← Terug naar "Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot aanpassing van verschillende bepalingen inzake het bevallingsverlof van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs en het psycho-medisch-sociaal centrum van de Gemeenschap met betrekking tot de meerlingsgeboorten "
| Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot aanpassing van verschillende bepalingen inzake het bevallingsverlof van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs en het psycho-medisch-sociaal centrum van de Gemeenschap met betrekking tot de meerlingsgeboorten | Arrêté du Gouvernement de la Communauté germanophone portant adaptation de différentes dispositions relatives au congé de maternité des membres du personnel de l'enseignement communautaire et du centre psycho-médico-social de la Communauté pour ce qui concerne les naissances multiples |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE |
| 31 AUGUSTUS 2000. - Besluit van de Regering van de Duitstalige | 31 AOUT 2000. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté germanophone |
| Gemeenschap tot aanpassing van verschillende bepalingen inzake het | portant adaptation de différentes dispositions relatives au congé de |
| bevallingsverlof van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs | maternité des membres du personnel de l'enseignement communautaire et |
| en het psycho-medisch-sociaal centrum van de Gemeenschap met | du centre psycho-médico-social de la Communauté pour ce qui concerne |
| betrekking tot de meerlingsgeboorten | les naissances multiples |
| De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, | Le Gouvernement de la Communauté germanophone, |
| Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der | Vu la loi du 22 juin 1964 relative au statut des membres du personnel |
| personeelsleden van het Rijksonderwijs, gewijzigd bij de wetten van 31 | de l'enseignement de l'Etat, modifiée par les lois des 31 mars 1967, 6 |
| maart 1967, 6 juli 1970, 27 juli 1971, 11 juli 1973, 19 december 1974, | juillet 1970, 27 juillet 1971, 11 juillet 1973, 19 décembre 1974, 18 |
| 18 februari 1977, 2 juli 1981, bij de koninklijke besluiten nr. 296 | février 1977, 2 juillet 1981, par l'arrêté royal n° 296 du 31 mars |
| van 31 maart 1984 en nr. 456 van 10 september 1986, en bij het decreet | 1984, l'arrêté royal n° 456 du 10 septembre 1986 et le décret du 17 |
| van 17 februari 1992; | février 1992; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter | Vu l'arrêté royal du 8 décembre 1967, pris en application de l'article |
| uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari | 3 de l'arrêté royal du 28 février 1967 déterminant les positions |
| 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden | administratives du personnel administratif, du personnel de maîtrise, |
| van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en | gens de métier et de service des établissements d'enseignement |
| dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor | gardien, primaire, spécial, moyen, technique, artistique et normal de |
| lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en | |
| normaalonderwijs, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 september 1968; | l'Etat, notamment l'article 5, modifié par l'arrêté royal du 16 septembre 1968; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 29 mei 1972 betreffende de dagen | Vu l'arrêté royal du 29 mai 1972 relatif aux jours de congé rémunéré |
| bezoldigd ziekte- of bevallingsverlof toegekend aan het tijdelijk | de maladie et de maternité des membres du personnel directeur et |
| aangeteld bestuurs- en onderwijzend personeel, opvoedend hulppersoneel | enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation et du personnel |
| en paramedisch personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, | paramédical, désignés à titre temporaire, des établissements |
| buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, | d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, |
| inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij het besluit van de Executieve | artistique et normal de l'Etat, notamment l'article 5, modifié par |
| van 9 december 1992; | l'arrêté de l'Exécutif du 9 décembre 1992; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter | Vu l'arrêté royal du 15 janvier 1974 pris en application de l'article |
| uitvoering van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart | 160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du |
| 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- | personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire |
| en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het | d'éducation, du personnel paramédical des établissements |
| paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, | d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, |
| buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de | artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces |
| Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, en | établissements et des membres du personnel du service d'inspection |
| van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op | chargé de la surveillance de ces établissements, notamment l'article |
| deze inrichtingen, inzonderheid op artikel 6, vervangen bij het | |
| koninklijk besluit van 22 maart 1985; | 6, remplacé par l'arrêté royal du 22 mars 1985; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de | Vu l'arrêté royal du 19 mai 1981 relatif aux vacances et aux congés |
| vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd | des membres stagaires ou nommés à titre définitif du personnel |
| technisch personeel van rijks- psycho-medisch-sociale centra, de | technique des centres psycho-médico-sociaux de l'Etat, des centres de |
| rijksvormingscentra en de inspectiediensten, inzonderheid op artikel | formation de l'Etat et des services d'inspection, notamment l'article |
| 6, gewijzigd bij de besluiten van de Executieve van 5 februari 1992 en | 6, modifié par les arrêtés de l'Exécutif des 5 février 1992 et 30 juin |
| 30 juni 1993; | 1993; |
| Gelet op het protocol nr. S 9/2000 van het sectorcomité XIX van de | Vu le protocole n° S 9/2000 du comité de secteur XIX de la Communauté |
| Duitstalige Gemeenschap, van 16 juni 2000; | germanophone, datant du 16 juin 2000; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 mei | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 29 mai 2000; |
| 2000; Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake | Vu l'accord du Ministre-Président, compétent en matière de Budget, |
| Begroting, gegeven op 8 mei 2000; | donné le 8 mai 2000; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | notamment l'article 3, § 1, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence; |
| Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gerechtvaardigd is door | Considérant que l'urgence est motivée par le fait que, conformément à |
| het feit dat voorliggende aanpassing overeenkomstig de intersectoriële | l'accord intersectoriel de 1999-2000, la présente adaptation doit déjà |
| overeenkomst van 1999-2000 al op het begin van het schooljaar | être appliquée au début de l'année scolaire 2000-2001 et qu'il est dès |
| 2000-2001 moet worden toegepast en derhalve vooraf aangenomen en | lors indispensable qu'elle soit préalablement adoptée et publiée; |
| bekendgemaakt moet worden; | |
| Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en | Sur la proposition du Ministre de l'Enseignement et de la Formation, |
| Toerisme; | de la Culture et du Tourisme; |
| Na beraadslaging, | Après délibération, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 december 1967 |
Article 1er.Dans l'article 5 de l'arrêté royal du 8 décembre 1967, |
| genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 | |
| februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van | pris en application de l'article 3 de l'arrêté royal du 28février 1967 |
| de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- | déterminant les positions administratives du personnel administratif, |
| en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, | du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des |
| voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en | établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, |
| normaalonderwijs, worden de leden 1, 2 en 3 door de volgende | technique, artistique et normal de l'Etat, les alinéas 1, 2 et 3 sont |
| bepalingen vervangen : « Het in dienstactiviteit zijnde vrouwelijk personeelslid heeft recht op een bevallingsverlof van vijftien weken of van zeventien weken, indien de geboorte van een meerling wordt voorzien. Uiterlijk acht weken vóór de vermoedelijke datum van de bevalling of tien weken voor deze datum, indien de geboorte van een meerling wordt voorzien, overhandigt het personeelslid een geneeskundig attest houdende bekrachtiging van deze datum aan de inrichtende macht. Het verlof kan ten vroegste ingaan zeven weken vóór de datum die in het geneeskundig getuigschrift wordt aangegeven of negen weken voor deze datum, indien de geboorte van een meerling wordt voorzien. Het wordt verminderd met het aantal dagen verlof wegens ziekte of gebrekkigheid die het betrokken personeelslid heeft genoten gedurende de weken bevallingsverlof die de werkelijke bevallingsdatum | remplacés par les dispositions suivantes : « Le membre du personnel féminin qui est en activité de service a droit à un congé de maternité de quinze semaines ou de dix-sept semaines lorsqu'une naissance multiple est prévue. Au plus tard huit semaines avant la date présumée de l'accouchement ou dix semaines avant cette date, lorsqu'une naissance multiple est prévue, le membre du personnel remet au pouvoir organisateur un certificat médical attestant cette date. Le congé prend cours au plus tôt sept semaines avant la date attestée par le certificat médical, ou neuf semaines avant cette date lorsqu'une naissance multiple est prévue. Le congé est réduit à concurrence des jours de congé pour maladie ou infirmité que le membre du personnel intéressé a obtenu au cours des semaines constituant le congé de maternité qui précèdent la date |
| voorafgaan. » | réelle de l'accouchement. » |
Art. 2.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 29 mei 1972 |
Art. 2.Dans l'article 5 de l'arrêté royal du 29 mai 1972 relatif aux |
| betreffende de dagen bezoldigd ziekte- of bevallingsverlof toegekend | jours de congé rémunéré de maladie et de maternité des membres du |
| aan het tijdelijk aangesteld bestuurs- en onderwijzend personeel, | personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation |
| opvoedend hulppersoneel en paramedisch personeel der rijksinrichtingen | et du personnel paramédical, désignés à titre temporaire, des |
| voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en | établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, |
| normaalonderwijs wordt lid 3 vervangen door de volgende bepaling : | technique, artistique et normal de l'Etat, l'alinéa 3 est remplacé par |
| « De dagen die tijdens de zeven weken vóór de werkelijke datum van de | la disposition suivante : |
| bevalling of de negen weken voor deze datum, indien de geboorte van | « Les congés pour maladie et invalidité obtenus pendant les sept |
| een meerling wordt voorzien, als ziekte- en invaliditeitsverlof zijn | semaines précédant cette date lorsqu'une une naissance multiple est |
| toegekend, worden echter in bevallingsverlof omgezet. » | prévue, sont convertis en congé de maternité. » |
Art. 3.In artikel 6 van het koninlijk besluit van 15 januari 1974 |
Art. 3.Dans l'article 6 de l'arrêté royal du 15 janvier 1974 pris en |
| genomen ter uitvoering van artikel 160 van het koninklijk besluit van | |
| 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het | application de l'article 160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant |
| bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, | le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du |
| van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, | personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical des |
| buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de | établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, |
| Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, en | technique, artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de |
| van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op | ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection |
| deze inrichtingen worden de leden 2 en 3 vervangen door de volgende | chargé de la surveillance de ces établissements, les alinéas 3 et 3 |
| bepalingen : | sont remplacés par les dispositions suivantes : |
| « De dagen die tijdens de zeven weken vóór de werkelijke datum van de | « Les congés pour maladie et invalidité obtenu pendant les sept |
| bevalling of de negen weken voor deze datum, indien de geboorte van | semaines précédant la date réelle de l'accouchement, ou les neuf |
| een meerling is aangekondigd, als ziekte- en invaliditeitsverlof zijn | semaine précédant cette date lorsqu'une naissance multiple est prévue, |
| toegekend, worden echter in bevallingsverlof omgezet. | sont convertis en congé de maternité. |
| Het betrokken personeelslid in bevallingsverlof heeft recht op een | Le membre du personnel concerné, en congé de maternité, a droit à une |
| bezoldiging tijdens ten hoogste vijftien weken of zeventien weken, | rémunération pendant quinze semaines maximum ou dix-sept semaines |
| indien de geboorte van een meerling wordt voorzien. » | lorsqu'une naissance multiple est prévue. » |
Art. 4.In artikel 6 van het koninlijk besluit van 19 mei 1981 |
Art. 4.Dans l'article 6 de l'arrêté royal du 19 mai 1981 relatif aux |
| betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en | vacances et aux congés des membres stagiaires ou nommés à titre |
| vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale | définitif du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux de |
| centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten worden de leden | l'Etat, des centres de formation de l'Etat et des services |
| 1, 2 en 3 door de volgende bepalingen vervangen : « Het in dienstactiviteit zijnde vastbenoemd of stagedoend vrouwelijk personeelslid heeft recht op een bevallingsverlof van vijftien weken of van zeventien weken, indien de geboorte van een meerling wordt voorzien. Uiterlijk acht weken vóór de vermoedelijke datum van de bevalling of tien weken voor deze datum, indien de geboorte van een meerling wordt voorzien, overhandigt het personeelslid een geneeskundig attest houdende bekrachtiging van deze datum aan de inrichtende macht. Het verlof kan ten vroegste ingaan zeven weken vóór de datum die in het geneeskundig getuigschrift wordt aangegeven of negen weken voor deze datum, indien de geboorte van een meerling wordt voorzien. Het personeelslid is verplicht ten laatste zeven dagen voor de waarschijnlijke bevallingsdatum met werken op te houden. De dagen die tijdens de zeven weken vóór de werkelijke datum van de bevalling of de negen weken voor deze datum, indien de geboorte van een meerling wordt voorzien, als ziekte- en invaliditeitsverlof zijn toegekend, worden echter in bevallingsverlof omgezet. » | d'inspection, les alinéas 1, 2 et 3 sont remplacés par les dispositions suivantes : « Le membre du personnel féminin, définitif ou stagiaire qui et en activité de service, a droit à un congé de maternité de quinze semaines ou de dix-sept semaines lorsqu'une naissance multiple est prévue. Au plus tard huit semaines avant la date présumée de l'accouchement, ou dix semaines avant cette date lorsqu'une naissance multiple est prévue, le membre du personnel remet au pouvoir organisateur un certificat médical attestant cette date. Ce congé prend cours au plus tôt sept semaines avant la date attestée par le certificat médical ou neuf semaines avant cette date lorsqu'une naissance multiple est prévue. Le membre du personnel est obligé de cesser le travail au plus tard sept jours avant la date présumée de l'accouchement. Les congés pour maladie et invalidité obtenus pendant les sept semaines précédant la date réelle de l'accouchement, ou les neuf semaines précédant cette date lorsqu'une naissance multiple est prévue, sont convertis en congé de maternité. » |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000. |
Art. 5.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2000. |
Art. 6.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de |
Art. 6.Le Ministre compétent en matière d'Enseignement est chargé de |
| uitvoering van dit besluit. | l'exécution du présent arrêté. |
| Eupen, 31 augustus 2000. | Eupen, le 31 août 2000. |
| Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : | Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone, |
| De Minister-President, | |
| Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, | Le Ministre de l'Emploi, de la Politique des Handicapés, des Médias et des Sports, |
| K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
| De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, | Le Ministre de l'Enseignement et de la Formation, de la Culture et du Tourisme, |
| B. GENTGES | B. GENTGES |