| Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de intensieve visteelt | Avant-projet d'arrêté du Gouvernement wallon déterminant les conditions sectorielles relatives aux piscicultures intensives |
|---|---|
| MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST 10 MAART 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de intensieve visteelt De Waalse Regering, | MINISTERE DE LA REGION WALLONNE 10 MARS 2005. - Avant-projet d'arrêté du Gouvernement wallon déterminant les conditions sectorielles relatives aux piscicultures intensives Le Gouvernement wallon, |
| Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de | Vu le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement, |
| milieuvergunning, inzonderheid op de artikelen 4, 5, 6, 7, 8 en 9; | notamment les articles 4, 5, 6, 7, 8 et 9; |
| Gelet op de beraadslaging van de Regering betreffende het verzoek om | Vu la délibération du Gouvernement sur la demande d'avis à donner par |
| adviesverlening door de Raad van State binnen een termijn van dertig | le Conseil d'Etat dans un délai ne dépassant pas trente jours; |
| dagen; Gelet op het advies van de Raad van State nr. 37.451/2/V, gegeven op | Vu l'avis du Conseil d'Etat n° 37.451/2/V donné le 19 juillet 2004 en |
| 19 juli 2004, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois |
| coordonnées sur le Conseil d'Etat; | |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | Sur la proposition du Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de |
| Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke | l'Environnement et du Tourisme, de l'Aménagement du Territoire, de |
| Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme; | l'Urbanisme et de l'Environnement; |
| Na beraadslaging, | Après en avoir délibéré, |
| Besluit : | Arrête : |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving | CHAPITRE Ier - Champs d'application et définitions |
| Artikel. 1. Deze sectorale voorwaarden zijn van toepassing op de | Article 1er.Les présentes conditions sectorielles s'appliquent aux |
| intensieve visteelt bedoeld in de rubrieken 05.02.01.01 en 05.02.01.02 | piscicultures intensives visées par les rubriques 05.02.01.01 et |
| van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 | 05.02.01.02 de l'annexe Ire de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 |
| tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie | juillet 2002 arrêtant la liste des projets soumis à étude d'incidences |
| onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en | et des installations et activités classées. |
| activiteiten. | |
Art. 2.Voor de toepassing van deze voorschriften wordt verstaan onder |
Art. 2.Pour l'application des présentes prescriptions, on entend par |
| : | : |
| 1° intensieve visteelt : visteelt die meer dan 10 kg vis per are en | 1° Pisciculture intensive : pisciculture produisant plus de 10 kg de |
| per jaar voortbrengt en/of de opslaginstallaties voor vissen die per | poissons par are et par an et/ou les installations de stockage de |
| jaar meer dan 1 T geconcentreerde voedingsmiddelen gebruiken; | poissons qui utilisent plus de 1 T d'aliments concentrés par an; |
| 2° geconcentreerde voedingsmiddelen : voedingsmiddelen samengesteld | 2° Aliments concentrés : aliments composés de plusieurs ingrédients; |
| uit verschillende ingrediënten; | |
| 3° viskweekvijver : natuurlijke of kunstmatige watervlakte | 3° Bassin d'élevage : étendue, naturelle ou artificielle, d'eau |
| voorbehouden aan intensieve visteelt; | réservée à la pisciculture intensive; |
| 4° dierlijke bijproducten : dode vissen en producten uit het doden van | 4° Sous-produits animaux : poissons morts et produits issus de |
| vissen; | l'abattage de poissons; |
| 5° decanteer- of bezinkingsbekken : bekken waar het water van de | 5° Bassin décanteur ou bassin de décantation : bassin où l'eau des |
| viskweekvijvers een deel van zijn gesuspendeerde stoffen kwijtraakt | bassins d'élevage se débarrasse d'une partie de ses matières en |
| door bezinking op de bodem; | suspension en les laissant se déposer sur le fond; |
| 6° zuiveringsafvoer : bezinkingsslib en/of producten uit filtratie; | 6° Issues d'épuration : boues de décantation et/ou produits de la filtration; |
| 7° bestaande inrichting : inrichting die behoorlijk vergund is vóór de | 7° Etablissement existant : tout établissement dûment autorisé avant |
| l'entrée en vigueur du présent arrêté ou dont la demande | |
| inwerkingtreding van dit besluit of waarvan de aanvraag tot vergunning | d'autorisation permis est introduite entre l'entrée en vigueur du |
| ingediend is tussen de inwerkingtreding van het decreet van 11 maart | décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement et l'entrée |
| 1999 betreffende de milieuvergunning en de inwerkingtreding van dit | en vigueur du présent arrêté dûment autorisé avant l'entrée en vigueur |
| besluit. | du présent arrêté. |
| HOOFDSTUK II. - Vestiging en bouw | CHAPITRE II. - Implantation et construction |
Art. 3.De viskweekvijver wordt aangelegd bij de afleiding van een waterloop, behalve in geval van bevoorrading met boor-, distributie- of bronwater. Art. 4.De bouw van damvijvers is verboden, behalve in het geval van bronvijvers die de grens van het hydrografische netwerk vormen. Art. 5.De waterwin- en waterlozingspunten van de inrichtingen van viskweekvijvers bevinden zich zo dicht mogelijk bij elkaar. Art. 6.Een minimumdebiet gelijk aan twee derde van het debiet van de laagwaterstand is voorbehouden aan de waterloop. Art. 7.Tijdens inrichtingen worden maatregelen genomen om te voorkomen dat het oppervlaktewater verontreinigd wordt met bezinksel of afval van bouwmaterialen. Art. 8.De exploitant laat stroomopwaarts en -afwaarts van de inrichting een roostersysteem aanbrengen om te voorkomen dat gekweekte vis naar het natuurlijk milieu vlucht en dat wilde vissen in de viskweekvijver terechtkomen. Art. 9.Ter hoogte van de waterwinning wordt ervoor gezorgd dat de vissen vrij verkeer in de waterloop hebben. Art. 10.De voedingsinstallaties, met name de voederautomaten, bestaan uit harde, onafbreekbare, waterdichte en makkelijk afwasbare materialen. Art. 11.Aan de ingangen van de inrichting wordt een ontsmettingsvoetbad geplaatst. |
Art. 3.Sauf dans les cas d'alimentation par eau de forage, de source ou de distribution, le bassin d'élevage est implanté de préférence en dérivation d'un cours d'eau. Art. 4.Sauf dans le cas des étangs de source constituant la limite du réseau hydrographique, la construction d'étangs de barrage est interdite. Art. 5.Sauf conditions particulières, les points de prise d'eau et de rejet d'eau des aménagements des bassins d'élevage sont situés le plus près possible l'un de l'autre. Art. 6.Un débit minimum correspondant aux 2/3 du débit d'étiage est réservé au cours d'eau. Art. 7.L'établissement est conçu de manière notamment à répondre aux exigences du type d'élevage et au bien-être des poissons. Art. 8.Un débit minimum correspondant aux 2/3 du débit d'étiage est réservé au cours d'eau. Art. 9.Lors de la construction des aménagements, des mesures appropriées sont prises afin d'éviter que des sédiments et/ou des résidus de matériaux de construction ne polluent les eaux de surface. Art. 10.L'exploitant s'assure qu'un système de dégrillage dont les interstices n'excèdent pas 2 cm est soit placé en amont et en aval de l'établissement en vue d'éviter la fuite des poissons d'élevage vers le milieu naturel et le passage des poissons sauvages dans le bassin d'élevage. Art. 11.La libre circulation des poissons dans le cours d'eau au niveau de la prise d'eau est respectée. Art. 12.Les installations de nourrissage, notamment les nourrisseurs automatiques, sont en matériaux durs, imputrescibles, imperméables et facilement lavables. Art. 13.Des pédiluves sont placés aux entrées de l'établissement. |
| HOOFDSTUK III. - Exploitatie | CHAPITRE III. - Exploitation |
| Afdeling 1. - Algemeen | Section 1re. - Généralités |
Art. 12.De inrichting wordt voortdurend goed onderhouden en rein |
Art. 14.L'établissement est maintenu dans un parfait état d'entretien |
| gehouden. | et de propreté. |
| Afdeling 2. - Hygiëne en preventie Art. 13.Bij het invoeren van vissen in de inrichting voorkomt de exploitant de verspreiding van pathogenen in de hydrografische bekkens. Art. 14.De exploitant houdt zich stipt aan de federale wetgeving inzake diergeneeskunde. Art. 15.Ontsmettings- en diergeneeskundige producten worden in geschikte afgesloten plaatsen opgeslagen om elke accidentele lozing in het natuurlijke milieu te voorkomen. Art. 16.De exploitant bestrijdt rioolratten (Rattus rattus en Rattus norvegicus ) en muskusratten (Ondatra zibethicus ) zodra hij hun aanwezigheid vaststelt of zodra hij hiervan kennis krijgt. Elke exploitant is verplicht deel te nemen aan de uitroeiingscampagnes. Hij laat fuiken, klemmen, bestrijdingsmiddelen toe in zijn inrichting en verleent hulp aan de officiële rattenverdelgers of de gespecialiseerde ondernemingen. Art. 17.De voedervoorraden voor visvoeding bevinden zich in een overdekt lokaal of in weerbestendige silo's. Afdeling 3. - Waterkwaliteit Art. 18.Buiten de periodes van overstromingen en uitzonderlijke |
Section 2. - Hygiène et prophylaxie Art. 15.Lors de l'introduction de poissons dans l'établissement, l'exploitant prend des mesures, respecte les normes sanitaires imposées par les services vétérinaires compétents afin d'éviter la dispersion dans les bassins hydrographiques des agents pathogènes. En cas de suspicion de maladie dans l'élevage, un diagnostic précis est réalisé par les services vétérinaires compétents afin de confirmer ou infirmer la présence de ces agents pathogènes. Art. 16.Les traitements préventifs aux antibiotiques ne sont pas autorisés, tandis que leur utilisation curative est soumise à une prescription vétérinaire faisant suite à un diagnostic précis. L'exploitant se conforme rigoureusement à la législation fédérale en matière de prescription vétérinaire susmentionnée. Art. 17.Les produits de désinfection ainsi que les produits vétérinaires sont stockés dans des endroits prévus pour cet usage fermés à clé, et dans des conditions propres à éviter tout déversement accidentel dans le milieu naturel. Art. 18.L'exploitant lutte contre le rat d'égout (Rattus rattus et Rattus norvegicus ) et le rat musqué (Ondatra zibethicus ) dès qu'il en constate la présence ou que celle-ci lui est signalée. L'exploitant est tenu de collaborer aux campagnes d'éradication en acceptant dans son établissement, des nasses, des pièges, des pesticides, et en aidant les destructeurs officiels ou les entreprises spécialisées. L'exploitant est tenu de se conformer à la législation wallonne en vigueur pour cette matière. Les destructeurs officiels ou les entreprises spécialisées prennent toutes les mesures d'hygiène nécessaires, telles que la désinfection des bottes et du matériel, pour éviter la dispersion d'agents pathogènes au sein de l'établissement dans lequel ils interviennent. Art. 19.Les stocks d'aliments destinés au nourrissage des poissons sont dans un local couvert ou dans des silos, à l'abri des intempéries. Section 3. - Qualité d'eau Art. 20.Les eaux sortant de la pisciculture intensive respectent, en |
| weersomstandigheden voldoet het water uit de intensieve visteelt aan | dehors des périodes d'inondations et de circonstances météorologiques |
| de emissievoorwaarden vermeld in de tabellen van bijlage I. | exceptionnelles, les conditions d'émission reprises dans les tableaux de l'annexe Ire. |
Art. 19.De zuiveringsafvoer in de viskweekvijvers wordt bij het |
Art. 21.Le raclage des issues d'épuration dans les bassins d'élevage |
| ledigen slechts schoongekrabd als hij afgeleid wordt naar een | lors de la vidange n'est réalisé que dans le cas où ces issues |
| decanteerbekken of een soortgelijke installatie. | d'épuration sont dirigées vers un bassin décanteur ou une installation équivalente. |
| HOOFDSTUK IV. - Ongevallen- en brandpreventie | CHAPITRE IV. - Prévention des accidents et incendies |
Art. 20.Vóór de tenuitvoerlegging van het project en vóór elke |
Art. 22.Avant la mise en oeuvre du projet et avant chaque |
| wijziging van de plaats en/of de bedrijfsomstandigheden die aanleiding | modification des lieux et/ou des circonstances d'exploitation |
| zouden kunnen geven tot een wijziging van het gevaar voor brand en | susceptibles de modifier les risques d'incendie ou de sa propagation, |
| brandverspreiding, wint de exploitant via de burgemeester het advies | l'exploitant consulte, par l'intermédiaire du bourgmestre, le service |
| in van de territoriaal bevoegde brandweerdienst i.v.m. de te treffen | territorialement compétent sur les mesures à prendre et les |
| maatregelen en de inzake brand- en ontploffingspreventie en | équipements à mettre en oeuvre en matière de prévention et de lutte |
| -bestrijding aan te brengen apparatuur, met inachtneming van de | contre les incendies et explosions, dans le respect de la protection |
| bescherming van publiek en milieu. | du public et de l'environnement. |
Art. 21.Het brandbestrijdingsmaterieel is in goede staat van werking, |
Art. 23.Le matériel de lutte contre l'incendie est en bon état de |
| vorstbestendig, goed aangegeven, toegankelijk en over de inrichting | fonctionnement, protégé contre le gel, signalé, accessible et réparti |
| verspreid. | dans l'établissement. |
| Bedoeld materieel wordt jaarlijks gecontroleerd en de exploitant ziet | Ce matériel est contrôlé annuellement et l'exploitant veille à la |
| toe op de kwaliteit van de brandblusproducten. | qualité des produits d'extinction d'incendie. |
| HOOFDSTUK VI. - Lucht | CHAPITRE V. - Air |
Art. 22.Er worden maatregelen genomen om geur- en stankhinder voor de |
Art. 24.Des mesures appropriées sont prises pour ne pas incommoder le |
| buurt te voorkomen en met het oog op de beperking van de uitstoot in | voisinage par des odeurs et d'autres émanations et afin de réduire |
| de lucht van elke stof waarvan de aard en/of de geloosde hoeveelheden | l'émission dans l'atmosphère de toute substance qui pourrait provoquer |
| gevaar of hinder zouden kunnen veroorzaken. | un danger ou une incommodité par sa nature et/ou par les quantités rejetées. |
| HOOFDSTUK VI. - Controle en toezicht | CHAPITRE VI. - Contrôle et surveillance |
Art. 23.Elke exploitant van een intensieve visteelt ziet toe op de |
Art. 25.Tout exploitant d'une pisciculture intensive est tenu d'en |
| vlotte werking ervan. | assurer le bon fonctionnement. |
Art. 24.De toezichthoudende ambtenaar kan nagaan of voldaan wordt aan |
Art. 26.En vue de la vérification du respect des conditions |
| de in bijlage I bedoelde emissievoorwaarden door toepassing van de | d'émissions définies à l'annexe Ire par le fonctionnaire chargé de la |
| volgende maatregelen : | surveillance, les mesures suivantes sont appliquées : |
| 1° bemonsteringen en analyses van de twee eerste parameters bedoeld in | 1° Des prélèvements et analyses des deux premiers paramètres visés à |
| bijlage I [totaal ammoniak (NH3+NH4) en totaal fosfaat (P)] worden | l'annexe Ire [Ammoniaque total (NH3 + NH4) et phosphore total (P)] |
| sont effectués par l'exploitant ou un tiers désigné par celui-ci au | |
| door de exploitant of een door hem aangeduide derde minstens één keer | moins une fois par mois, dans le courant de la première semaine du |
| per maand tussen 1 mei en 30 september tijdens de eerste week van de maand uitgevoerd. De resultaten worden bijgehouden in een register dat ter inzage ligt van de toezichthoudende ambtenaar; 2° bemonsteringen en analyses van gesuspendeerde stoffen worden jaarlijks door de exploitant of een door hem aangewezen laboratorium uitgevoerd tijdens de maand van het jaar waarin het debiet van de waterloop die de lozingen ontvangt het laagst is. HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 25.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Art. 26.Dit besluit is van toepassing op de inrichtingen die op 1 januari 2007 in bedrijf zijn. Art. 27.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit. |
mois, et ce, entre le 1er mai et le 30 septembre. Les résultats sont consignés dans un registre qui est tenu à la disposition du fonctionnaire chargé de la surveillance; 2° Les prélèvements et les analyses des matières en suspension sont réalisés par l'exploitant ou un laboratoire disposant de l'infrastructure nécessaire et désigné par l'exploitant, une fois par an, au cours du mois de l'année où le débit du cours d'eau recevant le rejet est le plus faible. Art. 27.Le fonctionnaire chargé de la surveillance prend toutes les précautions sanitaires indispensables pour ne pas altérer la qualité sanitaire du site contrôlé. CHAPITRE VII. - Déchets Art. 28.Les déchets tels que les sous-produits animaux et les issues d'épuration sont évacués conformément à la législation en vigueur. CHAPITRE VIII. - Dispositions transitoires et finales Art. 29.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Art. 30.Le présent arrêté s'applique aux établissements existants le 1er janvier 2007. Art. 31.Le Ministre qui a l'Environnement dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
| Namen, 10 maart 2005. | Namur, le 10 mars 2005. |
| De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
| J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
| De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en | Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du |
| Toerisme, | Tourisme, |
| B. LUTGEN | B. LUTGEN |
| BIJLAGE. - EMISSIEVOORWAARDEN | ANNEXE Ire. - CONDITIONS D'EMISSION |
| Om rekening te houden met de gevoeligheid van het ontvangend milieu | En vue de tenir compte de la sensibilité du milieu récepteur, les |
| vallen de emissievoorwaarden onder de viscategorie van de ontvangende | conditions d'émission sont fonction de la catégorie piscicole du cours |
| waterloop bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 15 | d'eau récepteur visée à l'arrêté du Gouvernement wallon du 15 décembre |
| december 1994 tot vaststelling van de algemene immissienormen van | 1994 fixant les normes générales d'immission des eaux piscicoles. |
| viswater. 1°) Viswaterzones (zalmachtigen en karperachtigen) : | 1°) Zones d'eaux piscicoles (salmonicoles et cyprinicoles) : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
| Als de toezichthoudende ambtenaar een overschrijding vaststelt, wordt | En cas de dépassement constaté par le fonctionnaire chargé de la |
| een tweede analyse over een gemiddelde van 24 uur uitgevoerd op een | surveillance, une seconde analyse sur une moyenne de 24 heures est |
| monster genomen door een automatische bemonsteringsapparatuur. | réalisée sur un échantillon prélevé par un échantillonneur automatique. |
| 2° Niet-viswaterzones, voorzover het debiet van de lozing niet meer | 2°) Zones d'eaux non piscicoles, à condition que le débit de rejet ne |
| dan 10 % van de waterstand van de ontvangende waterloop | représente pas plus de 10 % du débit d'étiage du cours d'eau récepteur |
| vertegenwoordigt : | : |
| Als het debiet van de lozing 10 % hoger ligt dan de waterstand van de | Si le débit du rejet est supérieur à 10 % du débit d'étiage du cours |
| ontvangende waterloop, worden de emissievoorwaarden van de | d'eau récepteur, les conditions d'émission applicables sont celles des |
| viswaterlopen toegepast (zalmachtigen en karperachtigen). | cours d'eau piscicoles (salmonicoles et cyprinicoles). |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
| Als de toezichthoudende ambtenaar een overschrijding vaststelt, wordt | En cas de dépassement constaté par le fonctionnaire chargé de la |
| een tweede analyse over een gemiddelde van 24 uur uitgevoerd op een | surveillance, une seconde analyse sur une moyenne de 24 heures est |
| monster genomen door een automatische bemonsteringsapparatuur. | réalisée sur un échantillon prélevé par un échantillonneur |
| Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van | automatique. |
| 10 maart 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de | Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 mars 2005 |
| déterminant les conditions sectorielles relatives aux piscicultures | |
| intensieve visteelt. | intensives. |
| Namen, 10 maart 2005. | Namur, le 10 mars 2005. |
| De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
| J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
| De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en | Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du |
| Toerisme, | Tourisme, |
| B. LUTGEN | B. LUTGEN |