← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering "
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering | Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 juillet 2004 fixant les attributions des membres du Gouvernement flamand |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE |
15 OKTOBER 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van | 15 OCTOBRE 2004. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté |
het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van | du Gouvernement flamand du 27 juillet 2004 fixant les attributions des |
de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering | membres du Gouvernement flamand |
De Vlaamse Regering, | Le Gouvernement flamand, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, |
instellingen, inzonderheid op artikel 68, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en op artikel 69; | notamment l'article 68, modifié par la loi spéciale du 16 juillet 1993, et l'article 69; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot | Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 juillet 2004 fixant les |
bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering; | attributions des membres du Gouvernement flamand; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 | notamment l'article 3, § 1er, modifié par les lois des 4 juillet 1989 et 4 août 1996; |
juli 1989 en 4 augustus 1996; | Vu l'urgence; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | |
Overwegende dat de bevoegdheidsbepaling ten spoedigste dient | Considérant qu'il y a lieu de fixer sans délai les attributions dans |
doorgevoerd in het belang van de normale werking van de instellingen | l'intérêt du fonctionnement normal des institutions et des compétences |
en van de aan de Vlaamse Regering toevertrouwde bevoegdheden; | conférées au Gouvernement flamand; |
Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering; | Sur la proposition du Ministre-Président du Gouvernement flamand; |
Na beraadslaging, | Après délibération, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Artikel 3, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van |
Article 1er.L'article 3, § 3, de l'arrêté du Gouvernement flamand du |
27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de | 27 juillet 2004 fixant les attributions des membres du Gouvernement |
Vlaamse Regering wordt vervangen door de volgende bepaling : | flamand est remplacé par les dispositions suivantes : |
« § 3. Mevr. Fientje Moerman, vice-minister-president van de Vlaamse | « § 3. Mme Fientje Moerman, Ministre Vice-Présidente du Gouvernement |
Regering, is bevoegd voor : | flamand, est compétente pour : |
1° het wetenschappelijk onderzoek, met inbegrip van het onderzoek ter | 1° la recherche scientifique, en ce compris la recherche en exécution |
uitvoering van internationale of supranationale overeenkomsten of | d'accords ou d'actes internationaux ou supranationaux visés à |
akten, vermeld in artikel 6bis, § 1, van de bijzondere wet; | l'article 6bis, § 1er de la loi spéciale; |
2° het Bijzonder Onderzoeksfonds en het projectmatig wetenschappelijk | 2° le Fonds de Recherche spécial et la recherche scientifique par |
onderzoek door de hogescholen, met dien verstande dat deze bevoegdheid | projets effectuée par les instituts supérieurs, étant entendu que |
wordt gedeeld met het lid van de Vlaamse Regering dat bevoegd is voor | cette compétence est partagée avec le membre du Gouvernement flamand |
het onderwijs; | compétent pour l'enseignement; |
3° de aanmoediging van de vorming van navorsers, vermeld in artikel 4, | 3° la stimulation de la formation de chercheurs, visée à l'article 4, |
2° van de bijzondere wet; | 2° de la loi spéciale; |
4° het technologisch innovatiebeleid; | 4° la politique d'innovation technologique; |
5° het economisch beleid, vermeld in artikel 6, § 1, VI, 1°, van de | 5° la politique économique, visée à l'article 6, § 1er, VI, 1° de la |
bijzondere wet, met inbegrip van de begeleiding en advisering van | loi spéciale, en ce compris l'encadrement et les services de conseil |
economische actoren maar met uitzondering van de sociale economie, het | aux acteurs économiques, à l'exception toutefois de l'économie |
sociale, des instruments économiques publics, et des aspects régionaux | |
economisch overheidsinstrumentarium en de gewestelijke aspecten inzake | en matière de marchés publics et d'agrément d'entrepreneurs; |
de overheidsopdrachten en de erkenning van aannemers; | 6° l'acquisition, l'aménagement, l'équipement de terrains à l'usage de |
6° de verkrijging, aanleg en uitrusting van gronden voor industrie, | l'industrie, de l'artisanat et des services ou d'autres |
ambachtswezen en diensten, of van andere onthaalinfrastructuren voor | infrastructures d'accueil aux investisseurs tels que visés à l'article |
investeerders, zoals vermeld in artikel 6, § 1, I, 3°, van de | 6, § 1er, I, 3° de la loi spéciale; |
bijzondere wet; 7° het afzet- en uitvoerbeleid, vermeld in artikel 6, § 1, VI, 3°, van | 7° la politique des débouchés et des exportations, visée à l'article |
de bijzondere wet, met uitzondering van het afzet- en uitvoerbeleid | 6, § 1er, VI, 3° de la loi spéciale, à l'exception de la politique des |
van landbouw-, tuinbouw- en visserijproducten; | débouchés et des exportations des produits agricoles, horticoles et |
8° de in-, uit- en doorvoer van wapens, vermeld in artikel 6, § 1, VI, | piscicoles; 8° l'importation, l'exportation et le transit d'armes tels que visés à |
4°, van de bijzondere wet; | l'article 6, § 1er, VI, 4° de la loi spéciale; |
9° het aantrekken van buitenlandse investeringen. | 9° l'attraction d'investissements étrangers. |
Du chef des attributions qui lui sont conférées, mentionnées au | |
Uit hoofde van de haar toegewezen bevoegdheden, vermeld in het eerste | premier alinéa, elle porte le titre de « Ministre flamande de |
lid, draagt zij de titel « Vlaams minister van Economie, Ondernemen, | l'Economie, de l'Entreprise, des Sciences, de l'Innovation et du |
Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel ». » | Commerce extérieur ». |
Art. 2.Artikel 3, § 4, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de |
Art. 2.L'article 3, § 4, du même arrêté est remplacé par les |
volgende bepaling : | dispositions suivantes : |
« § 4. De heer Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de | « § 4. M. Frank Vandenbroucke, Ministre Vice-Président du Gouvernement |
Vlaamse Regering, is bevoegd voor : | flamand, est compétent pour : |
1° het tewerkstellingsbeleid, vermeld in artikel 6, § 1, IX, van de | 1° la politique de l'emploi, telle que visée à l'article 6, § 1er, IX |
bijzondere wet, | de la loi spéciale; |
2° de beroepsomscholing en -bijscholing, zoals vermeld in artikel 4, | 2° la reconversion et le recyclage professionnels, tels que visés à |
16°, van de bijzondere wet, met uitzondering van de land- en | l'article 4, 16° de la loi spéciale, à l'exception de la formation |
agricole et horticole, ainsi que la formation professionnelle, la | |
tuinbouwvorming, alsook de beroepsopleiding, de omscholing en de | reconversion et la réadaptation professionnelle de personnes |
herscholing van mindervaliden, vermeld in artikel 5, § 1, II, 4° van | handicapées, visées à l'article 5, § 1er, II, 4° de la loi spéciale; |
de bijzondere wet; | |
3° het onderwijs, vermeld in artikel 127, § 1, eerste lid, 2°, van de | 3° l'enseignement visé à l'article 127, § 1er, premier alinéa, 2° de |
Grondwet; | la Constitution; |
4° het Bijzonder Onderzoeksfonds en het projectmatig wetenschappelijk | 4° le Fonds de Recherche spécial et la recherche scientifique par |
onderzoek door de hogescholen, met dien verstande dat deze bevoegdheid | projets effectuée par les instituts supérieurs, étant entendu que |
wordt gedeeld met het lid van de Vlaamse Regering dat bevoegd is voor | cette compétence est partagée avec le membre du Gouvernement flamand |
het wetenschappelijk onderzoek; | compétent pour la recherche scientifique; |
5° de voorschoolse vorming in de peutertuinen, vermeld in artikel 4, | 5° la formation préscolaire dans les prégardiennats, telle que visée à |
11°, van de bijzondere wet; | l'article 4, 11° de la loi spéciale; |
6° de post- en parascolaire vorming, vermeld in artikel 4, 12°, van de | 6° la formation postscolaire et parascolaire, telle que visée à |
bijzondere wet; | l'article 4, 12° de la loi spéciale; |
7° de sociale promotie, vermeld in artikel 4, 15°, van de bijzondere | 7° la promotion sociale, telle que visée à l'article 4, 15° de la loi |
wet; | spéciale; |
8° de basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen; | 8° l'éducation de base pour adultes peu scolarisés; |
9° het volwassenenonderwijs; | 9° l'éducation des adultes; |
10° de studiefinanciering; | 10° l'aide financière aux études; |
11° de leerlingenbegeleiding; | 11° l'encadrement des élèves; |
12° het medisch schooltoezicht; | 12° l'inspection médicale scolaire; |
13° het gebruik van de talen voor : | 13° l'emploi des langues pour : |
a) de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel, | a) les relations sociales entre les employeurs et leur personnel, |
alsmede de door de wet en de verordeningen voorgeschreven akten en | ainsi que les actes et documents des entreprises imposés par la loi et |
bescheiden van ondernemingen, vermeld in artikel 129, § 1, 3°, van de | les règlements, visés à l'article 129, § 1er, 3° de la Constitution; |
Grondwet; b) het onderwijs in de door de overheid opgerichte, gesubsidieerde of | b) l'enseignement dans les établissements créés, subventionnés ou |
erkende instellingen, vermeld in artikel 129, § 1, 2°, van de | reconnus par les pouvoirs publics, visé à l'article 129, § 1er, 2° de |
Grondwet; | la Constitution; |
14° de coördinatie van het beleid met betrekking tot de Vlaamse Rand | 14° la coordination de la politique relative à la périphérie flamande |
rond Brussel. | de Bruxelles. |
Uit hoofde van de hem toegewezen bevoegdheden, vermeld in het eerste | Du chef des attributions qui lui sont conférées, mentionnées au |
lid, draagt hij de titel « Vlaams minister van Werk, Onderwijs en | premier alinéa, il porte le titre de « Ministre flamand de l'Emploi, |
Vorming ». » | de l'Enseignement et de la Formation ». |
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 22 juli 2004. |
Art. 3.Le présent arrêté produit ses effets le 22 juillet 2004. |
Art. 4.De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar |
Art. 4.Les membres du Gouvernement flamand sont chargés, chacun en ce |
betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. |
Brussel, 15 oktober 2004. | Bruxelles, le 15 octobre 2004. |
De minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaamse ministervan | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand et Ministre flamand des |
Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en | Réformes institutionnelles, de l'Agriculture, de la Pêche en mer et de |
Plattelandsbeleid, | la Ruralité, |
Y. LETERME | Y. LETERME |
De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap,Innovatie en | La Ministre flamande de l'Economie, de l'Entreprise, des Sciences,de |
Buitenlandse Handel, | l'Innovation et du Commerce extérieur, |
F. MOERMAN | F. MOERMAN |
De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, | Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement et de la Formation, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | La Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille, |
I. VERVOTTE | I. VERVOTTE |
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke | Le Ministre flamand des Finances et du Budget et de l'Aménagement du |
Ordening, | Territoire, |
D. VAN MECHELEN | D. VAN MECHELEN |
De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, | Le Ministre flamand de la Culture, de la Jeunesse, des Sports et des |
B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid,Media en Toerisme, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, | Affaires bruxelloises, B. ANCIAUX Le Ministre flamand des Affaires administratives, de la Politique extérieure, des Médias et du Tourisme, G. BOURGEOIS Le Ministre flamand des Travaux publics, de l'Energie, de l'Environnement et de la Nature, K. PEETERS Le Ministre flamand des Affaires intérieures, de la Politique des Villes, du Logement et de l'Intégration civique, M. KEULEN La Ministre flamande de la Mobilité, de l'Economie sociale et de l'Egalité des Chances, |
K. VAN BREMPT | K. VAN BREMPT |