← Terug naar "Besluit van de Waalse Regering waarbij het Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht van het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek ertoe gemachtigd wordt dieren van de soorten Hert en Wild Zwijn tijdelijk te vangen in sommige jachtgebieden voor wetenschappelijk onderzoek "
| Besluit van de Waalse Regering waarbij het Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht van het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek ertoe gemachtigd wordt dieren van de soorten Hert en Wild Zwijn tijdelijk te vangen in sommige jachtgebieden voor wetenschappelijk onderzoek | Arrêté du Gouvernement wallon autorisant le Laboratoire de la Faune sauvage et de Cynégétique du Centre de Recherche de la Nature, des Forêts et du Bois à immobiliser temporairement des animaux des espèces Cerf et Sanglier dans certains territoires de chasse à des fins de recherches scientifiques |
|---|---|
| MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST 7 MAART 2001. - Besluit van de Waalse Regering waarbij het Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht van het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek ertoe gemachtigd wordt dieren van de soorten Hert en Wild Zwijn tijdelijk te vangen in sommige jachtgebieden voor wetenschappelijk onderzoek De Waalse Regering, Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op artikelen 7 en 30bis, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1994; Gelet op het verzoek ingediend door het Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht van het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek om dieren van de soorten Hert en Wild Zwijn te kunnen vangen voor wetenschappelijk onderzoek; | MINISTERE DE LA REGION WALLONNE 7 MARS 2001. - Arrêté du Gouvernement wallon autorisant le Laboratoire de la Faune sauvage et de Cynégétique du Centre de Recherche de la Nature, des Forêts et du Bois à immobiliser temporairement des animaux des espèces Cerf et Sanglier dans certains territoires de chasse à des fins de recherches scientifiques Le Gouvernement wallon, Vu la loi du 28 février 1882 sur la chasse, notamment les articles 7 et 30bis, insérés par le décret du 14 juillet 1994; Vu la requête introduite par le Laboratoire de la Faune sauvage et de Cynégétique du Centre de Recherche de la Nature, des Forêts et du Bois tendant à permettre l'immobilisation d'animaux des espèces Cerf et Sanglier à des fins de recherches scientifiques; |
| Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" | Vu l'avis du Conseil supérieur wallon de la Chasse; |
| (Waalse Hoge Jachtraad); Op voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, | Sur la proposition du Ministre de l'Agriculture et de la Ruralité, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.De leden van het Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht van |
Article 1er.Les membres du Laboratoire de la Faune sauvage et de |
| het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek alsook de medewerkers | Cynégétique du Centre de Recherche de la Nature, des Forêts et du |
| waarop een beroep zal worden gedaan, worden ertoe gemachtigd, in het | Bois, ainsi que les collaborateurs auxquels il fera appel, sont |
| kader van programma's voor wetenschappelijk onderzoek van het | autorisés dans le cadre des programmes de recherche scientifique dudit |
| Laboratorium, om dieren van de soorten Hert en Wild Zwijn tijdelijk te | Laboratoire à immobiliser temporairement des sujets des espèces Cerf |
| kunnen vangen om die te merken. | et Sanglier, afin de pouvoir les marquer. |
| Die vergunning geldt op elk ogenblik vanaf 1 november 2000 tot 30 juni | Cette autorisation est valable en tout temps, du 1er novembre 2000 au |
| 2005. | 30 juin 2005. |
| Elke poging om een hert of een wild zwijn te vangen op een vastgesteld | Toute tentative d'immobilisation d'un cerf ou d'un sanglier sur un |
| gebied behoeft de geschreven toestemming van volgende personen : | territoire déterminé ne peut s'effectuer qu'avec l'accord écrit des personnes suivantes : |
| 1° de houder van het jachtrecht voor dat gebied; 2° de territoriaal bevoegde Directeur van de afdeling natuur en bossen indien het gebied onder het bosbeheer valt of, in het tegenovergestelde geval, de eigenaar van de grond. Die pogingen moeten worden uitgevoerd onder het toezicht van de territoriaal bevoegde Directeur van de afdeling natuur en bossen of zijn afgevaardigde. De dieren mogen alleen worden gevangen d.m.v. vallen, netten of verdovingsgeweren al dan niet voorzien van een richtkijker met lichtversterker. In overeenstemming met de houtvester van het betrokken gebied mag elk efficiënt vangstmiddel worden gebruikt. Om sterfterisico's als gevolg van een vangstpoging te vermijden, moet die worden uitgevoerd in overleg met een dierenarts erkend door de Directeur-generaal van de Directie Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. Art. 2.De Minister tot wiens bevoegdheden de Jacht behoort, is belast |
1° le titulaire du droit de chasse sur ce territoire; 2° le Directeur de la division de la nature et des forêts territorialement compétent s'il s'agit d'un territoire soumis au régime forestier ou le propriétaire du fonds dans le cas d'un territoire non soumis au régime forestier. Ces tentatives doivent se dérouler sous le contrôle du Directeur de la division de la nature et des forêts territorialement compétent ou de son délégué. L'immobilisation ne peut se faire qu'au moyen de trappes, filets ou fusils anesthésiants équipés ou non d'une lunette à intensificateur de lumière. En accord avec le chef de cantonnement du ressort, tout procédé susceptible de faciliter une immobilisation efficace pourra être utilisé. En vue de limiter au maximum les risques de mortalité inhérents à une tentative d'immobilisation, celle-ci doit s'effectuer en concertation avec un médecin-vétérinaire agréé par le Directeur général des Ressources naturelles et de l'Environnement. Art. 2.Le Ministre qui a la Chasse dans ses attributions est chargé |
| met de uitvoering van dit besluit. | de l'exécution du présent arrêté. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2000. |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er novembre 2000. |
| Namen, 7 maart 2001. | Namur, le 7 mars 2001. |
| De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
| J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
| De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, | Le Ministre de l'Agriculture et de la Ruralité, |
| J. HAPPART | J. HAPPART |