| Besluit van de Vlaamse Regering over de samenstelling, vergoeding en werking van de commissie voor de evaluatie van de werking van de pedagogische begeleidingsdiensten en de permanente ondersteuningscellen | Arrêté du Gouvernement flamand relatif à la composition, à la rémunération et au fonctionnement de la commission d'évaluation du fonctionnement des services d'encadrement pédagogique et des cellules permanentes d'appui |
|---|---|
| 21 JUNI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over de samenstelling, | 21 JUIN 2024. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif à la |
| vergoeding en werking van de commissie voor de evaluatie van de | composition, à la rémunération et au fonctionnement de la commission |
| werking van de pedagogische begeleidingsdiensten en de permanente | d'évaluation du fonctionnement des services d'encadrement pédagogique |
| ondersteuningscellen | et des cellules permanentes d'appui |
| Rechtsgrond | Fondement juridique |
| Dit besluit is gebaseerd op: | Le présent arrêté est fondé sur : |
| - het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, | - le décret du 8 mai 2009 relatif à la qualité de l'enseignement, |
| artikel 30, gewijzigd bij de decreten van 1 juli 2011, 21 december | article 30, modifié par les décrets des 1er juillet 2011, 21 décembre |
| 2012 en 19 december 2014. | 2012 et 19 décembre 2014. |
| Vormvereisten | Formalités |
| De volgende vormvereisten zijn vervuld: | Les formalités suivantes ont été remplies : |
| - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn | - Le ministre flamand qui a la politique budgétaire dans ses |
| akkoord gegeven op 3 juni 2024. | attributions a donné son accord le 3 juin 2024. |
| - De Raad van State heeft op 12 juni 2024 beslist geen advies te geven | - Le Conseil d'Etat a décidé le 12 juin 2024 de ne pas rendre d'avis, |
| met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van | en application de l'article 84, § 5, des lois sur le Conseil d'Etat, |
| State, gecoördineerd op 12 januari 1973. | coordonnées le 12 janvier 1973. |
| Motivering | Motivation |
| Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: | Le présent arrêté est fondé sur le motif suivant : |
| - Uitvoering van artikel 30 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende | - L'exécution de l'article 30 du décret du 8 mai 2009 relatif à la |
| de kwaliteit van onderwijs | qualité de l'enseignement. |
| Initiatiefnemer | Initiateur |
| Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, | Le présent arrêté est proposé par le ministre flamand de |
| Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. | l'Enseignement, des Sports, du Bien-Etre des Animaux et du Vlaamse Rand. |
| Na beraadslaging, | Après délibération, |
| DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: | LE GOUVERNEMENT FLAMAND ARRETE : |
| HOOFDSTUK 1. - Definities | CHAPITRE 1er. - Définitions |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Article 1er.Dans le présent arrêté, on entend par : |
| 1° commissie: de evaluatiecommissie, vermeld in artikel 30 van het | 1° commission : la commission d'évaluation visée à l'article 30 du |
| decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs; | décret du 8 mai 2009 relatif à la qualité de l'enseignement ; |
| 2° département : le Département de l'Enseignement et de la Formation | |
| 2° departement: het Departement Onderwijs en Vorming; | (« Departement Onderwijs en Vorming ») ; |
| 3° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs; | 3° ministre : le ministre flamand qui a l'enseignement dans ses |
| 4° te evalueren diensten: de pedagogische begeleidingsdiensten en de | attributions ; 4° services à évaluer : les services d'encadrement pédagogique et les |
| permanente ondersteuningscellen. | cellules permanentes d'appui. |
| HOOFDSTUK 2. - Samenstelling en vergoeding van de commissie | CHAPITRE 2. - Composition et rémunération de la commission |
Art. 2.De minister stelt de leden van de commissie aan. |
Art. 2.Le ministre désigne les membres de la commission. |
Art. 3.De commissie bestaat uit: |
Art. 3.La commission se compose comme suit : |
| 1° twee vertegenwoordigers van de academische wereld, op voordracht | 1° deux représentants du monde académique, sur proposition du Conseil |
| van de Vlaamse Onderwijsraad; | flamand de l'enseignement (« Vlaamse Onderwijsraad ») ; |
| 2° een vertegenwoordiger van de instellingen van het officieel | 2° un représentant des établissements de l'enseignement officiel, sur |
| onderwijs, op voordracht van de Vlaamse Onderwijsraad; | proposition du Conseil flamand de l'enseignement ; |
| 3° een vertegenwoordiger van de instellingen van het vrij onderwijs, | 3° un représentant des établissements de l'enseignement libre, sur |
| op voordracht van de Vlaamse Onderwijsraad; | proposition du Conseil flamand de l'enseignement ; |
| 4° een ambtenaar van het departement; | 4° un fonctionnaire du département ; |
| 5° twee externe leden die deskundig zijn op het vlak van de kwaliteitszorg. | 5° deux membres externes, experts en matière de gestion de la qualité. |
| Voor elke geleding wordt op dezelfde wijze een plaatsvervanger aangesteld. | Un suppléant est désigné de la même manière pour chaque groupement. |
Art. 4.De samenstelling van de commissie wordt meegedeeld aan de te |
Art. 4.La composition de la commission est communiquée aux services à |
| evalueren diensten, aan de Vlaamse Onderwijsraad en aan de Vlaamse | évaluer, au Conseil flamand de l'enseignement et au Gouvernement |
| Regering. | flamand. |
Art. 5.Het mandaat van een lid van de commissie eindigt: |
Art. 5.Le mandat d'un membre de la commission prend fin : |
| 1° in geval van ontslagneming, vanaf het ogenblik van de aanvaarding | 1° en cas de démission, à partir du moment de l'acceptation de la |
| van het ontslag door de minister; | démission par le ministre ; |
| 2° ambtshalve als het lid niet meer behoort tot de geleding die hij | 2° d'office, lorsque le membre n'appartient plus au groupement qu'il |
| vertegenwoordigt; | représente ; |
| 3° bij ontslag door de minister. De minister kan een lid alleen | 3° en cas de licenciement par le ministre. Le ministre ne peut |
| ontslaan wegens onbekwaamheid voor het vervullen van de functie, | licencier un membre qu'en raison d'incapacité d'accomplir la fonction, |
| wegens kennelijke nalatigheid of wegens een andere zwaarwegende reden | en raison de négligence manifeste ou en raison d'une autre cause |
| die betrekking heeft op de persoon zelf. | importante liée à la personne concernée. |
Art. 6.De minister wijst onder de leden een voorzitter aan. De |
Art. 6.Le ministre désigne un président parmi les membres. Le |
| ambtenaar van het departement kan niet als voorzitter aangewezen worden. | fonctionnaire du département ne peut pas être désigné comme président. |
Art. 7.De effectieve leden van de commissie ontvangen voor hun |
Art. 7.Les membres effectifs de la commission perçoivent pour leurs |
| prestaties een forfaitaire dagvergoeding van 225 euro en een vergoeding voor hun reis- en verblijfskosten conform de bepalingen die gelden voor de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid. Ze kunnen echter alleen een vergoeding krijgen voor de dagen waarop ze werkzaamheden voor de evaluatie hebben uitgevoerd. Per evaluatiecyclus kunnen maximaal voor veertig dagen forfaitaire dagvergoedingen toegekend worden. De ambtenaar van het departement ontvangt geen andere vergoeding dan het gewone salaris. | prestations une indemnité journalière forfaitaire de 225 euros et une indemnité pour les frais de déplacement et de séjour conformément aux dispositions applicables aux membres du personnel des services de l'Autorité flamande. Ils ne peuvent toutefois recevoir une indemnité que pour les jours auxquels ils ont effectué des activités pour l'évaluation. Par cycle d'évaluation, des indemnités journalières forfaitaires peuvent être octroyées pour 48 jours au maximum. Le fonctionnaire du département ne reçoit aucune indemnité autre que le traitement normal. Art. 8.Pour le président, l'indemnité journalière forfaitaire s'élève |
Art. 8.Voor de voorzitter bedraagt de forfaitaire dagvergoeding 350 |
à 350 euros. Pour les autres membres, les dispositions visées à |
| euro. Voor het overige gelden de bepalingen, vermeld in artikel 7. | l'article 7 s'appliquent. |
Art. 9.De evaluatie van alle te evalueren diensten, met inbegrip van |
Art. 9.L'évaluation de tous les services à évaluer, y compris |
| de opmaak van het samenvattende rapport, vindt plaats in maximaal | l'établissement du rapport de synthèse, est effectuée dans un délai |
| vijftien maanden. | maximal de quinze mois. |
| HOOFDSTUK
3. - Beoordelingskader en deontologie Art. 10.De commissie hanteert bij haar evaluatie het beoordelingskader dat opgenomen is in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd. Art. 11.De personeelsleden van de onderwijsinstellingen en de CLB's worden bij de evaluatie betrokken via een bevraging van het onderwijsveld. Art. 12.De leden van de commissie zijn gebonden aan de deontologische regels die zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 4. - Wijze van verslaggeving Art. 13.De evaluatie resulteert in een schriftelijk evaluatieverslag dat bestaat uit een beschrijvend gedeelte en een concluderend gedeelte. In het concluderende gedeelte wordt een kwaliteitsbeoordeling met sterktes en zwaktes en verbeterpunten meegegeven. |
CHAPITRE
3. - Cadre d'évaluation et déontologie Art. 10.Pour son évaluation, la commission utilise le cadre d'évaluation repris à l'annexe 1er jointe au présent arrêté. Art. 11.Les membres du personnel des établissements d'enseignement et les centres d'encadrement des élèves sont impliqués dans l'évaluation au moyen d'une enquête menée auprès du secteur de l'enseignement. Art. 12.Les membres de la commission sont liés par les règles déontologiques reprises à l'annexe 2 jointe au présent arrêté. CHAPITRE 4. - Mode d'établissement des rapports Art. 13.L'évaluation aboutit à un rapport d'évaluation écrit comportant un volet descriptif et un volet conclusif. Le volet conclusif fournit une évaluation qualitative, dans laquelle sont avancés des points forts et des points faibles, ainsi que des points d'amélioration. |
Art. 14.De geëvalueerde dienst informeert zijn personeelsleden en |
Art. 14.Le service évalué informe ses membres du personnel et tous |
| alle instellingen die op hem een beroep kunnen doen, over het | les établissements pouvant faire appel à lui, du résultat de |
| resultaat van de evaluatie. | l'évaluation. |
Art. 15.Na afloop van een cyclus waarin alle te evalueren |
Art. 15.A l'expiration d'un cycle dans lequel tous les services |
| pedagogische begeleidingsdiensten en permanente ondersteuningscellen | d'encadrement pédagogique et toutes les cellules permanentes d'appui |
| daadwerkelijk geëvalueerd zijn, stelt de commissie uiterlijk binnen | ont été effectivement évalués, la commission dresse, au plus tard dans |
| drie maanden een samenvattend verslag op van de werkzaamheden en de | les trois mois, un rapport de synthèse des activités et des |
| bevindingen met betrekking tot de evaluatie. | constatations relatives à l'évaluation. |
Art. 16.De minister bezorgt aan het Vlaams Parlement het |
Art. 16.Le ministre transmet au Parlement flamand le rapport de |
| samenvattende verslag, vermeld in artikel 15. | synthèse visé à l'article 15. |
| HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling | CHAPITRE 5. - Disposition finale |
Art. 17.Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017 |
Art. 17.L'arrêté du Gouvernement flamand du 27 octobre 2017 relatif à |
| betreffende de commissie voor de evaluatie van de werking van de | la commission d'évaluation du fonctionnement des services |
| pedagogische begeleidingsdiensten en de permanente | d'encadrement pédagogique et des cellules permanentes d'appui est |
| ondersteuningscellen wordt opgeheven. | abrogé. |
Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is |
Art. 18.Le ministre flamand qui a l'enseignement et la formation dans |
| belast met de uitvoering van dit besluit. | ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
Art. 19.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2025. |
Art. 19.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er avril 2025. |
| Brussel, 21 juni 2024. De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Bruxelles, le 21 juin 2024. Le ministre-président du Gouvernement flamand, J. JAMBON Le ministre flamand de l'Enseignement, des Sports, du Bien-Etre des animaux et du Vlaamse Rand, B. WEYTS |