← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging, vermeld in artikel 4.1.4, § 2, derde lid, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid "
| Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging, vermeld in artikel 4.1.4, § 2, derde lid, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid | Arrêté du Gouvernement flamand établissant les modalités de l'exemption totale ou partielle du mouvement de rattrapage spécifique, visée à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, du décret du 27 mars 2009 relatif à la politique foncière et immobilière |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | AUTORITE FLAMANDE |
| 13 JANUARI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling | 13 JANVIER 2017. - Arrêté du Gouvernement flamand établissant les |
| van nadere regels voor de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de | modalités de l'exemption totale ou partielle du mouvement de |
| specifieke inhaalbeweging, vermeld in artikel 4.1.4, § 2, derde lid, | rattrapage spécifique, visée à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, du |
| van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid | décret du 27 mars 2009 relatif à la politique foncière et immobilière |
| DE VLAAMSE REGERING, | LE GOUVERNEMENT FLAMAND, |
| Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, |
| instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; | l'article 20, modifié par la loi spéciale du 16 juillet 1993 ; |
| Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en | Vu le décret du 27 mars 2009 relatif à la politique foncière et |
| pandenbeleid, artikel 4.1.4, § 1, gewijzigd bij de decreten van 23 | immobilière, l'article 4.1.4, § 1er, modifié par les décrets des 23 |
| december 2011, 31 mei 2013 en 14 oktober 2016, § 2, derde lid, | décembre 2011, 31 mai 2013 et 14 octobre 2016, § 2, alinéa 3, modifié |
| gewijzigd bij de decreten van 9 juli 2010 en 14 oktober 2016, en | par les décrets des 9 juillet 2010 et 14 octobre 2016, et alinéa 4, |
| vierde lid, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011; | modifié par le décret du 23 décembre 2011 ; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 juni | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 17 juin 2016 ; |
| 2016; Gelet op het advies van de Vlaamse Woonraad, gegeven op 8 september | Vu l'avis du « Vlaamse Woonraad » (Conseil flamand du Logement), rendu |
| 2016; | le 8 septembre 2016 ; |
| Gelet op advies 60.569/3 van de Raad van State, gegeven op 22 december | Vu l'avis 60.569/3 du Conseil d'Etat, rendu le 22 décembre 2016, en |
| 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, | Sur la proposition de la Ministre flamande de l'Administration |
| Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; | intérieure, de l'Intégration civique, du Logement, de l'Egalité des |
| Chances et de la Lutte contre la Pauvreté ; | |
| Na beraadslaging, | Après délibération, |
| Besluit : | Arrête : |
| HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen | CHAPITRE 1er. - Dispositions générales |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Article 1er.Dans le présent arrêté, on entend par : |
| 1° agentschap: het agentschap Wonen-Vlaanderen van het Vlaams | 1° agence : l'agence « Wonen-Vlaanderen » (Agence du Logement-Flandre) |
| Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, | du Ministère flamand de l'Aménagement du Territoire, de la Politique |
| opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december | du Logement et du Patrimoine immobilier, créée par l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 décembre 2005 ; |
| 2005; | 2° décret relatif à la politique foncière et immobilière : le décret |
| 2° decreet Grond- en Pandenbeleid: het decreet van 27 maart 2009 | du 27 mars 2009 relatif à la politique foncière et immobilière ; |
| betreffende het grond- en pandenbeleid; | |
| 3° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting; | 3° Ministre : le Ministre flamand chargé du logement ; |
| 4° specifieke inhaalbeweging: de specifieke inhaalbeweging, vermeld in | 4° mouvement de rattrapage spécifique : le mouvement de rattrapage |
| artikel 4.1.4, § 2, eerste lid, van het decreet Grond- en | spécifique, visé à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 1er, du décret relatif |
| Pandenbeleid. | à la politique foncière et immobilière. |
Art. 2.De minister kan een gemeente geheel of gedeeltelijk |
Art. 2.Le Ministre peut exempter en tout ou en partie une commune du |
| vrijstellen van de specifieke inhaalbeweging onder de voorwaarden en | mouvement de rattrapage spécifique aux conditions et selon la |
| volgens de procedure, vermeld in dit besluit. | procédure, visées au présent arrêté. |
| HOOFDSTUK 2. - Procedure voor de aanvraag en beoordeling van een | CHAPITRE 2. - Procédure de demande et d'évaluation d'une exemption |
| gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging | totale ou partielle du mouvement de rattrapage spécifique |
Art. 3.Een gemeente die een specifieke inhaalbeweging moet |
Art. 3.Une commune qui doit réaliser un mouvement de rattrapage |
| realiseren, kan met een beveiligde zending een aanvraag tot gehele of | spécifique, peut introduire par envoi sécurisé une demande d'exemption |
| gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging indienen | totale ou partielle du mouvement de rattrapage spécifique auprès de |
| bij het agentschap. | l'agence. |
| In het eerste lid wordt verstaan onder beveiligde zending: een van de | Dans l'alinéa premier, on entend par envoi sécurisé : un des modes de |
| volgende betekeningswijzen: | notification suivantes : |
| 1° een aangetekende brief; | 1° une lettre recommandée ; |
| 2° een afgifte tegen ontvangstbewijs; | 2° une remise contre récépissé ; |
| 3° een elektronische aangetekende zending; | 3° un envoi recommandé électronique ; |
| 4° elke andere betekeniswijze waarbij de datum van kennisgeving met | 4° tout autre mode de notification par lequel la date de notification |
| zekerheid kan worden vastgesteld en die door de minister wordt bepaald. | peut être établie avec certitude et qui est arrêté par le Ministre. |
Art. 4.De aanvraag tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de |
Art. 4.La demande d'exemption totale ou partielle du mouvement de |
| specifieke inhaalbeweging bevat het wetenschappelijk onderbouwde | rattrapage spécifique contient le dossier scientifiquement étayé, visé |
| dossier, vermeld in artikel 4.1.4, § 2, derde lid, van het decreet | à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, du décret relatif à la politique |
| Grond- en Pandenbeleid. | foncière et immobilière. |
Art. 5.Binnen een termijn van een maand vanaf de datum van ontvangst |
Art. 5.Dans le délai d'un mois à partir de la date de réception de la |
| van de aanvraag deelt het agentschap de gemeente schriftelijk mee of | demande, l'agence communique par écrit à la commune si la demande est |
| de aanvraag ontvankelijk is en, in voorkomend geval, op welke wijze de | recevable et, le cas échéant, de quelle manière la demande doit être |
| aanvraag moet worden aangepast om ontvankelijk te zijn. | adaptée pour qu'elle devienne recevable. |
| Nadat een aanvraag ontvankelijk is verklaard, oordeelt het agentschap | Après qu'une demande a été déclarée recevable, l'agence juge si la |
| of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4.1.4, § | demande répond aux conditions visées à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, |
| 2, derde lid, van het decreet Grond- en Pandenbeleid en in dit | du décret relatif à la politique foncière et immobilière. L'agence |
| besluit. Het agentschap legt het dossier voor aan de minister. Binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum waarop de aanvraag ontvankelijk wordt verklaard, neemt de minister een beslissing over de aanvraag tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging. Als de minister binnen de termijn, vermeld in het derde lid, geen beslissing neemt, wordt de aanvraag geacht te zijn goedgekeurd. Het agentschap brengt de gemeente schriftelijk op de hoogte van de beslissing over de aanvraag, vermeld in het derde lid, en van het gebrek aan een beslissing binnen de termijn, vermeld in het vierde lid. | présente le dossier au Ministre. Dans le délai de deux mois à compter de la date à laquelle la demande est déclarée recevable, le Ministre prend une décision sur la demande d'exemption totale ou partielle du mouvement de rattrapage spécifique. Si le Ministre n'a pas pris de décision dans le délai visé à l'alinéa 3, la demande est censée être approuvée. L'agence informe la commune par écrit de la décision sur la demande, visée à l'alinéa 3, et du défaut d'une décision, dans le délai visé à l'alinéa 4. |
| HOOFDSTUK 3. - Criteria voor de beoordeling van de aanvraag tot gehele | CHAPITRE 3. - Critères pour l'évaluation de la demande d'exemption |
| of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging | totale ou partielle du mouvement de rattrapage spécifique |
| Afdeling 1. - Gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke | Section 1re. - Exemption totale ou partielle du mouvement de |
| inhaalbeweging conform artikel 4.1.4, § 2, derde lid, 1°, van het | rattrapage spécifique conformément à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, |
| decreet Grond- en Pandenbeleid | 1°, du décret relatif à la politique foncière et immobilière |
Art. 6.De minister kan de gemeente die aantoont dat voldaan is aan |
Art. 6.Le Ministre peut exempter la commune qui démontre que le |
| het criterium, vermeld in artikel 4.1.4, § 2, derde lid, 1°, van het | critère visé à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, 1°, du décret relatif à |
| decreet Grond- en Pandenbeleid, geheel vrijstellen van de specifieke | la politique foncière et immobilière est rempli, entièrement du |
| inhaalbeweging. | mouvement de rattrapage spécifique. |
| De minister kan de gemeente die op de wijze, vermeld in artikel 4.1.4, | Le Ministre peut exempter la commune qui démontre, de la manière visée |
| § 2, derde lid, 1°, van het voormelde decreet, aantoont dat de | à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, 1°, du décret précité, que le |
| specifieke inhaalbeweging niet volledig kan worden gerealiseerd, | mouvement de rattrapage spécifique ne peut pas être entièrement |
| gedeeltelijk vrijstellen van de specifieke inhaalbeweging. | réalisé, partiellement du mouvement de rattrapage spécifique. |
| In afwijking van het eerste en het tweede lid kan de minister een | Par dérogation aux alinéas premier et deux, le Ministre ne peut pas |
| gemeente niet geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de specifieke | exempter une commune entièrement ou partiellement du mouvement de |
| inhaalbeweging als de gemeente geen actieprogramma als vermeld in | rattrapage spécifique si la commune n'a pas établi de programme |
| artikel 4.1.7 van het voormelde decreet, heeft vastgesteld. | d'action tel que visé à l'article 4.1.7 du décret précité. |
| Afdeling 2. - Gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke | Section 2. - Exemption totale ou partielle du mouvement de rattrapage |
| inhaalbeweging conform artikel 4.1.4, § 2, derde lid, 2°, van het | spécifique conformément à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, 2°, du |
| decreet Grond- en Pandenbeleid | décret relatif à la politique foncière et immobilière |
Art. 7.De minister kan de gemeente die aantoont dat voldaan is aan |
Art. 7.Le Ministre peut exempter la commune qui démontre que le |
| het criterium, vermeld in artikel 4.1.4, § 2, derde lid, 2°, van het | critère visé à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, 2°, du décret relatif à |
| decreet Grond- en Pandenbeleid, geheel vrijstellen van de specifieke | la politique foncière et immobilière est rempli, entièrement du |
| inhaalbeweging. | mouvement de rattrapage spécifique. |
| Afdeling 3. - Vermindering van de specifieke inhaalbeweging conform | Section 3. - Diminution du mouvement de rattrapage spécifique |
| artikel 4.1.4, § 2, derde lid, 3°, van het decreet Grond- en | conformément à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, 3°, du décret relatif à |
| Pandenbeleid | la politique foncière et immobilière |
| Onderafdeling 1. - Woningen en voorzieningen die bestemd zijn voor het | Sous-section 1. - Habitations et structures destinées au logement |
| begeleid wonen van jongeren, en opvangtehuizen voor daklozen, | assisté de jeunes, et maisons d'accueil pour des sans-abri, ex-détenus |
| ex-gedetineerden en ex-psychiatrische patiënten | et ex-patients psychiatriques |
Art. 8.De minister kan de gemeente die aantoont dat op haar |
Art. 8.Le Ministre peut accorder à la commune qui démontre que des |
| grondgebied woningen of voorzieningen als vermeld in artikel 4.1.4, § | habitations ou structures telles que visées à l'article 4.1.4, § 2, |
| 2, derde lid, 3°, a), van het decreet Grond- en Pandenbeleid aanwezig | alinéa 3, 3°, a), du décret relatif à la politique foncière et |
| zijn, overeenkomstig artikel 4.1.4, § 2, vierde lid, van het voormelde | immobilière sont présentes sur son territoire, une diminution du |
| decreet een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met maximaal | mouvement de rattrapage spécifique par la moitié au maximum, |
| de helft verlenen. | conformément à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 4, du décret précité. |
| Die vermindering bedraagt één te verwezenlijken sociale huurwoning per | Cette diminution s'élève à un logement locatif social à réaliser par |
| vijftien woningen, vermeld in het eerste lid, of per vijftien | quinze habitations, visées à l'alinéa 1er, ou par quinze places |
| opvangplaatsen in voorzieningen, vermeld in het eerste lid. | d'accueil dans des structures, visées à l'alinéa 1er. |
| Onderafdeling 2. - Open en gesloten asielcentra | Sous-section 2. - Centres d'asile ouverts et fermés |
Art. 9.§ 1. De minister kan de gemeente die aantoont dat op haar grondgebied een open asielcentrum aanwezig is, overeenkomstig artikel 4.1.4, § 2, vierde lid, van het decreet Grond- en Pandenbeleid een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met maximaal de helft verlenen. Die vermindering bedraagt één te verwezenlijken sociale huurwoning per vijftien opvangplaatsen in het open asielcentrum, vermeld in het eerste lid. In afwijking van het eerste lid kan de minister de gemeente die aantoont dat op haar grondgebied een open asielcentrum met ten minste tweehonderd opvangplaatsen aanwezig is, overeenkomstig artikel 4.1.4, § 2, vierde lid, van het decreet Grond- en Pandenbeleid een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met meer dan de helft verlenen. § 2. De minister kan de gemeente die aantoont dat op haar grondgebied een gesloten asielcentrum aanwezig is, een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met maximaal een vierde verlenen. Die vermindering bedraagt één te verwezenlijken sociale huurwoning per vijftien opvangplaatsen in het gesloten asielcentrum, vermeld in het eerste lid. |
Art. 9.§ 1er. Le Ministre peut accorder à la commune qui démontre qu'un centre d'asile ouvert est présent sur son territoire, une diminution du mouvement de rattrapage spécifique par la moitié au maximum, conformément à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 4, du décret relatif à la politique foncière et immobilière. Cette diminution s'élève à un logement locatif social à réaliser par quinze places d'accueil dans le centre d'asile ouvert, visées à l'alinéa 1er. Par dérogation à l'alinéa 1er, le Ministre peut accorder à la commune qui démontre qu'un centre d'asile ouvert avec au moins deux cent places d'accueil est présent sur son territoire, une diminution du mouvement de rattrapage spécifique par plus de la moitié, conformément à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 4, du décret relatif à la politique foncière et immobilière. § 2. Le Ministre peut accorder à la commune qui démontre qu'un centre d'asile fermé est présent sur son territoire, une diminution du mouvement de rattrapage spécifique par un quart au maximum. Cette diminution s'élève à un logement locatif social à réaliser par quinze places d'accueil dans le centre d'asile fermé, visées à l'alinéa 1er. |
| Onderafdeling 3. - Doortrekkersterreinen en residentiële terreinen | Sous-section 3. - Terrains de transit et terrains résidentiels pour |
| voor woonwagenbewoners | nomades |
Art. 10.In dit artikel wordt verstaan onder: |
Art. 10.Dans le présent article, on entend par : |
| 1° doortrekkersterrein : een terrein als vermeld in artikel 2, 4°, van | 1° terrain de transit : un terrain tel que visé à l'article 2, 4°, du |
| het decreet van 28 maart 2014 houdende een subsidie voor investeringen | décret du 28 mars 2014 portant une subvention pour des investissements |
| in residentiële woonwagenterreinen en doortrekkersterreinen voor | dans des terrains de campement résidentiel pour roulottes et des |
| woonwagenbewoners; | terrains de transit pour nomades ; |
| 2° residentieel woonwagenterrein: een terrein als vermeld in artikel | 2° terrain résidentiel de roulottes : un terrain tel que visé à |
| 2, 3°, van het voormelde decreet. De minister kan de gemeente die aantoont dat op haar grondgebied een of meer doortrekkersterreinen of residentiële woonwagenterreinen aanwezig zijn, overeenkomstig artikel 4.1.4, § 2, vierde lid, van het decreet Grond- en Pandenbeleid een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met maximaal de helft verlenen. De vermindering bedraagt één te verwezenlijken sociale huurwoning per tien standplaatsen op het doortrekkersterrein. De vermindering bedraagt één te verwezenlijken sociale huurwoning per standplaats op het residentiële woonwagenterrein. | l'article 2, 3°, du décret précité. Le Ministre peut accorder à la commune qui démontre qu'un ou plusieurs terrains de transit ou terrains résidentiels pour roulottes sont présents sur son territoire, une diminution du mouvement de rattrapage spécifique par la moitié au maximum, conformément à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 4, du décret relatif à la politique foncière et immobilière. La diminution s'élève à un logement locatif social à réaliser par dix emplacements sur le terrain de transit. La diminution s'élève à un logement locatif social par emplacement sur le terrain résidentiel pour roulottes. |
| Afdeling 4. - Vermindering van de specifieke inhaalbeweging conform | Section 4. - Diminution du mouvement de rattrapage spécifique |
| artikel 4.1.4, § 2, derde lid, 4°, van het decreet Grond- en | conformément à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 3, 4°, du décret relatif à |
| Pandenbeleid | la politique foncière et immobilière |
Art. 11.De minister kan de gemeente die aantoont dat op haar |
Art. 11.Le Ministre peut accorder à la commune qui démontre qu'un ou |
| grondgebied een of meer huurwoningen als vermeld in artikel 4.1.4, § | plusieurs logements de location tels que visés à l'article 4.1.4, § 2, |
| 2, derde lid, 4°, a), van het decreet Grond- en Pandenbeleid, aanwezig | alinéa 3, 4°, a), du décret relatif à la politique foncière et |
| zijn, overeenkomstig artikel 4.1.4, § 2, vierde lid, van het voormelde | immobilière sont présents sur son territoire, une diminution du |
| decreet een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met maximaal | mouvement de rattrapage spécifique par la moitié au maximum, |
| de helft verlenen. | conformément à l'article 4.1.4, § 2, alinéa 4, du décret précité. |
| Die vermindering bedraagt één te verwezenlijken sociale huurwoning per | Cette diminution s'élève à un logement locatif social à réaliser par |
| huurwoning, vermeld in het eerste lid. | logement de location, visé à l'alinéa 1er. |
| Een huurwoning als vermeld in het eerste lid, die leidt tot een | Un logement de location tel que visé à l'alinéa 1er, qui aboutit à une |
| vermindering van de specifieke inhaalbeweging van de gemeente waar de | diminution du mouvement de rattrapage spécifique de la commune où se |
| woning ligt, telt niet mee voor het bindend sociaal objectief van de | situe le logement, n'est pas pris en compte pour l'objectif social |
| gemeente in kwestie, ook al wordt de woning later overgedragen of in | contraignant de la commune en question, même si le logement est cédé |
| beheer gegeven aan een andere sociale woonorganisatie of aan een ander | ou mis en gestion plus tard à une autre organisation de logement |
| openbaar bestuur dat actief is in de gemeente. | social ou à un autre pouvoir public actif dans la commune. |
| HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling | CHAPITRE 4. - Disposition finale |
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast |
Art. 12.Le Ministre flamand compétent pour le logement est chargé de |
| met de uitvoering van dit besluit. | l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 13 januari 2017. | Bruxelles, le 13 janvier 2017. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
| Geert BOURGEOIS | Geert BOURGEOIS |
| De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, | La Ministre flamande de l'Administration intérieure, de l'Intégration |
| Gelijke kansen en Armoedebestrijding | civique, du Logement, de l'Egalité des Chances et de la Lutte contre la Pauvreté, |
| Liesbeth HOMANS | Liesbeth HOMANS |