Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de criteria voor duurzaam bosbeheer voor bossen gelegen in het Vlaamse Gewest | Arrêté du Gouvernement flamand fixant les critères d'une gestion durable des bois situés en Région flamande |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 27 JUNI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de criteria voor duurzaam bosbeheer voor bossen gelegen in het Vlaamse Gewest De Vlaamse regering, Gelet op het Bosdecreet van 13 juni 1990, inzonderheid op artikel 7 | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE 27 JUIN 2003. - Arrêté du Gouvernement flamand fixant les critères d'une gestion durable des bois situés en Région flamande Le Gouvernement flamand, Vu le décret forestier du 13 juin 1990, notamment l'article 7, |
vervangen bij het decreet van 18 mei 1999, 41, tweede lid ingevoegd | remplacé par le décret du 18 mai 1999, 41, alinéa deux, inséré par le |
bij het decreet van 18 mei 1999 en 43, § 4, vervangen door het decreet | décret du 18 mai 1999 et 43, § 4, remplacé par le décret du 18 mai |
van 18 mei 1999; | 1999; |
Gelet op het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud | Vu le décret du 21 octobre 1997 relatif à la conservation de la nature |
en het natuurlijk milieu, inzonderheid op artikel 25, gewijzigd bij | et le milieu naturel, notamment l'article 25, modifié par les décrets |
decreten van 18 mei 1999 en 19 juli 2002, en op artikel 28 zoals | des 18 mai 1999 et 19 juillet 2002, et l'article 28, tel que modifié |
gewijzigd bij decreet van 19 juli 2002; | par le décret du 19 juillet 2002; |
Overwegende dat in de adviezen van de Milieu- en Natuurraad van | Considérant les avis du Conseil de l'Environnement et de la Nature de |
Vlaanderen, gegeven op 6 oktober 1998 en 5 april 2001 een actieve rol | la Flandre, donnés le 6 octobre 1998 et le 5 avril 2001, insistant sur |
van de overheid gevraagd wordt rond duurzaam bosbeheer en wordt | un rôle actif de la part des pouvoirs publics dans le cadre d'une |
aangedrongen op duidelijkheid rond het beheer van bossen in het Vlaams | gestion durable des bois ainsi que sur la nécessité de clarté par |
rapport à la gestion des bois situés dans le Réseau écologique | |
Ecologisch Netwerk; | flamand; |
Gelet op het advies van de Vlaamse Hoge Bosraad, gegeven op 29 juni | Vu l'avis du Conseil supérieur flamand des Bois, donné le 29 juin |
2001; | 2001; |
Gelet op het advies van de Vlaamse Hoge Raad voor het Natuurbehoud, | Vu l'avis du Conseil supérieur flamand pour la Conservation de la |
gegeven op 5 september 2001; | Nature, donné le 5 septembre 2001; |
Gelet op het overleg bedoeld in artikel 6, § 2, 1° van de bijzondere | Vu la concertation visée à l'article 6, § 2, 1° de la loi spéciale du |
wet van 8 augustus 1980 zoals dat werd gehouden op 6 maart 2002 | 8 août 1980 qui s'est tenue le 6 mars 2002 pendant la réunion de la |
tijdens de vergadering van de Interministeriële Conferentie voor het Leefmilieu; | |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, | Conférence interministérielle pour l'Environnement; |
gegeven op 26 juni 2002; | Vu l'accord du Ministre flamand chargé du Budget, donné le 26 juin |
Gelet op het advies nr. 33.797/3 van de Raad van State, gegeven op 4 | 2002; Vu l'avis n° 33.797/3 du Conseil d'Etat, donné le 4 février 2003, en |
februari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de | application de l'article 84, alinéa premier, 1°, des lois coordonnées |
gecoördineerde wetten op de Raad van State; | sur le Conseil d'Etat; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en | Sur la proposition du Ministre flamand de l'Environnement, de |
Ontwikkelingssamenwerking; | l'Agriculture et de la Coopération au Développement; |
Na beraadslaging, | Après délibération, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
Article 1er.Dans le présent arrêté on entend par : |
het decreet : het Bosdecreet van 13 juni 1990; | 1° le décret : le décret forestier du 13 juin 1990; |
het VEN : het Vlaams Ecologisch Netwerk, bedoeld in het Decreet | 2° le VEN : le Réseau écologique flamand, visé dans le décret sur la |
Natuurbehoud. | conservation de la nature. |
Art. 2.De criteria voor duurzaam bosbeheer, bedoeld in artikel 41, |
Art. 2.Les critères d'une gestion durable des bois, visés à l'article |
tweede lid, van het decreet, worden vastgesteld in de bijlage bij dit | 41, alinéa deux, du décret, sont établis dans l'annexe au présent |
besluit. | arrêté. |
Art. 3.Het beheer van de openbare bossen en van de bossen gelegen in het VEN moet gebeuren met naleving van de criteria voor duurzaam bosbeheer. Art. 4.De naleving van de criteria voor duurzaam bosbeheer gebeurt op een redelijke en bosbouwtechnisch verantwoorde wijze, zonder dat op elk ogenblik en op elke plaats in het bos aan elk van de criteria voldaan moet zijn. Als voor het bos een beheerplan opgesteld moet worden, bevat het beheerplan de maatregelen die genomen worden ter naleving van de criteria voor duurzaam bosbeheer, op de wijze bedoeld in het eerste lid. |
Art. 3.La gestion des bois publics et de ceux situés au sein du VEN doit respecter les critères d'une gestion durable des bois. Art. 4.Le respect des critères d'une gestion durable des bois se fait d'une manière raisonnable et justifiée sur le plan de la technique sylvicole sans que chaque critère doive être observé à tout moment et à tout endroit du bois. Au cas où un plan de gestion serait requise, ce dernier contient les mesures à prendre en vue de respecter les critères d'une gestion durable des bois, de la manière visée à l'alinéa premier. |
Art. 5.Voor de bossen gelegen in het VEN gelden de criteria voor |
Art. 5.Pour les bois situés dans le VEN, les critères d'une gestion |
duurzaam bosbeheer als maatregelen ter bevordering van een | durable des bois tiennent lieu de mesures en vue la de promotion d'une |
natuurgerichte bosbouw, in de zin van artikel 25, § 1, tweede lid, 1°, | sylviculture respectueuse de la nature au sens de l'article 25, § 1er, |
van het decreet natuurbehoud, en ter bevordering van het recreatieve | alinéa deux, 1° du décret sur la conservation de la nature et de |
medegebruik in de bossen, als bedoeld in artikel 25, § 1, tweede lid, | l'usage récréatif complémentaire des bois, telle que visée à l'article |
5°, van hetzelfde decreet. | 25, § 1er, alinéa deux, 5° du même décret. |
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het |
Art. 6.Le Ministre flamand qui a l'aménagement rural dans ses |
natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit. | attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
Brussel, 27 juni 2003. | Bruxelles, le 27 juin 2003. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
B. SOMERS | B. SOMERS |
De Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu, Landbouw en | Le Ministre flamand de l'Environnement, de l'Agriculture et de la |
Ontwikkelingssamenwerking, | Coopération au Développement, |
L. SANNEN | L. SANNEN |
Bijlage : Criteria voor duurzaam bosbeheer | Annexe : Critères d'une gestion durable des bois |
Situering : | Situation : |
Op Europees niveau werd het begrip « duurzaam bosbeheer » gedefinieerd | Au niveau européen, la notion de « gestion durable des forêts » a été |
door de verantwoordelijke Europese ministers door middel van resolutie | définie par les ministres européens compétents à l'aide de la |
H1 « Algemene Richtlijnen voor het Duurzaam Beheer van Bossen in | résolution H1 « Directives générales pour la gestion durable des |
Europa » tijdens de tweede Ministeriële Conferentie ter Bescherming | forêts en Europe » au cours de la deuxième Conférence ministérielle |
van de Bossen in Europa, gehouden te Helsinki (Finland) in 1993. | pour la protection des forêts en Europe, tenue à Helsinki (Finlande) |
Duurzaam bosbeheer wordt omschreven als « het rentmeesterschap en het | en 1993. La gestion durable des forêts est définie comme « la gérance |
gebruik van bossen op een dusdanige manier en snelheid dat hun | et l'utilisation des forêts et des terrains boisés, d'une manière et à |
biologische verscheidenheid, hun productiviteit, hun | une intensité telles qu'elles maintiennent leur diversité biologique, |
regeneratiecapaciteit, hun vitaliteit en hun vermogen om nu en in de | leur productivité, leur capacité de régénération, leur vitalité, et |
toekomst op verschillende ruimtelijke schalen (lokaal, nationaal, | leur capacité à satisfaire, actuellement et pour le futur, les |
mondiaal) relevante ecologische, economische en sociale functies te | fonctions écologiques, économiques et sociales pertinentes, aux |
volbrengen, niet in het gedrang komen en dat er geen schade berokkend | niveaux local, national et mondial et qu'elles ne causent pas de |
wordt aan andere ecosystemen ». | préjudice à d'autres écosystèmes ». |
De in deze bijlage opgenomen « criteria voor duurzaam bosbeheer » | Les « critères d'une gestion durable des bois » repris dans la |
vormen een evaluatie-instrument om het praktische beheer van de bossen | présente annexe constituent un instrument d'évaluation pour confronter |
te toetsen op duurzaamheid. Dit praktisch beheersniveau wordt ruim | la gestion pratique des bois à leur durabilité. Ce niveau de gestion |
gezien en omvat alle verschillende aspecten en functies van het bos | pratique est considéré dans son sens large et comprend tous les |
(zie Hoofdstukken). | aspects et fonctions des bois (voir Chapitres). |
Onder de respectievelijke hoofdstukken worden één of meer | Les chapitres respectifs formulent un ou plusieurs objectifs |
doelstellingen geformuleerd die het duurzaam beheer van de bossen | garantissant la gestion durable des bois. Cela se fait sous forme de |
moeten garanderen. Dit gebeurt onder de vorm van principes en | principes et de critères. Ces objectifs sont se traduisent en |
criteria. Deze doelstellingen worden verder verfijnd tot indicatoren | indicateurs afin de permettre une évaluation concrète et objective de |
om zodoende een concrete en objectieve beoordeling van de duurzaamheid van het bosbeheer mogelijk te maken. Deze indicatoren zijn als onmiddellijk meetbare en controleerbare parameters te beschouwen. De indicatoren zijn als de bindende bepalingen voor duurzaam bosbeheer te beschouwen. Het bosbeheer wordt pas als in overeenstemming met de criteria duurzaam bosbeheer beschouwd, wanneer de beheerder van het bos kan aantonen dat aan de indicatoren is tegemoet gekomen. Het bosbeheerplan zal hierbij het belangrijkste instrument zijn voor de bosbeheerder om dit aan te tonen. Gezien in Vlaanderen de uitgangssituaties sterk kunnen verschillen onder meer qua bodemtoestand, boomsoortensamenstelling, leeftijdsverdeling, versnipperinggraad, ligging, e.a., zal het in de praktijk zo zijn dat niet alle indicatoren in alle situaties toepasbaar of relevant zijn en dus op dat ogenblik niet als bindend af te dwingen zijn. Zo is het duidelijk dat het opnemen van een verjongingsplan in een bosbeheerplan niet relevant is wanneer de desbetreffende bosbestanden binnen het verloop van het beheerplan nog niet aan verjonging toe zijn. Vooral via het bosbeheerplan kan verduidelijkt en vastgelegd worden waarom bepaalde indicatoren in bepaalde situaties niet dienen nagekomen te worden. Criteria duurzaam Bosbeheer : HOOFDSTUK I. - Criteria voor het juridisch kader en relevante overeenkomsten | la durabilité de la gestion des bois. Ces indicateurs sont à considérer comme des paramètres immédiatement mesurables et contrôlables. Ces indicateurs sont à considérer comme des dispositions contraignantes de gestion durable. La gestion des bois n'est considéré conforme aux critères d'une gestion durable que si le gestionnaire puisse démontrer le respect des indicateurs. Le plan de gestion des bois constituera à cet effet l'instrument le plus important. Vu qu'en Flandre, les situations de départ peuvent fortement diverger, entre autres en ce qui concerne la situation du sol, la composition des essences, la répartition des âges, le degré d'éparpillement, la localisation, etc..., la pratique démontrera que tous les indicateurs ne seront pas applicables ou pertinents dans toutes les situations et dès lors non contraignants. Il est clair que l'insertion d'un plan de régénération dans un plan de gestion des bois n'est pas pertinente lorsque la régénération des peuplements suivant le plan de gestion n'est pas nécessaire. Le plan de gestion des bois est l'instrument par excellence pour expliquer et indiquer pourquoi certains indicateurs ne sont pas applicables dans des situations déterminées. Critères d'une gestion durable des bois CHAPITRE Ier. - Critères relatifs au cadre juridique et aux conventions pertinentes |
Principe 1 : De bosbeheerder moet bij het beheer van zijn bos alle | Principe 1 : Dans le cadre de la gestion de son bois, le gestionnaire |
wetten die in het Vlaamse Gewest van toepassing zijn respecteren. | forestier est tenu de respecter toutes les lois en vigueur au sein de |
la Région flamande. | |
Criterium 1.1 : De bosbeheerder leeft het wettelijke kader na dat | Critère 1.1 : Le gestionnaire forestier respecte le cadre légal qui |
betrekking heeft op bos en bosbouw in de brede zin en houdt zich aan | porte sur le bois et la sylviculture au sens large et s'en tient aux |
de hieruit voortvloeiende verplichtingen. | obligations qui en découlent. |
Criterium 1.2 : Eigendomsrechten en eventuele zakelijke en | Critère 1.2 : Les droits de propriété et d'éventuels droits réels et |
persoonlijke rechten op het bos zijn aantoonbaar vastgesteld. | personnels à l'égard du bois sont manifestement établis. |
Criterium 1.3 : De bosbeheerder houdt zich aan alle rechten en | Critère 1.3 : Le gestionnaire forestier respecte l'ensemble des droits |
plichten de volgen uit alle overeenkomsten, contracten en regelingen | et obligations découlant de tous conventions, contrats et règlements |
die van toepassing zijn op het bosbedrijf en het bosbeheer. | applicables à l'exploitation des bois et à la gestion forestière. |
Criterium 1.4 : De bosbeheerder beschermt zijn bezit waar mogelijk | Critère 1.4 : Le gestionnaire forestier protège sa propriété dans la |
tegen illegale kap, niet toegestane verblijfsactiviteiten en andere | mesure du possible contre des coupes illégales, des activités de |
ongewenste vormen van bosgebruik. | séjour non autorisées et autres formes indésirables d'utilisation du |
Criterium 1.5 : De bosbeheerder verklaart dat hij de richtlijnen van | bois. Critère 1.5 : Le gestionnaire forestier s'engage à respecter les |
deze criteria voor duurzaam bosbeheer zal naleven gedurende een | directives contenues dans les présents critères pour une gestion |
periode, gekoppeld aan het beheerplan en dat hij ook op de lange | durable des bois pendant la période liée au plan de gestion et à |
termijn ernaar streeft zijn bosbezit volgens deze criteria te blijven | aspirer à long terme à gérer sa propriété forestière selon ces mêmes |
beheren. | critères. |
HOOFDSTUK II. - Criteria voor het waarborgen van sociale en culturele | CHAPITRE II. - Critères visant à garantir les fonctions sociales et |
functies | culturelles |
Principe 2 : De bosbeheerder houdt bij het beheer en gebruik van zijn | Principe 2 : Dans le cadre de la gestion et de l'utilisation de sa |
bosbezit rekening met de sociale en culturele belangen van zowel de | propriété forestière, le gestionnaire forestier tient compte des |
bevolking als de omgeving | intérêts sociaux et culturels, de la population et de l'environnement. |
Criterium 2.1 : De bosbeheerder erkent de betrokkenheid van alle | Critère 2.1 : Le propriétaire forestier reconnaît l'implication de |
relevante groepen en personen en houdt rekening met hun standpunten. | tous les groupes et personnes pertinents et tient compte de leurs opinions. |
1° Indicator 2.1.1 : Voor het opstellen en het laten goedkeuren van | 1° Indicateur 2.1.1 : Préalablement à la rédaction et à l'approbation |
het beheerplan, is de betrokken bevolking ingelicht over de | du plan de gestion, la population concernée sera informée des |
beheerdoelstellingen en wordt ze in staat gesteld hierop te reageren. | objectifs gestionnels et sera offerte la possibilité d'y réagir. |
2° Indicator 2.1.2 : Relevante en onderbouwde wensen of bezwaren | 2° Indicateur 2.1.2 : Des desiderata ou objections pertinents et |
worden in overweging genomen bij de beheerplanning en uitvoering van | étayés sont pris en considération lors de la planification de la |
beheermaatregelen. | gestion et de l'exécution des mesures. |
3° Indicator 2.1.3 : Bij de planning en uitvoering van | 3° Indicateur 2.1.3 : Lors du planning et de l'exécution des mesures |
beheermaatregelen houdt de bosbeheerder indien mogelijk rekening met | de gestion, le gestionnaire forestier fera preuve de son ouverture à |
vragen, opmerkingen en suggesties van de betrokkenen. | toutes questions, remarques ou suggestions de la part des intéressés. |
4° Indicator 2.1.4 : Het beheer van bossen moet aandacht hebben voor | 4° Indicateur 2.1.4 : La gestion des bois doit être attentive à |
het recreatief medegebruik en moet de selectieve bostoegankelijkheid | l'usage récréatif complémentaire et doit encourager l'accessibilité |
voor het publiek stimuleren. Het bos kan toegankelijk gesteld worden | sélective du bois pour le public. Le bois peut être rendu accessible |
voor het publiek op een manier die de ecologische functievervulling | au public, d'une manière qui ne compromet pas la fonction écologique |
niet in het gedrang brengt en die verstoring - zowel in de tijd als in de ruimte - beperkt en zo nodig uitsluit. Criterium 2.2 : Bossen of delen van bossen met grote sociale, culturele, landschappelijke, geschiedkundige, religieuze betekenis, waardevolle traditionele beheervormen of belangrijke wetenschappelijke of educatieve betekenis worden beschermd en beheerd overeenkomstig hun specifieke waarden en potenties. Het gaat hier om gebieden waarvan de specifieke waarde kan aangetoond worden, zoals bijvoorbeeld oude bossen, oud hakhout, oud middelhoutbos, archeologische vindplaatsen, holle wegen, boswallen enzovoort. 1° Indicator 2.2.1 : De beheerdoelstellingen en -maatregelen voor deze bossen of delen van bossen zijn uitdrukkelijk afgestemd op de specifieke waarden en potenties. Criterium 2.3 : De bosbeheerder draagt er zorg voor dat de voorschriften voor gezondheid, milieu, veiligheid, arbeidsinhoud en arbeidsomstandigheden worden nageleefd bij alle activiteiten die onder zijn verantwoordelijkheid en opdracht worden uitgevoerd in het bos in kwestie. Het gaat onder meer om voorschriften op basis van de milieuwetgeving, wetgeving welzijn op het werk (waaronder Algemeen Reglement inzake Arbeidsbescherming), relevante collectieve akkoorden, de erkenningsregeling bosexploitanten en functiebeschrijvingen van het personeel. 1° Indicator 2.3.1 : Het personeel dat rechtstreeks voor of in | et qui limite, voire exclut toute forme de perturbation - tant dans le temps comme dans l'espace. Critère 2.2 : Des bois ou parties de bois à grande signification sociale, culturelle, paysagère, historique, religieuse, aux modalités de gestion traditionnelles et précieuses ou à haute valeur scientifique ou éducative sont protégés et gérés conformément à leurs valeurs et potentialités spécifiques. Il s'agit de zones dont la valeur spécifique peut être démontrée, par exemple, des vieux bois, vieux taillis, vieux taillis sous futaie, fouilles archéologiques, chemins creux, buttes boisées,... 1° Indicateur 2.2.1 : Les objectifs et mesures de gestion pour ces bois ou parties de bois s'alignent explicitement sur les valeurs et les potentialités spécifiques. Critère 2.3 : Le gestionnaire forestier veille à ce que les prescriptions en matière de santé, d'environnement, de sécurité, de contenu du travail et de conditions de travail soient respectées dans le cadre de toutes les activités exécutées sous sa responsabilité et pour son compte dans le bois en question. Il s'agit notamment des prescriptions fondées sur la législation environnementale, la législation relative au bien-être sur le lieu du travail (e.a. le Règlement général sur la Protection des Travailleurs), les conventions collectives pertinentes, le règlement en matière d'agrément des exploitants forestiers et les descriptions de fonction du personnel. 1° Indicateur 2.3.1 : Le personnel qui travaille directement pour ou |
opdracht van de bosbeheerder in het bos werkt, is op de hoogte van | pour le compte du gestionnaire forestier dans le bois, est informé de |
zijn taakomschrijving en arbeidsinhoud en van de | la description de sa mission, du contenu de sa tâche et des |
veiligheidsvoorschriften. | prescriptions de sécurité. |
Criterium 2.4 : De bosbeheerder werkt mee aan een goede sociale en | Critère 2.4 : Le gestionnaire forestier contribue à une bonne |
technische structuur van de bedrijfstak bij de inzet van eigen | structure sociale et technique du secteur d'activité lors de |
personeel of via aannemers. | l'engagement de son propre personnel ou par le biais d'entrepreneurs. |
1° Indicator 2.4.1 : De bosbeheerder staat in voor een aangepast | 1° Indicateur 2.4.1 : Le gestionnaire forestier veille à un programme |
(permanent) vormingsprogramma voor het eigen personeel. In contracten | de formation adapté (permanent) pour son propre personnel. Les |
met aannemers staat bepaald dat het tewerkgestelde personeel over | contrats conclus avec des entrepreneurs stipuleront que le personnel |
voldoende technische competentie moet beschikken. | employé doit disposer des compétences techniques nécessaires. |
2° Indicator 2.4.2 : Bij de uitbesteding van werkzaamheden wordt | 2° Indicateur 2.4.2 : Lors de la sous-traitance de travaux, il sera |
gebruik gemaakt van aannemers die voldoen aan collectief vastgestelde | fait appel à des entrepreneurs qui répondent aux critères |
criteria voor deskundigheid, kwaliteit en betrouwbaarheid, conform de | collectivement fixés en matière d'expertise, de qualité et de |
criteria « Erkenningsregeling Bosexploitanten » indien die van kracht zijn. | fiabilité, conformément aux critères du « Règlement d'agrément d'exploitants forestiers » si d'application. |
HOOFDSTUK III. - Criteria voor het waarborgen van productie- en | CHAPITRE III. - Critères visant à garantir les fonctions de production |
economische functies | et les fonctions économiques |
Principe 3 : Het beheer van bossen moet het efficiënte gebruik van de | Principe 3 : La gestion des bois doit encourager l'usage efficace des |
verschillende bosproducten en -diensten stimuleren, teneinde de | différents produits et services forestiers afin de garantir la |
economische levensvatbaarheid van het bosbezit en een breed scala aan | viabilité économique de la propriété forestière et une vaste gamme de |
ecologische en maatschappelijke functies te waarborgen. | fonctions écologiques et sociales. |
Criterium 3.1 : De bosbeheerder behandelt zijn bos als een | Critère 3.1 : Le gestionnaire forestier traitera son bois comme une |
hernieuwbare hulpbron, waarbij hij streeft naar een veelzijdige | ressource renouvelable, aspirant à une concrétisation de fonctions |
functievervulling. | multiples. |
1° Indicator 3.1.1 : Bij beslissingen in het bosbeheer is een afweging | 1° Indicateur 3.1.1 : Lors des décisions concernant la gestion |
gemaakt van de directe en indirecte effecten van de te nemen | forestière, une pondération sera faite des effets directs et indirects |
maatregelen, met het oog op de duurzame voortbrenging van goederen en | des mesures à prendre, dans la perspective d'une production durable de |
diensten op lange termijn. De afweging komt tot uiting in het | biens et de services à long terme. La pondération se traduira au |
beheerplan bij de keuze van de beheerdoelstelling en de daaraan | niveau du plan de gestion dans le choix des objectifs gestionnels et |
verbonden maatregelen; de detaillering van de onderbouwing staat in | des mesures y afférentes; le degré de détail de l'étayage est |
verhouding tot de grootte van het bos. | proportionnel à la superficie du bois. |
2° Indicator 3.1.2 : De bosbeheerder behoudt de natuurlijke | 2° Indicateur 3.1.2 : Le gestionnaire forestier maintient la capacité |
productiecapaciteit van de bosbodem door een aangepast bosbeheer | de production naturelle du sol forestier par une gestion forestière |
(bijvoorbeeld door de boomsoortenkeuze, het nastreven van voldoende | adaptée (ex. choix des espèces d'arbres, veiller à un degré de mixité |
mengingsgraad). Zo wordt bodembewerking tot een minimum beperkt. Bij | suffisant). Ainsi, le traitement du sol est limité au maximum. Pour |
gedegradeerde bosbodems zijn herstelmaatregelen mogelijk na | des sols forestiers dégradés, des mesures de réparation peuvent être |
voorafgaand bodemonderzoek. | envisagées après une analyse préalable du sol. |
3° Indicator 3.1.3 : De bosbeheerder tracht de mineralenkringloop in | 3° Indicateur 3.1.3 : Le gestionnaire forestier essaie d'exclure dans |
zijn bos zo veel mogelijk te sluiten door zowel verliezen als importen | la mesure du possible le cycle minéral dans son bois, en limitant tant |
te beperken. Bemesting (aanrijking met nutriënten) is niet toegestaan | les pertes que les importations. Aucune fertilisation (enrichissement |
wegens het risico van eutrofiëring, grondwatervervuiling en | à l'aide de nutritifs) n'est admise en raison du risque |
wijzigingen in de kruidenlaag. Startbemesting met stalmest in de plantput bij verjonging met veeleisende boomsoorten is wel toegestaan. 4° Indicator 3.1.4 : Bij exploitatie en beheerwerken wordt schade aan de productiecapaciteit van de standplaats, de bodem, het overblijvend bestand (inclusief verjonging) en verstoring van fauna en flora tot een minimum beperkt. In overeenkomsten met aannemers zijn werkbare procedures opgenomen om de schade in eerste instantie te voorkomen of - indien schade onvermijdelijk is - die te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen. Er zijn procedures van kracht om aan de hand van terreincontroles toezicht te houden op het verloop van de terreinwerkzaamheden en hierbij passend op te treden, bijvoorbeeld door de werkzaamheden stil te leggen of bijzondere voorwaarden op te leggen. | d'eutrophisation, de pollution des eaux souterraines et de modification de la couche d'herbes. La fumure de démarrage par application directe dans le trou de plantation est admise en cas de régénération à l'aide d'espèces d'arbres exigeantes. 4° Indicateur 3.1.4 : Lors des travaux d'exploitation et de gestion, les dégradations au niveau de la capacité de production de la station, du sol, du peuplement résiduel (y compris la régénération) et la perturbation de la faune et de la flore sont réduites à un minimum. Les conventions avec des entrepreneurs prévoiront des procédures fonctionnelles visant à éviter en premier lieu les dégradations et si celles-ci sont inévitables, à les réparer. Des procédures sont prévues pour exercer, à l'aide de contrôles du terrain, une surveillance sur le déroulement des activités sur le terrain et pour intervenir si nécessaire, par exemple par un arrêt des travaux et par l'imposition de conditions particulières. |
Criterium 3.2 : De bosbeheerder streeft met zijn bosbedrijf naar | Critère 3.2 : Par le biais de son exploitation forestière, le |
economische levensvatbaarheid zonder afbreuk te doen aan het behoud | gestionnaire forestier cherche à promouvoir la viabilité économique |
van de ecologische of sociale functievervulling door het bos. | sans porter atteinte aux fonctions écologique ou sociale du bois. |
1° Indicator 3.2.1 : Bij beslissingen in het bosbeheer is rekening | 1° Indicateur 3.2.1 : Lors de toute décision prise dans le cadre de la |
gehouden met ecologische, sociale en bedrijfseconomische | gestion forestière, il sera tenu compte des conditions accessoires |
randvoorwaarden en zijn de nodige investeringen grondig afgewogen, | écologiques, sociales et économiques et les investissements |
teneinde de kwaliteit en productiviteit van het bosbezit op lange | nécessaires seront soigneusement examinés afin de garantir la qualité |
termijn te waarborgen. | et la productivité de la propriété forestière à long terme. |
De afweging komt tot uiting in het beheerplan bij de beschrijving van | Cet examen approfondi se traduira dans le plan de gestion dans le |
maatregelen, middelen en randvoorwaarden; | cadre de la description des mesures, moyens et conditions accessoires; |
2° Indicator 3.2.2 : In bossen of delen van bossen waarvoor geen | 2° Indicateur 3.2.2 : Dans des bois ou des parties de bois qui ne |
specifieke doelstellingen gelden rond het behoud en bevorderen van | relèvent pas d'objectifs spécifiques en matière de préservation et de |
biologische diversiteit of sociaal-recreatieve argumenten moet een | promotion de la biodiversité ni d'arguments socio-récréatifs, il |
zeker voorraadpeil gehandhaafd worden door een evenwicht te bewaren | convient de maintenir un certain niveau de stock en préservant un |
tussen houtoogst en aanwas. | équilibre entre la récolte de bois et la croissance. |
3° Indicator 3.2.3 : De bosbeheerder zoekt naar samenwerkingsverbanden | 3° Indicateur 3.2.3 : Le gestionnaire forestier cherchera des |
waaruit schaalvoordelen kunnen ontstaan. | partenariats permettant de générer des économies d'échelle. |
Criterium 3.3 : De bosbeheerder beoogt met zijn bosbeheer een bos dat | Critère 3.3 : Dans le cadre de sa gestion forestière, le gestionnaire |
een gevarieerde structuur bezit, zowel naar soorten als naar | forestier vise à créer un bois à structure variée, tant en termes |
leeftijdsverdeling, dat een ongelijkjarige opbouw kent en dat gemengd | d'espèces qu'en termes de répartition des âges, qui connaît un |
développement inégal au niveau des âges et qui présente une | |
is samengesteld als borg voor het behoud van de | composition mixte à titre de garantie du maintien de la productivité |
standplaatsproductiviteit. | de la station. |
1° Indicator 3.3.1 : De bosbeheerder kiest een | 1° Indicateur 3.3.1 : Le gestionnaire forestier choisit une |
boomsoortensamenstelling die steeds standplaatsgeschikt is. In geval | composition au niveau des espèces d'arbres qui convient pour la |
van kunstmatige of gecombineerde verjonging kiest hij steeds voor de | station en question. En cas de régénération artificielle ou combinée, |
il optera toujours pour les provenances recommandées par l'Institut | |
door het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer aanbevolen herkomsten, | pour l'Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer, pour autant qu'elles |
voor zover die beschikbaar zijn. | soient disponibles. |
2° Indicator 3.3.2 : De bosbeheerder kiest voor kleinschalige | 2° Indicateur 3.3.2 : Le gestionnaire forestier opte pour les coupes à |
kappingen. Kaalslagen zijn beperkt tot 1 ha. Van die regel kan | petite échelle. Les coupes à blanc sont limitées à 1 ha. Il peut être |
afgeweken worden indien dat grondig gemotiveerd wordt in het | dérogé à cette règle moyennant une motivation approfondie dans le plan |
bosbeheerplan en in specifieke gevallen (bijvoorbeeld directe | de gestion forestière et dans des cas spécifiques (ex. Transformation |
omvorming van een homogeen bestand van een uitheemse soort; verjonging | directe d'un peuplement homogène d'une espèce exogène; régénération |
van een populierenaanplant). | d'une plantation de peupliers). |
3° Indicator 3.3.3 : De bosbeheerder stelt voor zijn bos een | 3° Indicateur 3.3.3 : Le gestionnaire forestier établit un plan de |
verjongingsplan op dat in tijd en ruimte moet leiden tot een | régénération pour son bois qui doit aboutir dans le temps et dans |
gevarieerde bosstructuur en opbouw. | l'espace à une structure et un développement forestiers variés. |
4° Indicator 3.3.4 : De bosbeheerder streeft bij zijn | 4° Indicateur 3.3.4 : Dans le cadre de la gestion de son exploitation |
bosbedrijfsvoering naar evenwichtig en omzichtig bepaalde | forestière, le gestionnaire forestier s'orientera vers des périodes |
bedrijfstijden, wat een voldoende evenwicht inhoudt tussen economische | d'exploitation équilibrées et judicieusement définies, ce qui implique |
en ecologische factoren. | un compromis adéquat entre facteurs économiques et écologiques. |
Criterium 3.4 : De bosbeheerder regelt het gebruik en de voortbrengst | Critère 3.4 : Le gestionnaire forestier règle l'utilisation et la |
van niet-houtige bosproducten zonder afbreuk te doen aan het behoud | production de produits forestiers non ligneux sans porter préjudice au |
van de ecologische of sociale functievervulling door het bos. | maintien de la fonction écologique ou sociale du bois. |
1° Indicator 3.4.1 : Stroperij en niet-weidelijke jachtmethoden worden | 1° Indicateur 3.4.1 : Lutte active contre le braconnage et méthodes de |
actief bestreden. | chasse non conformes à l'art de la chasse. |
2° Indicator 3.4.2 : De bosbeheerder ziet erop toe dat er geen wild | 2° Indicateur 3.4.2 : Le gestionnaire forestier veillera à ce qu'il |
wordt uitgezet in zijn bos, tenzij in het kader van wettelijk | n'y ait pas de lâchage de gibier dans son bois sauf dans le cadre de |
toegestane soortbeschermingsmaatregelen. | mesures de protection d'espèces légales. |
3° Indicator 3.4.3 : De bosbeheerder ziet erop toe dat het gebruik van | 3° Indicateur 3.4.3 : Le gestionnaire forestier veillera à ce que |
andere niet-houtige bosproducten (visvangst; plukken en verzamelen van | l'utilisation d'autres produits forestiers non ligneux (pêche; |
planten, vruchten en paddestoelen enzovoort) gebeurt volgens de | cueillette et collecte de plantes, fruits et champignons,...) se fasse |
geldende wetgeving en dat er, voorzover dat is toegestaan, minimale | conformément à la législation en vigueur et que, pour autant que ces |
schade wordt aangericht aan het bosecosysteem, de habitats en de | activités soient autorisées, des détériorations minimales soient |
populaties van wilde dier- en plantensoorten. | causées à l'écosystème forestier, aux habitats et à la flore et la |
faune sauvage. | |
HOOFDSTUK IV. - Criteria voor het behoud en de bescherming van het | CHAPITRE IV. Critères relatifs à la conservation et à la protection de |
milieu | l'environnement |
Principe 4 : Bosbeheer zal de ecologische functies van het bos in | Principe 4 : La gestion forestière sauvegardera les fonctions |
stand houden door het bewaren of verbeteren van de biologische | écologiques du bois par la sauvegarde ou l'amélioration de la |
diversiteit, het natuurlijk milieu, de unieke en kwetsbare ecosystemen | biodiversité, du milieu naturel, d'écosystèmes et de paysages uniques |
en landschappen en door de instandhouding van habitats en populaties | et vulnérables et par la préservation de habitats et de la flore et de |
van wilde dier- en plantensoorten. | la faune sauvage. |
Criterium 4.1 : Bosbeheer en bosgebruik blijven binnen de grenzen van | Critère 4.1 : La gestion forestière et l'utilisation du bois restent |
de ecologische draagkracht van het bosbezit. | dans les limites de la capacité écologique de la propriété forestière. |
1° Indicator 4.1.1 : Bij beslissingen over het beheer en gebruik van | 1° Indicateur 4.1.1 : Lors de toute décision concernant la gestion et |
het bos is uitdrukkelijk rekening gehouden met de ecologische functies | l'utilisation du bois, il sera explicitement tenu compte des fonctions |
van het bos en dit tevens in relatie met zijn omgeving. | écologiques du bois par rapport à son environnement. |
Criterium 4.2 : Ingrijpende veranderingen in bosbeheer en bosgebruik | Critère 4.2 : Des interventions importantes dans la gestion forestière |
worden vooraf getoetst aan een evaluatie van de te verwachten effecten | et l'utilisation du bois seront confrontées au préalable à une |
évaluation des effets attendus sur la nature et le paysage. | |
op natuur en landschap. De evaluatie wordt afgestemd op de schaal en | L'évaluation s'alignera sur l'échelle et l'intensité de l'intervention |
intensiteit van de ingreep en op de natuur- en landschapswaarde van | et sur la valeur du bois en termes de conservation de la nature et du |
het bos. | paysage. |
1° Indicator 4.2.1 : Bij beslissingen over ingrijpende veranderingen | 1° Indicateur 4.2.1 : Lors de toute décision concernant des |
in bosbeheer en bosgebruik is rekening gehouden met de resultaten van | modifications importantes dans la gestion forestière et l'utilisation |
voorafgaand onderzoek naar de mogelijke effecten op de natuur, het | du bois, il sera tenu compte des résultats de l'enquête préalable sur |
natuurlijk milieu en het landschap. | les effets potentiels sur la nature et le paysage. |
2° Indicator 4.2.2 : In functie van de omvang van de ingreep | 2° Indicateur 4.2.2 : En fonction de l'ampleur de l'intervention |
(intensiteit, sterkte, betrokken oppervlakte) en de kwaliteiten van | (intensité, force, superficie concernée), et des qualités de la zone, |
het gebied zijn passende maatregelen genomen om eventuele schade aan | des mesures adéquates seront prises afin de limiter ou, si cela |
de natuur, het natuurlijk milieu en het landschap te voorkomen, te | s'avère impossible, de réparer les effets négatifs éventuels sur la |
beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen. | nature, le milieu naturel et le paysage. |
Criterium 4.3 : De bosbeheerder ziet erop toe dat bij het beheer | Critère 4.3 : Dans le cadre de la gestion, le gestionnaire forestier |
bosvreemde stoffen en producten zo veel mogelijk uit het bos worden | veillera à éviter dans la mesure du possible des substances ou |
geweerd. | produits étrangers au bois. |
1° Indicator 4.3.1 : Olieverversingen van machines zijn in het bos | 1° Indicateur 4.3.1 : Des vidanges d'huile de machines ne sont pas |
niet toegestaan. | autorisées dans le bois. |
2° Indicator 4.3.2 : Bij het aanwenden van motorzagen wordt alleen | 2° Indicateur 4.3.2 : Lors de l'utilisation de tronçonneuses, il ne |
biologisch afbreekbare kettingolie gebruikt. | peut être fait usage que d'huiles pour chaînes biodégradables. |
3° Indicator 4.3.3 : De bosbeheerder gebruikt geen genetisch | 3° Indicateur 4.3.3 : Le gestionnaire forestier n'utilisera pas |
gemanipuleerde organismen. | d'organismes génétiquement manipulés. |
4° Indicator 4.3.4 : Voorzover dat nog niet wettelijk is geregeld, is het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen niet toegestaan, tenzij het gebruik van glyfosaat voor het bestrijden van niet-inheemse agressieve soorten (onder meer de Amerikaanse vogelkers) in een planmatige en gecombineerde mechanisch-chemische bestrijdingsmethode. Deze uitzondering geldt zolang er geen ecologisch beter verantwoord product of verantwoorde methode met dezelfde efficiëntie beschikbaar is en pas nadat de noodzaak en mogelijke alternatieven vooraf werden overwogen en uitgeprobeerd. Het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen is toegestaan bij zorgvuldige toepassing en controle, zonder af te wijken van geldende wetgeving of internationaal erkende wetenschappelijke voorschriften. Criterium 4.4 : De bosbeheerder moet, voorzover hij daartoe de mogelijkheden heeft, met zijn bosbedrijfsvoering bijdragen tot het integraal waterbeheer. | 4° Indicateur 4.3.4 : A défaut de règlement légal en la matière, l'utilisation de pesticides chimiques n'est pas autorisée, à l'exception de l'utilisation de glyphosate pour la lutte contre des espèces agressives non indigènes (e.a. cerisier tardif) dans le cadre d'une méthode planifiée et combinée au point de vue mécanico-chimique. Cette exception est d'application aussi longtemps qu'aucun produit ou aucune méthode davantage justifié au point de vue écologique et présentant la même efficacité n'est disponible et uniquement après que la nécessité et les alternatives éventuelles ont été au préalable examinées et testées. L'utilisation de pesticides biologiques est autorisée sous réserve d'une application minutieuse et d'un suivi et contrôle, sans qu'il ne puisse être dérogé à la législation en vigueur ou aux prescriptions scientifiques reconnues au niveau international. Critère 4.4 : Pour autant qu'il en ait les possibilités, le gestionnaire forestier doit contribuer par sa gestion de l'exploitation forestière à une gestion intégrée des eaux. |
1° Indicator 4.4.1 : De bosbeheerder zal de bestaande vrije loop van | 1° Indicateur 4.4.1 : Le gestionnaire forestier n'influencera pas le |
stromende waters binnen zijn bos niet beïnvloeden. | libre cours des cours d'eau dans son bois. |
2° Indicator 4.4.2 : De bosbeheerder zal waterrijke gebieden, zoals | 2° Indicateur 4.4.2 : Le gestionnaire forestier s'abstiendra de |
gedefinieerd in het decreet natuurbehoud, en overstromingsgebieden | l'assèchement des zones riches en eau, telles que définies dans le |
niet ontwateren. Buiten deze gebieden kunnen bestaande | décret sur la conservation de la nature, et des zones inondables. En |
drainagesystemen, ont- en afwateringen behouden blijven indien dat | dehors de ces zones, les systèmes de drainage et d'assèchement |
noodzakelijk is en leidt tot een betere groei van standplaatsgeschikte | existants peuvent être maintenus s'il sont nécessaires et s'ils |
boomsoorten. Bestaande drainage, ontwatering of afwatering kan in | contribuent à une meilleure croissance des espèces d'arbres qui |
uitzonderlijke gevallen worden gewijzigd om de andere functies te | conviennent pour la station. Dans des cas exceptionnels, le système de |
drainage ou d'assèchement existant peut être modifié pour optimaliser | |
kunnen optimaliseren. | les autres fonctions. |
3° Indicator 4.4.3 : Nieuwe drainage of andere ontwatering- en | 3° Indicateur 4.4.3 : De nouveaux systèmes de drainage ou autres |
afwateringsvoorzieningen zijn nergens toegestaan. | équipements d'assèchement ne sont autorisés nulle part. |
HOOFDSTUK V. - Criteria voor het behoud en de bevordering van de | CHAPITRE V. - Critères relatifs au maintien et à la promotion de la |
biologische diversiteit | biodiversité |
Principe 5 : De bosbeheerder houdt bij het beheer van zijn bosbezit | Principe 5 : Dans le cadre de la gestion de sa propriété forestière, |
rekening met de biologische diversiteit door zorg voor het behoud, de | le gestionnaire forestier tient compte de la biodiversité par le biais |
ontwikkeling of het herstel van de ecologische functie van zijn bos. | du maintien, du développement ou du rétablissement de la fonction |
Criterium 5.1 : In het bosbeheer en bosgebruik worden maatregelen | écologique de son bois. Critère 5.1 : Dans le cadre de la gestion forestière et de |
genomen ter instandhouding van habitats en populaties van wilde dier- | l'utilisation du bois, des mesures sont prises visant à protéger les |
en plantensoorten met het oog op de multifunctionaliteit. | espèces de plantes et d'animaux et leurs habitats dans un contexte de |
1° Indicator 5.1.1 : De bosbeheerder houdt bij de bosbedrijfsvoering rekening met het zorgprincipe en het standstillprincipe, toegepast op de biologische diversiteit. Standplaatsen met een van nature rijke boomsoortensamenstelling mogen in geen geval worden vervangen door uniforme bestanden of door een andere vorm van bodemgebruik. Aanplanten van agressieve exoten is uitgesloten. Het omvormen van bossen van inheemse loofboomsoorten naar homogene bossen van fijnspar, populier, andere niet-inheemse soorten en grove dennen is uitgesloten. 2° Indicator 5.1.2 : Het bos en zijn beheer zijn getoetst op de aanwezigheid en het voortbestaan van zeldzame, bedreigde en wettelijk beschermde plant- en diersoorten, alsook indicatorsoorten van oud bos. De relevante gebieden, terreinkenmerken en beheersmaatregelen zijn aangegeven op een beheerskaart. Voor die natuurelementen worden de nodige maatregelen genomen om de instandhouding van hun habitat te garanderen. De inventarisatie is zowel gericht op de aanwezigheid van indicatoren voor oude en goed ontwikkelde bosecosystemen als op de aanwezigheid van zeldzame en bedreigde soorten en bijzondere natuurelementen. Concreet wordt onder meer rekening gehouden met : oud-bosplanten; oude bomen met holten voor vogels en zoogdieren; nestbomen van roofvogels; zeldzame en bedreigde boom-, struik- en plantensoorten, alsook andere bedreigde organismen en kensoorten, voorzover hiervan terreingegevens beschikbaar zijn. Tevens wordt rekening gehouden met specifieke natuurelementen zoals beken, poelen, vennen en bronnen, open plekken en natuurlijke rand- en overgangssituaties (mantel- en zoomvegetaties) en de aan deze habitats gebonden soorten. | multifonctionnalité. 1° Indicateur 5.1.1 : Dans le cadre de la gestion de l'exploitation forestière, le gestionnaire forestier tient compte du principe de précaution et du principe de standstill, appliqué à la biodiversité. Les stations présentant une composition d'espèces d'arbres naturellement riche ne peuvent en aucun cas être remplacées par des peuplements uniformes ou par une autre forme d'utilisation du sol. Toute plantation de plantes exogènes envahissantes est exclue. La conversion de bois constitués d'espèces de feuillus indigènes en bois homogènes d'épicéa commun, peuplier, autres espèces non indigènes et pin sylvestre est exclue. 2° Indicateur 5.1.2 : Le bois et sa gestion sont analysés quant à la présence et à la continuité d'espèces de plantes et d'animaux rares, menacées et légalement protégées, telles que des espèces indicatives de vieux bois. Les zones pertinentes, caractéristiques du terrain et mesures de gestion sont indiquées sur une carte de gestion. Pour ces éléments naturels, les mesures nécessaires sont prises afin d'assurer leur continuité et celle de leur habitat. L'inventaire vise tant la présence d'indicateurs de vieux écosystèmes forestiers bien développés que la présence d'espèces rares et menacées et d'éléments naturels spécifiques. Concrètement, il sera notamment tenu compte de : plantes de vieux bois; vieux arbres présentant des cavités pour les oiseaux et mammifères; arbres-nids de rapaces; espèces d'arbres, d'arbustes et de plantes rares et menacées ainsi que d'autres organismes et espèces indicatrices menacés pour autant que des données du terrain en soient disponibles. De plus, il sera tenu compte des éléments naturels spécifiques, tels que des ruisseaux, mares, marais et sources, clairières et situations naturelles de transition et de lisière (manteau et lisière végétaux) et les espèces liées à ces habitats. |
3° Indicator 5.1.3 : Bij beslissingen over het beheer en gebruik van | 3° Indicateur 5.1.3 : Lors de toute décision concernant la gestion et |
alle bostypen is uitdrukkelijk rekening gehouden met de eisen die | l'utilisation de tous types de bois, il est explicitement tenu compte |
zeldzame, bedreigde en wettelijk beschermde plant- en diersoorten | des exigences posées par des espèces végétales et animales rares, |
stellen aan hun habitat. | menacées et légalement protégées par rapport à leur habitat. |
4° Indicator 5.1.4 : De bosbeheerder besteedt bij planning en uitvoering van exploitatie speciale aandacht aan de broedperiode van vroege of late broedvogels. Hiertoe worden in het lastenboek passende exploitatievoorwaarden vastgelegd. Er is een lange vaste schoontijd, die loopt van 1 april tot 30 juni. Op voorwaarde dat vooraf machtiging van Bosbeheer werd verkregen, kan van deze standaard schoontijd worden afgeweken : de periode kan zowel verruimd, verengd of opgeheven worden. Criterium 5.2 : Bij het beheer van bos wordt gestreefd naar een bepaald aandeel inheemse boomsoorten en het bevorderen van een rijke | 4° Indicateur 5.1.4 : Lors de la planification et la mise en oeuvre de l'exploitation, le gestionnaire forestier consacrera une attention particulière aux couvaisons précoces et tardives. A cette fin, les conditions d'exploitation adéquates seront définies dans le cahier des charges. Il y a une longue période de fermeture fixe qui va du 1er avril au 30 juin. Moyennant autorisation préalable par l'Administration forestière, il peut être dérogé à cette période de fermeture standard, la période pouvant être étendue, raccourcie ou supprimée. Critère 5.2 : La gestion du bois vise à assurer une quote-part déterminée d'espèces d'arbres indigènes et à promouvoir une structure |
en gevarieerde bosstructuur van toepassing op het niveau van het | forestière riche et variée, qui s'applique au niveau du plan de |
beheerplan. | gestion. |
1° Indicator 5.2.1 : Ten minste 20 % van de totale oppervlakte van het | 1° Indicateur 5.2.1 : 20 % au moins de la superficie totale du bois |
bos moet bestaan uit of in omvorming zijn naar gemengde bestanden op | doit se composer de ou être transformé sur la base de peuplements |
basis van inheemse en standplaatsgeschikte boomsoorten binnen een | mixtes basés sur des espèces d'arbres indigènes qui conviennent pour |
la station dans un délai qui se justifie du point de vue de la | |
bosbouwtechnische verantwoorde termijn. Indien het streefdoel van 20 % | technique sylvicole. Si l'objectif de 20 % n'est pas encore atteint, |
nog niet gerealiseerd is, blijkt uit het beheerplan hoe en wanneer het | le plan de gestion devra indiquer comment et quand cet objectif sera |
bereikt zal worden. | atteint. |
Norme pour des peuplements indigènes : des espèces d'arbres indigènes | |
Norm voor inheemse bestanden : Inheemse boomsoorten dienen minstens 90 | doivent occuper 90 pour cent au moins de la surface terrière du |
% van het grondvlak van het bestand in te nemen. | peuplement. |
Norm voor gemengde bestanden : Bestanden zijn gemengd zodra er | Norme pour des peuplements mixtes : les peuplements sont mixtes dès |
minstens twee verschillende boomsoorten aanwezig zijn en de | qu'il y a au moins deux espèces d'arbres différentes et que l'espèce |
hoofdboomsoort 80 % of minder van het bestandsgrondvlak inneemt, of 80 | principale occupe 80 % ou moins de la surface terrière du peuplement, |
% van het totale stamtal voor bestanden jonger dan 30 jaar. | 80 % du nombre total de tiges pour des peuplements de moins de 30 ans. |
2° Indicator 5.2.2 : De bosbeheerder beschikt over een omvormingsplan | 2° Indicateur 5.2.2 : Le gestionnaire forestier dispose d'un plan de |
voor alle homogene aanplantingen van populier, fijnspar, en andere | transformation pour toutes les plantations homogènes de peuplier, |
niet-inheemse boomsoorten. | d'épicéa commun et toutes autres espèces d'arbres non indigènes. |
Norm populier : Er wordt een onderetage opgebouwd en behouden van | Norme peuplier : aménager et entretenir un sous-étage composé de |
verschillende inheemse houtige gewassen. Die mag als hakhout worden | plusieurs espèces ligneuses indigènes. Ce sous-étage peut être géré |
beheerd met populier als bovenstaanders (soort middelhout). | comme taillis simple avec du peuplier comme étage supérieur (espèce |
Norm andere homogene niet-inheemse bestanden : Er wordt gestreefd naar | taillis sous futaie). Norme autres peuplements homogènes non indigènes : on aspire à des |
gemengde bestanden waarvan 30 % van de bedekkingsgraad of grondvlak | peuplements mixtes dont 30 % du degré de couverture ou de la surface |
wordt ingenomen door inheemse loofbomen. In een eerste fase mogen in | terrière est occupé par des arbres feuillus indigènes. Dans une |
die 30 % ook onderstandige bomen en de onderetage meegerekend worden. | première phase, ces 30 % peuvent aussi comprendre des arbres en étage |
inférieur et le sous-étage, même si le but doit être à terme d'aboutir | |
Het is echter de bedoeling na verloop van tijd te komen tot 30 % | à 30 % de feuillus indigènes dans l'étage supérieur. |
inheemse loofbomen in de opperetage. | Critère 5.3 : Dans le cadre de la gestion forestière et de |
Criterium 5.3 : In het bosbeheer en bosgebruik worden maatregelen | l'utilisation du bois, des mesures sont prises afin de protéger, de |
genomen om de ecologische processen binnen het bos te beschermen, te | renforcer ou de restaurer les processus écologiques dans le bois. |
versterken of te herstellen. | 1° Indicateur 5.3.1 : Dans le cadre de la gestion du bois, le |
1° Indicator 5.3.1 : De bosbeheerder kiest bij het beheer van het bos | gestionnaire forestier opte dans la mesure du possible (quantité et |
waar mogelijk (voldoende kwaliteit en kwantiteit) en zinvol | qualité suffisantes) et de l'utile ( convient pour la station, |
(standplaatsgeschikt, kwalitatief goed en aangepast | matériel de départ de qualité et adapté), en principe pour une |
uitgangsmateriaal), in principe voor natuurlijke verjonging. Voor | régénération naturelle. Des plantations artificielles entrent en ligne |
bebossingen komt kunstmatige aanplanting in aanmerking. | de compte pour les opérations de boisement. |
2° Indicator 5.3.2 : Bij het beheer van het bos worden kansen geboden, | 2° Indicateur 5.3.2 : La gestion du bois offrira des opportunités, |
maximaal rekening houdend met natuurontwikkeling en dat minimaal voor | compte tenu au maximum du développement de la nature et ce, au moins |
5 % van de totale oppervlakte onder beheerplan. Dit gebeurt bij | pour 5 % de la superficie globale relevant du plan de gestion. Cela se |
voorkeur in die bestanden met een reeds aanwezige of potentiële natuurwaarde. Aangepast beheer van open plekken en bosranden komen eveneens in aanmerking. Eerst wordt een streefbeeld met natuurdoeltypen in het beheerplan vooropgesteld. Vervolgens wordt in een planning aangegeven hoe dat streefbeeld gerealiseerd kan worden. Voor bossen sluit dit streefbeeld zo goed mogelijk aan bij de natuurlijke bosgemeenschap van die plaats, of de potentieel natuurlijke vegetatie. Economisch waardevolle bosproducten kunnen ten gevolge van dit beheer worden gevaloriseerd indien dit de soortensamenstelling en structuur niet noemenswaardig beïnvloedt. | fait de préférence dans les peuplements qui présentent une valeur naturelle déjà présente ou potentielle. Une gestion adaptée des clairières et lisières entre également en ligne de compte. D'abord, le plan de gestion définira un objectif à atteindre avec des types de nature cibles. Ensuite, un planning indiquera comment cet objectif peut être réalisé. Pour les bois, cet objectif s'aligne dans la mesure du possible sur la communauté forestière naturelle à cet endroit, ou la végétation naturelle potentielle. Des produits forestiers présentant une valeur économique peuvent être valorisés sur la base de cette gestion pour autant que cela n'ait pas d'impact significatif sur la composition des espèces et la structure. |
3° Indicator 5.3.3 : De bosbeheerder streeft naar het verkrijgen van | 3° Indicateur 5.3.3 : L'objectif du gestionnaire forestier est d'avoir |
meer dood hout in het bos. In het beheerplan staan concrete | davantage de bois mort dans le bois. Le plan de gestion comprend des |
beheerrichtlijnen vermeld, die gericht zijn op het verkrijgen van meer | directives concrètes en matière de gestion qui visent à renforcer la |
dood hout in het bos, afhankelijk van de natuurlijke | présence de bois mort dans le bois en fonction du développement |
bestandsontwikkeling : bijvoorbeeld snoeihout wordt niet verwijderd; staande of liggende holle of dode bomen die geen gevaar opleveren voor voorbijgangers of voor het verspreiden van ziekten of brand blijven behouden, bij catastrofes of niet-besmettelijke aantastingen worden niet alle getroffen bomen verwijderd, hoogdunning wordt toegepast of wegkwijnende bomen die geen concurrentie betekenen voor potentiële toekomstbomen worden niet verwijderd, wortelkluiten van omgewaaide bomen worden niet systematisch verwijderd en opgevuld. De evolutie van het volume dood hout wordt expliciet gevolgd. Bij planning en uitvoering wordt aandacht besteed aan waarden zoals veiligheid, fytosanitaire conditie en risico's, en natuurbeleving. | naturel du peuplement (ex. non-enlèvement d'émondes; arbres morts ou creux debout et/ou couchés qui ne constituent pas un danger pour les passants ou pour la propagation de maladies et/ou le risque d'incendie restent sur place, en cas de catastrophes ou d'affections non contagieuses ne pas enlever tous les arbres touchés, application d'éclaircies par le haut ou le non-enlèvement d'arbres dépérissants qui ne constituent pas une concurrence pour des arbres futurs potentiels, le non-enlèvement et remplissage systématique des racines d'arbres renversés). L'évolution du volume de bois mort fera l'objet d'un suivi explicite. Lors du planning et de l'exécution, l'attention se portera sur des valeurs comme sécurité, condition phytosanitaire et risques et expérience de la nature. |
Richtwaarde : 4 % van het totale bestandsvolume (staand, liggend, | Valeur indicative : 4 % du volume total du peuplement (debout, couché, |
spreiding in alle omtrekklassen > 30 cm) of een verdubbeling van de | répartition dans toutes les classes avec un périmètre > 30cm) ou un |
hoeveelheid dood hout binnen de planperiode. | doublement de la quantité de bois mort durant la période du plan. |
4° Indicator 5.3.4 : De bosbeheerder duidt per bestand een zeker | 4° Indicateur 5.3.4 : Le gestionnaire forestier indique par peuplement |
aantal bomen per ha aan, bij voorkeur inheemse loofbomen, tot ze de | un certain nombre d'arbres par ha (de préférence des arbres feuillus |
natuurlijke leeftijdsgrens bereiken. | indigènes) jusqu'à ce qu'ils atteignent la limite d'âge naturelle. |
Criterium 5.4 : Representatieve voorbeelden van natuurlijke inheemse | Critère 5.4 : Des exemples représentatifs de communautés forestières |
bosgemeenschappen, waardevolle bostypen en goed ontwikkelde | indigènes naturelles, de types de bois précieux et d'écosystèmes |
bosecosystemen worden beschermd en beheerd overeenkomstig hun | forestiers bien développés sont protégés et gérés conformément à leur |
specifieke waarde. | valeur spécifique. |
1° Indicator 5.4.1 : De beheerdoelstellingen en -maatregelen voor deze | 1° Indicateur 5.4.1 : Les objectifs et mesures de gestion pour ces |
gebieden zijn uitdrukkelijk afgestemd op de waardevolle aspecten van de gebieden. | zones sont explicitement axés sur les aspects précieux des zones |
HOOFDSTUK VI. - Criteria voor planmatig en controleerbaar beheer | CHAPITRE VI. - Critères relatifs à une gestion planifiée et contrôlable |
Principe 6 : Het beheer van het bos moet planmatig en controleerbaar | Principe 6 : La gestion du bois doit être planifiée et contrôlable. |
zijn. Criterium 6.1 : De bosbeheerder heeft zijn visie op het beheer en | Critère 6.1 : Le gestionnaire forestier a défini sa vision en matière |
gebruik van zijn bos vastgelegd in een uitgebreid beheerplan. | de gestion et d'utilisation de son bois dans un plan de gestion |
1° Indicator 6.1.1 : Het beheerplan komt tot stand na het afwerken van | détaillé. 1° Indicateur 6.1.1 : Le plan de gestion voit le jour après que les |
de logische fasen van een planningscyclus : inventarisatie, analyse | phases logiques d'un cycle de planification ont été parcourues : |
van de situatie, formuleren van beheerdoelstellingen, het programmeren | inventaire, analyse de la situation, formulation d'objectifs |
van de maatregelen, controle en bijsturing. | gestionnels, programmation des mesures, contrôle et correction. |
2° Indicator 6.1.2 : De bosbeheerder beschrijft in het beheerplan alle | 2° Indicateur 6.1.2 : Dans le plan de gestion, le gestionnaire |
nodige maatregelen die een toetsing van deze criteria voor duurzaam | forestier définit toutes les mesures nécessaires devant permettre |
bosbeheer mogelijk moeten maken. De graad van detaillering is | d'évaluer ces critères d'une gestion durable des bois. Le degré de |
afhankelijk van de aard van de geplande werkzaamheden. | détail est fonction de la nature des activités planifiées. |
3° Indicator 6.1.3 : De bosbeheerder zoekt bij het opstellen van het | 3° Indicateur 6.1.3 : Lors de l'établissement du plan de gestion du |
bosbeheerplan actief naar samenwerkingsverbanden met verschillende | bois, le gestionnaire forestier cherchera activement des partenariats |
betrokken partijen die bijvoorbeeld gegevens kunnen leveren die | avec les différentes parties intéressées qui peuvent par exemple |
dienstig zijn voor het beheer van het bos. | fournir des données utiles à la gestion du bois. |
4° Indicator 6.1.4 : De bosbeheerder geeft in het beheerplan weer hoe | 4° Indicateur 6.1.4 : Dans le plan de gestion, le gestionnaire |
de eventuele opmerkingen en suggesties van betrokkenen doorwerken naar | forestier indiquera comment d'éventuelles remarques et suggestions |
de uiteindelijke beheerdoelstellingen. | d'autres intéressés se traduiront dans les objectifs gestionnels |
5° Indicator 6.1.5 : Goedgekeurde beheerplannen liggen ter inzage bij | définitifs. 5° Indicateur 6.1.5 : Les plans de gestion approuvés peuvent être |
het Bosbeheer. | consultés auprès de l'Administration forestière. |
6° Indicator 6.1.6 : Het beheerplan is geldig voor 20 jaar en blijft | 6° Indicateur 6.1.6 : Le plan de gestion est valable pour 20 ans et |
verbonden aan het bos. Het kan tussentijds herzien worden. De | reste lié au bois. Il peut faire l'objet d'une révision intermédiaire. |
herziening houdt rekening met de resultaten van de controle en | La révision tiendra compte des résultats du contrôle et du monitoring, |
monitoring, met de nieuwe wetenschappelijke gegevens en technieken en | des nouvelles données et techniques scientifiques et des modifications |
met de gewijzigde sociale, economische of milieu-omstandigheden. De | des circonstances sociales, économiques ou environnementales. Les |
argumenten voor herziening worden duidelijk opgenomen in het eerste | arguments pour la révision sont clairement repris dans le premier |
deel van de planningscyclus. | volet du cycle de planification. |
Criterium 6.2 : De bosbeheerder volgt de effecten van het beheer en | Critère 6.2 : Le gestionnaire forestier assurera le suivi des effets |
de la gestion et de l'utilisation de sa propriété forestière et | |
gebruik van zijn bosbezit en gebruikt die gegevens voor aanpassingen | utilisera ces données pour des adaptations au niveau de la gestion ou |
in het beheer of de tussentijdse herziening van zijn beheerplan. | la révision intermédiaire de son plan de gestion. |
1° Indicator 6.2.1 : Overeenkomstig de schaal en intensiteit van de | 1° Indicateur 6.2.1 : Conformément à l'échelle et à l'intensité des |
activiteiten in het bos worden de relevante ecologische, economische | activités dans le bois, les effets écologiques, économiques et sociaux |
en sociale effecten nagegaan en geëvalueerd en wordt de | pertinents seront vérifiés et évalués et la gestion de l'exploitation |
bedrijfsvoering zo nodig aangepast. | sera le cas échéant adaptée. |
De verzameling van gegevens is inhoudelijk afgestemd op het beheerplan | En termes de contenu, la collecte de données s'aligne sur le plan de |
en de inspanningen staan in redelijke verhouding tot de | gestion et les efforts seront raisonnablement proportionnels à la |
bedrijfsgrootte. | taille de l'exploitation. |
Criterium 6.3 : De bosbeheerder controleert en documenteert de | Critère 6.3 : Le gestionnaire forestier exerce le contrôle et assure |
houtwinning, de exploitatie en verkoop van hout en andere bosproducten | la documentation sur l'exploitation du bois, l'exploitation et la |
en kan hiervoor een beroep doen op de bosgroep. | vente de bois et d'autres produits forestiers et peut faire appel à |
1° Indicator 6.3.1 : De bosbeheerder hanteert duidelijke richtlijnen | cette fin au groupe forestier. 1° Indicateur 6.3.1 : Le gestionnaire forestier applique des |
voor exploitatieactiviteiten en transport binnen zijn bos ter | directives claires pour les activités d'exploitation et de transport |
bescherming van mens, natuur en milieu en hij controleert de | au sein de son bois aux fins de protection de l'homme, de la nature et |
uitvoering ervan in de praktijk. Deze richtlijnen geven inzicht in de | de l'environnement et il contrôlera leur exécution dans la pratique. |
Ces directives donnent une idée des restrictions (pouvant être) fixées | |
beperkingen die gesteld (kunnen) worden aan exploitatie en transport, | en matière d'exploitation et de transport, ainsi qu'en cas de |
ook in het geval van uitbesteding en eventuele schaderegeling. | sous-traitance et de règlement éventuel des sinistres. |
2° Indicator 6.3.2 : De bosbeheerder heeft de oogst en verkoop van | 2° Indicateur 6.3.2 : Le gestionnaire forestier prévoit la |
hout zodanig gedocumenteerd dat de producten gevolgd kunnen worden van | documentation nécessaire concernant la récolte et la vente de bois de |
telle sorte que les produits puissent être suivis à partir du bois | |
het bos tot aan het eerste verkooppunt of tot aan de bosweg indien | jusqu'au premier point de vente ou jusqu'au chemin forestier lorsque |
verkoop op stam plaatsvindt. | la vente s'effectue sur pied. |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering | Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 juin 2003. |
van 27 juni 2003. Brussel, 27 juni 2003 | Bruxelles, le 27 juin 2003. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
B. SOMERS | B. SOMERS |
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en | Le Ministre flamand de l'Environnement, de l'Agriculture et de la |
Ontwikkelingssamenwerking, | Coopération au Développement, |
L. SANNEN | L. SANNEN |