← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft technische wijzigingen van de certificatentoekenning en de invoering van biomassacertificatie, van duurzaamheidscriteria voor vaste en gasvormige biomassa en van ILUC-voorwaarden. - Erratum "
| Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft technische wijzigingen van de certificatentoekenning en de invoering van biomassacertificatie, van duurzaamheidscriteria voor vaste en gasvormige biomassa en van ILUC-voorwaarden. - Erratum | Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté relatif à l'énergie du 19 novembre 2010, en ce qui concerne les modifications techniques de l'octroi de certificats et l'introduction de la certification de biomasse, les modifications des critères de durabilité et des conditions ILUC. - Erratum |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | AUTORITE FLAMANDE |
| 12 MEI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van | 12 MAI 2017. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté |
| het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft technische | relatif à l'énergie du 19 novembre 2010, en ce qui concerne les |
| wijzigingen van de certificatentoekenning en de invoering van | modifications techniques de l'octroi de certificats et l'introduction |
| biomassacertificatie, van duurzaamheidscriteria voor vaste en | de la certification de biomasse, les modifications des critères de |
| gasvormige biomassa en van ILUC-voorwaarden. - Erratum | durabilité et des conditions ILUC. - Erratum |
| In het Belgisch Staatsblad van 21 juni 2017 werd in de Nederlandse en | Une erreur s'est glissée dans les textes néerlandais et français |
| Franse tekst van het besluit een fout in de publicatie vastgesteld. In | publiés au Moniteur belge du 21 juin 2017. L'erreur se situe dans |
| artikel 10 is op pagina 67070 (NL) en 67086 (F) een fout in punt 2° | l'article 10, sous le point 2° sur les pages 67070 (NL) et 67086 (F). |
| opgenomen. In artikel 10 moet punt 2° aangepast worden. | Dans l'article 10, le point 2° doit être adapté. |
| Hierbij de foute versie die gepubliceerd werd: | Voici la version erronée qui a été publiée : |
| " Art. 10.In artikel 6.2.10, § 5, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij |
« Art. 10.A l'article 6.2.10, § 5 du même arrêté, modifié par les |
| de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 en 9 mei | arrêtés du Gouvernement flamand des 21 décembre 2012 et 9 mai 2014, |
| 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: | sont apportées les modifications suivantes : |
| 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: | 1° le premier alinéa est remplacé par la disposition suivante: |
| "Voor de sites waar al beschikbare warmte wordt gebruikt en zolang de | " Pour les sites qui utilisent déjà de la chaleur disponible et tant |
| theoretische technische levensduur van de oorspronkelijke | que la durée de vie technique théorique du producteur de chaleur |
| warmteproducent niet is bereikt, berekent het Vlaams Energieagentschap | initial n'a pas été atteinte, la " Vlaams Energieagentschap " ne |
| de warmte-krachtbesparing niet op basis van het vermeden primaire | calcule pas l'économie par cogénération sur la base de la consommation |
| energieverbruik ten opzichte van een referentie-installatie, maar op | d'énergie primaire économisée par rapport à une installation de |
| basis van het vermeden primaire energieverbruik ten opzichte van de | référence, mais sur la base de la consommation d'énergie primaire |
| oorspronkelijke warmteproducent die dezelfde hoeveelheid nuttige | économisée par rapport au producteur de chaleur initial produisant la |
| warmte produceert, op voorwaarde dat de primaire energiebesparing van | même quantité de chaleur utile, à condition que l'économie d'énergie |
| de nieuwe warmte-krachtinstallatie of de ingrijpende wijziging ten | primaire de la nouvelle installation de cogénération ou la |
| opzichte van de oorspronkelijke warmteproducent kleiner is dan de | modification substantielle par rapport au producteur de chaleur |
| primaire energiebesparing ten opzichte van een | initial, soit inférieure à l'économie d'énergie primaire par rapport à |
| referentie-installatie."; | une installation de référence. " ; |
| 2° tussen het eerste en het tweede lid worden er drie leden ingevoegd, | 2° trois alinéas sont insérés entre l'alinéa premier et deux, rédigés |
| die luiden als volgt: | comme suit : |
| "De theoretische technische levensduur, vermeld in het eerste lid, is | " La durée de vie technique théorique, visée à l'alinéa premier, |
| tien jaar voor warmte-krachtinstallaties met motoren en vijftien jaar | s'élève à dix ans pour les installations de cogénération à moteurs et |
| voor warmte-krachtinstallaties met turbines. | à quinze ans pour les installations de cogénération à turbines. |
| Het Vlaams Energieagentschap kan de theoretische technische levensduur | La " Vlaams Energieagentschap " peut fixer la durée de vie technique |
| vastleggen voor andere installaties die beschikbare warmte produceren. | théorique pour d'autres installations productrices de chaleur disponible. |
| Om de hoeveelheid al beschikbare warmte te bepalen, wordt uitgegaan | Pour déterminer la quantité de chaleur déjà disponible, on part de la |
| van het verbruik van beschikbare warmte tijdens de referentieperiode | consommation de chaleur disponible au cours de la période de référence |
| die voorafgaat aan de eerste dag van de maand waarin de nieuwe | précédant le premier jour du mois dans lequel la nouvelle installation |
| warmte-krachtinstallatie of de ingrijpende wijziging in dienst wordt | de cogénération ou la modification substantielle est mise en service. |
| genomen. De referentieperiode is twee jaar voor | La période de référence s'élève à deux ans pour les installations de |
| warmte-krachtinstallaties met motoren en drie jaar voor | cogénération à moteurs et à trois ans pour les installations de |
| warmte-krachtinstallaties met turbines. Het Vlaams Energieagentschap | cogénération à turbines. La " Vlaams Energieagentschap " peut fixer la |
| kan de lengte van de referentieperiode vastleggen voor andere | longueur de la période de référence pour d'autres producteurs de |
| warmteproducenten of als niet alle vereiste meetgegevens beschikbaar | chaleur ou dans le cas où il manque encore de données de mesurage |
| zijn. | requises. |
| Het Vlaams Energieagentschap kan nadere regels vastleggen voor de | La " Vlaams Energieagentschap " peut préciser des règles pour le |
| berekening van het vermeden primaire energieverbruik bij het gebruik | calcul de l'économie de la consommation d'énergie primaire lors de |
| van beschikbare warmte."." | l'utilisation de chaleur disponible. ". |
| Hierbij de CORRECTE versie van dit artikel: | Voici la version CORRECTE de cet article : |
| " Art. 10.In artikel 6.2.10, § 5, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij |
« Art. 10.A l'article 6.2.10, § 5 du même arrêté, modifié par les |
| de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 en 9 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "Voor de sites waar al beschikbare warmte wordt gebruikt en zolang de theoretische technische levensduur van de oorspronkelijke warmteproducent niet is bereikt, berekent het Vlaams Energieagentschap de warmte-krachtbesparing niet op basis van het vermeden primaire energieverbruik ten opzichte van een referentie-installatie, maar op basis van het vermeden primaire energieverbruik ten opzichte van de oorspronkelijke warmteproducent die dezelfde hoeveelheid nuttige warmte produceert, op voorwaarde dat de primaire energiebesparing van de nieuwe warmte-krachtinstallatie of de ingrijpende wijziging ten opzichte van de oorspronkelijke warmteproducent kleiner is dan de primaire energiebesparing ten opzichte van een referentie-installatie."; 2° tussen het eerste en het tweede lid worden er drie leden ingevoegd, die luiden als volgt: "De theoretische technische levensduur, vermeld in het eerste lid, is tien jaar voor warmte-krachtinstallaties met motoren en vijftien jaar voor warmte-krachtinstallaties met turbines. Het Vlaams Energieagentschap kan de theoretische technische levensduur vastleggen voor andere installaties die beschikbare warmte produceren. Om de hoeveelheid al beschikbare warmte te bepalen, wordt uitgegaan van het verbruik van beschikbare warmte tijdens de referentieperiode die voorafgaat aan de eerste dag van de maand waarin de nieuwe warmte-krachtinstallatie of de ingrijpende wijziging in dienst wordt genomen. De referentieperiode is twee jaar voor warmte-krachtinstallaties met motoren en drie jaar voor warmte-krachtinstallaties met turbines. Het Vlaams Energieagentschap kan de lengte van de referentieperiode vastleggen voor andere warmteproducenten of als niet alle vereiste meetgegevens beschikbaar zijn. Het Vlaams Energieagentschap kan nadere regels vastleggen voor de berekening van het vermeden primaire energieverbruik bij het gebruik | arrêtés du Gouvernement flamand des 21 décembre 2012 et 9 mai 2014, sont apportées les modifications suivantes : 1° le premier alinéa est remplacé par la disposition suivante : " Pour les sites qui utilisent déjà de la chaleur disponible et tant que la durée de vie technique théorique du producteur de chaleur initial n'a pas été atteinte, la " Vlaams Energieagentschap " ne calcule pas l'économie par cogénération sur la base de la consommation d'énergie primaire économisée par rapport à une installation de référence, mais sur la base de la consommation d'énergie primaire économisée par rapport au producteur de chaleur initial produisant la même quantité de chaleur utile, à condition que l'économie d'énergie primaire de la nouvelle installation de cogénération ou la modification substantielle par rapport au producteur de chaleur initial, soit inférieure à l'économie d'énergie primaire par rapport à une installation de référence. " ; 2° trois alinéas sont insérés entre l'alinéa premier et deux, rédigés comme suit : " La durée de vie technique théorique, visée à l'alinéa premier, s'élève à dix ans pour les installations de cogénération à moteurs et à quinze ans pour les installations de cogénération à turbines. La " Vlaams Energieagentschap " peut fixer la durée de vie technique théorique pour d'autres installations productrices de chaleur disponible. Pour déterminer la quantité de chaleur déjà disponible, on part de la consommation de chaleur disponible au cours de la période de référence précédant le premier jour du mois dans lequel la nouvelle installation de cogénération ou la modification substantielle est mise en service. La période de référence s'élève à deux ans pour les installations de cogénération à moteurs et à trois ans pour les installations de cogénération à turbines. La " Vlaams Energieagentschap " peut fixer la longueur de la période de référence pour d'autres producteurs de chaleur ou dans le cas où il manque encore de données de mesurage requises. La " Vlaams Energieagentschap " peut préciser des règles pour le calcul de l'économie de la consommation d'énergie primaire lors de |
| van beschikbare warmte."." | l'utilisation de chaleur disponible. ". " |