Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 19/01/1999
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de bevoegdheden waarvoor de verplichting tot opmaak van een kindeffectrapport wordt opgelegd "
Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de bevoegdheden waarvoor de verplichting tot opmaak van een kindeffectrapport wordt opgelegd Arrêté du Gouvernement flamand fixant les compétences soumises à l'obligation d'élaborer un rapport d'impact sur l'enfant
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 19 JANUARI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de bevoegdheden waarvoor de verplichting tot opmaak van een kindeffectrapport wordt opgelegd De Vlaamse regering, MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE 19 JANVIER 1999. - Arrêté du Gouvernement flamand fixant les compétences soumises à l'obligation d'élaborer un rapport d'impact sur l'enfant Le Gouvernement flamand,
Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende instelling van het Vu le décret du 15 juillet 1997 instituant le rapport d'impact sur
kindeffectrapport en de toetsing van het regeringsbeleid aan de l'enfant et le contrôle de la politique gouvernementale quant au
naleving van de rechten van het kind, inzonderheid op artikel 11; respect des droits de l'enfant, notamment l'article 11;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 18 novembre 1998;
november 1998; Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de Vu l'urgence motivée par le fait que le Gouvernement flamand doit
omstandigheid dat de Vlaamse regering voor 30 november 1998 dient te déterminer avant le 30 novembre 1998 quelles compétences de chacun de
bepalen voor welke bevoegdheden van elk van haar leden de verplichting ses membres seront soumises à l'obligation d'élaborer un rapport
tot opmaak van een kindeffectrapport voor het jaar 1999 zal gelden, d'impact sur l'enfant pour l'année 1999, conformément à l'article 11
overeenkomstig artikel 11 van het decreet van 15 juli 1997 houdende du décret du 15 juillet 1997 instituant le rapport d'impact sur
instelling van het kindeffectrapport en de toetsing van het l'enfant et le contrôle de la politique gouvernementale quant au
regeringsbeleid aan de naleving van de rechten van het kind en het respect des droits de l'enfant et au plan d'orientation approuvé par
door de Vlaamse regering op 21 april 1998 goedgekeurde beleidsplan tot le Gouvernement flamand le 21 avril 1998 et visant la réalisation du
realisatie van de kindeffectrapportage en tot toetsing van het rapport d'impact sur l'enfant et le contrôle de la politique
regeringsbeleid aan de naleving van de rechten van het kind; gouvernementale quant au respect des droits de l'enfant;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 21 december Vu l'avis du Conseil d'Etat, donné le 21 decembre 1998, en application
1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de de l'article 84, premier alinéa, 2° des lois coordonnées sur le
gecoördineerde wetten op de Raad van State; Conseil d'Etat;
Op het gezamenlijk voorstel van de leden van de Vlaamse regering; Sur la proposition conjointe des membres du Gouvernement flamand;
Na beraadslaging, Après en avoir délibéré,
Besluit : Arrête :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :

Article 1er.Au sens du présent arrêté on entend par :
1° het decreet : het decreet van 15 juli 1997 houdende instelling van 1° le décret : le décret du 15 juillet 1997 instituant le rapport
het kindeffectrapport en de toetsing van het regeringsbeleid aan de d'impact sur l'enfant et le contrôle de la politique gouvernementale
naleving van de rechten van het kind; quant au respect des droits de l'enfant.
2° de bijzondere wet : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot 2° la loi spéciale : la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes
hervorming der instellingen; institutionnelles;
3° de regering : de Vlaamse regering. 3° le Gouvernement : le Gouvernement flamand.

Art. 2.Elk (voor-)ontwerp van decreet dat betrekking heeft op de

Art. 2.Chaque (avant)-projet de décret portant sur les compétences
hierna genoemde bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering en suivantes des membres du Gouvernement flamand et qui est soumis au
dat na 31 december 1998 voor het eerst aan de regering wordt Gouvernement pour la première fois après le 31 décembre 1998, est
voorgelegd, is onderworpen aan de verplichting, bedoeld in artikel 4 sumis à l'obligation visée à l'article 4 du décret :
van het decreet :
1° het toerisme, zoals vermeld in artikel 4, 10° van de bijzondere wet 1° le tourisme, tel que prévu à l'article 4, 10° de la loi spéciale y
met inbegrip van de gewestelijke aspecten van het toeristisch beleid; compris les aspects régionaux de la politique touristique;
2° de leerlingenparticipatie in het secundair onderwijs, zoals vermeld 2° la participation des élèves dans l'enseignement secondaire, telle
in artikel 127, § 1, eerste lid, 2° van de grondwet; que prévue à l'article 127, § 1er, premier alinéa, 2° de la
Constitution;
3° het natuurbehoud, zoals vermeld in artikel 6, § 1, III van de 3° la conservation de la nature, telle que prévue à l'article 6, § 1er,
bijzondere wet; III de la loi spéciale;
4° het gezondheidsbeleid, zoals vermeld in artikel 5, § 1, I, 2° van 4° la politique de Santé, telle que prévue à l'article 5, § 1er, I, 2°
de bijzondere wet; de la loi spéciale;
5° het stedelijk beleid; 5° la politique urbaine;
6° de openbare werken, zoals vermeld in artikel 6, § 1, X van de 6° les travaux publics, tels que prévus à l'article 6, § 1er, X de la
bijzondere wet; loi spéciale;
7° de jeugdbescherming, zoals vermeld in artikel 5, § 1, II, 6° van de 7° la protection de la jeunesse, telle que prévue à l'article 5, § 1er,
bijzondere wet; II, 6° de la loi spéciale;
8° de bibliotheken, discotheken en soortgelijke diensten zoals vermeld 8° les bibliothèques, discothèques et services similaires, tels que
in artikel 4, 5° van de bijzondere wet; prévus à l'article 4, 5° de la loi spéciale;
9° het mediabeleid, met inbegrip van de radio-omroep en de televisie 9° la politique des médias, y compris la radiodiffusion et la
en de hulp aan de geschreven pers, zoals vermeld in artikel 4, 6° en télévision et l'aide à la presse écrite, telle que prévue à l'article
6°bis van de bijzondere wet; 4, 6° et 6°bis de la loi spéciale.
10° het gelijkekansenbeleid; 10° la politique de l'égalité des chances.
11° het promotiebeleid inzake landbouw, zoals vermeld in artikel 6, § 11° la politique de promotion de l'agriculture, telle que prévue à
1, V, 4° van de bijzondere wet; l'article 6, § 1er, V, 4° de la loi spéciale;
12° de ruimtelijke ordening, zoals vermeld in artikel 6, § 1, I, 1°, 12° l'aménagement du territoire, tel que prévu à l'article 6, § 1er,
2°, 5° en 6° van de bijzondere wet; I, 1°, 2°, 5° et 6° de la loi spéciale;
13° het tewerkstellingsbeleid, zoals vermeld in artikel 6, § 1, IX van 13° la politique de l'emploi, telle que prévue à l'article 6, § 1er,
de bijzondere wet; IX de la loi spéciale;
14° het onroerend patrimonium; 14° le patrimoine immobilier;
15° de binnenlandse aangelegenheden, zoals vermeld in artikel 6, § 1, 15° les affaires intérieures, telles que prévues à l'article 6, § 1er,
VIII en artikel 7 van de bijzondere wet; VIII et l'article 7 de la loi spéciale;
16° de rechten van leerlingen en ouders in het basisonderwijs; 16° les droits des élèves et des parents dans l'enseignement fondamental;
17° het beleid inzake minder-validen, zoals vermeld in artikel 5, § 1, 17° la politique des handicapés, telle que prévue à l'article 5, § 1er,
II, 4° van de bijzondere wet; II, 4° de la loi spéciale;
18° het cultureel patrimonium, de musea en de andere 18° le patrimoine culturel, les musées et les autres établissements
wetenschappelijk-culturele instellingen, zoals vermeld in artikel 4, scientifico-culturels, tels que prévus à l'article 4, 4° de la loi
4° van de bijzondere wet; spéciale;
19° het landbouwbeleid, zoals vermeld in artikel 6, § 1, V, 1°, 2°, 3° 19° la politique agricole, telle que prévue à l'article 6, § 1er, V,
en 5° van de bijzondere wet. 1°, 2°, 3° et 5° de la loi spéciale.

Art. 3.Het besluit van de Vlaamse regering van 15 september 1998 tot

Art. 3.L'arrêté du Gouvernement flamand du 15 septembre 1998 fixant
bepaling van de bevoegdheden waarvoor de verplichting tot opmaak van les compétences soumises à l'obligation d'élaborer un rapport d'impact
een kindeffectrapport wordt opgelegd, wordt opgeheven. sur l'enfant, est abrogé.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.

Art. 4.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 1999.

Art. 5.De leden van de Vlaamse regering zijn, ieder wat hem of haar

Art. 5.Les membres du Gouvernement flamand sont chargés, chacun en ce
betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Brussel, 19 januari 1999. Bruxelles, le 19 janvier 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering en de Vlaamse minister Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Ministre flamand de la Politique extérieure, des Affaires européennes,
Technologie, des Sciences et de la Technologie,
L. VAN DEN BRANDE L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Le Ministre flamand des Travaux publics, des Transports et de
Ordening, l'Aménagement du Territoire,
S. STEVAERT S. STEVAERT
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Le Ministre flamand de l'Environnement et de l'Emploi,
Th. KELCHTERMANS T. KELCHTERMANS
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Le Ministre flamand des Finances, du Budget et de la Politique de Santé,
Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER Mme W. DEMEESTER-DE MEYER
De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid Le Ministre flamand des Affaires intérieures, de la Politique urbaine
en Huisvesting, et du Logement,
L. PEETERS L. PEETERS
De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, Le Ministre flamand de l'Enseignement et de la Fonction publique,
E. BALDEWIJNS E. BALDEWIJNS
De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, Le Ministre flamand de la Culture, de la Famille et de l'Aide sociale,
L. MARTENS L. MARTENS
De Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media, Le Ministre flamand de l'Economie, des P.M.E., de l'Agriculture et des Médias,
E. VAN ROMPUY E. VAN ROMPUY
De Vlaamse minister van Brusselse Aangelegenheden en Le Ministre flamand des Affaires bruxelloises et de l'Egalité des
Gelijkekansenbeleid, Chances,
Mevr. B. GROUWELS Mme B. GROUWELS
^