← Terug naar "Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen waarvan de vaststelling gesteund op materiële bewijsmiddelen die door onbemande automatisch werkende toestellen worden opgeleverd, bewijskracht heeft zolang het tegendeel niet bewezen is "
| Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen waarvan de vaststelling gesteund op materiële bewijsmiddelen die door onbemande automatisch werkende toestellen worden opgeleverd, bewijskracht heeft zolang het tegendeel niet bewezen is | Arrêté royal déterminant les infractions dont la constatation fondée sur des preuves matérielles fournies par des appareils fonctionnant automatiquement en l'absence d'un agent qualifié, fait foi jusqu'à preuve du contraire |
|---|---|
| MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR 11 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen waarvan de vaststelling gesteund op materiële bewijsmiddelen die door onbemande automatisch werkende toestellen worden opgeleverd, bewijskracht heeft zolang het tegendeel niet bewezen is ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 62, eerste | MINISTERE DES COMMUNICATIONS ET DE L'INFRASTRUCTURE 11 OCTOBRE 1997. Arrêté royal déterminant les infractions dont la constatation fondée sur des preuves matérielles fournies par des appareils fonctionnant automatiquement en l'absence d'un agent qualifié, fait foi jusqu'à preuve du contraire ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 mars 1968, notamment l'article 62, alinéa 1er, remplacé par la |
| lid, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996; | loi du 4 août 1996; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen | Vu l'arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur |
| reglement op de politie van het wegverkeer, gewijzigd bij de | la police de la circulation routière, modifié par les arrêtés royaux |
| koninklijke besluiten van 27 april 1976, 23 juni 1978, 8 juni 1979, 14 | des 27 avril 1976, 23 juin 1978, 8 juin 1979, 14 décembre 1979, 15 |
| december 1979, 15 april 1980, 25 november 1980, 11 mei 1982, 8 april | avril 1980, 25 novembre 1980, 11 mai 1982, 8 avril 1983, 21 décembre |
| 1983, 21 december 1983, 1 juni 1984, 18 oktober 1984, 25 maart 1987, | 1983, 1er juin 1984, 18 octobre 1984, 25 mars 1987, 28 juillet 1987, |
| 28 juli 1987, 17 september 1988, 22 mei 1989, 20 juli 1990, 28 januari | 17 septembre 1988, 22 mai 1989, 20 juillet 1990, 28 janvier 1991, 1er |
| 1991, 1 februari 1991, 18 maart 1991, 18 september 1991, 14 maart | février 1991, 18 mars 1991, 18 septembre 1991, 14 mars 1996, 29 mai |
| 1996, 29 mei 1996, 11 maart 1997 en 16 juli 1997; | 1996, 11 mars 1997 et 16 juillet 1997; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen | Vu l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant réglement général sur les |
| reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, | conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules |
| hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, gewijzigd | automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que les accessoires |
| bij de koninklijke besluiten van 14 juni 1968, 4 augustus 1968, 5 | de sécurité modifié par les arrêtés royaux des 14 juin 1968, 4 août |
| januari 1970, 14 januari 1971, 9 augustus 1971, 29 maart 1974, 14 mei | 1968, 5 janvier 1970, 14 janvier 1971, 9 août 1971, 29 mars 1974, 14 |
| 1975, 21 augustus 1975, 12 december 1975, 11 augustus 1976, 10 | mai 1975, 21 août 1975, 12 décembre 1975, 11 août 1976, 10 décembre |
| december 1976, 11 maart 1977, 1 maart 1978, 2 maart 1979, 21 december | 1976, 11 mars 1977, 1er mars 1978, 2 mars 1979, 21 décembre 1979, 28 |
| 1979, 28 februari 1980, 10 december 1980, 26 februari 1981, 3 augustus | février 1980, 10 décembre 1980, 26 février 1981, 3 août 1981, 28 |
| 1981, 28 september 1981, 16 november 1984, 13 september 1985, 21 mei | septembre 1981, 16 novembre 1984, 13 septembre 1985, 21 mai 1987, 9 |
| 1987, 9 mei 1988, 17 januari 1989, 22 mei 1989, 19 juni 1989, 9 april | mai 1988, 17 janvier 1989, 22 mai 1989, 19 juin 1989, 9 avril 1990, 14 |
| 1990, 14 december 1990, 21 februari 1991, 16 september 1991, 23 | décembre 1990, 21 février 1991, 16 septembre 1991, 23 septembre 1991, |
| september 1991, 12 december 1991, 20 juli 1993, 17 februari 1995, 15 | 12 décembre 1991, 20 juillet 1993, 17 février 1995, 15 mars 1995 et 10 |
| maart 1995 en 10 april 1995; | avril 1995; |
| Overwegende dat de Gewestregeringen zijn betrokken bij het ontwerpen | Considérant que les Gouvernements régionaux ont été associés à |
| van dit besluit; | l'élaboration du présent arrêté; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 17 juli | Vu l'avis de l'Inspection des Finances du 17 juillet 1996; |
| 1996; Gelet op het besluit van de Ministerraad van 25 april 1997 over de | Vu la délibération du Conseil des Ministres, le 25 avril 1997 sur la |
| adviesaanvraag binnen een termijn van een maand; | demande d'avis dans le délai d'un mois; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 23 juni 1997, | Vu l'avis du Conseil d'Etat, donné le 23 juin 1997, en application de |
| met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde | l'article 84, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil |
| wetten op de Raad van State; | d'Etat; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze | Sur la proposition de Notre Ministre de l'Intérieur, de Notre Ministre |
| Minister van Justitie, van Onze Staatssecretaris voor Veiligheid en op | de la Justice, de Notre Secrétaire d'Etat à la Sécurité et de l'avis |
| het advies van onze in Raad vergaderde Ministers, | de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil,. |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.De overtredingen waarvan de vaststelling gesteund op |
Article 1er.Les infractions dont la constatation fondée sur des |
| materiële bewijsmiddelen die door onbemande automatisch werkende | preuves matérielles fournies par des appareils fonctionnant |
| toestellen worden opgeleverd, bewijskracht heeft zolang het tegendeel | automatiquement en l'absence d'un agent qualifié, fait foi jusqu'à |
| niet bewezen is, zijn de hierna vermelde overtredingen op het | preuve du contraire, sont les infractions à l'arrêté royal du 1er |
| koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op | décembre 1975 portant règlement général sur la police de la |
| de politie van het wegverkeer en op het koninklijk besluit van 15 | circulation routière et à l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant |
| maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan | règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent |
| de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun | répondre les véhicules automobiles, leurs remorques, leurs éléments |
| veiligheidstoebehoren moeten voldoen : | ainsi que les accessoires de sécurité désignées ci-après : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van |
Art. 2.Nos Ministres de l'Intérieur et de la Justice et Notre |
| Justitie en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid zijn, ieder wat hem | Secrétaire d'Etat à la Sécurité sont chargés, chacun en ce qui le |
| betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | concerne, de l'exécution du présent arrêté. |
| Gegeven te Brussel, 11 oktober 1997. | Donné à Bruxelles, le 11 octobre 1997. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Par le Roi : |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | Le Ministre de l'Intérieur, |
| J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
| De Minister van Justitie, | Le Ministre de la Justice, |
| S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |
| De Staatssecretaris voor Veiligheid, | Le Secrétaire d'Etat à la Sécurité, |
| J. PEETERS | J. PEETERS |