Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs | Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 10 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, | SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS 10 SEPTEMBRE 2010. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée |
gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, eerste lid, artikel 21, | le 16 mars 1968, l'article 1er, alinéa 1er, l'article 21, remplacé par |
vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 18 | la loi du 9 juillet 1976 et modifié par la loi du 18 juillet 1990, |
juli 1990, artikel 23, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en | l'article 23, remplacé par la loi du 9 juillet 1976 et modifié par les |
gewijzigd bij de wetten van 29 februari 1984 en 18 juli 1990 en | lois des 29 février 1984 et 18 juillet 1990 et l'article 26, remplacé |
artikel 26, vervangen bij de wet van 9 juli 1976; | par la loi du 9 juillet 1976; |
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs; | Vu l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire; |
Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen; | Vu l'association des gouvernements de région; |
Gelet op het advies nr. 48.438/4 van de Raad van State, gegeven op 14 | Vu l'avis n° 48.438/4 du Conseil d'Etat, donné le 14 juillet 2010, en |
juli 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le |
wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; |
Op de voordracht van de Eerste Minister en van de Staatssecretaris | Sur la proposition du Premier Ministre et du Secrétaire d'Etat à la |
voor Mobiliteit, | Mobilité, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Artikel 7 van dit besluit beoogt de omzetting van de |
Article 1er.L'article 7 du présent arrêté transpose la Directive |
Richtlijn 2009/112/EG van de Commissie van 25 augustus 2009 tot | 2009/112/CE de la Commission du 25 août 2009 modifiant la Directive |
wijziging van Richtlijn 91/439/EEG van de Raad betreffende het | 91/439/CEE du Conseil relative au permis de conduire et la Directive |
rijbewijs en de Richtlijn 2009/113/EG van de Commissie van 25 augustus | 2009/113/CE de la Commission du 25 août 2009 modifiant la Directive |
2009 tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees | |
Parlement en van de Raad betreffende het rijbewijs. | 2006/126/CE du Parlement européen et du Conseil relative au permis de |
Art. 2.In artikel 4, 12°, van het koninklijk besluit van 23 maart |
conduire. Art. 2.Dans l'article 4, 12°, de l'arrêté royal du 23 mars 1998 |
1998 betreffende het rijbewijs, vervangen bij het koninklijk besluit | relatif au permis de conduire, remplacé par l'arrêté royal du 1er |
van 1 september 2006, worden de woorden « artikel 1, § 1, 15 » | septembre 2006, les mots « article 1er, § 1er, 15 » sont remplacés par |
vervangen door de woorden « artikel 1, § 2, 75 ». | les mots « article 1er, § 2, 75 ». |
Art. 3.In artikel 32, § 5, van hetzelfde besluit, Nederlandse tekst, |
Art. 3.Dans l'article 32, § 5, du même arrêté, texte néerlandais, les |
worden de woorden « psychisch-medisch-sociaal centrum » vervangen door | mots « psychisch-medisch-sociaal centrum » sont remplacés par les mots |
de woorden « centrum voor leerlingenbegeleiding ». | « centrum voor leerlingenbegeleiding ». |
Art. 4.In artikel 43 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
Art. 4.A l'article 43 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du |
koninklijk besluit van 31 oktober 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | 31 octobre 2008, les modifications suivantes sont apportées : |
a) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : | a) le 2° est remplacé par ce qui suit : |
« 2° de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen | « 2° les services de taxis et les services de location de voitures |
met chauffeur bedoeld in artikel 6, § 1, X, 8° van de bijzondere wet | avec chauffeur visés par l'article 6, § 1er, X, 8° de la loi spéciale |
tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980; »; | de réformes institutionnelles du 8 août 1980; »; |
b) de bepaling onder 3° wordt opgegeven; | b) le 3° est abrogé; |
c) in de bepaling onder 6°, worden de woorden « artikel 1, § 2, 12 » | c) au 6°, les mots « article 1er, § 2, 12 » sont remplacés par les |
vervangen door de woorden « artikel 1, § 2, 68 ». | mots « article 1er, § 2, 68 ». |
Art. 5.In artikel 44, 4, eerste lid, 4°, van hetzelfde besluit, |
Art. 5.Dans l'article 44, § 4, alinéa 1er, 4°, du même arrêté, texte |
Nederlandse tekst, worden de woorden « psychisch-medisch-sociaal | |
centrum » vervangen door de woorden « centrum voor | néerlandais, les mots « psychisch-medisch-sociaal centrum » sont |
leerlingenbegeleiding ». | remplacés par les mots « centrum voor leerlingenbegeleiding ». |
Art. 6.In artikel 64, tweede lid van hetzelfde besluit, worden de |
Art. 6.A l'article 64, alinéa 2 du même arrêté, les mots « et 9° » |
woorden « en 9° » vervangen door de woorden « 9°, 15 en 16° ». | sont remplacés par les mots « 9°, 15° et 16° ». |
Art. 7.In bijlage 6 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
Art. 7.A l'annexe 6 du même arrêté, modifiée par les arrêtés royaux |
koninklijke besluiten van 5 september 2002, 15 juli 2004 en 1 | des 5 septembre 2002 15 juillet 2004 et 1er septembre 2006, les |
september 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : | modifications suivantes sont apportées : |
1° de bepaling onder II.3 wordt vervangen als volgt : | 1° le II.3 est remplacé par ce qui suit : |
« 3. Epilepsie | « 3. Epilepsie |
3.1. De kandidaat met epilepsie of die een epileptische aanval heeft gehad, ongeacht het al dan niet ondergaan hebben van curatieve cerebrale chirurgie, is niet rijgeschikt. Een persoon heeft epilepsie indien hij binnen een periode van vijf jaar twee of meerdere niet uitgelokte epileptische aanvallen heeft gehad. Na vijf jaar aanvalsvrijheid kan een nieuwe aanval beschouwd worden als een eerste aanval. Een geneesheer gespecialiseerd in de neurologie of neuropsychiatrie bepaalt het specifieke epilepsie syndroom en het (de) aanvalstype(n), nodig om het risico op verdere aanvallen in te schatten. Bij andere oorzaken van bewustzijnsverlies of -daling houdt hij rekening met het risico op herhaling tijdens het rijden en met de andere desbetreffende criteria bedoeld in die bijlage. Hij formuleert het advies betreffende | 3.1. Le candidat souffrant d'épilepsie ou ayant eu une crise d'épilepsie n'est pas apte à la conduite, en dépit du fait qu'il ait ou non subi une chirurgie cérébrale curative. Une personne souffre d'épilepsie si elle a eu deux ou plusieurs crises épileptiques non provoquées au cours d'une période de cinq ans. Après cinq années sans crise, une nouvelle crise est considérée comme une première crise. Un médecin spécialiste en neurologie ou neuropsychiatrie détermine le syndrome épileptique spécifique et le(s) type(s) de crise pour juger du risque de nouvelles crises. Si d'autres causes sont à l'origine de la perte de connaissance ou de l'altération de la conscience, le médecin tient compte du risque de répétition lors de la conduite, ainsi que des autres critères pertinents prévus dans la présente annexe. Il formule l'avis concernant l'aptitude à la conduite et la |
de rijgeschiktheid en de geldigheidsduur ervan. | durée de validité de cette aptitude. |
3.2. Normen voor de kandidaten van groep 1 3.2.1. De kandidaat die één aanval van epilepsie heeft gehad, kan rijgeschikt worden verklaard na een aanvalsvrije periode van minstens zes maanden. 3.2.2. De kandidaat die één aanval van epilepsie heeft gehad, kan na een aanvalsvrije periode van minstens drie maanden, rijgeschikt worden verklaard indien het elektro-encefalogram geen epileptiforme tekens vertoont en de neurologische beeldvorming niet wijst op het bestaan van een epileptogene cerebrale pathologie. 3.2.3. De kandidaat die ten gevolge van een aanwijsbare en vermijdbare oorzaak een eenmalige uitgelokte aanval van epilepsie heeft vertoond, kan na een aanvalsvrije periode van minstens drie maanden rijgeschikt worden verklaard indien het elektro-encefalogram verricht na de | 3.2. Normes pour les candidats du groupe 1 3. 2.1. Le candidat qui a eu une crise d'épilepsie peut être déclaré apte à la conduite après une période de six mois au moins sans crise. 3. 2.2. Le candidat qui a eu une crise d'épilepsie peut être déclaré apte à la conduite après une période de trois mois au moins sans crise si l'électro-encéphalogramme ne montre pas d'anomalie épileptiforme et si la neuroradiologie ne révèle pas l'existence d'une pathologie cérébrale épileptogène. 3.2.3. Le candidat qui présente une crise d'épilepsie unique due à un facteur explicable et évitable peut être déclaré apte à la conduite après une période de trois mois au moins sans crise si l'électro-encéphalogramme effectué pendant la période de provocation |
periode van provocatie geen epileptiforme tekens vertoont en een | ne montre pas d'anomalie épileptiforme et qu'un examen spécialisé |
uitgebreid specialistisch onderzoek niet wijst op het bestaan van een | approfondi ne révèle pas l'existence d'une pathologie cérébrale |
epileptogene cerebrale pathologie. Indien de aanval optrad tengevolge | épileptogène. Si la crise est survenue à la suite de la consommation |
van het gebruik of wegens de onthouding van het gebruik van alcohol | ou de l'abstinence de la consommation d'alcool et/ou de substances |
en/of psychotrope stoffen dient men dit in de beoordeling te betrekken | psychotropes, cet aspect doit être évalué selon les critères prévus au |
volgens de desbetreffende criteria voorzien in punt IV. « Normen | point IV. « Normes relatives à l'usage d'alcool, de substances |
betreffende het gebruik van alcohol, psychotrope stoffen en | |
geneesmiddelen ». | psychotropes et de médicaments ». |
3.2.4. De kandidaat met epilepsie kan rijgeschikt worden verklaard na | 3.2.4. Le candidat souffrant d'épilepsie peut être déclaré apte à la |
een aanvalsvrije periode van minstens één jaar. | conduite après une période d'un an au moins sans crise. |
3.2.5. De kandidaat, met een tevoren stabiele situatie, die een | 3.2.5. Le candidat dont l'état était stabilisé mais qui fait une crise |
epileptische aanval heeft vertoond ten gevolge van het afbouwen, | suite à la diminution progressive, à la modification du dosage ou du |
wijzigen van de dosering of het type van de anti-epileptica, kan | type d'anti-épileptique prescrit, peut être déclaré apte à la conduite |
rijgeschikt worden verklaard drie maanden na de laatste aanval indien | trois mois après la dernière crise si le traitement précédent est |
de vorige behandeling wordt hervat. Indien er een andere behandeling wordt gestart, kan de kandidaat rijgeschikt verklaard worden 6 maand na de laatste aanval. De geneesheer licht de kandidaat in over de mogelijke risico's bij het afbouwen of veranderen van de medicatie. 3.2.6. De kandidaat die uitsluitend aanvallen van epilepsie vertoont die geen invloed hebben op het bewustzijn en die geen aanleiding geven tot enig andere beperking met betrekking tot een veilige verkeersdeelname, en die in de anamnese vrij is van andere epilepsie-aanvallen, kan rijgeschikt worden verklaard wanneer deze toestand tenminste één jaar bestaat. 3.2.7 De kandidaat die gedurende een periode van twee jaar uitsluitend aanvallen van epilepsie heeft gehad tijdens de slaap, kan rijgeschikt worden verklaard. 3.2.8. De kandidaat met epilepsie die hiervoor curatieve cerebrale chirurgie heeft ondergaan, kan na een periode zonder aanvallen van minstens een jaar rijgeschikt worden verklaard. Indien de aandoening of de ingreep een invloed heeft of heeft gehad op de motorische controle, het gedrag, het oordeels-, aanpassing-, waarneming- en | repris. Si un autre traitement est prescrit, le candidat peut être déclaré apte à la conduite six mois après la dernière crise. Le médecin informe le candidat des risques éventuels encourus lors de la diminution progressive ou de la modification du traitement médicamenteux. 3.2.6. Le candidat qui présente uniquement des crises d'épilepsie n'ayant aucune influence sur la conscience et qui ne limitent en rien sa participation, en toute sécurité, à la circulation, et qui dans l'anamnèse ne présente pas d'autres crises d'épilepsie, peut être déclaré apte à la conduite lorsque cette situation perdure depuis au moins un an. 3.2.7. Le candidat qui durant une période de deux ans a présenté des crises d'épilepsie uniquement pendant son sommeil peut être déclaré apte à la conduite. 3.2.8. Le candidat épileptique qui a bénéficié d'une chirurgie cérébrale curative peut être déclaré apte à la conduite après une période de un an au moins sans crise. Si l'affection ou l'intervention perturbe ou a perturbé ses réactions psychomotrices ou son comportement ou provoque ou a provoqué des troubles de jugement, |
perceptievermogen, zijn de bepalingen voorzien in punt II. 1. « | d'adaptation, d'évaluation ou de perception, les dispositions du point |
aandoeningen » van toepassing. | II. 1. « Affections nerveuses » sont applicables. |
3.2.9. De voorwaarden voor het afleveren van een | 3.2.9. Une attestation d'aptitude à la conduite est délivrée ou sa |
rijgeschiktheidsattest of voor de verlenging van de geldigheidsduur | durée de validité est prolongée à condition que le candidat fasse |
zijn dat de kandidaat onder regelmatig geneeskundig toezicht staat, | |
voldoende inzicht heeft in de aandoening, blijk geeft van een strikte | l'objet d'un suivi médical régulier, qu'il soit pleinement conscient |
therapietrouw en de voorgeschreven medicamenteuze anti-epileptische | de son affection, qu'il suive fidèlement son traitement et prenne la |
behandeling nauwgezet volgt. Een uitgebreid neurologisch onderzoek | médication anti-épileptique prescrite. Un examen neurologique |
laat tot een stabilisatie van de toestand besluiten. Een gunstig | approfondi doit conclure à une stabilisation de la situation. Un |
neurologisch verslag is steeds vereist. | rapport neurologique favorable est toujours requis. |
3.2.10. De geldigheidsduur van het rijgeschiktheidsattest is voor de | 3.2.10. La durée de validité de l'aptitude à la conduite est limitée |
eerste afgifte beperkt tot één jaar. Indien de kandidaat in deze | la première fois à un an. Si le candidat reste exempt de crise durant |
periode vrij van aanvallen is gebleven kan de geldigheidsduur worden | cette période, la validité de l'aptitude à la conduite peut être |
verlengd tot maximaal vijf jaar na de laatste aanval. Na een periode | prorogée pour une durée de cinq ans maximum après la dernière crise. |
zonder aanvallen van vijf opeenvolgende jaren, kan een | Après une période de cinq années consécutives sans aucune crise, une |
rijgeschiktheidsattest zonder beperking in de geldigheidsduur worden | attestation d'aptitude à la conduite sans limitation de validité peut |
afgeleverd. | être délivrée. |
Voor de kandidaten vermeld onder 3.1.6 en 3.1.7 wordt een | Pour les candidats visés aux points 3.1.6 et 3.1.7, une attestation |
rijgeschiktheidsattest met een geldigheidsduur van één jaar, jaarlijks | d'aptitude à la conduite d'un an, prolongeable annuellement, est |
verlengbaar, afgeleverd. Voor deze kandidaten kan een | délivrée. Après quatre prolongations successives, ces candidats |
rijgeschiktheidsattest met een onbeperkte geldigheidsduur afgeleverd | peuvent obtenir une attestation d'aptitude à la conduite sans |
worden na vier opeenvolgende verlengingen. | limitation de validité. |
3.3. Normen voor de kandidaten van groep 2 3.3.1. De kandidaat die een éénmalige niet uitgelokte aanval van epilepsie heeft gehad en reeds vijf jaar geen aanvallen van welke vorm ook heeft vertoond kan rijgeschikt worden verklaard. 3.3.2. De kandidaat die ten gevolge van een aanwijsbare en vermijdbare oorzaak een eenmalige uitgelokte aanval van epilepsie heeft vertoond, kan na een aanvalsvrije periode van minstens een jaar rijgeschikt worden verklaard. Indien er prognostisch uitzonderlijk gunstige factoren zijn, kan de kandidaat rijgeschikt verklaard worden na een aanvalsvrije periode van minstens zes maanden. Indien de aanval optrad tengevolge van het gebruik of wegens de onthouding van het gebruik van alcohol en/of psychotrope stoffen dient men dit in de beoordeling te betrekken volgens de desbetreffende criteria bedoeld in punt IV. Normen betreffende het gebruik van alcohol, psychotrope stoffen en geneesmiddelen. 3.3.3. De kandidaat met epilepsie, ongeacht de vorm, kan rijgeschikt | 3.3. Normes pour les candidats du groupe 2 3.3.1. Le candidat qui a présenté une crise d'épilepsie unique non provoquée peut être déclaré apte à la conduite s'il n'a plus eu de crise de quelque forme que ce soit depuis cinq ans. 3.3.2. Le candidat qui présente une crise d'épilepsie unique due à un facteur explicable et évitable peut être déclaré apte à la conduite après une période sans crise d'un an au moins. Si le pronostic est exceptionnellement favorable, le candidat peut être déclaré apte à la conduite, après une période d'au moins six mois sans crise. Si la crise est survenue à la suite de la consommation ou de l'abstinence de la consommation d'alcool et/ou de substances psychotropes, cet aspect doit être évalué selon les critères prévus au point IV. Normes relatives à l'usage d'alcool, de substances psychotropes et de médicaments. |
worden verklaard na een ononderbroken periode van ten minste tien jaar | 3.3.3. Le candidat souffrant d'épilepsie, sous quelque forme que ce |
zonder aanvallen van welke vorm ook. | soit, peut être déclaré apte à conduire, après une période |
Indien er prognostisch uitzonderlijk gunstige factoren zijn, kan de | ininterrompue d'au moins dix ans sans crise quelconque. |
kandidaat met epilepsie rijgeschikt verklaard worden voor het besturen | Si le pronostic est exceptionnellement favorable, le candidat peut |
van een voertuig bedoeld in artikel 43 of van de categorie C1 na een | être déclaré apte à conduire un véhicule visé à l'article 43 ou un |
ononderbroken periode van ten minste twee jaar zonder aanvallen van | véhicule de la catégorie C1, après une période ininterrompue d'au |
welke vorm ook. | moins deux ans sans crise quelconque. |
3.3.4. De voorwaarden voor het afleveren van of voor de verlenging van | 3.3.4. Une attestation d'aptitude à la conduite est délivrée ou sa |
de geldigheidsduur van het rijgeschiktheidsattest zijn dat de | durée de validité est prolongée à condition que le candidat n'ait plus |
kandidaat aanvalsvrij is gebleven voor de vereiste periode en dit | eu de crise durant la période requise, et ce sans médication |
zonder anti-epileptische medicatie, onder regelmatig geneeskundig | anti-épileptique, qu'il fasse l'objet d'un suivi médical régulier, |
toezicht staat, voldoende inzicht heeft in de aandoening, het | qu'il soit pleinement conscient de son affection, qu'un |
elektro-encefalogram geen epileptiforme afwijkingen vertoont, en de | électro-encéphalogramme ne montre pas d'anomalie épileptiforme et si |
neurologische beeldvorming niet wijst op het bestaan van een | la neuroradiologie ne révèle pas l'existence d'une pathologie |
epileptogene cerebrale pathologie. Een gunstig neurologisch verslag is | cérébrale épileptiforme. Un rapport neurologique favorable est |
steeds vereist. Dit verslag geeft aan dat er geen aanwijzingen zijn | toujours requis. Il doit ressortir de ce rapport que le risque de |
dat het risico op een nieuwe aanval, bewustzijnsverlies; of -daling | survenance d'une nouvelle crise, d'une absence ou d'une perte |
tijdens het rijden groter is dan 2 % per jaar. | d'attention durant la conduite d'un véhicule n'est pas supérieur à 2 % |
3.3.5. De geldigheidsduur van het rijgeschiktheidsattest is voor de | par an. 3.3.5. La durée de validité de la première attestation d'aptitude à la |
eerste afgifte beperkt tot een jaar en kan gedurende de vijf volgende | conduite est limitée à un an. Durant les cinq années qui suivent, elle |
jaren telkens worden verlengd met maximaal een jaar. | peut être prorogée pour une période d'un an maximum. |
Na deze periode is de geldigheidsduur voorgeschreven in artikel 44, § | Après cette période, la durée de validité prévue dans l'article 44, § |
5, van toepassing. »; | 5, est d'application. »; |
2° de bepaling onder II.7 wordt vervangen als volgt : | 2° le II.7 est remplacé par ce qui suit : |
« Diabetes mellitus | « Diabète sucré |
7. Diabetes mellitus | 7. Diabète sucré |
7.1. De kandidaat met diabetes mellitus is niet rijgeschikt. De kandidaat met een verhoogd risico op een ernstige hypoglykemie of met een ernstige hypoglykemie, ongeacht het moment waarop ze is opgetreden, is niet rijgeschikt. De kandidaat kan rijgeschikt worden verklaard door een arts met bijzondere beroepstitel in de endocrino-diabetologie. De kandidaat met een verhoogd risico op een ernstige hyperglykemie of met een ernstige hyperglykemie, ongeacht het moment waarop ze is opgetreden, is niet rijgeschikt. De kandidaat kan rijgeschikt worden verklaard door een arts met bijzondere beroepstitel in de endocrino-diabetologie. De kandidaat met een recurrente hypoglykemie of de kandidaat die onvoldoende inzicht heeft in het risico op hypoglykemie die de rijgeschiktheid in gevaar brengt, is niet rijgeschikt. De kandidaat kan rijgeschikt worden verklaard door een arts met bijzondere beroepstitel in de endocrino-diabetologie. Onder ernstige hypoglykemie wordt verstaan een toestand van een te lage bloedsuikerspiegel waarbij een persoon behoefte heeft aan bijstand van een andere persoon om uit deze toestand te komen. Er is sprake van recurrente hypoglykemie bij een tweede aanval van ernstige hypoglykemie in een periode van twaalf maanden. Onder ernstige hyperglykemie wordt verstaan een toestand van een te hoge bloedsuikerspiegel waarbij een persoon behoefte heeft aan bijstand van een andere persoon om uit deze toestand te komen. Er is sprake van recurrente hyperglykemie bij een tweede aanval van ernstige hyperglykemie in een periode van twaalf maanden. 7.2. De kandidaat kan rijgeschikt worden verklaard, mits wordt voldaan aan de specifieke vereisten van de gewenste rijbewijscategorie. 7.3. De kandidaat met diabetes mellitus bij wie de aandoening gepaard | 7.1. Le candidat atteint de diabète sucré est inapte à la conduite. Le candidat présentant un risque accru d'hypoglycémie sévère ou qui a présenté une hypoglycémie sévère, quel que soit le moment où elle s'est produite, est inapte à la conduite. Le candidat peut être déclaré apte à la conduite par un médecin porteur du titre professionnel particulier en endocrino-diabétologie Le candidat présentant un risque accru d'hyperglycémie sévère ou qui a présenté une hyperglycémie sévère, quel que soit le moment où elle s'est produite, est inapte à la conduite. Le candidat peut être déclaré apte à la conduite par un médecin porteur du titre professionnel particulier en endocrino-diabétologie Le candidat atteint d'une hypoglycémie récurrente ou le candidat qui n'est pas suffisamment conscient du risque d'hypoglycémie mettant en danger l'aptitude à conduire, est inapte à la conduite. Le candidat peut être déclaré apte à la conduite par un médecin porteur du titre professionnel particulier en endocrino-diabétologie. On entend par hypoglycémie sévère tout état résultant d'un taux de glycémie trop bas et où l'assistance d'une tierce personne est requise pour sortir de cet état. On parle hypoglycémie récurrente lorsqu'une deuxième crise d'hypoglycémie sévère survient au cours d'une période de douze mois. On entend par hyperglycémie sévère tout état résultant d'un taux de glycémie trop haut et où l'assistance d'une tierce personne est requise pour sortir de cet état. On parle d'hyperglycémie récurrente lorsqu'une deuxième crise d'hyperglycémie sévère survient au cours d'une période de douze mois. 7.2. Le candidat peut être déclaré apte à la conduite à condition de satisfaire aux exigences spécifiques de la catégorie de permis de conduire souhaitée. 7.3. Le candidat atteint de diabète sucré chez qui l'affection |
gaat met ernstige verwikkelingen ter hoogte van de ogen, het | s'accompagne de graves complications au niveau des yeux, du système |
zenuwstelsel, het hart of de bloedvaten, wordt doorverwezen naar de | nerveux ou du système cardiovasculaire, doit être adressé aux médecins |
artsen gespecialiseerd in dit type aandoening om hun respectief advies | spécialisés dans ce type d'affection afin d'obtenir leur avis |
in te winnen. | respectif. |
De kandidaat met locomotorische stoornissen die een invloed kunnen | Le candidat qui souffre de troubles locomoteurs susceptibles |
hebben op het veilig besturen van een motorvoertuig, wordt | d'influencer la conduite en toute sécurité d'un véhicule à moteur doit |
doorverwezen naar het in artikel 45 bedoelde centrum. De arts van het | être adressé au centre visé à l'article 45. Le médecin du centre |
centrum wint de nodige adviezen in en bezorgt overeenkomstig de | recueille les avis nécessaires et, conformément aux dispositions de |
bepalingen van artikel 45 het attest of zijn conclusies aan de in | l'article 45, délivre l'attestation ou communique ses conclusions au |
artikel 44 bedoelde arts, rekening houdend met de vereiste | médecin visé à l'article 44, en tenant compte des conditions, |
voorwaarden, beperkingen en aanpassingen. | restrictions et adaptations requises. |
7.4. Normen voor de kandidaten van groep 1 | 7.4. Normes pour les candidats du groupe 1 |
7.4.1. De kandidaat met diabetes mellitus die wordt behandeld met een | 7.4.1. Le candidat atteint de diabète sucré traité par un régime et/ou |
dieet en/of met (orale of inspuitbare) bloedsuikerverlagende | par médication hypoglycémiante (orale ou injectable) s'adresse à un |
medicatie, wendt zich tot een arts, die zijn rijgeschiktheid en de | médecin qui détermine son aptitude à la conduite et la durée de la |
geldigheidsduur ervan bepaalt. | validité de celle-ci. |
De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid bedraagt maximaal 5 jaar. | La durée de validité de l'aptitude à la conduite ne peut excéder 5 ans. |
7.4.2. De rijgeschiktheid van een kandidaat die 3 of meer | 7.4.2. L'aptitude à la conduite d'un candidat recevant 3 injections |
insuline-inspuitingen per dag of een behandeling met een insulinepomp | d'insuline ou plus par jour ou traité au moyen d'une pompe à insuline |
toegediend krijgt, wordt bepaald door een arts met bijzondere | est déterminée par un médecin porteur du titre professionnel |
beroepstitel in de endocrino-diabetologie. | particulier en endocrino-diabétologie. |
De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid bedraagt maximaal 5 jaar. | La durée de validité de l'aptitude à la conduite ne peut excéder 5 ans. |
7.4.3. De kandidaat met een recurrente hypoglykemie kan rijgeschikt | 7.4.3. Le candidat atteint d'une hypoglycémie récurrente peut être |
worden verklaard ten minste 3 maanden na het optreden van de hypoglykemie die aanleiding gaf tot de status « recurrentie », met inachtneming van de in 7.5.4 bedoelde criteria. Een gunstig verslag van een arts met bijzondere beroepstitel in de endocrino-diabetologie is vereist. Het verslag bevat ook een voorstel over de eventuele voorwaarden en/of beperkingen. 7.4.4. De kandidaat kan rijgeschikt worden verklaard indien hij een stabiele diabetes heeft, voldoende inzicht heeft in zijn aandoening, het risico op hypoglykemie kent en de symptomen ervan herkent, blijk geeft van strikte therapietrouw, een diabeteseducatie heeft gevolgd en onder geregeld geneeskundig toezicht staat. | déclaré apte à la conduite 3 mois au moins après l'apparition de l'hypoglycémie qui a donné lieu au statut de « récurrence » en respectant les critères visé sous 7.5.4. Un rapport favorable délivré par un médecin porteur du titre professionnel particulier en endocrino-diabétologie est requis. Le rapport contient également une proposition relative aux conditions et/ou restrictions éventuelles. 7.4.4. Le candidat peut être déclaré apte à la conduite à condition que son diabète se soit stabilisé, qu'il soit suffisamment conscient de son affection, qu'il connaisse le risque d'hypoglycémie et en reconnaisse les symptômes, qu'il suive fidèlement son traitement, qu'il ait reçu une éducation diabétique et qu'il fasse l'objet d'une surveillance médicale régulière. |
7.4.5. Bij elke verlenging van de geldigheidsduur van de | 7.4.5. A chaque prolongation de la durée de validité de l'aptitude à |
rijgeschiktheid legt de arts de kandidaat uit welke tekens op | la conduite, le médecin explique au candidat comment détecter les |
hypoglykemie wijzen en hoe hij deze toestand kan voorkomen. | signes d'hypoglycémie et les moyens d'éviter cet état. |
Wanneer de resultaten van de bloedsuikerspiegelmetingen beschikbaar | Lorsque les résultats des mesures du taux de glycémie sont |
zijn, evalueert de arts ze en bespreekt hij ze met de kandidaat. | disponibles, le médecin les évalue et en discute avec le candidat. |
De kandidaat die medicatie gebruikt die een hypoglykemie kan | Le candidat qui suit un traitement médicamenteux susceptible de |
veroorzaken, moet altijd snelle suikers binnen handbereik hebben in | provoquer une hypoglycémie doit toujours avoir des sucres rapides à |
het voertuig dat hij bestuurt. | portée de la main dans le véhicule qu'il conduit. |
7.5. Normen voor de kandidaten van groep 2 | 7.5. Normes pour les candidats du groupe 2 |
7.5.1. De kandidaat met diabetes mellitus die wordt behandeld met een | 7.5.1. Le candidat atteint de diabète sucré qui est traité par un |
dieet of met (orale of inspuitbare) bloedsuikerverlagende medicatie | régime ou par médication hypoglycémiante (orale ou injectable) ne |
die in een therapeutische dosis geen hypoglykemie kan veroorzaken, kan | risquant pas, à dose thérapeutique, de provoquer une hypoglycémie, |
rijgeschikt worden verklaard. | peut être déclaré apte à la conduite. |
Een gunstig verslag van de arts is vereist. | Un rapport favorable du médecin est requis. |
De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid bedraagt maximaal 3 jaar. | La durée de validité de l'aptitude à la conduite ne peut excéder 3 ans. |
7.5.2. De kandidaat met diabetes mellitus die wordt behandeld met | 7.5.2. Le candidat atteint de diabète sucré et traité par médication |
bloedsuikerverlagende medicatie die in een therapeutische dosis | hypoglycémiante qui, à dose thérapeutique, risque de provoquer des |
hypoglykemieaanvallen kan veroorzaken of wordt behandeld met insuline, | crises d'hypoglycémie ou traité par insuline, peut être déclaré apte à la conduite. |
kan rijgeschikt worden verklaard. | Un rapport favorable délivré par un médecin porteur du titre |
Een gunstig verslag van een arts met bijzondere beroepstitel in de | professionnel particulier en endocrino-diabétologie est requis. Le |
endocrino-diabetologie is vereist. Het verslag bevat ook een voorstel | rapport contient également une proposition relative aux conditions |
over de eventuele voorwaarden en/of beperkingen. | et/ou restrictions éventuelles. |
De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid bedraagt maximaal 3 jaar. | La durée de validité de l'aptitude à la conduite ne peut excéder 3 ans. |
7.5.3. De kandidaat met een recurrente hypoglykemie kan rijgeschikt | 7.5.3. Le candidat atteint d'une hypoglycémie récurrente peut être |
worden verklaard ten minste 3 maanden na het optreden van de | déclaré apte à la conduite trois mois au moins après l'apparition de |
hypoglykemie die aanleiding gaf tot de status « recurrentie », met | l'hypoglycémie qui a donné lieu au statut de « récurrence » en |
inachtneming van de in 7.5.4 bedoelde criteria. | respectant les critères visés au 7.5.4. |
Een gunstig verslag van een arts met bijzondere beroepstitel in de | Un rapport favorable délivré par un médecin porteur du titre |
endocrino-diabetologie is vereist. Het verslag bevat ook een voorstel | professionnel particulier en endocrino-diabétologie est requis. Le |
over de eventuele voorwaarden en/of beperkingen. | rapport contient également une proposition relative aux conditions |
et/ou restrictions éventuelles. | |
De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid bedraagt maximaal 3 jaar. | La durée de validité de l'aptitude à la conduite ne peut excéder 3 ans. |
7.5.4. De kandidaat kan rijgeschikt worden verklaard indien hij een stabiele diabetes heeft, voldoende inzicht heeft in zijn aandoening, het risico op hypoglykemie kent en de symptomen ervan herkent, blijk geeft van strikte therapietrouw, een diabeteseducatie heeft gevolgd en onder geregeld geneeskundig toezicht staat. De kandidaat die medicatie gebruikt die een hypoglykemie kan veroorzaken, moet zijn toestand op afdoende wijze controleren door minstens tweemaal per dag en op voor het rijden relevante tijdstippen zijn bloedsuikerspiegel te meten en de nodige maatregelen te nemen. De kandidaat die medicatie gebruikt die een hypoglykemie kan veroorzaken, moet altijd snelle suikers binnen handbereik hebben in het voertuig dat hij bestuurt. 7.5.5. Op verzoek van de in artikel 44 bedoelde arts verstrekt de behandelende arts hem alle bovenvermelde en andere relevante medische gegevens, alsook zijn advies omtrent de rijgeschiktheid van de kandidaat. De keuringsarts bepaalt de rijgeschiktheid en indien nodig de voorwaarden. 3° de bepaling onder III wordt vervangen als volgt : | 7.5.4. Le candidat peut être déclaré apte à la conduite à condition que son diabète se soit stabilisé, qu'il soit suffisamment conscient de son affection, qu'il connaisse le risque d'hypoglycémie et en reconnaisse les symptômes, qu'il suive fidèlement son traitement, qu'il ait reçu une éducation diabétique et qu'il fasse l'objet d'une surveillance médicale régulière Le candidat qui suit un traitement médicamenteux susceptible de provoquer une hypoglycémie doit vérifier son état de manière appropriée en procédant à une mesure du taux de glycémie, au moins deux fois par jour et à des moments pertinents pour la conduite d'un véhicule, et prendre les dispositions qui s'imposent. Le candidat qui suit un traitement médicamenteux susceptible de provoquer une hypoglycémie doit toujours avoir des sucres rapides à portée de la main dans le véhicule qu'il conduit. 7.5.5. A la demande du médecin visé à l'article 44, le médecin traitant doit lui transmettre toutes les informations susmentionnées et autres données médicales pertinentes, ainsi que son avis concernant l'aptitude à la conduite du candidat. Le médecin examinateur détermine l'aptitude à la conduite et, le cas échéant, fixe les conditions. 3° le III est remplacé par ce qui suit : |
« III. Normen betreffende de visuele functies | « III. Normes concernant les fonctions visuelles |
1. Algemene bepalingen | 1. Dispositions générales |
1.1. De kandidaat van groep 1 bedoeld in artikel 41, § 3, en de | 1.1. Le candidat du groupe 1, visé à l'article 41, § 3, et le candidat |
kandidaat van groep 2, behalve als de in artikel 44, § 4, bepaalde | du groupe 2, sauf si, pour ce dernier, le médecin visé à l'article 44, |
geneesheer voor deze laatste de vereiste onderzoeken kan uitvoeren, | § 4 est en mesure d'effectuer les examens requis, s'adresse à |
wenden zich tot de oogarts van hun keuze, die, op het vlak van het | l'ophtalmologue de son choix qui déterminera, sur le plan du |
visueel functioneren, de rijgeschiktheid en de geldigheidsduur ervan | fonctionnement visuel, l'aptitude à la conduite et sa durée de |
moet bepalen. | validité. |
1.2. De beoordeling van de rijgeschiktheid houdt rekening met de | 1.2. L'appréciation de l'aptitude à la conduite tiendra compte des |
diverse aspecten van het visueel functioneren die noodzakelijk zijn om | différents aspects du fonctionnement visuel nécessaire pour conduire |
een motorvoertuig in alle veiligheid te besturen. Er dient bijzondere | un véhicule à moteur en toute sécurité. L'attention devra plus |
aandacht te worden besteed aan de gezichtsscherpte, het gezichtsveld, | particulièrement être portée sur l'acuité visuelle, le champ visuel, |
het gezichtsvermogen in het schemerdonker, de licht- en | la vision crépusculaire, la sensibilité à l'éblouissement et aux |
contrastgevoeligheid, diplopie en andere visuele functies die | contrastes, la diplopie ainsi que sur d'autres fonctions visuelles qui |
essentieel zijn om een motorvoertuig in alle veiligheid te besturen. | sont essentielles pour conduire un véhicule à moteur en toute sécurité. |
1.3. De kandidaat met een stoornis in het visueel functioneren die het | 1.3. Un candidat qui souffre d'une déficience du fonctionnement visuel |
in alle veiligheid besturen van een motorvoertuig kan verhinderen, is | qui peut compromettre la conduite d'un véhicule à moteur en toute |
niet rijgeschikt. De kandidaat van groep 1 met een beperking door een gestoorde contrastgevoeligheid kan rijgeschikt verklaard worden door de oogarts. 1.4. De kandidaat met een progressieve visuele functiestoornis is niet rijgeschikt. Indien deze stoornis het in alle veiligheid besturen van een motorvoertuig niet kan verhinderen, kan de kandidaat rijgeschikt verklaard worden door de oogarts. De geldigheidsduur van het attest is maximaal tien jaar. 1.5. Na een belangrijke verandering in het visueel functioneren, bijvoorbeeld na het ontstaan van diplopie of het functioneel | sécurité est inapte à la conduite. Le candidat du groupe 1 souffrant d'une limitation de la sensibilité aux contrastes peut être déclaré apte à la conduite par l'ophtalmologue. 1.4. Le candidat qui souffre d'une déficience progressive du système visuel est inapte à la conduite. Si cette déficience n'est pas susceptible de compromettre la conduite en toute sécurité d'un véhicule à moteur, le candidat peut être déclaré apte à la conduite par l'ophtalmologue. La durée de validité de l'aptitude à la conduite est de dix ans maximum. 1.5. En cas d'altération significative du système visuel, par exemple en cas d'apparition d'une diplopie ou d'un fonctionnement monoculaire |
monoculair worden, is de kandidaat niet rijgeschikt. De kandidaat kan | de la vision, le candidat est inapte à la conduite. Si cette |
rijgeschikt worden verklaard door de oogarts indien de aandoening het | déficience n'est pas susceptible de compromettre la conduite en toute |
in alle veiligheid besturen van een motorvoertuig niet verhindert. | sécurité d'un véhicule à moteur, le candidat peut être déclaré apte à |
la conduite par l'ophtalmologue. | |
2. Gezichtsscherpte | 2. Acuité visuelle |
2.1. Indien de kandidaat verplicht is een optische correctie te dragen | 2.1. Si le candidat doit porter une correction optique pour atteindre |
om de vereiste gezichtsscherpte te bereiken of om een visueel | l'acuité visuelle exigée ou pour garantir un fonctionnement visuel qui |
functioneren te garanderen zodanig dat de kandidaat in alle veiligheid | permet au candidat de conduire en toute sécurité un véhicule à moteur, |
een motorvoertuig kan besturen, wordt deze vermeld op het afgeleverde | mention en est faite sur l'attestation délivrée par l'ophtalmologue. |
attest door de oogaarts. | |
2.2. De correctie moet goed verdragen worden en mag geen aanleiding | 2.2. La correction doit être bien tolérée et ne peut pas avoir des |
geven tot een stoornis in andere visuele functies. | effets négatifs sur les autres fonctions visuelles. |
2.3. Normen voor de kandidaten van groep 1 | 2.3. Normes pour les candidats du groupe 1 |
2.3.1. De kandidaat moet, zo nodig met een optische correctie, een | 2.3.1. Le candidat doit avoir une acuité visuelle binoculaire, au |
binoculaire gezichtsscherpte van ten minste 5/10 hebben. | besoin avec une correction optique, d'au moins 5/10. |
2.3.2. Op gunstig advies van de oogarts kan de kandidaat, die niet | 2.3.2. Le candidat qui ne répond pas aux normes relatives à l'acuité |
voldoet aan de normen van de gezichtsscherpte, in uitzonderlijke | visuelle, peut, dans des cas exceptionnels, sur avis favorable de |
gevallen rijgeschikt verklaard worden door de geneesheer, van het | l'ophtalmologue, être déclaré apte à la conduite, conformément aux |
centrum bedoeld in artikel 45, overeenkomstig de bepalingen van het | dispositions du point II.5.2.2, par le médecin du centre visé à |
punt II.5.2.2., op voorwaarde dat hij, indien nodig met optische | l'article 45 à la condition d'atteindre, au besoin avec une correction |
correctie, een gezichtssterkte van minimaal 3/10 behaalt en voldoet | optique, une acuité visuelle d'au moins 3/10 et de répondre aux normes |
aan de norm van het gezichtsveld; hij moet slagen voor een rijtest in | relatives au champ visuel; il doit avoir satisfait à un test de |
het centrum bedoeld in artikel 45. In dat geval bezorgt de oogarts aan | conduite dans le centre visé à l'article 45. L'ophtalmologue transmet |
de geneesheer van dit centrum een verslag betreffende het visueel | au médecin de ce centre un rapport relatif aux fonctions visuelles du |
functioneren van de kandidaat. Dit verslag moet onder meer aantonen | candidat. Ce rapport doit, entre autres, établir qu'il s'agit d'une |
dat het om een geïsoleerde visuele functiestoornis gaat. | déficience du fonctionnement visuel isolée. |
2.4. Normen voor de kandidaten van groep 2 | 2.4. Normes pour les candidats du groupe 2 |
De kandidaat dient, zo nodig met een optische correctie, te beschikken | Le candidat doit avoir une acuité visuelle, au besoin avec une |
over een gezichtsscherpte van ten minste 8/10 voor het beste oog en | correction optique, d'au moins 8/10 pour le meilleur oeil et d'au |
1/10 voor het minder goede oog. Indien de waarden 8/10 en 1/10 worden | moins 1/10 pour le moins bon. Si les valeurs de 8/10 et de 1/10 sont |
bereikt met een optische correctie dient deze minimale | atteintes avec une correction optique, l'acuité visuelle minimale doit |
gezichtsscherpte te zijn verkregen door brilglazen die niet sterker | être obtenue à l'aide de verres de lunettes d'une puissance n'excédant |
mogen zijn dan plus 8 dioptrieën, of door contactlenzen. | pas huit dioptries ou à l'aide de lentilles de contact. |
3. Het gezichtsveld | 3. Champ visuel |
3.1. Het meten van het gezichtsveld gebeurt door middel van een | 3.1. Le champ visuel est mesuré à l'aide d'un périmètre. Si le |
perimeter. Indien de kandidaat verplicht is een optische correctie te | candidat doit porter une correction optique, la mesure du champ visuel |
dragen, gebeurt het meten van het gezichtsveld met deze optische correctie. | est réalisée avec le port de la correction optique. |
3.2. Normen voor de kandidaten van groep 1 | 3.2. Normes pour les candidats du groupe 1 |
3.2.1. Het horizontale binoculaire gezichtsveld dient minstens 120° te | 3.2.1. Le champ visuel binoculaire horizontal ne peut être inférieur à |
bedragen. Vanuit het centrum van dit gezichtsveld dient de amplitude | 120° minimum. Autour du centre du champ visuel, l'amplitude doit |
minimaal 50° naar links en naar rechts, en minimaal 20° naar boven en | s'étendre d'au moins 50° vers la gauche et la droite et d'au moins 20° |
onder te bedragen. De centrale 20° dienen vrij te zijn van enig | vers le haut et vers le bas. Les 20° centraux ne peuvent présenter |
absoluut defect. | aucun défaut absolu. |
3.2.2. Op gunstig advies van de oogarts kan de kandidaat, die niet | 3.2.2. Le candidat qui ne répond pas aux normes relatives au champ |
voldoet aan de normen van het gezichtsveld, in uitzonderlijke | visuel peut, dans des cas exceptionnels, sur avis favorable de |
gevallen, rijgeschikt verklaard worden door de geneesheer van het | l'ophtalmologue, être déclaré apte à la conduite, conformément aux |
centrum bedoeld in artikel 45, overeenkomstig de bepalingen van het | dispositions du point II.5.2.2, par le médecin du centre visé à |
punt II.5.2.2., op voorwaarde dat hij voldoet aan de normen van het | l'article 45 à la condition de répondre aux normes relatives à |
gezichtsscherpte; hij moet slagen voor een rijtest in het centrum | l'acuité visuelle; il doit avoir satisfait à un test de conduite dans |
bedoeld in artikel 45. In dat geval bezorgt de oogarts aan de | le centre visé à l'article 45. L'ophtalmologue transmet au médecin de |
geneesheer van dit centrum een verslag betreffende het visueel | ce centre un rapport relatif aux fonctions visuelles du candidat et |
functioneren van de kandidaat, met vermelding van de oorzaak, | portant notamment sur la cause, le pronostique, la stabilisation et |
prognose, stabiliteit en adaptatie. Uit het verslag moet ook blijken | l'adaptation et prouvant qu'il s'agit d'une déficience du |
dat het om een geïsoleerde visuele functiestoornis gaat. | fonctionnement visuel isolée. |
3.2.3. Als de kandidaat slechts één oog functioneel gebruikt, gelden | 3.2.3. Si le candidat n'utilise qu'un seul oeil, les mêmes critères |
dezelfde criteria als voor het binoculair functioneren. De kandidaat | sont applicables que pour le fonctionnement binoculaire. Le candidat |
kan rijgeschikt verklaard worden door de oogarts. | peut être déclaré apte à conduire par un ophtalmologue. |
3.3. Normen voor de kandidaten van groep 2 | 3. 3. Normes pour les candidats du groupe 2 |
3.3.1. Het horizontale binoculaire gezichtsveld dient minstens 160° te | 3.3.1. Le champ visuel binoculaire horizontal doit s'élever à 160° |
bedragen. Vanuit het centrum van dit gezichtsveld dient de amplitude | minimum. Autour du centre du champ visuel, l'amplitude doit s'étendre |
minimaal 70° naar links en naar rechts, en minimaal 30° naar boven en | d'au moins 70° vers la gauche et la droite et d'au moins 30° vers le |
onder te bedragen. De centrale 30° dienen vrij te zijn van enig | haut et le bas. Les 30° centraux ne peuvent présenter aucun défaut |
absoluut defect. | absolu. |
3.3.2. De kandidaat die slechts één oog functioneel gebruikt is niet | 3.3.2. Le candidat qui n'utilise qu'un seul oeil est inapte à la |
rijgeschikt. | conduite. |
4. Zicht bij schemerlicht | 4. Vision crépusculaire |
Om rijgeschikt te zijn moet de kandidaat na vijf minuten aanpassing | Pour être apte à conduire, le candidat doit présenter, après cinq |
aan de duisternis een gezichtsscherpte vertonen van 2/10, eventueel | minutes d'adaptation à l'obscurité, une acuité visuelle de 2/10, |
met een optische correctie. | éventuellement avec une correction optique. |
De gezichtsscherpte wordt gemeten voor beide ogen samen aan de hand | L'acuité visuelle est mesurée avec les deux yeux simultanément, à |
van een schaal van optotypen, zwarte letters op witte grond, belicht | l'aide d'une échelle d'optotypes, lettres noires sur fond blanc, |
met één Lux, geplaatst op een afstand van vijf meter van de kandidaat. | éclairée à un Lux et placée à cinq mètres du candidat. |
Bij twijfel zal nader onderzoek met een adaptometer plaatsvinden. De | En cas de doute, il sera procédé à un examen plus approfondi à l'aide |
maximaal toegestane afwijking bedraagt één logeenheid. » | d'un adaptomètre. L'écart maximal toléré est d'une unité log. » |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 15 september 2010. |
Art. 8.- Le présent arrêté entre en vigueur le 15 septembre 2010. |
Art. 9.De Minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de |
Art. 9.Le Ministre qui a la Circulation routière dans ses |
uitvoering van dit besluit. | attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
Gegeven te Brussel, 10 september 2010. | Donné à Bruxelles, le 10 septembre 2010. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Eerste Minister, | Le Premier Ministre, |
Y. LETERME | Y. LETERME |
De Staatssecretaris voor Mobiliteit, | Le Secrétaire d'Etat à la Mobilité, |
E. SCHOUPPE | E. SCHOUPPE |