← Terug naar "Decreet tot wijziging van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp "
Decreet tot wijziging van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp | Décret modifiant le décret du 12 juillet 2013 relatif à l'aide intégrale à la jeunesse |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID 12 JUNI 2020. - Decreet tot wijziging van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp (1) Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: | AUTORITE FLAMANDE 12 JUIN 2020. - Décret modifiant le décret du 12 juillet 2013 relatif à l'aide intégrale à la jeunesse (1) Le PARLEMENT FLAMAND a adopté et et Nous, GOUVERNEMENT, sanctionnons ce qui suit : |
Decreet tot wijziging van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de | Décret modifiant le décret du 12 juillet 2013 relatif à l'aide |
integrale jeugdhulp | intégrale à la jeunesse |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. |
Article 1er.Le présent décret règle une matière communautaire. |
Art. 2.Artikel 54 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de |
Art. 2.L'article 54 du décret du 12 juillet 2013 relatif à l'aide |
integrale jeugdhulp wordt vervangen door wat volgt: | intégrale à la jeunesse est remplacé par ce qui suit : |
" Art. 54.Als de jeugdrechter met toepassing van artikel 53 een |
« Art. 54.Si le juge de la jeunesse a pris une mesure judiciaire en |
gerechtelijke maatregel heeft genomen, onderzoekt de sociale dienst samen met de betrokken partijen of jeugdhulpverlening op vrijwillige basis mogelijk is. Als die hulpverlening mogelijk blijkt, deelt de sociale dienst dat onverwijld mee aan het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie maakt de zaak onverwijld aanhangig bij de jeugdrechter. Na de sociale dienst, het Openbaar Ministerie, de minderjarige, de ouders of, in voorkomend geval, de opvoedingsverantwoordelijken gehoord te hebben, oordeelt de jeugdrechter of de jeugdhulpverlening op vrijwillige basis mogelijk is en of die jeugdhulpverlening in het belang van de minderjarige is. Als de jeugdrechter oordeelt dat jeugdhulpverlening op vrijwillige basis mogelijk is en in het belang van de minderjarige is, trekt hij de gerechtelijke maatregel, vermeld in het eerste lid, in. Als er geen jeugdhulpverlening op vrijwillige basis kan worden georganiseerd, meldt de sociale dienst dat onverwijld aan het Openbaar Ministerie en aan de jeugdrechter. In dat geval handelen het Openbaar Ministerie en de jeugdrechter alsof de gerechtelijke maatregel, vermeld in het eerste lid, is opgelegd na een vordering als vermeld in | application de l'article 53, le service social examine, conjointement avec les parties concernées si des services d'aide à la jeunesse sont possibles sur une base volontaire. Si ces services d'aide s'avèrent possibles, le service social en informe le Ministère public sans délai. Le Ministère public en saisit le juge de la jeunesse sans délai. Après avoir entendu le service social, le Ministère public, le mineur, les parents ou, le cas échéant, les responsables de l'éducation, le juge de la jeunesse juge si des services d'aide à la jeunesse sont possibles sur une base volontaire et si ces services d'aide sont dans l'intérêt du mineur. Si le juge de la jeunesse juge que des services d'aide à la jeunesse sont possibles sur une base volontaire et que ceux-ci sont dans l'intérêt du mineur, il retire la mesure judiciaire, visée à l'alinéa premier. Si des services d'aide à la jeunesse ne peuvent pas être organisés sur une base volontaire, le service social en informe le Ministère public et le juge de la jeunesse sans délai. Dans ce cas, le Ministère public et le juge de la jeunesse agissent comme si la mesure judiciaire, visée à l'alinéa premier, avait été imposée après une requête telle |
artikel 47, 1°. | que visée à l'article 47, 1°. |
De Vlaamse Regering stelt de nadere regels vast voor het verslag dat | Le Gouvernement flamand arrête les modalités de la rédaction du |
de sociale dienst ter uitvoering van zijn opdracht opmaakt.". | rapport que le service social réalise en exécution de sa mission. ». |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Promulguons le présent décret, ordonnons qu'il soit publié au Moniteur |
zal worden bekendgemaakt. | belge. |
Brussel, 12 juni 2020. | Bruxelles, le 12 juin 2020. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | Le ministre-président du Gouvernement flamand, |
J. JAMBON | J. JAMBON |
De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en | La Ministre flamande de la Justice et du Maintien, de l'Environnement |
Toerisme, | et de l'Aménagement du Territoire, de l'Energie et du Tourisme, |
Z. DEMIR | Z. DEMIR |
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en | Le ministre flamand du Bien-Etre, de la Santé publique, de la Famille |
Armoedebestrijding, | et de la Lutte contre la Pauvreté, |
W. BEKE | W. BEKE |
_______ | _______ |
Nota | Note |
(1) Zitting 2019-2020 | (1) Session 2019-2020 |
Documenten: - Voorstel van decreet : 237 - Nr. 1 | Documents : - Proposition de décret : 237 - N° 1 |
- Amendementen : 237 - Nrs. 2 t/m 5 | - Amendements : 237 - N° s 2 à 5 compris |
- Verslag : 237 - Nr. 6 | - Rapport : 237 - N° 6 |
- Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 237 - Nr. 7 | - Texte adopté en séance plénière : 237 - N° 7 |
Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 3 juni 2020. | Annales - Discussion et adoption : Séance du 3 juin 2020. |