayant pas connaissance de |
wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens | l'ensemble des éléments de fait que le Gouvernement peut prendre en |
welke de Regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of | considération lorsqu'il doit apprécier la nécessité d'arrêter ou de |
het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is. | modifier des dispositions réglementaires. |
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, | Comme la demande d'avis est introduite sur la base de l'article 84, § |
eerste lid, 1/, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, | 1er, alinéa 1er, 1/, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, tel |
zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de | qu'il est remplacé par la loi du 2 avril 2003, la section de |
afdeling wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde | |
gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het | législation limite son examen au fondement juridique du projet, |
ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te | formalités préalables, conformément à l'article 84, § 3, des lois |
vervullen voorafgaande vormvereisten. | coordonnées précitées. |
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de | Sur ces trois points, le projet appelle les observations suivantes. |
volgende opmerkingen. | Observation générale |
Algemene opmerking Artikel 51, derde lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 | L'article 51, alinéa 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative |
betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten luidt | au financement des Communautés et des Régions dispose comme suit : |
als volgt : "Na akkoord van de Regeringen, organiseert de Koning, bij een in | "Après accord des Gouvernements le Roi organise, par arrêté délibéré |
Ministerraad overlegd besluit, het korps van de Inspectie van | en Conseil des Ministres, le corps de l'inspection des finances, |
Financiën, de betrokkenheid van de Gemeenschappen en de Gewesten aan | l'association des Communautés et des Régions à sa gestion, ainsi que |
het beheer ervan alsook de terbeschikkingstelling van de inspecteurs | la mise à disposition des inspecteurs des finances auprès des |
van Financiën bij de Gemeenschappen en Gewesten met het oog op de | Communautés et des Régions en vue d'assurer la réalisation des |
uitvoering van de opdrachten die hun krachtens het eerste lid zijn | missions qui leur sont confiées en vertu de l'alinéa 1er." |
toevertrouwd". Artikel 6, § 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 april | L'article 6, § 5, alinéa 2, de l'arrêté royal du 28 avril 1998 portant |
1998 tot organisatie van het interfederaal Korps van de Inspectie van | organisation du Corps interfédéral de l'Inspection des finances, tel |
financiën, zoals die bepaling ingevoegd is bij artikel 109 van het | |
koninklijk besluit van 1 april 2003 tot vaststelling van het statuut | qu'inséré par l'article 109 de l'arrêté royal du 1er avril 2003 fixant |
van de leden van het interfederaal Korps van de Inspectie van | le statut des membres du Corps interfédéral de l'Inspection des |
financiën en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april | finances et modifiant l'arrêté royal du 28 avril 1998 portant |
1998 tot organisatie van het interfederaal Korps van de Inspectie van | organisation du Corps interfédéral de l'Inspection des finances, est |
financiën, luidt als volgt : | rédigé comme suit : |
"De Raad stelt een deontologische code op. Deze code wordt door het | "Le Conseil établit un code de déontologie. Ce code est approuvé par |
Comité goedgekeurd. Na akkoord van de Regeringen en Colleges van de | le Comité. Il fait l'objet d'un arrêté royal délibéré en Conseil des |
Deelentiteiten, is zij het voorwerp van een in Ministerraad overlegd | Ministres après accord des Gouvernements et Collèges des Entités |
besluit". | fédérées." |
Zoals de afdeling wetgeving opgemerkt heeft inzonderheid in advies | Ainsi que la section de législation l'a souligné notamment dans l'avis |
39.515/2 dat ze op 21 december 2005 heeft gegeven over een ontwerp dat | 39.515/2 donné le 21 décembre 2005 sur un projet devenu l'arrêté royal |
geleid heeft tot het koninklijk besluit van 10 mei 2006 houdende | du 10 mai 2006 fixant le Code de déontologie des services de police |
vaststelling van de deontologische code van de politiediensten : | "un code de déontologie est, par nature, un ensemble de règles qui |
"is een deontologische code uit de aard der zaak een geheel van regels | doivent guider le comportement des personnes qui y sont soumises dans |
die de personen welke in de uitoefening van hun beroep eraan | |
onderworpen zijn, in hun gedragingen moeten leiden en waarvan de | l'exercice de leur profession et dont la violation est susceptible |
niet-inachtneming tuchtrechtelijk kan worden gestraft [...]. Het gaat | d'être sanctionnée disciplinairement [...]. Il s'agit donc d'élaborer |
er dus om een regelgevende tekst op te stellen [...]". | un texte de portée normative [...]." |
Hoewel het in casu de Raad van het interfederaal Korps van de | Bien que ce soit en l'espèce le Conseil du Corps interfédéral de |
Inspectie van financiën is die een deontologische code opstelt (1) en | l'Inspection des finances qui établit le Code de déontologie du Corps |
hoewel die tekst moet worden goedgekeurd door het Interministerieel | interfédéral de l'Inspection des finances (1) et que ce texte doive |
Comité van de Inspectie van financiën (2), komt de bevoegdheid om die | être approuvé par le Comité interministériel de l'Inspection des |
code vast te stellen niettemin alleen toe aan de Koning, handelend | finances (2), la compétence d'adopter ce code n'en est pas moins |
volgens de vormvereisten voorgeschreven bij artikel 51, derde lid, van | réservée au Roi, agissant selon les formalités prescrites par |
de voormelde bijzondere wet van 16 januari 1989. | l'article 51, alinéa 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 |
Immers, zoals de afdeling wetgeving eraan herinnerd heeft inzonderheid | précitée. En effet, comme la section de législation l'a rappelé notamment dans |
in advies 33.757/2 dat ze op 30 oktober 2002 heeft gegeven over een | l'avis 33.757/2 donné le 30 octobre 2002 sur un projet devenu l'arrêté |
ontwerp dat geleid heeft tot het besluit van 18 april 2003 van de | du Gouvernement de la Communauté française du 18 avril 2003 portant le |
Franse Gemeenschapsregering houdende de Gedragscode voor de | Code de déontologie des membres du personnel des Services du |
personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse | Gouvernement de la Communauté française et de certains Organismes |
Gemeenschap en van sommige instellingen van openbaar nut, zijn de | d'intérêt public, les règles de déontologie applicables aux membres du |
regels van de plichtenleer die voor de personeelsleden van de | personnel de la fonction publique "sont incontestablement appelées à |
overheidsdiensten gelden ontegensprekelijk bedoeld om een integrerend | faire partie intégrante du statut administratif des agents concernés". |
deel te vormen van de administratieve rechtspositie van de | |
personeelsleden in kwestie. In advies 40.572/2 dat op 1 juni 2006 is | Dans l'avis 40.572/2 donné le 1er juin 2006 sur un amendement du |
gegeven over een amendement van de Regering op het voorontwerp van wet | Gouvernement à l'avant-projet de loi "portant des dispositions |
"houdende dringende diverse bepalingen" heeft de afdeling wetgeving | diverses urgentes", la section de législation en a déduit que "seule |
daaruit afgeleid dat "alleen de overheid die ermee belast is het | l'autorité chargée d'édicter le statut du personnel (est) en mesure |
personeelsstatuut uit te vaardigen bevoegd is om een code van die aard | d'adopter un code de cette nature." |
goed te keuren". Wat meer in het bijzonder de leden van het interfederaal Korps van de | S'agissant plus particulièrement des membres du Corps interfédéral de |
Inspectie van financiën betreft, heeft de afdeling wetgeving in advies | l'Inspection des finances, la section de législation a souligné, dans |
34.901/4, dat op 19 maart 2003 is uitgebracht over een ontwerp dat | l'avis 34.901/4 donné le 19 mars 2003 sur un projet devenu l'arrêté |
geleid heeft tot het koninklijk besluit van 1 april 2003 tot | royal du 1er avril 2003 fixant le statut des membres du Corps |
vaststelling van het statuut van de leden van het interfederaal Korps | interfédéral de l'Inspection des finances et modifiant l'arrêté royal |
van de Inspectie van financiën en tot wijziging van het koninklijk | |
besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het interfederaal Korps | du 28 avril 1998 portant organisation du Corps interfédéral de |
van de Inspectie van financiën, onderstreept dat | l'Inspection des finances, que |
"[...] de Koning, met instemming van de regeringen van de | "[...] c'est au Roi, avec l'accord des Gouvernements des entités |
deelentiteiten, de regels dient vast te stellen die betrekking hebben | fédérées, qu'il appartient de fixer les règles touchant à |
op de organisatie van dit interfederaal Korps van de Inspectie van | l'organisation de ce Corps interfédéral de l'Inspection des finances, |
financiën, met inbegrip van de regels betreffende de | en ce compris les règles relatives au régime statutaire des |
rechtspositieregeling van de inspecteurs van financiën. De delegaties | inspecteurs des finances. Les délégations au comité sont limitées à la |
aan het Comité zijn beperkt tot het beheer van het interfederaal Korps | gestion du Corps interfédéral et ne peuvent s'étendre à des éléments |
en kunnen geen betrekking hebben op hoofdaspecten van de organisatie ervan. | essentiels de son organisation. |
[...] | [...] |
Ten slotte wijzigt artikel 109 van het ontwerp artikel 6 van het | Enfin, l'article 109 du projet modifie l'article 6 de l'arrêté royal |
voormelde koninklijk besluit van 28 april 1998 om de Raad van het Korps te machtigen een "deontologische code" op te stellen, die vervolgens door het Comité moet worden goedgekeurd, welke beroepsethische gedragslijnen de plichten van de inspecteurs dienen vast te stellen, inzonderheid wat hun betrekkingen met de leden van de regeringen betreft. De plichten van ambtenaren vormen een belangrijk gegeven van de rechtspositieregeling en ambtenaren kunnen tuchtrechtelijk worden vervolgd wanneer ze die plichten niet nakomen. In het ontwerp zelf zouden ook deze voornaamste plichten moeten worden bepaald. Met al deze punten moeten de gemeenschaps- en gewestregeringen, met | du 28 avril 1998 précité afin d'habiliter le Conseil du Corps à établir un "code de déontologie" qui doit ensuite être approuvé par le Comité, ce code devant déterminer les devoirs des inspecteurs des finances, notamment dans leurs rapports avec les membres des Gouvernements. Les devoirs des agents sont des éléments importants du régime statutaire et en cas de non-respect de ceux-ci, ils peuvent être poursuivis sur le plan disciplinaire. Le projet devrait également définir lui-même ces principaux devoirs. Pour l'ensemble de ces points, les Gouvernements des régions et des |
inbegrip van de colleges van de Gemeenschappelijke | communautés, en ce compris les Collèges de la Commission communautaire |
Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, hun | commune et de la Commission communautaire française, doivent être en |
instemming kunnen betuigen overeenkomstig artikel 51, derde lid, van | mesure de donner leur accord conformément à l'article 51, alinéa 3, de |
de genoemde bijzondere wet. Het gaat hier immers om essentiële | la loi spéciale précitée. En effet, il s'agit là d'éléments essentiels |
elementen van de rechtspositieregeling van de inspecteurs van | du statut des inspecteurs des finances qui doivent être déterminés par |
financiën, die moeten worden bepaald bij een koninklijk besluit | un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres." |
vastgesteld na overleg in de Ministerraad". | Le Code de déontologie du Corps interfédéral de l'Inspection des |
De deontologische code van het interfederaal Korps van de Inspectie | finances est donc bien l'oeuvre du Roi, seul compétent pour adopter |
van financiën is dus wel degelijk het werk van de Koning, die | (3) les règles essentielles du statut des membres du Corps |
krachtens artikel 51, derde lid, van de voornoemde bijzondere wet van | interfédéral de l'Inspection des finances en vertu de l'article 51, |
16 januari 1989 als enige bevoegd is om de essentiële regels van de | alinéa 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 précitée. La présente |
rechtspositieregeling van de leden van het interfederaal Korps van de | |
Inspectie van financiën vast te stellen (3). Deze adviesaanvraag is | |
bijgevolg ontvankelijk in het licht van artikel 3, § 1, van de | demande d'avis est par conséquent recevable au regard de l'article 3, |
gecoördineerde wetten op de Raad van State (4). | § 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat (4). |
Bijzondere opmerkingen | Observations particulières |
Aanhef | Préambule |
Nieuw eerste lid (in te voegen) | Alinéa 1er nouveau (à insérer) |
Om naar de rechtsgrond van het ontworpen besluit te verwijzen, dient | Il y a lieu d'insérer au titre de fondement légal de l'arrêté en |
een als volgt luidend eerste lid te worden ingevoegd : | projet un alinéa 1er rédigé comme suit : |
"Gelet op artikel 51, derde lid, van de bijzondere wet van 16 januari | "Vu l'article 51, alinéa 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 |
1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de | relative au financement des Communautés et des Régions". |
Gewesten;". | |
Eerste lid (dat het tweede lid wordt) | Alinéa 1er (devenant alinéa 2) |
De woorden "inzonderheid op artikel 6 zoals gewijzigd door artikel 109 | Il vaut mieux remplacer les mots "notamment l'article 6 tel que |
van het koninklijk besluit" zouden beter vervangen worden door de | modifié par l'article 109 de l'arrêté royal" par les mots "notamment |
woorden "inzonderheid op artikel 6, § 5, tweede lid, ingevoegd bij het | l'article 6, § 5, alinéa 2, inséré par l'arrêté royal [...] [la suite |
koninklijk besluit [...][voorts zoals in het ontwerp]". | comme au projet]". |
Nieuw lid (in te voegen als derde lid) | Alinéa nouveau (à insérer) (devenant alinéa 3) |
Een als volgt luidend nieuw lid, dat het derde lid wordt, dient te | Il y a lieu d'insérer un alinéa nouveau, devenant l'alinéa 3, qui sera |
worden ingevoegd : | rédigé comme suit : |
"Gelet op het voorstel van de Raad van het interfederaal Korps van de | "Vu la proposition du Conseil du Corps interfédéral de l'Inspection |
Inspectie van financiën van 15 januari 2004;". | des finances du 15 janvier 2004." |
Nieuw lid (in te voegen als vierde lid) | Alinéa nouveau (à insérer) (devenant alinéa 4) |
Een als volgt luidend nieuw lid, dat het vierde lid wordt, dient te | Il y a lieu d'insérer un alinéa nouveau, devenant l'alinéa 4, qui sera |
worden ingevoegd : | rédigé comme suit : |
"Gelet op de goedkeuring van dat voorstel door het Interministerieel | "Vu l'approbation de cette proposition par le Comité interministériel |
Comité van de Inspectie van financiën verleend op 13 februari 2004;". | de l'Inspection des finances donnée le 13 février 2004." |
Tweede tot achtste lid (welke leden het vijfde tot elfde lid worden) | Alinéas 2 à 8 (devenant alinéas 5 à 11) |
De akkoordbevindingen van de gemeenschaps- en gewestregeringen en van | Il convient de citer les accords des Gouvernements de Communautés et |
de colleges dienen in chronologische volgorde te worden vermeld. | Régions et des Collèges dans l'ordre chronologique. |
Dispositief | Dispositif |
Artikel 1 | Article 1er |
Het zou nauwkeuriger zijn om in plaats van "bedoeld in artikel 6" | Au lieu d'écrire "visé à l'article 6", il serait plus précis d'écrire |
"bedoeld in artikel 6, § 5, tweede lid" te schrijven. | "visé à l'article 6, § 5, alinéa 2". |
Bijlage | Annexe |
1. In de inleiding van de deontologische code staat het volgende vermeld : "Elke inbreuk erop kan aanleiding geven tot tuchtsancties". Bijgevolg wordt aanbevolen om de bepalingen van die code zo nauwkeurig mogelijk te nummeren voor het geval tuchtvervolging wordt ingesteld. 2. Aangezien het niet-naleven van de deontologische code aanleiding kan geven tot tuchtstraffen, dient bij de redactie van die code de grootst mogelijke duidelijkheid te worden nagestreefd. In het ontwerp zouden de volgende preciseringen aangebracht moeten worden : naar aanleiding van een vraag betreffende de reikwijdte van de woorden "beleids- of beheersopdracht" in punt 1. De onafhankelijkheid - Onverenigbaarheden - eerste lid, heeft de gemachtigde van de Minister te kennen gegeven dat daarmee inzonderheid de leden van een raad van bestuur of van een beheerscomité of de uitoefening van een leidinggevende functie worden bedoeld; die precisering zou in het verslag aan de Koning moeten voorkomen; naar aanleiding van een vraag | 1. Il est mentionné, dans l'introduction du Code de déontologie, que "chaque infraction peut donner lieu à des sanctions disciplinaires". Il est dès lors recommandé de numéroter les dispositions de ce code de manière aussi précise que possible en cas de poursuites disciplinaires. 2. La violation du Code de déontologie pouvant donner lieu à des sanctions disciplinaires, il convient que ce code soit rédigé avec la plus grande clarté possible. Les précisions suivantes devraient ainsi être apportées au projet : interrogé sur la portée des mots "mission de direction stratégique ou de gestion" figurant au point 1. Indépendance - Incompatibilités - alinéa 1er, le délégué du ministre a indiqué que sont envisagés "notamment les membres d'un conseil d'administration ou d'un comité de gestion ou l'exercice d'une fonction dirigeante"; cette précision devrait figurer dans le rapport au Roi; interrogé sur la portée des |
betreffende de reikwijdte van het woord "beleidsorgaan" in punt 1. De | mots "organe stratégique" figurant au point 1. Indépendance - |
onafhankelijkheid - Onverenigbaarheden - tweede en derde lid, heeft de | Incompatibilités - alinéas 2 et 3, le délégué du ministre a donné |
gemachtigde van de Minister de volgende uitleg verstrekt : | l'explication suivante : |
"Au niveau fédéral, la notion de "cabinet ministériel" est remplacée | "Au niveau fédéral, la notion de "cabinet ministériel" est remplacée |
par les notions "cellules stratégiques", "Cellule de coordination | par les notions "cellules stratégiques", "Cellule de coordination |
générale de la politique" et "cellule de politique générale". Ce sont | générale de la politique" et "cellule de politique générale". Ce sont |
des organes stratégiques ministériels visés par l'arrêté royal du 19 | des organes stratégiques ministériels visés par l'arrêté royal du 19 |
juillet 2001 relatif à l'installation des organes stratégiques des | juillet 2001 relatif à l'installation des organes stratégiques des |
services publics fédéraux et relatif aux membres du personnel des | services publics fédéraux et relatif aux membres du personnel des |
services publics fédéraux désignés pour faire partie du cabinet d'un | services publics fédéraux désignés pour faire partie du cabinet d'un |
membre d'un Gouvernement ou d'un Collège d'une Communauté ou d'une | membre d'un Gouvernement ou d'un Collège d'une Communauté ou d'une |
Région"; | Région"; |
die precisering zou eveneens in het verslag aan de Koning moeten worden opgenomen. | cette précision devrait également figurer dans le rapport au Roi. |
3. De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse versie van de | 3. Il convient de revoir la concordance entre les versions française |
deontologische code zou moeten worden gecontroleerd. Bij wijze van | et néerlandaise du Code de déontologie. ÷ titre d'exemples non |
niet-exhaustieve voorbeelden van discrepanties tussen beide versies, | exhaustifs de divergences entre les deux versions linguistiques, il |
wordt op het volgende gewezen : | est relevé ce qui suit : |
- wanneer in de Nederlandse tekst de woorden "inspecteur van | - lorsque le texte néerlandais utilise les mots "inspecteur van |
financiën" staan, mag in de Franse tekst niet met het woord "il" | financiën", il ne convient pas que le texte français utilise le mot |
worden gewerkt; | "il"; |
- in punt I "De onafhankelijkheid - Contacten met derden", tweede lid, | - au point I "L'indépendance", "Contacts avec les tiers", à l'alinéa |
stemt de Franse uitdrukking "ne peut donner lieu à équivoque" niet | 2, l'expression française "ne peut donner lieu à équivoque" ne |
overeen met de Nederlandse uitdrukking "een vermoeden hieromtrent doen | correspond pas à l'expression néerlandaise "een vermoeden hieromtrent |
ontstaan". | doen ontstaan". |
4. Op redactioneel niveau moet het ontwerp van code op de volgende | 4. Sur le plan rédactionnel le projet de code devra être précisé sur |
punten verbeterd worden : | les points suivants : |
- in het eerste lid van de inleiding dienen op de woorden "in zijn § | - dans l'Introduction, à l'alinéa 1er après les mots "dans son § 5", |
5" de woorden ", tweede lid" te volgen; | il y a lieu d'ajouter les mots "alinéa 2"; |
- in het derde lid van de inleiding dienen de woorden "van het Statuut | - dans l'Introduction, à l'alinéa 3, il convient de remplacer les mots |
van hetRijkspersoneel" te worden vervangen door de woorden "van het | "du Statut des agents de l'Etat" par les mots "de l'arrêté royal du 2 |
koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het | octobre 1937 portant le statut des agents de l'Etat". |
Rijkspersoneel". | |
5. Aangezien de deontologische code een bijlage is bij het ontworpen | 5. Le Code de déontologie se présentant comme une annexe à l'arrêté en |
besluit, dient ze te worden voorzien van de formule "Gezien om te | projet, il doit être revêtu de la formule "Vu pour être annexé à Notre |
worden gevoegd bij Ons besluit van... houdende vaststelling..." alsook | arrêté du... fixant..." et mentionner les mêmes date et signature que |
van dezelfde dag- en handtekening als het besluit zelf. | l'arrêté lui-même. |
(1) Artikel 6, § 5, tweede lid, eerste zin, van het voornoemde koninklijk besluit van 28 april 1998. | (1) Article 6, § 5, alinéa 2, première phrase, de l'arrêté royal du 28 |
(2) Artikel 6, § 5, tweede lid, tweede zin, van het voornoemde | avril 1998 précité. |
koninklijk besluit van 28 april 1998. | (2) Article 6, § 5, alinéa 2, deuxième phrase, de l'arrêté royal du 28 |
(3) En niet goed te keuren, zoals in het verslag aan de Koning wordt vermeld. (4) In dit opzicht dient het vaststellen van rechtspositionele regels voor personeelsleden van overheidsdiensten, wat een exclusieve bevoegdheid van de Koning is en waarvan de afdeling wetgeving kennis dient te nemen krachtens artikel 3, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, te worden onderscheiden van de volgende twee gevallen : - het vaststellen van niet-rechtspositionele regels voor personeelsleden van overheidsdiensten; | avril 1998 précité. (3) et non pour approuver comme indiqué dans le rapport au Roi. (4) Il convient de distinguer, sous cet aspect, l'adoption de règles statutaires pour des agents des services publics, qui relève de la compétence exclusive du Roi et dont la section de législation a à connaître en vertu de l'article 3, § 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, des deux cas suivants : - adoption de règles non statutaires pour des agents des services publics; |
- het vaststellen van beroepsethische regels voor personen die niet | - adoption de règles déontologiques pour des personnes ne relevant pas |
tot het overheidspersoneel behoren. | de la fonction publique. |
In beide laatstgenoemde gevallen is het zo dat, wanneer de wet aan een | Dans ces deux derniers cas, lorsque la loi investit une autorité du |
overheidsinstantie de bevoegdheid opdraagt om een autonome beslissing | pouvoir de prendre une décision autonome et charge le Roi d'approuver |
te nemen en de Koning ermee belast die beslissing goed te keuren, het | cette décision, l'arrêté royal d'approbation est un acte de haute |
koninklijk besluit houdende goedkeuring een handeling van hoog | |
administratief toezicht is die niet van reglementaire aard is in de | tutelle administrative, dénué de tout caractère réglementaire au sens |
zin van artikel 3, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van | de l'article 3, § 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, de |
State, zodat een aanvraag om daarover advies uit te brengen niet | sorte qu'une demande d'avis y relative est irrecevable (voir p. ex. |
ontvankelijk is (Zie bijvoorbeeld advies 26.708/3, dat op 9 december | l'avis 26.708/3 donné le 9 décembre 1997 sur un projet devenu l'arrêté |
1997 is gegeven over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk | |
besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van | royal du 29 janvier 1998 portant approbation du règlement de stage de |
het Beroepsinstituut van Boekhouders; zie eveneens de arresten RvS nr. | l'Institut professionnel des comptables; voir également les arrêts |
105.673 van 19 april 2002 en nr. 144.181 van 4 mei 2005. | C.E. n° 105.673 du 19 avril 2002 et n° 144.181 du 4 mai 2005. |
De kamer was samengesteld uit : | La chambre était composée de : |
de heren : | MM. : |
Ph. Hanse, kamervoorzitter; | Ph. Hanse, président de chambre; |
P. Liénardy, J. Jaumotte, staatsraden; | P. Liénardy, J. Jaumotte, conseillers d'Etat; |
Mevr. C. Gigot, griffier. | Mme C. Gigot, greffier. |
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd | La concordance entre la version française et la version néerlandaise a |
nagezien onder toezicht van de heer P. Liénardy. | été vérifiée sous le contrôle de M. P. Liénardy. |
Het verslag werd uitgebracht door Mevr. W. Vogel, auditeur. | Le rapport a été présenté par Mme W. Vogel, auditeur. |
De griffier, | Le greffier, |
C. Gigot. | C. Gigot. |
De voorzitter, | Le président, |
Ph. Hanse. | Ph. Hanse. |
20 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de | 20 DECEMBRE 2007. - Arrêté royal fixant le code de déontologie du |
deontologische code van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën | Corps interfédéral de l'Inspection des finances |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op artikel 51, derde lid, van de bijzondere wet van 16 januari | Vu l'article 51, alinéa 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 |
1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten; | relative au financement des Communautés et des Régions; |
Gelet op het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van | Vu l'arrêté royal du 28 avril 1998 portant organisation du Corps |
het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën, inzonderheid | |
op artikel 6, § 5, tweede lid, ingevoegd door het koninklijk besluit | interfédéral de l'Inspection des finances, notamment l'article 6, § 5, |
van 1 april 2003 tot vaststelling van het statuut van de leden van het | alinéa 2, inséré par l'arrêté royal du 1er avril 2003 fixant le statut |
interfederaal Korps van de Inspectie van financiën en tot wijziging | des membres du Corps interfédéral de l'Inspection des finances et |
van het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het | modifiant l'arrêté royal du 28 avril 1998 portant organisation du |
interfederaal Korps van de Inspectie van financiën; | Corps interfédéral de l'Inspection des finances; |
Gelet op het voorstel van de Raad van het interfederaal Korps van de | Vu la proposition du Conseil du Corps interfédéral de l'Inspection des |
Inspectie van financiën van 15 januari 2004; | finances du 15 janvier 2004; |
Gelet op de goedkeuring van dit voorstel door het interministerieel | Vu l'approbation de cette proposition par le Comité interministériel |
Comité van de Inspectie van financiën gegeven op 13 februari 2004; | de l'Inspection des finances, donnée le 13 février 2004; |
Gelet op het akkoord van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 10 juni 2004; | Vu l'accord du Gouvernement de la Communauté germanophone, donné le 10 juin 2004; |
Gelet op het akkoord van het College van de Franse | Vu l'accord du Collège de la Commission communautaire française, donné |
Gemeenschapscommissie van 10 juni 2004; | le 10 juin 2004; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004; | Vu l'accord du Gouvernement flamand, donné le 11 juin 2004; |
Gelet op het akkoord van de Waalse Gewestregering van 17 juni 2004; | Vu l'accord du Gouvernement de la Région wallonne, donné le 17 juin |
Gelet op het akkoord van het Verenigd College van de | 2004; Vu l'accord du Collège réuni de la Commission communautaire commune, |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 oktober 2004; | donné le 28 octobre 2004; |
Gelet op het advies van de Inspectie van financiën, gegeven op 13 december 2006; | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 13 décembre 2006; |
Gelet op het protocol nr. 138/1 van 13 maart 2007 van het sectorcomité 1; | Vu le protocole n° 138/1 du 13 mars 2007 du comité de secteur 1; |
Gelet op het advies van de Raad van State nr 42.902/4, gegeven op 21 | Vu l'avis du Conseil d'Etat n° 42.902/4, donné le 21 mai 2007, en |
mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois |
gecoördineerde wetten op de Raad van State; | coordonnées sur le Conseil d'Etat; |
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, en op advies van | Sur la proposition de Notre Ministre du Budget et de l'avis de Nos |
Onze in Raad vergaderde Ministers, | Ministres qui en ont délibéré en Conseil, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.De deontologische code van het interfederaal Korps van de |
Article 1er.Le code de déontologie du Corps interfédéral de |
Inspectie van financiën bedoeld in artikel 6, § 5, tweede lid van het | l'Inspection des finances visé à l'article 6, § 5, alinéa 2, de |
koninklijk besluit van 28 april 1998 houdende organisatie van het | l'arrêté royal du 28 avril 1998 portant organisation du Corps |
interfederaal Korps van de Inspectie van financiën wordt vastgesteld | interfédéral de l'Inspection des finances est établi conformément au |
volgens de bij dit besluit gevoegde tekst. | texte annexé au présent arrêté. |
Art. 2.Onze Minister van Begroting is belast met de uitvoering van |
Art. 2.Notre Ministre du Budget est chargé de l'exécution du présent |
dit besluit. | arrêté. |
Gegeven te Brussel, 20 december 2007. | Donné à Bruxelles, le 20 décembre 2007. |
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE Bijlage DEONTOLOGISCHE CODE VAN HET INTERFEDERAAL KORPS VAN DE INSPECTIE VAN FINANCIEN INLEIDING Artikel 6 van het koninklijk besluit van 28.04.1998 tot organisatie van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën, zoals gewijzigd, bepaalt in zijn § 5, tweede lid : "De Raad stelt een deontologische code op. Deze code wordt door het Comité goedgekeurd". Deze opdracht ligt in de lijn van een zeer algemeen streven naar een meer ethische werking van de overheidsdiensten. Zeer algemeen steunen de principes op de plichten die voortvloeien uit onder meer de artikelen 10 en 11 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, met vooral de nadruk op: 1. de onafhankelijkheid; 2. de loyaliteit; 3. het plichtsbewustzijn. De inspecteur moet zich afzijdig houden van elk gedrag dat deze plichten schendt maar ook van elk gedrag dat de verdenking zou kunnen doen ontstaan dat de plichten in het gedrang zouden kunnen komen. Elke inbreuk erop kan aanleiding geven tot tuchtsancties. Artikel 46 van de gecoördineerde wetten van 17.07.1991 op de Rijkscomptabiliteit bepaalt : "De administratieve en begrotingscontrole wordt uitgeoefend door het ministerieel Comité voor begroting en de minister die de begroting onder zijn bevoegdheid heeft, bijgestaan door de Inspecteurs van Financiën, die de functie vervullen van budgettaire en financiële raadgever van de minister bij wie ze geaccrediteerd zijn". Artikel 51 van de bijzondere wet van 16.01.1989 (...) betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten voegt eraan toe : "De Gemeenschappen en de Gewesten organiseren een eigen administratieve- en begrotingscontrole en doen daartoe een beroep op inspecteurs van financiën die hen ter beschikking worden gesteld en onder hun gezag staan. De inspecteurs van financiën stellen hun verslagen op in volle onafhankelijkheid en delen deze alleen mee aan de regering waaronder ze ressorteren (...)". De inspecteurs van financiën vervullen dus een driedubbele rol. In de eerste plaats zijn ze de financiële en budgettaire raadgevers van de ministers bij wie ze zijn geaccrediteerd. In deze hoedanigheid handelen zij in naam en voor rekening van deze ministers. Daarnaast staan zij als controleurs de ministers of de leden van de Regering bevoegd voor begroting en ambtenarenzaken, bij. Tenslotte zijn zij, via rechtstreekse bevoegdheidstoekenning, belast met de controle van de ordonnateurs. Het relatief gewicht van deze functies varieert volgens de Regering waarbij de inspecteur van financiën is geaccrediteerd. De principes in deze code zijn van toepassing op de drie luiken van de opdracht van de Inspectie van financiën. I. DE ONAFHANKELIJKHEID De inspecteur van financiën oefent zijn advies- en controlefunctie in volle onafhankelijkheid uit. Deze onafhankelijkheid wordt beschermd door de bijzondere wet en is essentieel voor de functie. De inhoud van het advies mag niet worden beïnvloed door een druk van buiten af of van de persoon die het advies vraagt. Indien deze druk een buitensporig karakter aanneemt (bijv. dreiging, afpersing, enz...) dan meldt hij dit aan de Korpschef. Indien deze druk een persoonlijk karakter heeft, kan de inspecteur van financiën zich laten vervangen (door de vervanger aangeduid ingeval van afwezigheid). A. VERBODSBEPALINGEN 1. Hij vermijdt belangenconflicten, zowel reële als vermeende, zowel rechtstreekse als onrechtstreekse. Telkens als een verdenking zou kunnen ontstaan op dit vlak, moet hij zich laten vervangen. 2. Hij weigert giften en voordelen van welke aard ook, die ertoe kunnen leiden zijn onafhankelijkheid in het gedrang te brengen. 3. Hij onthoudt zich van activiteiten die zijn integriteit en de waardigheid van de functie schade zouden kunnen berokkenen. B. ONVERENIGBAARHEDEN 1. Het vervullen van een beleids- of beheersopdracht bij een instelling of een organisatie waarbij de inspecteur van financiën zijn adviserende of controlerende taak uitoefent. 2. Het opnemen van de functie van inspecteur van financiën binnen hetzelfde bevoegdheidsdomein als deze waarbij hij lid was van een ministerieel beleidsorgaan of kabinet of een beleids- of beheersopdracht uitoefende en dit binnen de eerste twee jaar na het beëindigen van bovenvermelde opdrachten. 3. Zijn functie uitoefenen bij een minister waarbij de inspecteur van financiën een functie heeft vervuld als lid van een beleidsorgaan of een kabinet. C. OBJECTIVITEIT 1. De inspecteur van financiën onderzoekt de dossiers op een onpartijdige en objectieve wijze. Hij onderbouwt zijn adviezen en rapporten met controleerbare en objectieve elementen, dit met het algemeen belang voor ogen. 2. Hij onthoudt zich van kritische beschouwingen over fysieke personen die als een persoonlijke aanval te beschouwen zijn. D. CONTACTEN MET DERDEN 1. Contacten met derden mogen niet van aard zijn om de objectiviteit te schaden of een comparatief voordeel te bieden aan de betrokken partijen. 2. Evenmin mag de inspecteur van financiën door zijn houding enige dubbelzinnigheid hieromtrent doen ontstaan. II. DE LOYALITEIT 1. De inspecteur van financiën vervult zijn taak te goeder trouw, op een constructieve wijze met naleving van wetgeving en reglementering en in functie van het algemeen belang. 2. Hij stelt zich loyaal op ten aanzien van de bevoegde autoriteiten en zijn collega's. Wat dit laatste betreft, respecteert hij de bevoegdheidsverdeling zoals ze werd vastgesteld. 3. Hij spreekt af met zijn collega's op stuk van de materiële organisatie van de dienst en geeft hun de nodige informatie. Hij onthoudt zich van elke kwetsende opmerking ten aanzien van een collega of ten aanzien van het Korps. 4. Bij het vervullen van zijn opdracht streeft de inspecteur van financiën naar continuïteit en coherentie ten aanzien van de geldende praktijk. Een afwijkende stellingname vereist een adequate verantwoording. 5. De inspecteur van financiën is gehouden tot professionele discretie. a. Dit heeft betrekking op alle feiten en gegevens waarvan hij kennis heeft gekregen naar aanleiding van de uitoefening van zijn functie. b. Dit geldt ook voor de uitgebrachte adviezen tenzij de bevoegde minister zijn goedkeuring met hun bekendmaking heeft gegeven. Voor de uitgebrachte adviezen en verslagen houdt de inspecteur van financiën zich aan de gebruikelijke verspreiding. III. HET PLICHTSBEWUSTZIJN 1. Bij de uitoefening van zijn taak doet de inspecteur van financiën beroep op zijn kennis, zijn bekwaamheid en ervaring. 2. Hij heeft de plicht zich voortdurend bij te scholen om deze noodzakelijke kwaliteiten op een voldoende peil te houden teneinde de efficiëntie en de effectiviteit van zijn prestaties te blijven waarborgen. 3. Gebruik van relevante gegevens, kritische reflectie, objectieve overwegingen en logisch denken zijn noodzakelijke voorwaarden bij adviezen en verslagen. 4. De inspecteur van financiën is voldoende beschikbaar voor de dienst, rekening houdend met de hoge particuliere eisen van de functie. 5. Hij beijvert zich om zijn adviezen en zijn rapporten binnen een redelijke termijn te verstrekken rekening houdend met prioriteiten en noodzakelijke kwaliteitseisen van het gevraagde advies of rapport. Gezien om te worden toegevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende vaststelling van de deontologische code van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, | ALBERT Par le Roi : La Ministre du Budget Mme F. VAN DEN BOSSCHE Annexe CODE DE DEONTOLOGIE DU CORPS INTERFEDERAL DE L'INSPECTION DES FINANCES INTRODUCTION L'article 6 de l'arrêté royal du 28 avril 1998 portant organisation du Corps interfédéral de l'Inspection des finances, tel que modifié, stipule dans son § 5, alinéa 2 que : " Le Conseil établit un code de déontologie. Ce code est approuvé par le Comité ". Cette mission s'inscrit dans la tendance générale de recherche d'un fonctionnement plus éthique des services publics. Les principes se basent globalement sur les devoirs qui découlent entre autre des articles 10 et 11 de l'arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l'Etat. L'accent est surtout mis sur : 1. l'indépendance; 2. la loyauté; 3. la conscience professionnelle. L'inspecteur doit se garder de tout comportement violant ces obligations, ou qui pourrait laisser à penser que leur respect pourrait être compromis. Chaque infraction peut donner lieu à des sanctions disciplinaires. L'article 46 des lois coordonnées du 17 juillet 1991 sur la Comptabilité de l'Etat stipule que : " Le contrôle administratif et budgétaire est exercé par le comité ministériel du budget et le Ministre qui a le Budget dans ses attributions assistés par les Inspecteurs des Finances, qui assument la fonction de conseiller budgétaire et financier du Ministre auprès duquel ils sont accrédités". L'article 51 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 (...) relative au financement des Communautés et Régions complète comme suit : " Les Communautés et les Régions organisent un contrôle administratif et budgétaire pour ce qui les concerne et disposent à cette fin d'inspecteurs des finances, qui, mis à leur disposition, sont placés sous leur autorité. Les inspecteurs des finances rendent leurs avis en toute indépendance, et ne communiquent ceux-ci qu'au Gouvernement auprès duquel ils sont accrédités (...) ". Les inspecteurs des finances remplissent donc un triple rôle. En premier lieu, ils sont les conseillers financiers et budgétaires des ministres auprès desquels ils sont accrédités. A ce titre, ils agissent au nom et pour compte de ces ministres. Ensuite, ils sont également des contrôleurs qui assistent les ministres ou les membres du Gouvernement chargés du budget et de la fonction publique. Enfin, ils sont, via attribution directe de compétences, chargés du contrôle des ordonnateurs. L'importance relative de ces fonctions varie selon le Gouvernement auprès duquel l'inspecteur des finances est accrédité. Les principes du présent code s'appliquent aux trois volets de la mission de l'Inspection des finances. I. L'INDEPENDANCE L'inspecteur des finances exerce sa fonction de conseil et de contrôle en toute indépendance. Cette indépendance est protégée par la loi spéciale et est essentielle pour la fonction. Le contenu de l'avis ne peut être influencé par des pressions de l'extérieur ou de la personne qui demande l'avis. Si ces pressions prennent un caractère excessif (par ex. : menace, chantage, etc...), il en avise le Chef de corps. Si ces pressions revêtent un caractère personnel, l'inspecteur des finances peut se faire remplacer (par un suppléant désigné pour cas d'absence). A. INTERDICTIONS 1. Il évite les conflits d'intérêt réels ou supposés, directs ou indirects. A chaque fois qu'un doute en la matière pourrait exister, il doit se faire remplacer. 2. Il refuse les cadeaux et les avantages quels qu'ils soient, qui pourraient être de nature à menacer son indépendance. 3. Il s'abstient de toute activité qui pourrait porter préjudice à son intégrité ou à la dignité de la fonction. B. INCOMPATIBILITES 1. Accomplir une mission de direction stratégique ou de gestion dans une institution ou une organisation vis à vis de laquelle l'inspecteur des finances exerce sa tâche de conseil et de contrôle. 2. Exercer la fonction d'inspecteur des finances dans le domaine des compétences où il a été membre d'un organe stratégique ou d'un cabinet ministériel, ou dans lequel il a exercé une mission de direction stratégique ou de gestion, et cela pendant les deux premières années qui suivent la fin des fonctions susmentionnées. 3. Exercer la fonction d'inspecteur des finances auprès d'un ministre auprès duquel il a rempli des fonctions comme membre d'un organe stratégique ou d'un cabinet. C. OBJECTIVITE 1. L'inspecteur des finances examine les dossiers d'une façon impartiale et objective. Il appuie ses avis et rapports sur des éléments vérifiables et objectifs, et cela dans la perspective de l'intérêt général. 2. Il s'abstient d'émettre des considérations critiques directes sur les personnes qui sont à considérer comme des attaques personnelles. D. CONTACTS AVEC LES TIERS 1. Les contacts avec les tiers ne peuvent être de nature à porter préjudice à l'objectivité ni offrir un avantage comparatif aux parties concernées. 2. L'attitude de l'inspecteur des finances ne peut donner lieu à équivoque. II. LOYAUTE 1. L'inspecteur des finances remplit sa tâche de bonne foi, d'une manière constructive en appliquant la législation et la réglementation et en fonction de l'intérêt général. 2. Il se comporte loyalement à l'égard des autorités compétentes et de ses collègues. En ce qui concerne ce dernier point, il respecte le partage de compétences comme il a été fixé. 3. Il convient avec ses collègues de l'organisation matérielle du service et leur donne les informations nécessaires. Il s'abstient de toute remarque désobligeante à l'égard d'un collègue ou du Corps. 4. Dans l'accomplissement de sa mission, l'inspecteur des finances recherche la continuité et la cohérence à l'égard des pratiques en vigueur. Une prise de position divergente exige une justification adéquate. 5. L'inspecteur des finances est tenu à la discrétion professionnelle. a. Cela concerne tous les faits et données dont il a pris connaissance dans l'exercice de sa fonction. b. Ceci vaut également pour les avis émis sauf lorsque le ministre compétent a marqué son accord sur leur divulgation. En ce qui concerne les avis et rapports émis, l'inspecteur des finances s'en tient à la diffusion d'usage. III. CONSCIENCE PROFESSIONNELLE 1. Dans l'exercice de sa fonction, l'inspecteur des finances fait appel à ses connaissances, sa compétence et son expérience. 2. Il a le devoir de se perfectionner de manière continue afin de garantir un niveau de qualité suffisant pour exercer ses prestations de manière efficiente et efficace. 3. L'utilisation de données pertinentes, la réflexion critique, l'objectivité dans les considérations et le raisonnement logique sont des conditions nécessaires pour la rédaction des avis et des rapports. 4. L'inspecteur des finances est suffisamment disponible pour le service, compte tenu des hautes exigences qui sont propres à la fonction. 5. Il s'emploie à fournir ses avis et ses rapports dans des délais raisonnables en tenant compte des priorités et des exigences de qualité liées à l'avis ou au rapport demandé. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 20 décembre 2007 fixant le code de déontologie du Corps interfédéral de l'Inspection des finances. ALBERT Par le Roi : La Ministre du Budget, |
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE | Mme F. VAN DEN BOSSCHE |