| Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap ter bescherming van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en van sommige instellingen van openbaar nut tegen ongewenst seksueel gedrag op het werk | Arrêté du Gouvernement de la Communauté française organisant la protection des membres du personnel des Services du Gouvernement de la Communauté française et de certains organismes d'intérêt public contre le harcèlement sexuel sur les lieux de travail |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE |
| 26 JULI 2000. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap ter | 26 JUILLET 2000. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française |
| bescherming van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van | organisant la protection des membres du personnel des Services du |
| de Franse Gemeenschap en van sommige instellingen van openbaar nut | Gouvernement de la Communauté française et de certains organismes |
| tegen ongewenst seksueel gedrag op het werk | d'intérêt public contre le harcèlement sexuel sur les lieux de travail |
| De Regering van de Franse Gemeenschap, | Le Gouvernement de la Communauté française, |
| Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, |
| instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3 en § 4, gewijzigd bij de | notamment l'article 87, § 3 et 4, modifiée par la loi spéciale du 8 |
| bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en van 16 juli 1993, alsook op artikel 9; | août 1988 et du 16 juillet 1993 ainsi que l'article 9; |
| Gelet op het decreet van 1 juli 1982 houdende oprichting van een | |
| "Commissariat général aux relations internationales" | Vu le décret du 1er juillet 1982 créant un Commissariat général aux |
| (Commissariaat-generaal voor internationale betrekkingen van de Franse | |
| Gemeenschap van België); | Relations internationales; |
| Gelet op het decreet van 30 maart 1983 houdende oprichting van de | Vu le décret du 30 mars 1983 portant création de l'Office de la |
| "Office de la Naissance et de l'Enfance" (Dienst voor Geboorte en | Naissance et de l'Enfance; |
| Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap); | |
| Gelet op het decreet van 1 december 1997 houdende oprichting van de | Vu le décret du 1er décembre 1997 portant création du Service de |
| Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse | perception de la Redevance Radio et Télévision de la Communauté |
| Gemeenschap; | française; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 september 1998; | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 7 septembre 1998; |
| Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 16 november 1998; | Vu l'accord du Ministre chargé de la Fonction publique, donné le 16 novembre 1998; |
| Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 13 november 1998; | Vu l'accord du Ministre chargé du Budget, donné le 13 novembre 1998; |
| Gelet op het protocol nr. 211 van Sectorcomité XVII, gesloten op 7 | Vu le protocole n° 211 du Comité de Secteur XVII conclu le 7 avril |
| april 1999; | 1999; |
| Gelet op de beraadslaging van de Regering van 17 mei 1999 over de | Vu la délibération du Gouvernement du 17 mai 1999 sur la demande |
| aanvraag om advies dat door de Raad van State mede te delen is binnen | d'avis à donner par le Conseil d'Etat dans un délai ne dépassant pas |
| een termijn van ten hoogste één maand; | un mois; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 juli 1999, | Vu l'avis du Conseil d'Etat donné le 12 juillet 1999, en application |
| met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten | de l'article 84, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil |
| op de Raad van State; | d'Etat; |
| Op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid de | Sur proposition du Ministre ayant la Fonction publique dans ses |
| ambtenarenzaken behoren; | attributions; |
| Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 juli 2000, | Vu la délibération du Gouvernement de la Communauté française du 20 juillet 2000, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Dit besluit is toepasselijk op de personeelsleden : |
Article 1er.Le présent arrêté est applicable aux membres du personnel |
| 1° van de Diensten van de Regering, hierna "het ministerie" genoemd; | : 1° des Services du Gouvernement, ci-après dénommé « le ministère »; |
| 2° van de instellingen van openbaar nut die ressorteren onder | 2° des organismes d'intérêt public relevant du Comité de Secteur XVII |
| Sectorcomité XVII, opgericht krachtens artikel 19 van het koninklijk | |
| besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 | créé en vertu de l'article 19 de l'arrêté royal du 28 septembre 1984 |
| december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en | portant exécution de la loi du 19 décembre 1974 organisant les |
| de vakbonden van haar personeel. Art. 2.Onder ongewenst seksueel gedrag wordt verstaan, elk gedrag met een seksuele connotatie en elk ander gedrag met een seksuele achtergrond, dat afbreuk doet aan de waardigheid van mannen en vrouwen op het werk, waarbij het kan gaan om het gedrag van hiërarchische meerderen of van collega's. Art. 3.De personeelsleden mogen geen ongewenst seksueel gedrag op het werk hebben in de betrekkingen zowel met de hiërarchische meerderen, collega's of ondergeschikten als met dienstgebruikers en derden met wie zij op het werk of naar aanleiding van prestaties betrekkingen hebben. Art. 4.§ 1. Elk ministerie of elke instelling bedoeld in artikel 1 stelt een vertrouwensdienst binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit in. |
relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités. Art. 2.On entend par harcèlement sexuel tout comportement à connotation sexuelle et tout autre comportement fondé sur le sexe, qui affecte la dignité des hommes et des femmes au travail, que ce comportement soit le fait de supérieurs hiérarchiques ou de collègues. Art. 3.Les membres du personnel doivent s'abstenir de tout harcèlement sexuel sur les lieux du travail dans les rapports tant vis-à-vis des supérieurs, collègues ou subordonnés qu'à l'égard des utilisateurs du service et des tiers côtoyés sur le lieu de travail ou à l'occasion de prestations. Art. 4.§ 1er. Chaque ministère ou organisme visé à l'article 1er institue un service de confiance dans les trois mois suivant l'entrée en vigueur du présent arrêté. |
| § 2. De vertrouwensdienst is samengesteld uit ten minste twee | § 2. Le service de confiance se compose au minimum de deux agents de |
| ambtenaren van niveau 1 of 2+, onder wie een vrouwelijk personeelslid | niveau 1 ou 2+, dont un membre féminin et un membre masculin, comptant |
| en een mannelijk personeelslid, die een dienstanciënniteit van ten | |
| minste 5 jaar tellen. Voor de aanwijzing van de ambtenaren waaruit de | une ancienneté de service de 5 ans au moins. Cette condition |
| vertrouwensdienst van een instelling van openbaar nut is samengesteld, | d'ancienneté n'est toutefois requise pour la désignation des agents |
| is die anciënniteitsvoorwaarde echter pas na een termijn van vijf jaar | composant le service de confiance d'un organisme d'intérêt public qu'à |
| na de oprichting van die instelling vereist. | l'issue d'un délai de cinq ans à dater de la création dudit organisme. |
| § 3. De leden van de vertrouwensdienst, hierna vertrouwenspersonen | § 3. Les membres du service de confiance, nommés ci-après personnes de |
| genoemd, worden, met hun instemming, voor een hernieuwbare periode van | confiance, sont désignés avec leur accord, pour une période de 3 ans |
| drie jaar aangewezen door de secretaris-generaal van het ministerie of | renouvelable, par le secrétaire général du ministère ou le |
| de leidend ambtenaar die bevoegd is voor het personeel van de | fonctionnaire dirigeant compétent en matière de personnel de |
| instelling, na een met redenen omkleed advies te hebben ontvangen van | l'organisme, après avis motivé du Comité supérieur de concertation du |
| het Hoog Overlegcomité van Sectorcomité XVII, hierna « het comité | Comité de Secteur XVII, nommé ci-après le comité, tant pour la |
| genoemd », zowel voor de aanwijzing als voor de hernieuwing. | désignation que pour le renouvellement. |
| De secretaris-generaal van het ministerie of de leidend ambtenaar die | Le secrétaire général du ministère ou le fonctionnaire compétent en |
| bevoegd is voor het personeel van de instelling kan, na een met redenen omkleed advies van het comité te hebben ontvangen, een einde maken aan het ambt van een vertrouwenspersoon die niet past en een nieuwe voor de duur van het lopende mandaat aanwijzen. Art. 5.§ 1. De vertrouwenspersonen hebben als opdracht raad te geven en hulp te verlenen aan de personeelsleden die het slachtoffer zijn van ongewenst seksueel gedrag op het werk en ertoe bij te dragen op formele of informele wijze een oplossing voor het probleem te vinden. Ze krijgen een gepaste opleiding en zijn tot geheimhouding verplicht. De secretaris-generaal van het ministerie of de leidend ambtenaar die |
matière de personnel de l'organisme peut, après avis motivé du comité, mettre fin aux fonctions d'une personne de confiance qui ne convient pas et en désigner une nouvelle pour la durée du mandat en cours. Art. 5.§ 1er. Les personnes de confiance ont pour mission de dispenser des conseils, d'accorder leur aide aux membres du personnel victimes de harcèlement sexuel sur les lieux de travail et de contribuer à la solution du problème de façon formelle ou informelle. Elles reçoivent une formation appropriée et sont tenues à un devoir de discrétion. Le secrétaire général du ministère ou le fonctionnaire dirigeant |
| bevoegd is voor het personeel van de instelling bepaalt, na een met | compétent en matière de personnel de l'organisme détermine, après avis |
| redenen omkleed advies van het comité te hebben ontvangen, de middelen | motivé du comité, les moyens et le temps nécessaires à l'exercice de |
| en de tijd die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het ambt van | la fonction de personne de confiance. |
| vertrouwenspersoon. § 2. Wanneer de feiten in verband met ongewenst seksueel gedrag die | § 2. Lorsque les faits de harcèlement sexuel communiqués au service de |
| aan de vertrouwensdienst worden medegedeeld, een onderzoek vereisen, | confiance nécessitent une enquête, celle-ci est effectuée par la |
| wordt dit door de in artikel 4, § 2, bedoelde vertrouwenspersoon | personne de confiance visée à l'article 4, § 2. |
| uitgevoerd. Het verslag van het onderzoek wordt aan de bevoegde hiërarchische | Le rapport de l'enquête est soumis au supérieur hiérarchique compétent |
| meerdere van de vermoedelijke dader alleen medegedeeld indien de | de l'auteur présumé seulement si la personne victime de harcèlement |
| persoon die het slachtoffer is van ongewenst seksueel gedrag dit aanvraagt. | sexuel sur les lieux de travail le demande. |
Art. 6.Het in artikel 5, § 2, bedoelde onderzoek : |
Art. 6.L'enquête vise à l'article 5, § 2 : |
| 1° zal op een strikt vertrouwelijke wijze worden gevoerd; | 1° sera menée dans la plus stricte confidentialité; |
| 2° zal beperkt worden tot de feiten die door de klager worden aangegeven en zal niet kunnen worden uitgebreid tot andere feiten die tot de persoonlijke levenssfeer van de beschuldigde behoren. Gedurende heel het onderzoek hebben de klager en de beschuldigde het recht zich door een persoon naar keuze te laten bijstaan en/of vertegenwoordigen. De beschuldigde wordt op de hoogte gebracht van alle details in verband met de inhoud van de klacht en kan erop antwoorden. Beide partijen worden op de hoogte gebracht van de uitslag van het onderzoek. Art. 7.Het ambt van vertrouwenspersoon kan geen nadeel of bijzondere voordelen tot gevolg hebben voor degene die het uitoefent. |
2° se limitera aux faits dénoncés par le plaignant et ne pourra être étendue à d'autre faits relevant de la vie privée de celui qui est accusé. Durant toute l'enquête, le plaignant et l'accusé ont le droit de se faire assister et/ou de se faire représenter par la personne de leur choix. La personne accusée est informée de tous les détails concernant la nature de la plainte et peut y répondre. Les deux parties sont informées du résultat de l'enquête. Art. 7.La fonction de personne de confiance ne peut entraîner ni préjudice ni avantages spéciaux pour celui ou celle qui l'exerce. |
| Voor de uitoefening van zijn ambt ressorteert de vertrouwenspersoon | Pour l'exercice de sa fonction, la personne de confiance relève |
| rechtstreeks onder de secretaris-generaal van het ministerie of onder | directement du secrétaire général du ministère ou du fonctionnaire |
| de leidend ambtenaar die bevoegd is voor het personeel van de | dirigeant compétent en matière de personnel de l'organisme, chacun |
| instelling, ieder voor de vertrouwensdienst die werd ingesteld binnen | pour ce qui concerne le service de confiance institué au sein des |
| de diensten die onder zijn leiding staan. | services qu'il dirige. |
Art. 8.De in artikel 3 bedoelde beginselverklaring betreffende het |
Art. 8.La déclaration de principe relative au harcèlement visée à |
| ongewenst gedrag, alsook de identiteit van de vertrouwenspersonen | l'article 3, ainsi que l'identité des personnes de confiance visées à |
| bedoeld in artikel 4, § 2, worden medegedeeld aan de personeelsleden. | l'article 4, § 2, sont communiquées aux membres du personnel. |
Art. 9.Iedere persoon die het slachtoffer is van ongewenst seksueel |
Art. 9.Toute personne qui est victime de harcèlement sexuel sur les |
| gedrag op het werk, kan die feiten ter kennis brengen van de | lieux de travail peut porter ces faits à la connaissance du supérieur |
| hiërarchische meerdere van de vermoedelijk dader. | hiérarchique de l'auteur présumé. |
Art. 10.Elk feit in verband met ongewenst seksueel gedrag op het werk |
Art. 10.Tout fait de harcèlement sexuel sur les lieux de travail |
| dat werd gepleegd door een statutair personeelslid, kan aanleiding | commis par un membre du personnel statutaire peut donner lieu à une |
| geven tot een tuchtprocedure en tot het bepalen van tuchtstraffen | procédure disciplinaire et au prononcé de peines disciplinaires |
| overeenkomstig de bepalingen die op het statutair personeel van toepassing zijn. | conformément aux dispositions applicables au personnel statutaire. |
| Elk feit in verband met ongewenst seksueel gedrag op het werk dat werd | Tout fait de harcèlement sexuel sur les lieux de travail commis par un |
| gepleegd door een contractueel personeelslid, kan aanleiding geven tot | membre du personnel contractuel peut donner lieu à une sanction |
| een sanctie overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 | conforme aux dispositions de la loi du 3 juillet 1978 relative aux |
| betreffende de arbeidsovereenkomsten. | contrats de travail. |
| De in de vorige leden bedoelde procedures zijn onafhankelijk van de in | Les procédures visées aux alinéas précédents sont indépendantes de la |
| artikel 5, § 2, bedoelde procedure. | procédure visée à l'article 5, § 2. |
| Op initiatief of met de instemming van het personeelslid dat door | Toutefois, à l'initiative ou de l'accord du membre du personnel |
| ongewenst seksueel gedrag wordt getroffen, kan de overheid die bevoegd | faisant l'objet de harcèlement sexuel, l'autorité compétente pour |
| is om de tuchtvordering of de procedure voor het ontslag in te | poursuivre l'action disciplinaire ou la procédure de licenciement se |
| stellen, echter overleg plegen met de vertrouwenspersoon, inzonderheid | concerte avec la personne de confiance, notamment dans la perspective |
| met het oog op het aanvullen en invullen van hun respectieve dossiers. | de compléter leur dossier respectif. |
Art. 11.De secretaris-generaal van het ministerie of de leidend |
Art. 11.Le secrétaire général du ministère ou le fonctionnaire |
| ambtenaar die bevoegd is voor het personeel van de instelling deelt | dirigeant compétent en matière de personnel de l'organisme adresse un |
| een jaarlijks activiteitenverslag van de vertrouwensdienst aan de | rapport annuel d'activités du service de confiance aux membres du |
| leden van de Regering mede. | Gouvernement. |
Art. 12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 12.Le présent arrêté entre en vigueur à la date de sa |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | publication au Moniteur belge. |
Art. 13.De Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren, |
Art. 13.Le Ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions |
| is belast met de uitvoering van dit besluit. | est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 26 juli 2000. | Bruxelles, le 26 juillet 2000. |
| Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : | Par le Gouvernement de la Communauté française : |
| De Minister van Ambtenarenzaken, | Le Ministre de la Fonction publique, |
| W. TAMINIAUX | W. TAMINIAUX |