← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden "
| Koninklijk besluit tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden | Arrêté royal fixant certaines attributions ministérielles |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER | SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE |
| 14 JANUARI 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van bepaalde | 14 JANVIER 2009. - Arrêté royal fixant certaines attributions |
| ministeriële bevoegdheden | ministérielles |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
| Gelet op de artikelen 37 en 96 van de Grondwet; | Vu les articles 37 et 96 de la Constitution; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 17 april 2008 tot vaststelling van | Vu l'arrêté royal du 17 avril 2008 fixant certaines attributions |
| bepaalde ministeriële bevoegdheden; | ministérielles; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 2008 houdende | Vu l'arrêté royal du 30 décembre 2008 portant nomination des membres |
| benoeming van de regeringsleden; | du gouvernement; |
| Op de voordracht van de Eerste Minister, | Sur la proposition du Premier Ministre, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.De Eerste Minister is bevoegd voor wat betreft : |
Article 1er.Le Premier Ministre est compétent en matière de : |
| 1° de voogdij over de volgende drie federale culturele instellingen : | 1° tutelle sur les trois institutions culturelles fédérales suivantes |
| de Koninklijke Muntschouwburg, het Paleis voor Schone Kunsten en het | : le Théâtre royal de la Monnaie, le Palais des Beaux-Arts et |
| Nationaal Orkest van België; | l'Orchestre national de Belgique; |
| 2° mobiliteit; | 2° mobilité; |
| 3° fraudebestrijding, en de uniforme toepassing van de wetgeving in | 3° lutte contre la fraude, et l'application uniforme de la législation |
| het ganse land; | dans tout le pays; |
| 4° begroting; | 4° budget; |
| 5° de wetgeving inzake mariene milieu en maritieme mobiliteit. | 5° législation en matière d'environnement marin et de mobilité |
Art. 2.De Minister van Financiën is bevoegd voor wat betreft : |
maritime. Art. 2.Le Ministre des Finances est compétent en matière de : |
| 1° het financieel beheer van de terreinen en de gebouwen van de | 1° gestion financière des terrains et des bâtiments de l'Etat fédéral |
| Federale Staat en de Regie der Gebouwen; | et la Régie des Bâtiments; |
| 2° het Nationaal Waarborgfonds voor schoolgebouwen; | 2° Fonds national de garantie des bâtiments scolaires; |
| 3° de Nationale Loterij, met dien verstande dat een protocol wordt | 3° Loterie Nationale, étant entendu qu'un protocole est conclu avec le |
| afgesloten met de Minister van Overheidsbedrijven; | Ministre des Entreprises publiques; |
| 4° de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij; | 4° Société fédérale de Participations et d'Investissement; |
| 5° verzekeringen; | 5° assurances; |
| 6° het verlenen en het verlengen van de uitvoervergunningen, bedoeld | 6° octroi et prolongation des licences d'exportation, visées dans la |
| in de wet van 11 september 1962 betreffende de in-, uit- en doorvoer | loi du 11 septembre 1962 relative à l'exportation et au transit des |
| van goederen en de daaraan verbonden technologie, met uitzondering van | marchandises et de la technologie y afférente, à l'exception de celles |
| deze die het voorwerp uitmaken van een Europese regelgeving inzake | qui font l'objet d'une réglementation européenne en matière de |
| vergunningen en contingenten. | licences et de contingents. |
Art. 3.De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en |
Art. 3.La Vice-Première Ministre et Ministre des Affaires sociales et |
| Volksgezondheid oefent de voogdij uit over de uitvoering van het | de la Santé publique exerce la tutelle sur l'exécution de l'accord de |
| samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en | coopération du 15 septembre 1993 entre l'Etat fédéral et la Région de |
| het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot bepaalde | Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à |
| initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van | promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de |
| hoofdstad van Brussel te bevorderen. | Bruxelles. |
Art. 4.De Minister van Buitenlandse Zaken is bevoegd voor de |
Art. 4.Le Ministre des Affaires étrangères est compétent pour |
| Wereldhandelsorganisatie. | l'Organisation mondiale du commerce. |
Art. 5.De Minister van Overheidsbedrijven is bevoegd voor Belgacom, |
Art. 5.Le Ministre des Entreprises publiques est compétent pour |
| N.M.B.S. Holding, N.M.B.S., Infrabel en De Post. | Belgacom, S.N.C.B. Holding, S.N.C.B., Infrabel et La Poste. |
Art. 6.De Minister van Werk is bevoegd voor wat betreft : |
Art. 6.La Ministre de l'Emploi est compétente en matière de : |
| 1° de voogdij over het Fonds voor Arbeidsongevallen en de Rijksdienst | 1° tutelle sur le Fonds des Accidents de travail et l'Office national |
| voor jaarlijkse vakantie; | des vacances annuelles; |
| 2° het gezinsbeleid, onverminderd de bevoegdheden van de Minister van | 2° politique des familles, sans préjudice des compétences de la |
| Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen inzake kinderbijslagen | Ministre des Affaires sociales et de la Ministre des Indépendants en |
| voor werknemers en voor zelfstandigen. | matière d'allocations familiales des travailleurs et des indépendants. |
Art. 7.De Minister van Gelijke Kansen is bevoegd voor wat betreft : |
Art. 7.La Ministre de l'Egalité des Chances est compétente en matière |
| 1° het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding; | de : 1° Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme; |
| 2° het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen; | 2° Institut pour l'égalité des femmes et des hommes; |
| 3° het Impulsfonds voor migrantenbeleid; | 3° Fonds d'impulsion à la politique des immigrés; |
| 4° de interculturele dialoog. | 4° dialogue interculturel. |
Art. 8.De Minister van Zelfstandigen oefent de voogdij uit over het |
Art. 8.La Ministre des Indépendants exerce la tutelle sur l'Institut |
| Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen. | national d'assurances sociales pour travailleurs indépendants. |
Art. 9.De Minister van Landbouw is bevoegd voor wat betreft de |
Art. 9.La Ministre de l'Agriculture est compétente en matière de |
| veiligheid van de voedselketen, met dien verstande dat een protocol | sécurité de la chaîne alimentaire, étant entendu qu'un protocole est |
| wordt afgesloten met de Minister van Volksgezondheid, en oefent de | conclu avec la Ministre de la Santé publique, et exerce la tutelle sur |
| voogdij uit over : | : |
| 1° het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen; | 1° l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire; |
| 2° het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie. | 2° le Centre d'Etude et de Recherches vétérinaires et agrochimiques. |
Art. 10.De Minister van Wetenschapsbeleid is bevoegd voor de lasten |
Art. 10.La Ministre de la Politique scientifique est compétente pour |
| van het verleden van het vroegere « Ministère de l'Education nationale ». | les charges du passé de l'ancien Ministère de l'Education nationale. |
Art. 11.De Minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en |
Art. 11.La Ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des |
| Grote Steden is bevoegd voor wat betreft : | Grandes Villes est compétente en matière de : |
| 1° strijd tegen de armoede; | 1° lutte contre la pauvreté; |
| 2° sociale economie. | 2° économie sociale. |
Art. 12.De Minister van Maatschappelijke Integratie oefent de voogdij |
Art. 12.La Ministre de l'Intégration sociale exerce la tutelle sur |
| uit over het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers, in | l'Agence fédérale d'accueil des demandeurs d'asile, en concertation |
| overleg met de Minister van Migratie- en asielbeleid en in naleving | avec la Ministre de la Politique de migration et d'asile et en |
| van het Samenwerkingsprotocol van 3 augustus 2005 tussen het | respectant le protocole de coopération du 3 août 2005 entre l'Agence |
| Agentschap voor de opvang van asielzoekers en de Dienst Vreemdelingenzaken. | fédérale d'accueil des demandeurs d'asile et l'Office des Etrangers. |
Art. 13.De Minister van Pensioenen oefent de voogdij uit over de |
Art. 13.La Ministre des Pensions exerce la tutelle sur l'Office |
| Rijksdienst voor pensioenen. | national des Pensions. |
Art. 14.De Minister van Landsverdediging is bevoegd voor |
Art. 14.Le Ministre de la Défense est compétent en matière des |
| oorlogsslachtoffers. | victimes de la guerre. |
Art. 15.De Minister van Klimaat en Energie is bevoegd voor : |
Art. 15.Le Ministre du Climat et de l'Energie est compétent en matière de : |
| 1° duurzame ontwikkeling; | 1° développement durable; |
| 2° leefmilieu, met inbegrip van het Protocol van Kyoto; | 2° environnement, y compris le Protocole de Kyoto; |
| 3° consumentenzaken, met dien verstande dat een protocol wordt | 3° protection de la consommation, étant entendu qu'un protocole est |
| afgesloten tussen de Minister van K.M.O.'s, voor wat de bevoegdheden | conclu entre la Ministre des P.M.E., en ce qui concerne les |
| betreft bedoeld in die hoedanigheid door de wet, de Minister van | compétences visées ès qualité par la loi, le Ministre du Climat et de |
| Klimaat en Energie en de Minister voor Ondernemen met betrekking tot | l'Energie et le Ministre pour l'Entreprise en ce qui concerne la |
| de bevoegdheid inzake Consumentenzaken. Hij oefent het gezag uit over | compétence en matière de Protection de la consommation. Il exerce |
| de Federale Programmatorische Overheidsdienst Consumentenzaken. | l'autorité sur le Service public fédéral de programmation Protection |
Art. 16.De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen is bevoegd voor |
de la Consommation. Art. 16.Le Ministre pour l'Entreprise et la Simplification est |
| wat betreft : | compétent en matière de : |
| 1° de administratieve vereenvoudiging; | 1° simplification administrative; |
| 2° de informatisering van de overheidsdiensten; | 2° informatisation des services publics; |
| 3° economie. | 3° économie. |
Art. 17.De Minister van Migratie- en asielbeleid is bevoegd voor wat |
Art. 17.La Ministre de la Politique de migration et d'asile est |
| betreft : | compétente en matière de : |
| 1° de voogdij over de Dienst Vreemdelingenzaken, het | 1° tutelle sur l'Office des Etrangers, le Commissariat général aux |
| Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen, en de Raad | Réfugiés et Apatrides, et le Conseil du contentieux des étrangers; |
| voor vreemdelingenbetwistingen; | 2° migration économique, étant entendu qu'un protocole est conclu |
| 2° de economische migratie, met dien verstande dat een protocol wordt | entre la Ministre de la Politique de migration et d'asile et la |
| afgesloten tussen de Minister van Migratie- en asielbeleid en de | Ministre de l'Emploi en ce qui concerne les éléments de droit du |
| Minister van Werk met betrekking tot die elementen van het | travail qui ont trait à la migration économique. |
| arbeidsrecht die betrekking hebben op de economische migratie. | |
Art. 18.De Minister van Binnenlandse Zaken is bevoegd voor de lasten |
Art. 18.Le Ministre de l'Intérieur est compétent en matière de |
| van het verleden van het vroegere Ministerie van Onderwijs. | charges du passé de l'ancien « Ministerie van Onderwijs ». |
Art. 19.Zijn bevoegd voor wat betreft : |
Art. 19.Sont compétents en matière de : |
| 1° de Nationale Delcrederedienst : de Minister van Financiën, de | 1° Office national du Ducroire : le Ministre des Finances, le Ministre |
| Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Ondernemen; | des Affaires étrangères et le Ministre pour l'Entreprise; |
| 2° de NV ASTRID : de Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken; | 2° SA ASTRID : le Ministre des Finances et le Ministre de l'Intérieur; |
| 3° de gezamenlijke voogdij over het Fonds voor Beroepsziekten, de | 3° tutelle conjointe sur le Fonds des Maladies professionnelles, |
| Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Kruispuntbank voor Sociale | l'Office national de Sécurité sociale et la Banque-Carrefour de la |
| Zekerheid : de Minster van Sociale Zaken en de Minister van Werk; | Sécurité sociale : la Ministre des Affaires sociales et la Ministre de |
| 4° de gezamenlijke voogdij over de Dienst voor Overzeese Sociale | l'Emploi; 4° tutelle conjointe sur l'Office de Sécurité sociale d'Outre-Mer : la |
| Zekerheid : de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Werk en de | Ministre des Affaires sociales, la Ministre de l'Emploi et la Ministre |
| Minister van Pensioenen; | des Pensions; |
| 5° de gezamenlijke voogdij over de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid | 5° tutelle conjointe sur l'Office national de Sécurité sociale des |
| van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten : de Minister van | administrations provinciales et locales : la Ministre des Affaires |
| Sociale Zaken, de Minister van Werk, de Minister van Pensioenen en de | sociales, la Ministre de l'Emploi, la Ministre des Pensions et le |
| Minister van Binnenlandse Zaken; | Ministre de l'Intérieur; |
| 6° de opvolging van de uitvoering van het Schengenakkoord : de | 6° suivi de l'exécution de l'Accord de Schengen : le Ministre de la |
| Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken, in | |
| functie van de respectievelijke opdrachten van de Federale | Justice et le Ministre de l'Intérieur, en fonction de missions |
| Overheidsdienst Justitie en de Federale Overheidsdienst Binnenlandse | respectives du Service public fédéral Justice et du Service public |
| Zaken, met dien verstande dat het voorzitterschap beurtelings zal | fédéral Intérieur, étant entendu que la présidence sera assurée à tour |
| uitgeoefend worden door de Minister van Justitie en de Minister van | de rôle par le Ministre de la Justice et le Ministre de l'Intérieur; |
| Binnenlandse Zaken; | |
| 7° het sociaal statuut der zelfstandigen, waaronder ook de pensioenen | 7° statut social des indépendants, y compris les pensions des |
| van de zelfstandigen : de Minister van Zelfstandigen, met dien | indépendants : la Ministre des Indépendants, étant entendu qu'un |
| verstande dat een protocol wordt afgesloten tussen de Minister van | protocole est conclu entre la Ministre des Indépendants et la Ministre |
| Zelfstandigen en de Minister van Pensioenen, voor wat betreft de | des Pensions, en ce qui concerne l'exécution des pensions mixtes; |
| uitvoering van de gemengde pensioenen; | |
| 8° gezondheidszorgen voor zelfstandigen, voor de bepalingen specifiek | 8° soins de santé pour les indépendants, pour les dispositions qui |
| voor de zelfstandigen : de Minister van Zelfstandigen en de Minister | sont spécifiques aux travailleurs indépendants : la Ministre des |
| van Sociale Zaken, op initiatief van de Minister van Zelfstandigen; | Indépendants et la Ministre des Affaires sociales, à l'initiative de |
| la Ministres des Indépendants; | |
| 9° de Nationale Plantentuin van België : de Vice-Eerste Minister en | 9° Jardin botanique national de Belgique : le Vice-Premier Ministre et |
| Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen en de Minister | Ministre des Finances et des Réformes institutionnelles et la Ministre |
| van Wetenschapsbeleid; | de la Politique scientifique; |
| 10° de materies met betrekking tot het gebruik der talen inzake | 10° matières relatives à l'emploi des langues en matière de |
| onderwijs die niet door de Grondwet aan de Gemeenschappen zijn | l'enseignement qui ne sont pas confiées aux Communautés par la |
| toevertrouwd : de Minister van Wetenschapsbeleid en de Minister van | Constitution : la Ministre de la Politique scientifique et le Ministre |
| Binnenlandse Zaken. | de l'Intérieur; |
Art. 20.In geval van wettige verhindering van de Minister van |
Art. 20.En cas d'empêchement légal du Ministre de la Justice, ses |
| Justitie, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend, wat de Franstalige | compétences sont exercées, pour ce qui concerne les dossiers |
| dossiers betreft, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en | francophones, par la Vice-Première Ministre et Ministre de l'Emploi et |
| Gelijke Kansen, en, wat de Nederlandstalige dossiers betreft, door de | de l'Egalité des Chances, et, pour ce qui concerne les dossiers |
| Vice-Eerste Minister en Minister van Ambtenarenzaken, | néerlandophones, par le Vice-Premier Ministre et Ministre de la |
| Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen. | Fonction publique, des Entreprises publiques et des Réformes |
| institutionnelles. | |
Art. 21.Het koninklijk besluit van 17 april 2008 tot vaststelling van |
Art. 21.L'arrêté royal du 17 avril 2008 fixant certaines attributions |
| bepaalde ministeriële bevoegdheden, wordt opgeheven. | ministérielles, est abrogé. |
Art. 22.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 december 2008. |
Art. 22.Le présent arrêté produit ses effets le 30 décembre 2008. |
Art. 23.De Eerste Minister en de Ministers en Staatssecretarissen |
Art. 23.Le Premier Ministre et les Ministres et Secrétaires d'Etat |
| zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. |
| Gegeven te Brussel, 14 januari 2009. | Donné à Bruxelles, le 14 janvier 2009. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Par le Roi : |
| De Eerste Minister, | Le Premier Ministre, |
| H. VAN ROMPUY | H. VAN ROMPUY |