← Terug naar "Besluit van de Vlaamse regering betreffende tijdelijke projecten inzake kunstinitiatie voor kansarme en/of allochtone minderjarigen "
| Besluit van de Vlaamse regering betreffende tijdelijke projecten inzake kunstinitiatie voor kansarme en/of allochtone minderjarigen | Arrêté du Gouvernement flamand relatif aux projets temporaires d'initiation aux arts en faveur de mineurs défavorisés et/ou allochtones |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 6 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende tijdelijke projecten inzake kunstinitiatie voor kansarme en/of allochtone minderjarigen De Vlaamse regering, | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE 6 SEPTEMBRE 2002. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif aux projets temporaires d'initiation aux arts en faveur de mineurs défavorisés et/ou allochtones Le Gouvernement flamand, |
| Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, |
| instellingen, inzonderheid op artikel 20; | notamment l'article 20; |
| Gelet op het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke | Vu le décret du 28 juin 2002 relatif à l'égalité des chances en |
| onderwijskansen-I, inzonderheid op hoofdstuk VIII; | éducation-I, notamment le chapitre VIII; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 2 juli 2002; | Vu l'accord du Ministre flamand compétent pour le Budget, donné le 2 juillet 2002; |
| Gelet op het protocol nr. 470 van 19 juli 2002 houdende de conclusies | Vu le protocole n° 470 du 19 juillet 2002 portant les conclusions des |
| van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke | |
| vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse | négociations menées en réunion commune du Comité sectoriel X et de la |
| Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en | sous-section « Communauté flamande » de la section 2 du Comité des |
| plaatselijke overheidsdiensten; | services publics provinciaux et locaux; |
| Gelet op het protocol nr. 238 van 19 juli 2002 houdende de conclusies | Vu le protocole n° 238 du 19 juillet 2002 portant les conclusions des |
| van de onderhandelingen die gevoerd werden in de vergadering van het | négociations menées au sein du Comité coordinateur de négociation de |
| overkoepelend onderhandelingscomité van het vrij gesubsidieerd | l'enseignement libre subventionné; |
| onderwijs; Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de | Vu la demande d'un traitement d'urgence, motivée par la circonstance |
| omstandigheid dat er, gelet op de ingangsdatum van 1 september 2002, | que la sécurité juridique s'impose d'urgence, vu la date d'entrée en |
| zo spoedig mogelijk rechtszekerheid dient te bestaan over de | vigueur du 1er septembre 2002, en ce qui concerne l'ampleur, la nature |
| hoegrootheid, de aard en de aanwending van de extra middelen in het | et l'affectation des moyens supplémentaires dans le cadre du projet |
| kader van het tijdelijk project kunstinitiatie met het oog op de | temporaire d'initiation aux arts, en vue des préparatifs nécessaires |
| noodzakelijke voorbereiding van het schooljaar 2002-2003; | pour l'année scolaire 2002-2003; |
| Gelet op het advies 33.945/1/V van de Raad van State, gegeven op 29 | Vu l'avis n° 33.945/1/V du Conseil d'Etat, donné le 29 juillet 2002, |
| juli 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de | par application de l'article 84, premier alinéa, 2°, des lois |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | coordonnées sur le Conseil d'Etat; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming; | Sur la proposition du Ministre flamand de l'Enseignement et de la Formation; |
| Na beraadslaging, | Après en avoir délibéré, |
| HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling | Arrête : CHAPITRE Ier. - Disposition introductive |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Article 1er.Au sens du présent arrêté on entend par : |
| 1° decreet : het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke | 1° décret : le décret du 28 juin 2002 relatif à l'égalité des chances |
| onderwijskansen-I; | en éducation-I; |
| 2° departement : het departement Onderwijs van het Ministerie van de | 2° département : le département de l'Enseignement du Ministère de la |
| Vlaamse Gemeenschap; | Communauté flamande; |
| 3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs. | 3° Ministre : le Ministre flamand chargé de l'Enseignement. |
| HOOFDSTUK II. - Toekenning van de middelen | CHAPITRE II. - Attribution des moyens |
| Afdeling 1. - Algemeen | Section 1er. - Généralités |
Art. 2.Overeenkomstig artikel VIII.1 van het decreet kent de minister |
Art. 2.Conformément à l'article VIII.1 du décret, le Ministre |
| jaarlijks, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten en | attribue chaque année, dans les limites des crédits budgétaires |
| na advies van de in artikel 5 bedoelde beoordelingscommissie, extra | disponibles, et après avis de la commission d évaluation visée à |
| lestijden en/of uren-leraar en/of middelen toe aan de in artikel | l'article 5, des périodes et/ou des périodes-professeur et/ou des |
| VIII.3, eerste lid, van het decreet bedoelde instanties. | moyens supplémentaires aux instances visées à l'article VIII.3, |
| Onder « kansarme en/of allochtone minderjarigen », zoals bedoeld in | premier alinéa, du décret. Par « mineurs défavorisés et/ou allochtones » tels que visés à |
| artikel VIII.1, eerste lid, van het decreet, wordt verstaan de | l'article VIII.3, premier alinéa, du décret, on entend les mineurs qui |
| minderjarigen die voldoen aan één of meer van de volgende voorwaarden : | remplissent une ou plusieurs des conditions suivantes : |
| 1° het gezin leeft van een vervangingsinkomen; | 1° la famille vit d'un revenu de remplacement; |
| 2° de minderjarige is tijdelijk of permanent buiten het eigen | 2° le mineur est hébergé temporairement ou de façon permanente en |
| gezinsverband opgenomen door een gezin of persoon, een voorziening of | dehors de sa famille et confié à la garde d'une personne, d'une |
| een sociale dienst, bedoeld in de gecoördineerde decreten van 4 april | famille, d'une structure ou d'un service social, visé aux décrets |
| 1990 inzake bijzondere jeugdbijstand, met uitzondering van de | coordonnés du 4 avril 1990 dans le cadre de l'assistance spéciale à la |
| internaten gefinancierd of gesubsidieerd door het departement; | jeunesse, à l'exception des internats financés ou subventionnés par le |
| 3° de ouders behoren tot de trekkende bevolking; | département; 3° les parents sont des nomades; |
| 4° de moeder is niet in het bezit van een diploma van het secundair | 4° la mère n'est pas titulaire d'un diplôme de l'enseignement |
| onderwijs, een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de | secondaire, d'un certificat d'études de la deuxième année du troisième |
| derde graad van het beroepssecundair onderwijs of van een daarmee | degré de l'enseignement secondaire professionnel ou d'un certificat |
| gelijkwaardig studiebewijs; | équivalent; |
| 5° de taal die gebruikt wordt voor de gangbare communicatie in het | 5° la langue utilisée pour la communication courante dans la famille |
| gezin is niet het Nederlands; | n'est pas le néerlandais; |
| 6° de minderjarige volgt onthaalonderwijs of volgde het voorafgaande | 6° le mineur suit un enseignement d'accueil ou a suivi un enseignement |
| schooljaar onthaalonderwijs. | d'accueil l'année scolaire précédente. |
| Afdeling 2. - Aanvragen voor een tijdelijk project | Section 2. - Demandes pour un projet temporaire |
Art. 3.§ 1. De in artikel VIII.3, eerste lid, van het decreet |
Art. 3.Les instances visées à l'article VIII.3, premier alinéa, du |
| bedoelde instanties die in aanmerking wensen te komen voor de | décret, qui veulent entrer en considération pour l'aide visée à |
| ondersteuning bedoeld in artikel 2, eerste lid, dienen een aanvraag in | l'article 2, premier alinéa, introduisent une demande auprès du |
| bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs, | Ministère de la Communauté flamande, département de l'Enseignement, |
| afdeling Deeltijds Kunstonderwijs, Hendrik Consciencegebouw, Koning | division de l'Enseignement artistique à temps partiel, Hendrik |
| Albert II-laan 15, 1210 Brussel. | Consciencegebouw, boulevard Albert II 15, 1210 Bruxelles. |
| § 2. De aanvragen bevatten ten minste volgende gegevens : | § 2. Les demandes comportent au moins les informations suivantes : |
| 1° de identificatie van de instantie. In het geval overeenkomstig | 1° l'identification de l'instance. En cas d'accord de coopération tel |
| artikel VIII.3, tweede lid, van het decreet een | que visé à l'article VIII.3, alinéa 2, du décret, une instance est |
| samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten, wordt één instantie | |
| aangeduid als initiatiefnemer; | désignée en tant qu'initiatrice; |
| 2° een uiteenzetting van het project : | 2° une description du projet : |
| - situering en omschrijving van het tijdelijk project; | - situation et description du projet temporaire; |
| - afbakening van de doelgroep; | - délimitation du groupe cible; |
| - de wijze waarop de toeleiding van minderjarigen naar het deeltijds | - la manière dont l'orientation de mineurs vers l'enseignement |
| kunstonderwijs zal worden verzekerd; | artistique à temps partiel sera assurée; |
| - een concrete bepaling van de gevraagde extra lestijden en/of | - une détermination concrète des périodes et/ou des |
| uren-leraar en/of middelen. | périodes-professeur et/ou des moyens supplémentaires. |
| § 3. De aanvragen worden ingediend vóór 1 april voorafgaande aan het | § 3. Les demandes sont introduites avant le 1er avril précédant |
| schooljaar waarin het tijdelijk project van start gaat. | l'année scolaire de départ du projet temporaire. |
| Voor het schooljaar 2002-2003 kunnen de aanvragen tot 1 oktober 2002 | Les demandes portant sur l'année scolaire 2002-2003 peuvent être |
| worden ingediend. | introduites jusqu'au 1er octobre 2002. |
| Afdeling 3. - Beoordeling van de aanvragen door een beoordelingscommissie | Section 3. - Evaluation des demandes par une commission d'évaluation |
Art. 4.§ 1. De in artikel 3 bedoelde aanvragen worden beoordeeld door |
Art. 4.§ 1er. Les demandes visées à l'article 3 sont évaluées par une |
| een beoordelingscommissie, die als volgt is samengesteld : | commission d'évaluation, composée comme suit : |
| 1° 1 ambtenaar van de afdeling Deeltijds Kunstonderwijs van het | 1° 1 fonctionnaire de la division de l'Enseignement artistique à temps |
| departement; | partiel du département; |
| 2° 1 ambtenaar van de afdeling Beleidsvoorbereiding Basisscholen of | 2° 1 fonctionnaire de la division de Politique générale des |
| Secundaire scholen van het departement; | Etablissements scolaires de l'Enseignement fondamental ou secondaire |
| du département; | |
| 3° 1 deskundige inzake gelijke onderwijskansen; | 3° 1 expert en matière d'égalité des chances en éducation; |
| 4° 1 vertegenwoordiger van de Cultuurcel CANON van de Afdeling | 4° 1 représentant de la cellule culturelle CANON de la Division de |
| Informatie en Documentatie van het departement; | l'Information et de la Documentation du département; |
| 5° 1 vertegenwoordiger van de v.z.w. Vereniging van Vlaamse | 5° 1 représentant de l'a.s.b.l. « Vereniging van Vlaamse Cultuurcentra |
| Cultuurcentra. | ». |
| § 2. De minister duidt de leden van de beoordelingscommissie aan. | § 2. Le Ministre désigne les membres de la commission d'évaluation. |
| Het commissielid bedoeld in § 1, 1°, fungeert als voorzitter van de | Le membre de la commission visé au § 1er, 1°, assume les fonctions de |
| beoordelingscommissie. | président de la commission d'évaluation. |
| § 3. De secretaris-generaal van het departement duidt binnen zijn | § 3. Le Secrétaire général du département désigne au sein de son |
| administratie een ambtenaar aan die belast wordt met het secretariaat | administration un fonctionnaire chargé du secrétariat de la commission |
| van de beoordelingscommissie. | d'évaluation. |
Art. 5.Bij de beoordeling van de aanvragen hanteert de |
Art. 5.Lors de l'évaluation des demandes, la commission d'évaluation |
| beoordelingscommissie volgende criteria : | utilise les critères suivants : |
| 1° de afstemming van het project op de strategieën bedoeld in artikel | 1° la concordance du projet avec les stratégies visées à l'article |
| VIII.2 van het decreet; | VIII.2 du décret; |
| 2° de diversiteit aan deelnemende instanties. | 2° la diversité des instances participantes. |
| Samenwerkingsovereenkomsten waarbij ten minste één instelling voor | Les accords de coopération impliquant au moins un établissement |
| deeltijds kunstonderwijs betrokken is, komen prioritair in aanmerking; | d'enseignement artistique à temps partiel sont considérés en priorité; |
| 3° de hoegrootheid van de doelgroep die potentieel bij het project kunnen worden betrokken; | 3° l'importance du groupe cible potentiel auquel s'adresse le projet; |
| 4° de financiële en materiële laagdrempeligheid voor de doelgroep. | 4° l'accessibilité financière et matérielle pour le groupe cible. |
| Instanties die reeds deelnamen aan een project, worden eveneens | Les instances qui ont déjà participé à un projet sont évaluées |
| beoordeeld op basis van de in artikel 7 bedoelde zelfevaluatie. | également sur la base de l'auto-évaluation visée à l'article 7. |
Art. 6.Op basis van de criteria bedoeld in artikel 5 adviseert de |
Art. 6.Sur la base des critères visés à l'article 5, la commission |
| beoordelingscommissie de minister schriftelijk met betrekking tot : | d'évaluation formule un avis écrit au Ministre concernant : |
| 1° de selectie van de projecten; | 1° la sélection des projets; |
| 2° de toekenning van de middelen per project. | 2° l'attribution des moyens par projet. |
| HOOFDSTUK III. - Zelfevaluatie en effectmeting | CHAPITRE III. - Auto-évaluation et mesure des effets |
Art. 7.De initiatiefnemende instantie maakt jaarlijks ten behoeve van |
Art. 7.L'instance initiatrice établit annuellement une |
| de onderwijsinspectie een zelfevaluatie op. Deze zelfevaluatie geeft | auto-évaluation à l'usage de l'inspection de l'enseignement. Cette |
| tenminste aan op welke wijze de gehanteerde methodieken aansluiten bij | auto-évaluation montre au moins comment les méthodes utilisées |
| de strategieën en doelstelling van het project. | s'alignent sur les stratégies et les objectifs du projet. |
Art. 8.De minister treft de nodige maatregelen om een effectmeting |
Art. 8.Le Ministre prend les mesures requises pour réaliser une |
| van de toegekende projectmiddelen te realiseren. | mesure des effets des moyens attribués aux projets. |
| HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen | CHAPITRE IV. - Dispositions finales |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002. |
Art. 9.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2002. |
Art. 10.De minister is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Art. 10.Le Ministre est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 6 september 2002. | Bruxelles, le 6 septembre 2002. |
| De Minister-president van de Vlaamse regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, | Le Ministre flamand de l'Enseignement et de la Formation, |
| M. VANDERPOORTEN | M. VANDERPOORTEN |