Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties | Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif à la limitation des émissions de certains polluants dans l'atmosphère en provenance des grandes installations de combustion |
---|---|
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 21 NOVEMBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 21 NOVEMBRE 2002. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif à la limitation des émissions de certains polluants dans l'atmosphère en provenance des grandes installations de combustion Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, |
Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de | Vu l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement, |
milieuvergunningen, inzonderheid op artikel 6, § 1; | notamment l'article 6, § 1er; |
Gelet op de ordonnantie van 22 april 1999 tot vaststelling van de | Vu l'ordonnance du 22 avril 1999 fixant la liste des installations de |
ingedeelde inrichtingen van klasse IA van de ordonnantie van 5 juni | classe IA visée à l'article 4 de l'ordonnance du 5 juin 1997 relative |
1997 betreffende de milieuvergunningen; | aux permis d'environnement; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 | Vu l'arrêté du 4 mars 1999 du Gouvernement de la Région de |
maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse | Bruxelles-Capitale, fixant la liste des installations de classe IB, |
IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 | II, et III en exécution de l'article 4 de l'ordonnance du 5 juin 1977 |
juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, gewijzigd bij de | relative aux permis d'environnement, modifié par les arrêtés du |
besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 oktober | Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale des 26 octobre 2000, |
2000, 23 mei 2001, 28 juni 2001, 6 september 2001 en 8 november 2001; | 23 mai 2001, 28 juin 2001, 6 septembre 2001 et 8 novembre 2001; |
Gelet op het koninklijk besluit van 18 augustus 1986 betreffende het | Vu l'arrêté royal du 18 août 1986 relatif à la prévention de la |
voorkomen van luchtverontreiniging veroorzaakt door nieuwe grote | pollution atmosphérique engendrée par les nouvelles grandes |
stookinstallaties, zoals gewijzigd bij het besluit van de Brusselse | installations de combustion tel que modifié par l'arrêté du |
Hoofdstedelijke Regering van 20 juli 1993; | Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 20 juillet 1993; |
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van 17 mei 2002; | Vu l'avis du Conseil de l'environnement donné le 17 mai 2002; |
Gelet op de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van | |
27 juni 2002 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven | Vu la délibération du Gouvernement du 27 juin 2002 sur la demande |
binnen een termijn van één maand; | d'avis à donner par le Conseil d'Etat dans un délai ne dépassant pas |
Gelet op advies nr. 33.754/3 van de Raad van State, gevraagd op 1 juli | un mois; Vu l'avis n° 33.754/3 du Conseil d'Etat demandé le 1er juillet 2002 et |
2002 en gegeven op 22 oktober 2002 met toepassing van artikel 84, | donné le 22 octobre 2002 en application de l'article 84, alinéa 1er, |
eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat; |
Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, | Sur proposition du Ministre de l'Environnement, |
Na beraadslaging, | Après délibération, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Met dit besluit worden de bepalingen omgezet van richtlijn |
Article 1er.Le présent arrêté vise à transposer la directive |
2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 | 2001/80/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 octobre 2001 |
inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende | relative à la limitation des émissions de certains polluants dans |
stoffen in de lucht door grote stookinstallaties. | l'atmosphère en provenance des grandes installations de combustion. |
Dit besluit is van toepassing op stookinstallaties met een nominaal | Le présent arrêté s'applique aux installations de combustion dont la |
thermisch vermogen van 50 megawatt of meer, ongeacht het toegepaste | puissance thermique nominale est égale ou supérieure à 50 mégawatts, |
brandstoftype (vaste, vloeibare of gasvormige brandstof). Die | et ce, quel que soit le type de combustible (solide, liquide ou |
installaties vallen, naar gelang van het geval, onder rubriek 40 van | gazeux)utilisé. Ces installations sont visées, selon le cas, par la |
de lijst gevoegd bij het besluit van 4 maart 1999 tot vaststelling van | rubrique n° 40 de la liste annexée à l'arrêté du 4 mars 1999 du |
Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant la liste des | |
de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van | installations de classe IB, II, et III en exécution de l'article 4 de |
artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de | l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement ou par |
milieuvergunningen of onder rubriek 212 van de lijst gevoegd bij de | la rubrique 212 de la liste annexée à l'ordonnance du 22 avril 1999 |
ordonnantie van 22 april 1999 tot vaststelling van de ingedeelde | fixant la liste des installations de classe IA visée à l'article 4 de |
inrichtingen van klasse IA van de ordonnantie van 5 juni 1997 | l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement |
betreffende de milieuvergunningen. | |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Art. 2.Aux fins du présent arrêté, on entend par : |
1° "emissie" : uitworp van stoffen in de lucht door een | 1° "émission", le rejet dans l'atmosphère de substances provenant de |
stookinstallatie; | l'installation de combustion; |
2° "rookgassen" : gasvormige uitworp die vaste, vloeibare of | 2° "gaz résiduaires", des rejets gazeux contenant des émissions |
gasvormige emissies bevat; het debiet van rookgassen wordt berekend in | solides, liquides ou gazeuses; leur débit volumétrique est exprimé en |
kubieke meter per uur bij genormaliseerde temperatuur (273 K) en druk | mètres cubes par heure rapportés à des conditions normalisées de |
(101,3 kPa) en na aftrek van het waterdampgehalte, en wordt uitgedrukt | température (273 K) et de pression (101,3 kPa) après déduction de la |
in "Nm3/h"; | teneur en vapeur d'eau, ci-après dénommé "Nm3/h"; |
3° "emissiegrenswaarde" : toelaatbare hoeveelheid van een stof die met | 3° "valeur limite d'émission", la quantité admissible d'une substance |
de rookgassen van een stookinstallatie gedurende een bepaalde periode | contenue dans les gaz résiduaires de l'installation de combustion |
in de lucht mag worden uitgestoten; de emissiegrenswaarde wordt | pouvant être rejetée dans l'atmosphère pendant une période donnée; |
berekend in massa per volume rookgassen bij een zuurstofgehalte in de | elle est déterminée en masse par volume des gaz résiduaires exprimée |
en mg/Nm3, rapportée à une teneur en oxygène, dans les gaz | |
rookgassen van 3 volumepercent in het geval van vloeibare en | résiduaires, de 3 % en volume dans le cas de combustibles liquides ou |
gasvormige brandstoffen, van 6 volumepercent in het geval van vaste | gazeux, de 6 % dans le cas de combustibles solides et de 15 % dans le |
brandstoffen en van 15 volumepercent in het geval van gasturbines, en | |
wordt uitgedrukt in "mg/Nm3"; | cas des turbines à gaz; |
4° "ontzwavelingspercentage" : de verhouding tussen de hoeveelheid | 4° "taux de désulfuration", le rapport entre la quantité de soufre qui |
zwavel die gedurende een bepaalde periode op de locatie van een | n'est pas émise dans l'atmosphère sur le site de l'installation de |
stookinstallatie niet wordt uitgestoten en de hoeveelheid zwavel in de | combustion au cours d'une période donnée et la quantité de soufre |
brandstof die in de stookinstallatie en de bijhorende voorzieningen | contenue dans le combustible qui est introduit dans les dispositifs de |
wordt ingevoerd en in dezelfde periode wordt verbruikt; | l'installation de combustion et utilisé au cours de la même période; |
5° "brandstof" : elke vaste, vloeibare of gasvormige brandbare stof waarmee de stookinstallatie wordt gevoed, met uitzondering van afvalstoffen die vallen onder het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de verbranding van afval; 6° "stookinstallatie" : elk technisch toestel waarin brandstoffen worden geoxideerd teneinde de aldus opgewekte warmte te gebruiken. Dit besluit is enkel van toepassing op stookinstallaties die bestemd zijn voor de opwekking van energie, met uitzondering van die welke de verbrandingsproducten rechtstreeks in productieprocédés gebruiken. Dit besluit is met name niet van toepassing op de volgende | 5° "combustible", toute matière combustible solide, liquide ou gazeuse alimentant l'installation de combustion, à l'exception des déchets visés; 6° "installation de combustion", tout dispositif technique dans lequel des produits combustibles sont oxydés en vue d'utiliser la chaleur ainsi produite. Le présent arrêté ne s'applique qu'aux installations de combustion destinées à la production d'énergie, à l'exception de celles qui utilisent de façon directe le produit de combustion dans des procédés de fabrication. En particulier, il ne s'applique pas aux installations |
verbrandingsinstallaties : | de combustion suivantes : |
a) installaties waarin de verbrandingsproducten worden gebruikt voor directe verwarming, droging of enige andere behandeling van voorwerpen of materialen, bijvoorbeeld herverhittingsovens en ovens voor warmtebehandeling; b) naverbrandingsinstallaties, dit wil zeggen technische voorzieningen voor de zuivering van rookgassen door verbranding, die niet als autonome stookinstallatie worden geëxploiteerd; c) installaties voor het regenereren van katalysatoren voor het katalytisch kraakproces; d) installaties om zwavelwaterstof om te zetten in zwavel; | a) les installations où les produits de combustion sont utilisés pour le réchauffement direct, le séchage ou tout autre traitement des objets ou matériaux, par exemple les fours de réchauffage et les fours pour traitement thermique; b) les installations de postcombustion, c'est-à-dire tout dispositif technique qui a pour objet l'épuration des gaz résiduaires par combustion et qui n'est pas exploité comme installation de combustion autonome; c) les dispositifs de régénération des catalyseurs de craquage catalytique; d) les dispositifs de conversion de l'hydrogène sulfuré en soufre; |
e) in de chemische industrie gebruikte reactoren; | e) les réacteurs utilisés dans l'industrie chimique; |
f) cokesbatterijovens; | f) les fours à coke; |
g) windverhitters van hoogovens; | g) les cowpers des hauts fourneaux; |
h) technische voorzieningen die bij de voortstuwing van een voertuig, | h) tout dispositif technique employé pour la propulsion d'un véhicule, |
schip of vliegtuig worden gebruikt; | navire ou aéronef; |
i) gasturbines die op offshore-platforms worden gebruikt; | i) les turbines à gaz utilisées sur les plates-formes offshore; |
j) gasturbines die vóór 27 november 2002 een vergunning hebben | j) les turbines à gaz pour lesquelles une autorisation a été accordée |
gekregen of waarvoor, vóór 27 november 2002, naar het oordeel van het BIM een volledige vergunning is aangevraagd, mits de installatie niet later dan 27 november 2003 in gebruik genomen wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 6, § 1, en bijlage VI (A) en (B). Installaties die worden aangedreven door diesel-, benzine- of gasmotoren zijn niet aan dit besluit onderworpen. Wanneer twee of meer afzonderlijke nieuwe installaties zo worden geïnstalleerd dat hun rookgassen naar het oordeel van het BIM, met inachtneming van technische en economische omstandigheden, via één gemeenschappelijke schoorsteen zouden kunnen worden uitgestoten, wordt dit samenstel van installaties als één eenheid aangemerkt; 7° "gemengde stookinstallatie" : elke stookinstallatie die terzelfder tijd of beurtelings met twee of meer brandstoffen kan worden gevoed; 8° "nieuwe installatie" : elke stookinstallatie waarvoor de eerste bouwvergunning op of na 1 juli 1987 is verleend; 9° "bestaande installatie" : elke stookinstallatie waarvoor de eerste bouwvergunning vóór 1 juli 1987 is verleend; 10° "biomassa" : producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit plantaardig landbouw- of bosbouwmateriaal dat gebruikt kan worden als brandstof om de energetische inhoud ervan te benutten, alsmede de volgende als brandstof gebruikte afvalstoffen : a) plantaardig afval uit land- en bosbouw; | avant le 27 novembre 2002, ou qui, de l'avis de l'IBGE, font l'objet d'une demande d'autorisation en bonne et due forme avant le 27 novembre 2002, à condition que l'installation soit mise en service au plus tard le 27 novembre 2003, sans préjudice de l'article 6, § 1er et de l'annexe VI, points A et B. Les installations entraînées par des moteurs diesel, à essence ou au gaz ne sont pas soumises aux dispositions du présent arrêté. Si deux ou plusieurs installations nouvelles distinctes sont construites de telle manière que leurs gaz résiduaires pourraient, selon l'IBGE et compte tenu des facteurs techniques et économiques, être rejetés par une cheminée commune, l'ensemble formé par ces installations est considéré comme une seule unité. 7° "foyer mixte", toute installation de combustion pouvant être alimentée simultanément ou tour à tour par deux ou plusieurs types de combustibles; 8° "installation nouvelle", toute installation de combustion pour laquelle l'autorisation initiale de construction a été accordée à partir du 1er juillet 1987; 9° "installation existante", toute installation de combustion pour laquelle l'autorisation initiale de construction a été accordée avant le 1er juillet 1987; 10° "biomasse", les produits composés de la totalité ou d'une partie d'une matière végétale agricole ou forestière susceptible d'être utilisée comme combustible en vue de reconstituer son contenu énergétique et les déchets ci-après utilisés comme combustibles a) déchets végétaux agricoles et forestiers; |
b) plantaardig afval van de levensmiddelenindustrie, indien de | b) déchets végétaux provenant du secteur industriel de la |
opgewekte warmte wordt teruggewonnen; | transformation alimentaire, si la chaleur produite est valorisée; |
c) vezelachtig afval afkomstig van de productie van ruwe pulp en van | c) déchets végétaux fibreux issus de la production de pâte vierge et |
de productie van papier uit pulp, indien het op de plaats van | de la production de papier à partir de pâte, s'ils sont co-incinérés |
productie wordt meeverbrand en de opgewekte warmte wordt | sur le lieu de production et si la chaleur produite est valorisée; |
teruggewonnen; d) kurkafval; e) houtafval, met uitzondering van houtafval dat ten gevolge van een behandeling met houtbeschermingsmiddelen of door het aanbrengen van een beschermingslaag gehalogeneerde organische verbindingen dan wel zware metalen kan bevatten, wat in het bijzonder het geval is voor houtafval afkomstig van bouw- en sloopafval; 11° "gasturbine" : een roterende machine die thermische energie in arbeid omzet, in hoofdzaak bestaande uit een compressor, een thermisch toestel waarin brandstof wordt geoxideerd om het werkmedium te verhitten, en een turbine; | d) déchets de liège; e) déchets de bois, à l'exception des déchets de bois qui sont susceptibles de contenir des composés organiques halogénés ou des métaux lourds à la suite d'un traitement avec des conservateurs du bois ou du placement d'un revêtement, y compris en particulier les déchets de bois de ce type provenant de déchets de construction ou de démolition; 11° "turbine à gaz", tout appareil rotatif qui convertit de l'énergie thermique en travail mécanique et consiste principalement en un compresseur, un dispositif thermique permettant d'oxyder le combustible de manière à chauffer le fluide de travail et une turbine; |
12° "BIM" : Brussels Instituut voor Milieubeheer. | 12° "IBGE" : Institut bruxellois pour la gestion de l'environnement. |
Art. 3.§ 1. Onverminderd artikel 13 bevat iedere milieuvergunning |
Art. 3.§ 1er. Sans préjudice de l'article 13, tout permis |
voor een nieuwe stookinstallatie waarvoor vóór 27 november 2002 een | d'environnement d'une installation nouvelle qui fait l'objet d'une |
volledige vergunning is aangevraagd en mits de installatie niet later | demande d'autorisation avant le 27 novembre 2002, et à condition que |
dan 27 november 2003 in gebruik genomen wordt, voorschriften met | l'installation soit mise en service au plus tard le 27 novembre 2003, |
betrekking tot de inachtneming van de in punt A van de bijlagen I tot | comporte des conditions relatives au respect des valeurs limites |
en met V voor zwaveldioxide, stikstofoxiden en stof vastgestelde | d'émission fixées dans la partie A des annexes Ire à VI pour le |
emissiegrenswaarden. | dioxyde de soufre, les oxydes d'azote et les poussières. |
§ 2. Iedere milieuvergunning voor een andere nieuwe stookinstallatie | § 2. Tout permis d'environnement d'une installation nouvelle autre que |
dan die welke zijn bedoeld in § 1, bevat voorschriften met betrekking tot de inachtneming van de in punt B van de bijlagen I tot en met V voor zwaveldioxide, stikstofoxiden en stof vastgestelde emissiegrenswaarden. § 3. De milieuvergunning kan strengere emissiegrenswaarden en uitvoeringstermijnen opleggen dan die welke in de §§ 1 en 2 en in artikel 9 zijn genoemd. De milieuvergunning kan ook emissiegrenswaarden voor andere verontreinigende stoffen opleggen, aanvullende eisen stellen of de aanpassing van de installaties aan de technische vooruitgang voorschrijven. | celles visées au § 1er, comporte des conditions relatives au respect des valeurs limites d'émission fixées dans la partie B des annexes Ire à V pour le dioxyde de soufre, les oxydes d'azote et les poussières. § 3. Le permis d'environnement peut imposer des limites d'émission et des délais de mise en oeuvre plus rigoureux que ceux indiqués aux §§ 1er et, 2 et à l'article 9. Le permis peut inclure des limites d'émission pour d'autres polluants ainsi qu'imposer des conditions supplémentaires ou une adaptation des installations aux progrès techniques. |
Art. 4.In afwijking van het bepaalde in bijlage I geldt voor |
Art. 4.Par dérogation à l'annexe I, les installations d'une puissance |
installaties met een nominaal thermisch vermogen van 400 MW of meer | thermique nominale égale ou supérieure à 400 MW, dont l'utilisation |
die niet meer dan de hierna volgende aantallen per jaar in bedrijf | annuelle (moyenne mobile calculée sur une période de cinq ans) ne |
zijn (voortschrijdend gemiddelde over een periode van vijf jaar) : | dépasse pas les nombres d'heures suivants : |
- 2.000 uur tot 31 december 2015, | - jusqu'au 31 décembre 2015, 2.000 heures, |
- 1.500 uur vanaf 1 januari 2016, | - à compter du 1er janvier 2016, 1.500 heures, |
een SO2-emissiegrenswaarde van 800 mg/Nm3. Deze bepaling is niet van toepassing op nieuwe installaties waarvoor de vergunning overeenkomstig artikel 3, § 2, is verleend. Art. 5.Voor nieuwe installaties waarvoor een milieuvergunning is verleend overeenkomstig artikel 3, § 2, of voor installaties waarop artikel 9 van toepassing is, wordt in de effectenstudie of het effectenverslag de technische en economische haalbaarheid van warmtekrachtkoppeling onderzocht. |
sont soumises à une valeur limite de 800 mg/Nm3 pour les émissions de dioxyde de soufre. Cette disposition n'est pas applicable aux installations nouvelles pour lesquelles l'autorisation est accordée conformément à l'article 3, § 2. Art. 5.Dans le cas des installations nouvelles pour laquelle un permis d'environnement est délivré conformément à l'article 3, § 2 ou des installations couvertes par l'article 9, l'étude ou le rapport d'incidences, selon le cas, comporte un chapitre relatif à la faisabilité technique et économique de la production combinée de chaleur et d'électricité. |
Indien de haalbaarheid wordt bevestigd, rekening houdend met de markt- | Lorsque cette faisabilité est confirmée, des installations de ce type |
en distributiesituatie, worden de installaties in die zin ontworpen. | sont conçues en tenant compte de la situation du marché et de la distribution. |
Art. 6.§ 1. De in artikel 3 genoemde milieuvergunningen bevatten |
Art. 6.§ 1er. Les permis d'environnement visés à l'article 3 |
comportent obligatoirement des procédures concernant le mauvais | |
voorschriften inzake procedures bij storingen of uitvallen van de | fonctionnement ou les pannes du dispositif de réduction de la |
zuiveringsinrichting. | pollution. |
Meer bepaald bepaalt de vergunning dat ingeval de zuiveringsinrichting | En cas de panne, le permis prévoit notamment de réduire ou d'arrêter |
les opérations, si le retour à un fonctionnement normal n'est pas | |
is uitgevallen en niet binnen 24 uur weer normaal functioneert, de | possible dans les 24 heures ou d'exploiter l'installation en utilisant |
installatie geheel of gedeeltelijk moet worden stilgelegd of met een | |
weinig vervuilende brandstof in werking moet worden gehouden. | des combustibles peu polluants. |
In elk geval bepaalt de milieuvergunning op welke manier en binnen | |
welke termijn het BIM op de hoogte moet worden gesteld, waarbij die | Le permis d'environnement fixe obligatoirement le mode et le délai de |
termijn niet meer dan 48 uur mag bedragen. | notification à l'IBGE qui ne peut dépasser 48 heures. |
De som van de perioden van werking zonder zuiveringsinrichting mag in | La durée cumulée du fonctionnement sans dispositif de réduction sur |
een periode van 12 maanden in geen geval meer bedragen dan 120 uur. | douze mois ne doit en aucun cas dépasser 120 heures. |
Het BIM kan uitzonderingen toestaan op de limieten van 24 uur en 120 | L'IBGE peut autoriser des dérogations aux limites des 24 heures et 120 |
uur, wanneer, naar zijn oordeel : | heures prévues ci-dessus, lorsqu'elle estime : |
a) het absoluut noodzakelijk is om de energievoorziening in stand te | a) qu'il existe une nécessité impérieuse de maintenir |
houden, of | l'approvisionnement énergétique ou |
b) de installatie met de uitgevallen inrichting anders voor een | b) que l'installation arrêtée serait remplacée, pendant une durée |
limitée, par une autre installation qui risquerait de causer une | |
augmentation générale des émissions. | |
beperkte tijd zou worden vervangen door een installatie die over het | § 2. L'IBGE peut autoriser une suspension, pour une durée maximale de |
geheel genomen een hogere emissie zou veroorzaken. | six mois, de l'obligation de respecter les valeurs limites d'émission |
§ 2. Het BIM kan de verplichting tot het naleven van de in artikel 3 | prévues à l'article 3 pour le dioxyde de soufre dans les installations |
bedoelde emissiegrenswaarden voor zwaveldioxide bij installaties waar | qui, à cette fin, utilisent normalement un combustible à faible teneur |
voor dit doel normaliter laagzwavelige brandstof wordt verstookt, voor | en soufre, lorsque l'exploitant n'est pas en mesure de respecter ces |
een periode van ten hoogste zes maanden opschorten, indien de | valeurs limites en raison d'une interruption de l'approvisionnement en |
exploitant wegens een onderbreking van de voorziening met | combustible à faible teneur en soufre résultant d'une situation de |
laagzwavelige brandstof ten gevolge van een ernstig tekort aan | |
dergelijke brandstoffen niet in staat is deze grenswaarden in acht te | |
nemen. De Europese Commissie wordt onverwijld op de hoogte gesteld van | pénurie grave, le Ministre de l'Environnement communique aussitôt |
dergelijke gevallen door de Minister van Leefmilieu. | l'information à la Commission européenne. |
§ 3. Het BIM kan vrijstelling verlenen van de verplichte | § 3. L'IBGE peut autoriser une dérogation à l'obligation de respecter |
emissiegrenswaarden van artikel 3 voor een installatie die normaliter gasvormige brandstof gebruikt maar die als gevolg van een plotselinge onderbreking in de gasvoorziening uitzonderlijk een andere brandstof moet gebruiken, en zonder vrijstelling zou moeten worden uitgerust met een zuiveringsinrichting, en dit voor maximum 10 dagen, tenzij er een absolute noodzaak bestaat om de energievoorziening in stand te houden. Die afwijking wordt als een wijziging van de exploitatievoorwaarden afgehandeld. Zodra er zich een bijzonder geval voordoet, wordt het BIM hiervan onverwijld op de hoogte gesteld. De Minister van Leefmilieu deelt de informatie onmiddellijk aan de Europese Commissie mee. Art. 7.§ 1. Bij de toekenning van de milieuvergunning bedoeld in artikel 3, §§ 1 en 2, aan installaties die gelijktijdig met twee of meer brandstoffen worden gevoed, en aan installaties die vallen onder artikel 9, stelt het BIM de emissiegrenswaarden als volgt vast : |
les valeurs limites d'émission prévues à l'article 3 dans les cas où une installation qui n'utilise normalement que du combustible gazeux et qui, autrement, devrait être équipée d'un dispositif d'épuration des gaz résiduaires doit avoir recours, exceptionnellement et pour une période ne dépassant pas dix jours, sauf s'il existe une nécessité impérieuse de maintenir l'approvisionnement énergétique, à l'utilisation d'autres combustibles en raison d'une interruption soudaine de l'approvisionnement en gaz. Cette dérogation est traitée comme une modification des conditions d'exploitation. L'IBGE est immédiatement informé de chaque cas spécifique dès qu'il se produit. Le Ministre de l'Environnement communique aussitôt l'information à la Commission européenne. Art. 7.§ 1er. Dans le cas d'installations équipées d'un foyer mixte impliquant l'utilisation simultanée de deux combustibles ou plus, l'IBGE, lorsqu'il octroie le permis d'environnement visé à l'article 3, §§ 1er et 2, et dans le cas des installations visées à l'article 9, fixe les valeurs limites d'émission comme suit : |
a) ten eerste, door de emissiegrenswaarde voor elke brandstof en elke | a) en premier lieu, en prenant la valeur limite d'émission relative à |
verontreinigende stof te nemen die overeenkomt met het nominale | chaque combustible et à chaque polluant, correspondant à la puissance |
thermische vermogen van de stookinstallatie zoals aangegeven in de | thermique nominale de l'installation de combustion, telle qu'indiquée |
bijlagen I tot en met V; | aux annexes Ire à V; |
b) ten tweede, door de gewogen emissiegrenswaarden per brandstof te | b) en deuxième lieu, en déterminant les valeurs limites d'émission |
bepalen; deze waarden worden verkregen door elk van de hierboven | pondérées par combustible; ces valeurs sont obtenues en multipliant |
bedoelde grenswaarden te vermenigvuldigen met de hoeveelheid door elke | les valeurs limites d'émission individuelles mentionnées ci-dessus par |
brandstof geleverde warmte, en de uitkomst van elke vermenigvuldiging | la puissance thermique fournie par chaque combustible et en divisant |
te delen door de warmte geleverd door alle brandstoffen tezamen; | le résultat de chaque multiplication par la somme des puissances |
thermiques fournies par tous les combustibles; | |
c) ten derde, door de per brandstof gewogen emissiegrenswaarden bij | c) en troisième lieu, en additionnant les valeurs limites d'émission |
elkaar op te tellen. | pondérées par combustible. |
§ 2. In polyvalente stookinstallaties die distillatie- en | § 2. Dans les installations de combustion équipées d'un foyer mixte |
omzettingsresiduen afkomstig van het raffineren van ruwe aardolie, | qui utilisent les résidus de distillation et de conversion du |
alleen of in combinatie met andere brandstoffen, zelf verbruiken, | raffinage du pétrole brut, seuls ou avec d'autres combustibles, pour |
zijn, niettegenstaande het bepaalde in § 1, de voorschriften inzake de | leur consommation propre, les dispositions relatives au combustible |
brandstof met de hoogste emissiegrenswaarde (bepalende brandstof) | ayant la valeur limite d'émission la plus élevée (combustible |
onverminderd van toepassing, indien tijdens de werking van de | déterminant) sont d'application, nonobstant le § 1er, si, pendant le |
installatie het aandeel van de door deze brandstof geleverde warmte | fonctionnement de l'installation de combustion, la proportion de |
ten minste 50 % bedraagt van de warmte geleverd door alle brandstoffen | chaleur fournie par ce combustible est d'au moins 50 % par rapport à |
tezamen. | la somme des puissances thermiques fournies par tous les combustibles. |
Indien het aandeel van de beslissende brandstof kleiner dan 50 % is, | Si la proportion de combustible déterminant est inférieure à 50 %, la |
wordt de emissiegrenswaarde naar rato van de door elke brandstof | valeur limite d'émission est déterminée proportionnellement à la |
geleverde warmte en gelet op de warmte geleverd door alle brandstoffen | chaleur fournie par chacun des combustibles eu égard à la somme des |
tezamen als volgt bepaald : | puissances thermiques fournies par tous les combustibles, comme suit : |
a) ten eerste, door de emissiegrenswaarde voor elke brandstof en elke | a) en premier lieu, en prenant la valeur limite d'émission relative à |
verontreinigende stof te nemen die overeenkomt met het nominale | chaque combustible et à chaque polluant, correspondant à la puissance |
thermische vermogen van de installatie zoals aangegeven in de bijlagen | thermique nominale de l'installation, telle qu'indiquée aux annexes Ire |
I tot en met V; | à V; |
b) ten tweede, door de emissiegrenswaarde te berekenen voor de | b) en deuxième lieu, en calculant la valeur limite d'émission pour le |
bepalende brandstof (de brandstof met de hoogste emissiegrenswaarde op | combustible déterminant (le combustible ayant la valeur limite |
grond van de bijlagen I tot en met V of, in geval van twee | d'émission la plus élevée par référence aux annexes Ire à V ou, dans |
brandstoffen met dezelfde emissiegrenswaarde, de brandstof die de | le cas de deux combustibles ayant la même valeur limite d'émission, |
grootste hoeveelheid warmte levert); deze waarde wordt verkregen door | celui qui fournit la quantité la plus élevée de chaleur); cette valeur |
de in de bijlagen I tot en met V vermelde grenswaarde voor deze | est obtenue en multipliant par deux la valeur limite d'émission fixée |
brandstof met twee te vermenigvuldigen en van de uitkomst ervan de | pour ce combustible aux annexes Ire à V et en soustrayant du résultat |
emissiegrenswaarde voor de brandstof met de laagste emissiegrenswaarde | la valeur limite d'émission relative au combustible ayant la valeur |
af te trekken; | limite d'émission la moins élevée; |
c) ten derde, door de gewogen emissiegrenswaarden per brandstof te | c) en troisième lieu, en déterminant les valeurs limites d'émission |
bepalen; deze waarden worden verkregen door de berekende | pondérées par combustible; ces valeurs sont obtenues en multipliant la |
emissiegrenswaarde van de bepalende brandstof te vermenigvuldigen met | valeur limite d'émission calculée du combustible par la quantité de |
de hoeveelheid door de bepalende brandstof geleverde warmte en elk der | chaleur fournie par le combustible déterminant et en multipliant les |
andere grenswaarden te vermenigvuldigen met de hoeveelheid door elke | autres valeurs limites d'émission par la quantité de chaleur fournie |
brandstof geleverde warmte, en de uitkomst van elke vermenigvuldiging | par chaque combustible, et en divisant le résultat de la |
te delen door de warmte geleverd door alle brandstoffen tezamen; | multiplication par la somme des puissances thermiques fournies par |
tous les combustibles; | |
d) ten vierde, door de per brandstof gewogen emissiegrenswaarden bij | d) en quatrième lieu, en additionnant les valeurs limites d'émission |
elkaar op te tellen. | pondérées par combustible. |
§ 3. Als alternatief voor § 2 kunnen voor zwaveldioxide de volgende | § 3. Au lieu des dispositions du § 2, les valeurs limites d'émission |
gemiddelde emissiegrenswaarden worden toegepast (ongeacht de gebruikte | moyennes ci-après peuvent être appliquées pour le dioxyde de soufre |
brandstofcombinaties) : | (indépendamment de la combinaison de combustibles utilisée) : |
a) voor nieuwe installaties als bedoeld in artikel 3, § 1 : 1.000 | a) pour les nouvelles installations visées à l'article 3, § 1er : |
mg/Nm3, berekend als het gemiddelde van alle installaties van dat type | 1.000 mg/Nm3, correspondant à la moyenne de toutes les installations |
binnen de raffinaderij; | de ce type au sein de la raffinerie; |
b) voor nieuwe installaties als bedoeld in artikel 3, § 2 : 600 mg/Nm3, | b) pour les nouvelles installations visées à l'article 3, § 2 : 600 |
berekend als het gemiddelde van alle installaties van dat type binnen | mg/Nm3, correspondant à la moyenne de toutes les installations de ce |
de raffinaderij, met uitzondering van gasturbines. | type au sein de la raffinerie, à l'exception des turbines à gaz. |
Het BIM ziet erop toe dat de toepassing van deze bepaling niet tot een | L'IBGE veille à ce que l'application de cette disposition n'entraîne |
verhoging van de emissies van bestaande installaties leidt. § 4. Bij de toekenning van de in artikel 3, leden 1 en 2, bedoelde vergunning aan installaties die beurtelings met twee of meer brandstoffen worden gevoed en in het geval van dergelijke installaties waarop artikel 9 van toepassing is, zijn de in de bijlagen I tot en met V genoemde emissiegrenswaarden voor elke gebruikte brandstof van toepassing. Art. 8.Rookgassen uit stookinstallaties worden op gecontroleerde wijze uitgestoten via een schoorsteen. De uitstootvoorschriften worden |
pas une augmentation des émissions provenant des installations existantes. § 4. Dans le cas des installations équipées d'un foyer mixte impliquant l'utilisation de deux combustibles ou plus, lors de l'octroi du permis d'environnement visé à l'article 3, §§ 1er et 2, et dans le cas des installations visées à l'article 9, les valeurs limites d'émission fixées aux annexes I à V correspondant à chaque combustible employé sont d'application. Art. 8.Le rejet des gaz résiduaires des installations de combustion doit être effectué, d'une manière contrôlée, par l'intermédiaire d'une cheminée. Le permis d'environnement 'autorisation visée à l'article 3 |
vermeld in de milieuvergunning bedoeld in artikel 3, alsook in de | et les permis octroyés aux installations de combustion visées à |
vergunningen voor installaties waarop artikel 9 van toepassing is. Het | l'article 9 fixent les conditions de rejet. L'IBGE veille notamment à |
BIM zorgt er met name voor dat de schoorsteenhoogte zo wordt berekend | ce que la hauteur de la cheminée soit calculée de manière à |
dat er geen gevaar bestaat voor gezondheid of milieu. Dit element | sauvegarder la santé humaine et l'environnement. Cet élément est |
particulièrement développédans le rapport ou l'étude d'incidence, | |
wordt met name ontwikkeld in de effectenstudie of het effectenverslag. | selon le cas. Art. 9.Lorsque la puissance d'une installation de combustion est |
Art. 9.Bij uitbreiding van een stookinstallatie met ten minste 50 MW, |
augmentée d'au moins 50 MW, les valeurs limites d'émission indiquées |
zijn de emissiegrenswaarden van punt B van de bijlagen I tot en met V | dans la partie B des annexes I à V Is'appliquent à la nouvelle partie |
van toepassing op het nieuwe gedeelte van de installatie; zij worden | de l'installation et sont déterminées en fonction de la puissance |
vastgesteld op grond van het thermische vermogen van de gehele | |
installatie. Dit geldt niet voor de gevallen bedoeld in artikel 7, §§ | thermique de l'ensemble de l'installation. Cette disposition ne |
2 en 3. | s'applique pas aux cas visés à l'article 7, §§ 2 et 3. |
Heeft de exploitant van een stookinstallatie een belangrijke wijziging | Lorsque l'exploitant d'une installation de combustion envisage une |
modification substantielle de celle-ci, c'est à dire qui implique une | |
voor, namelijk een verandering van het vermogen met meer dan 10 % of | augmentation d'au moins 10 % de la puissance ou qui de l'avis de |
iedere verandering die naar de mening van het BIM aanzienlijke | l'IBGE, peut avoir des incidences négatives et significatives sur les |
negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid of het milieu kan | personnes ou sur l'environnement, , les valeurs limites d'émission |
hebben, dan zijn de emissiegrenswaarden van punt B van de bijlagen I | indiquées dans la partie B des annexes I à V pour le dioxyde de |
tot en met V met betrekking tot SO2, NOx en stofdeeltjes van toepassing. | soufre, l'oxyde d'azote et les poussières sont applicables. |
Art. 10.De nodige maatregelen om de controle te verzekeren op de |
Art. 10.Les mesures destinées à prouver le respect des conditions |
naleving van de exploitatievoorwaarden vastgesteld in dit besluit of | d'exploiter fixées dans le présent arrêté ou dans le permis nécessaire |
in de vergunning voor de exploitatie van de stookinstallatie, met name | à l'exploitation de l'installation de combustion, notamment les |
de emissiemetingen overeenkomstig bijlage VI, punt A, geschieden voor | mesures des émissions conformément à l'annexe VI, partie A, sont à |
rekening van de exploitant. | charge de l'exploitant. |
Art. 11.De milieuvergunning moet in elk geval de verplichting |
Art. 11.Le permis d'environnement comporte obligatoirement les |
dispositions imposant le transfert à l'IBGE, dans des délais | |
omvatten om het BIM binnen een redelijke termijn in kennis te stellen | raisonnables, des résultats des mesures en continu, des résultats de |
van de resultaten van de continumetingen, de controle op de | contrôle des appareils de mesure et des mesures discontinues ainsi que |
meetapparatuur, de niet-continue metingen en alle overige metingen die werden verricht om de naleving van dit besluit te kunnen beoordelen. De milieuvergunning kan eveneens bepalen in welke vorm die gegevens moeten worden doorgegeven. Art. 12.§ 1. Bij continumetingen worden de in punt A van de bijlagen I tot en met V bedoelde emissiegrenswaarden geacht te zijn nageleefd, indien uit de evaluatie van de resultaten voor de bedrijfsduur tijdens een kalenderjaar blijkt dat a) geen kalendermaandgemiddelde boven de emissiegrenswaarden ligt, en b) in het geval van : i) zwaveldioxide en stof, 97 % van alle 48-uurgemiddelden 110 % van de emissiegrenswaarden niet te boven gaat; |
de toutes les autres opérations de mesurage effectuées en vue d'apprécier si les dispositions du présent arrêté sont respectées. Le permis d'environnement peut également imposer la forme sous laquelle ces données doivent être transmises. Art. 12.§ 1er. Dans le cas de mesures en continu, les valeurs limites d'émission fixées dans la partie A des annexes Ire à V sont considérées comme respectées si l'évaluation des résultats fait apparaître, pour les heures d'exploitation au cours d'une année civile : a) qu'aucune valeur moyenne au cours d'un mois civil ne dépasse les valeurs limites d'émission, et b) que, pour ce qui concerne : i) le dioxyde de soufre et les poussières, 97 % de toutes les valeurs moyennes relevées sur 48 heures ne dépassent pas 110 % des valeurs limites d'émission, |
ii) stikstofoxiden, 95 % van alle 48-uurgemiddelden 110 % van de | ii) les oxydes d'azote, 95 % de toutes les valeurs moyennes relevées |
emissiegrenswaarden niet te boven gaat. | sur 48 heures ne dépassent pas 110 % des valeurs limites d'émission. |
Met de in artikel 6 bedoelde perioden alsmede perioden van opstarten | Les périodes visées à l'article 6, ainsi que les périodes de mise en |
en stilleggen wordt geen rekening gehouden. | marche et de mise hors service, ne sont pas prises en considération. |
§ 2. Indien uitsluitend niet-continue metingen of andere geschikte | § 2. Dans les cas où ne sont exigées que des mesures discontinues ou |
bepalingsmethoden zijn vereist, worden de in de bijlagen I tot en met | d'autres procédures de détermination appropriées, les valeurs limites |
V bedoelde emissiegrenswaarden geacht te zijn nageleefd, indien de | d'émission fixées aux annexes I à V sont considérées comme respectées |
resultaten van alle meetcycli of van deze andere methoden, die | si les résultats de chacune des séries de mesures ou des autres |
overeenkomstig de door het BIM vastgelegde regels zijn bepaald en | procédures, définis et déterminés selon les modalités arrêtées par |
vastgesteld, de emissiegrenswaarden niet overschrijden. | l'IBGE ne dépassent pas la valeur limite d'émission. |
§ 3. In de gevallen bedoeld in artikel 4 worden de | § 3. Dans les cas visés à l'article 4, les taux de désulfuration sont |
ontzwavelingspercentages geacht te zijn bereikt, indien uit de | considérés comme respectés si l'évaluation des mesures effectuées |
evaluatie van metingen die zijn verricht overeenkomstig bijlage VI, | conformément aux prescriptions de l'annexe VI, partie A, point 3, |
deel A, punt 3, blijkt dat alle kalendermaandgemiddelden of alle | indique que toutes les valeurs moyennes relevées sur un mois civil ou |
voortschrijdende maandgemiddelden voldoen aan de vereisten betreffende | toutes les valeurs moyennes relevées à intervalles d'un mois |
de ontzwavelingspercentages. | atteignent les taux de désulfuration requis. |
Met de in artikel 6 bedoelde perioden alsmede perioden van opstarten | Les périodes visées à l'article 6 ainsi que les périodes de mise en |
en stilleggen wordt geen rekening gehouden. | marche et de mise hors service ne sont pas prises en considération. |
§ 4. Voor nieuwe installaties met een vergunning die overeenkomstig | § 4. Dans le cas des installations nouvelles pour lesquelles |
artikel 3, § 2, is verleend, worden de emissiegrenswaarden geacht te | l'autorisation a été octroyée conformément à l'article 3, § 2, les |
valeurs limites d'émission sont, pour les heures de fonctionnement à | |
zijn nageleefd, indien voor de bedrijfsuren in een kalenderjaar : | l'intérieur d'une année civile, considérées comme respectées si : |
a) geen gevalideerd daggemiddelde hoger is dan de toepasselijke | a) aucune valeur moyenne journalière validée n'est supérieure aux |
cijfers in punt B van de bijlagen I tot V; | chiffres pertinents figurant dans la partie B des annexes Ire à V, et |
b) 95 % van alle gevalideerde uurgemiddelden in één jaar niet hoger is | si b) 95 % de toutes les valeurs moyennes horaires validées au cours de |
dan 200 % van de toepasselijke cijfers in punt B van de bijlagen I tot | l'année ne dépassent pas 200 % des chiffres pertinents figurant dans |
V. | la partie B des annexes Ire à V. |
De "gevalideerde gemiddelden" worden bepaald overeenkomstig bijlage | Les "valeurs moyennes validées" sont obtenues comme indiqué à l'annexe |
VI, deel A, punt 6. | VIII, partie A, point 6. |
Met de in artikel 6 bedoelde perioden alsmede perioden van opstarten | Les périodes visées à l'article 6, ainsi que les périodes de mise en |
en stilleggen wordt geen rekening gehouden. | marche et de mise hors service ne sont pas prises en considération. |
Art. 13.§ 1. Het koninklijk besluit van 18 augustus 1986 betreffende |
Art. 13.§ 1er. L'arrêté royal du 18 août 1986 relatif à la prévention |
het voorkomen van luchtverontreiniging veroorzaakt door nieuwe grote | de la pollution atmosphérique engendrée par les nouvelles grandes |
stookinstallaties wordt opgeheven vanaf 27 november 2002. | installations de combustion est abrogé avec effet au 27 novembre 2002. |
§ 2. Dit besluit treedt in werking op 27 november 2002. | § 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 27 novembre 2002. |
Art. 14.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
Art. 14.Le Ministre de l'Environnement est chargé de l'exécution du |
dit besluit. | présent arrêté. |
Brussel, 21 november 2002. | Bruxelles, le 21 novembre 2002. |
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
F.-X. de DONNEA | F.-X. de DONNEA |
De Minister van Leefmilieu, | Le Ministre de l'Environnement, |
D. GOSUIN | D. GOSUIN |
BIJLAGE I | ANNEXE Ire |
EMISSIEGRENSWAARDEN VOOR ZWAVELDIOXIDE (SO2) | VALEURS LIMITES D'EMISSION POUR LE DIOXYDE DE SOUFRE (SO2) |
Vaste brandstoffen | Combustibles solides |
A. Valeurs limites d'émission pour le SO2 exprimées en mg/Nm3 (teneur | |
A. Emissiegrenswaarden voor SO2, uitgedrukt in mg/Nm; (O2-gehalte 6 | en O2 : 6 %) applicables aux installations nouvelles visées à |
%), voor nieuwe installaties overeenkomstig artikel 3, § 1 | l'article 3, § 1er : |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
NB : Indien bovenstaande emissiegrenswaarden op grond van de | NB : Lorsque les valeurs limites d'émission susmentionnées ne peuvent |
brandstofkenmerken niet kunnen worden gehaald, moet bij installaties | être atteintes en raison des caractéristiques du combustible, un taux |
met een nominaal thermisch vermogen van 100 MWth of minder een | |
ontzwavelingspercentage van ten minste 60 % worden gerealiseerd, bij | de désulfuration d'au moins 60 % est obtenu dans le cas |
d'installations d'une puissance thermique nominale inférieure ou égale | |
à 100 MWth, d'au moins 75 % dans le cas d'installations d'une | |
installaties met meer dan 100 MWth vermogen en met 300 MWth vermogen | puissance thermique nominale supérieure à 100 MWth et inférieure ou |
of minder een van 75 %, en voor installaties met meer dan 300 MWth | égale à 300 MWth et d'au moins 90 % dans le cas d'installations d'une |
puissance thermique nominale supérieure à 300 MWth. Dans le cas | |
vermogen een van 90 %. Voor installaties met meer dan 500 MWth | d'installations d'une puissance thermique nominale supérieure à 500 |
vermogen geldt een ontzwavelingspercentage van tenminste 94 % of van | MWth, est appliqué un taux de désulfuration d'au moins 94 % ou d'au |
tenminste 92 % ingeval vóór 1 januari 2001 een contract voor de | moins 92 % dans le cas où un contrat relatif à l'aménagement d'un |
système de désulfuration des gaz de fumée ou d'un équipement | |
inrichting van een rookgasontzwavelings- of kalkinjectie-installatie | d'injection de chaux a été conclu et où des travaux d'installation ont |
débuté avant le 1er janvier 2001. | |
is gesloten en de desbetreffende werkzaamheden zijn begonnen. | B. Valeurs limites d'émission de SO2 exprimées en mg/Nm3 (teneur en O2 |
B. Emissiegrenswaarden voor SO2, uitgedrukt in mg/Nm3; (O2-gehalte 6 | : 6 %) applicables aux installations nouvelles visées à l'article 3, § |
%), voor nieuwe installaties overeenkomstig artikel 3, § 2, met | 2, à l'exception des turbines à gaz : |
uitzondering van gasturbines | |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
NB : Indien bovenstaande emissiegrenswaarden op grond van de | NB : Lorsque les valeurs limites d'émission susmentionnées ne peuvent |
brandstofkenmerken niet kunnen worden gehaald, moet bij installaties | être atteintes en raison des caractéristiques du combustible, les |
met een nominaal thermisch vermogen van 300 MWth of minder 300 mg/Nm3; | installations réalisent un niveau d'émission de SO2 de 300 mg/Nm3, ou |
SO2 of een ontzwavelingspercentage van ten minste 92 % worden | un taux de désulfuration d'au moins 92 % dans le cas d'installations |
gerealiseerd en gelden voor installaties met een nominaal thermisch | |
vermogen van meer dan 300 MWth een ontzwavelingspercentage van | d'une puissance thermique nominale inférieure ou égale à 300 MWth; |
dans le cas d'installations d'une puissance thermique nominale | |
tenminste 95 % alsmede een maximaal toegestane emissiegrenswaarde van | supérieure à 300 MWth, un taux de désulfuration d'au moins 95 %, ainsi |
400 mg/Nm3. | qu'une valeur limite d'émission de 400 mg/Nm3; sont appliqués. |
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse | Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de |
Hoofdstedelijke Regering betreffende de beperking van de emissies van | Bruxelles-Capitale relatif à la limitation des émissions de certains |
bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote | polluants dans l'atmosphère en provenance des grandes installations de |
stookinstallaties. | combustion. |
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
F.-X. de DONNEA | F.-X. de DONNEA |
De Minister van Leefmilieu, | Le Ministre de l'Environnement, |
D. GOSUIN | D. GOSUIN |
BIJLAGE II | ANNEXE II |
EMISSIEGRENSWAARDEN VOOR ZWAVELDIOXIDE (SO2) | VALEURS LIMITES D'EMISSION POUR LE DIOXYDE DE SOUFRE (SO2) |
Vloeibare brandstoffen | Combustibles liquides |
A. Valeurs limites d'émission pour le SO2 exprimées en mg/Nm3 (teneur | |
A. Emissiegrenswaarden voor SO2, uitgedrukt in mg/Nm3; (O2-gehalte 3 | en O2 : 3 %) applicables aux installations nouvelles visées à |
%), voor nieuwe installaties overeenkomstig artikel 3, ' 1 | l'article 3, § 1er : Pour la consultation du tableau, voir image |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | B. Valeurs limites d'émission de SO2 exprimées en mg/Nm3 (teneur en O2 |
B. Emissiegrenswaarden voor SO2, uitgedrukt in mg/Nm3; (O2-gehalte 3 | : 3 %) applicables aux installations nouvelles visées à l'article 3, § |
%), voor nieuwe installaties overeenkomstig artikel 3, § 2, met | 2, à l'exception des turbines à gaz : |
uitzondering van gasturbines | Pour la consultation du tableau, voir image |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse | Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de |
Hoofdstedelijke Regering betreffende de beperking van de emissies van | Bruxelles-Capitale relatif à la limitation des émissions de certains |
bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote | polluants dans l'atmosphère en provenance des grandes installations de |
stookinstallaties. | combustion. |
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
F.-X. de DONNEA | F.-X. de DONNEA |
De Minister van Leefmilieu, | Le Ministre de l'Environnement, |
D. GOSUIN | D. GOSUIN |
BIJLAGE III | ANNEXE III |
EMISSIEGRENSWAARDEN VOOR ZWAVELDIOXIDE (SO2) | VALEURS LIMITES D'EMISSION POUR LE DIOXYDE DE SOUFRE (SO2) |
Gasvormige brandstoffen | Combustibles gazeux |
A. Valeurs limites d'émission pour le SO2 exprimées en mg/Nm3 (teneur | |
A. Emissiegrenswaarden voor SO2, uitgedrukt in mg/Nm3; (O2-gehalte 3 | en O2 : 3 %) applicables aux installations nouvelles visées à |
%), voor nieuwe installaties overeenkomstig artikel 3, § 1. | l'article 3, § 1er : Pour la consultation du tableau, voir image |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | B. Valeurs limites d'émission de SO2 exprimées en mg/Nm3 (teneur en O2 |
B. Emissiegrenswaarden voor SO2, uitgedrukt in mg/Nm; (O2-gehalte 3 | : 3 %) applicables aux installations nouvelles visées à l'article 3, § |
%), voor nieuwe installaties overeenkomstig artikel 3, § 2. | 2 : Pour la consultation du tableau, voir image |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse | Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de |
Hoofdstedelijke Regering betreffende de beperking van de emissies van | Bruxelles-Capitale relatif à la limitation des émissions de certains |
bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote | polluants dans l'atmosphère en provenance des grandes installations de |
stookinstallaties. | combustion. |
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
F.-X. de DONNEA | F.-X. de DONNEA |
De Minister van Leefmilieu, | Le Ministre de l'Environnement, |
D. GOSUIN | D. GOSUIN |
BIJLAGE IV | ANNEXE IV |
EMISSIEGRENSWAARDEN VOOR STIKSTOFOXIDEN (GEMETEN ALS NO2) | VALEURS LIMITES D'EMISSION POUR LES OXYDES D'AZOTE (MESURE DU NO2) |
A. Emissiegrenswaarden voor NOx, uitgedrukt in mg/Nm3; (O2-gehalte 6 % | A. Valeurs limites d'émission pour le NOx exprimées en mg/Nm3 (teneur |
voor vaste brandstoffen, 3 % voor vloeibare en gasvormige | en O2 : 6 % pour les combustibles solides, 3 % pour les combustibles |
brandstoffen), voor nieuwe installaties overeenkomstig artikel 3, § 1. | liquides et gazeux) applicables aux installations nouvelles visées à l'article 3, § 1er : |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
B. Emissiegrenswaarden voor NOx, uitgedrukt in mg/Nm3, voor nieuwe | B. Valeurs limites d'émission de NOx exprimées en mg/Nm3 applicables |
installaties overeenkomstig artikel 3, § 2, met uitzondering van | aux installations nouvelles visées à l'article 3, § 2, à l'exception |
gasturbines. | des turbines à gaz. |
Vaste brandstoffen (O2-gehalte 6 %) | Combustibles solides (teneur en O2 : 6 %) |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Vloeibare brandstoffen (O2-gehalte 3 %) | Combustibles liquides (teneur en O2 : 3 %) |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Gasvormige brandstoffen (O2-gehalte 3 %) | Combustibles gazeux (teneur en O2 : 3 %) |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Gasturbines | Turbines à gaz |
Valeurs limites d'émission pour le NOx exprimées en mg/Nm3 (teneur en | |
Emissiegrenswaarden voor NOx, uitgedrukt in mg/Nm3 (O2-gehalte 15 %), | O2 : 15 %) applicables à une turbine à gaz unique conformément à |
voor één gasturbine-eenheid overeenkomstig artikel 3, § 2 (de | l'article 3, § 2 (les valeurs limites sont applicables uniquement avec |
grenswaarden gelden uitsluitend bij een belasting boven 70 %) | une charge supérieure à 70 %) : |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Deze grenswaarden zijn niet van toepassing op gasturbines die, voor | Les turbines à gaz destinées aux situations d'urgence et fonctionnant |
noodgevallen, minder dan 500 uur per jaar in bedrijf zijn. De | moins de 500 heures par an sont exclues de ces valeurs limites. Les |
exploitant van dergelijke installaties dient elk jaar een overzicht | exploitants d'installations de ce type communiquent chaque année à |
van dergelijke bedrijfsuren bij het BIM in te dienen. | l'IBGE un relevé des heures utilisées. |
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse | Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de |
Hoofdstedelijke Regering betreffende de beperking van de emissies van | Bruxelles-Capitale relatif à la limitation des émissions de certains |
bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote | polluants dans l'atmosphère en provenance des grandes installations de |
stookinstallaties. | combustion. |
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
F.-X. de DONNEA | F.-X. de DONNEA |
De Minister van Leefmilieu, | Le Ministre de l'Environnement, |
D. GOSUIN | GOSUIN |
_______ | _______ |
Nota's | Nota's |
(1) Onder aardgas wordt verstaan in de natuur voorkomend methaan met | (1) Le gaz naturel est du méthane de formation naturelle ayant une |
maximaal 20 % (v/v) inerte en andere bestanddelen. | teneur maximale de 20 % (en volume) en inertes et autres éléments. |
(2) 75 mg/Nm3 in de volgende gevallen, waarin het rendement van de | (2) 75 mg/Nm3; dans les cas suivants où le rendement de la turbine à |
gasturbine vastgesteld wordt bij ISO-basisbelastingsomstandigheden : | gaz est déterminé aux conditions ISO de charge de base : |
- gasturbines die in een systeem met warmtekrachtkoppeling worden | - turbines à gaz utilisées dans un système de production combinée de |
gebruikt met een totaal rendement van meer dan 75 %; | chaleur et d'électricité d'un rendement général supérieur à 75 % |
- gasturbines die in een warmtekrachten centrale worden gebruikt met | - turbines à gaz utilisées dans des installations à cycle combiné d'un |
een gemiddeld jaarlijks totaal elektriciteitsrendement van meer dan 55 | rendement électrique général annuel moyen supérieur à 55 % |
%; - gasturbines voor mechanische aandrijving. | - turbines à gaz pour transmissions mécaniques |
Voor single-cyclus gasturbines die niet in één van deze drie | Pour les turbines à gaz uniques qui ne relèvent d'aucune des |
categorieën vallen, maar een rendement hebben dat hoger is dan 35 % | catégories ci-dessus, mais dont le rendement est supérieur à 35%- |
(bepaald bij ISO-basisbelastingsomstandigheden), wordt de | déterminé aux conditions ISO de charge de base- la valeur limite |
emissiegrenswaarde vastgesteld op 50* O /35, waarbij O het als | d'émission est de 50 * ? / 35, étant le rendement de la turbine à gaz |
percentage uitgedrukte (en bij ISO-basisbelastingsomstandigheden | |
bepaalde) rendement van de gasturbine is. | exprimé en pourcentage ( aux conditions ISO de charge de base). |
(3) Deze emissiegrenswaarde geldt uitsluitend voor gasturbines die met | (3) Cette valeur limite d'émission ne s'applique qu'aux turbines à gaz |
lichte en middeldestillaten worden gestookt. | brûlant des distillats légers et moyens. |
BIJLAGE V | ANNEXE V |
EMISSIEGRENSWAARDEN VOOR STOF | VALEURS LIMITES D'EMISSION POUR LES POUSSIERES |
A. Emissiegrenswaarden voor stof, uitgedrukt in mg/Nm3 (O2-gehalte 6 % | A. Valeurs limites d'émission pour les poussières exprimées en mg/Nm3 |
voor vaste brandstoffen, 3 % voor vloeibare en gasvormige | (teneur en O2 : 6 % pour les combustibles solides, 3 % pour les |
brandstoffen), voor nieuwe installaties overeenkomstig artikel 3, § 1. | combustibles liquides et gazeux) applicables aux installations nouvelles visées à l'article 3, § 1er : |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
B. Emissiegrenswaarden voor stof, uitgedrukt in mg/Nm3, voor nieuwe | B. Valeurs limites d'émission pour les poussières exprimées en mg/Nm3 |
installaties overeenkomstig artikel 3, § 2, met uitzondering van | applicables aux installations nouvelles visées à l'article 3, § 2, à |
gasturbines. | l'exception des turbines à gaz : |
Vaste brandstoffen (O2-gehalte 6 %) | Combustibles solides (teneur en O2 : 6 %) |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Vloeibare brandstoffen (O2-gehalte 3 %) | Combustibles liquides (teneur en O2 : 3 %) |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Gasvormige brandstoffen (O2-gehalte 3 %) | Combustibles gazeux (teneur en O2 : 3 %) |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse | Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de |
Hoofdstedelijke Regering betreffende de beperking van de emissies van | Bruxelles-Capitale relatif à la limitation des émissions de certains |
bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote | polluants dans l'atmosphère en provenance des grandes installations de |
stookinstallaties. | combustion. |
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
F.-X. de DONNEA | F.-X. de DONNEA |
De Minister van Leefmilieu, | Le Ministre de l'Environnement, |
D. GOSUIN | D. GOSUIN |
BIJLAGE VI | ANNEXE VI |
EMISSIEMETING | METHODES DE MESURE DES EMISSIONS |
A. Regels voor de meting en beoordeling van de emissies van | A. Modalités de mesure et d'évaluation des émissions provenant des |
stookinstallaties | installations de combustion |
1. Tot 27 november 2004 | 1. Jusqu'au 27 novembre 2004 |
Tot die datum vindt de meting van de concentraties zwaveldioxide, stof | Les concentrations de dioxyde de soufre (SO2), de poussières et |
en stikstofoxiden voor nieuwe installaties waaraan een vergunning is | d'oxydes d'azote (NOx) sont mesurées en continu pour les installations |
verleend overeenkomstig artikel 3, § 1, met een nominaal thermisch | nouvelles au sens de l'article 3, ' 1er, pour lesquelles une |
vermogen van meer dan 300 MW, continu plaats. De controle op zwaveldioxide en stof kan echter worden beperkt tot niet-continue metingen of andere geschikte bepalingsmethoden, indien voor de bepaling van de concentraties gebruik kan worden gemaakt van zulke metingen of methoden, die door het BIM moeten worden getoetst en goedgekeurd. In het geval van nieuwe, niet in het eerste lid bedoelde installaties waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig artikel 3, § 1, kan het BIM eisen dat continumetingen voor die drie verontreinigende stoffen plaatsvinden wanneer het dat noodzakelijk achten. Indien geen continumetingen worden vereist, worden geregeld niet-continue metingen of andere door het BIM goedgekeurde geschikte bepalingsmethoden gebruikt om de in de emissies aanwezige hoeveelheid van de bovengenoemde stoffen te beoordelen. | autorisation est octroyée d'une puissance thermique nominale supérieure à 300 MW. Cependant, la surveillance du SO2 et des poussières peut être limitée à des mesures discontinues ou à d'autres procédures de détermination appropriées dans les cas où ces mesures ou procédures, qui doivent être vérifiées et reconnues par l'IBGE, peuvent être utilisées pour déterminer la concentration. Dans le cas d'installations nouvelles au sens de l'article 3, § 1er, pour lesquelles une autorisation est octroyée, non visées au premier alinéa, l'IBGE peut exiger que des mesures soient effectuées en continu pour ces trois polluants, lorsqu'il l'estime nécessaire. Si des mesures en continu ne sont pas exigées, des mesures discontinues ou des procédures de détermination appropriées, approuvées par l'IBGE, sont utilisées périodiquement pour évaluer la quantité de substances susmentionnées présente dans les émissions. |
2. Met ingang van 27 november 2002 | 2. A partir du 27 novembre 2002 |
Vanaf die datum eist het BIM continumetingen van de concentraties | L'IBGE exige des mesures en continu des concentrations de SO2, de NOx |
zwaveldioxide, stikstofoxiden en stof van rookgassen van elke | et de poussières provenant des gaz résiduaires de toutes les |
stookinstallatie met een nominaal thermisch vermogen van 100 MW of meer. In afwijking daarvan zijn continumetingen niet voorgeschreven in de volgende gevallen : - voor stookinstallaties met een levensduur van minder dan 10.000 bedrijfsuren; - voor zwaveldioxide en stof van ketels en gasturbines die met aardgas worden gestookt, - voor zwaveldioxide van gasturbines en ketels die gestookt worden met olie waarvan het zwavelgehalte bekend is, ingeval er geen ontzwavelingsuitrusting is; - voor zwaveldioxide van met biomassa gestookte ketels, wanneer de exploitant kan aantonen dat de SO2-emissies in geen geval hoger zijn dan de voorgeschreven emissiegrenswaarden. Wanneer geen continumetingen voorgeschreven zijn, moeten ten minste om de zes maanden niet-continue metingen plaatsvinden. Als alternatief kunnen passende, door het BIM te controleren en goed te keuren bepalingsmethoden worden gebruikt om de in de emissies aanwezige hoeveelheid van bovengenoemde verontreinigende stoffen te beoordelen. Daarbij worden de betrokken normen van de Europese Commissie voor Normalisatie (CEN) gebruikt zodra die beschikbaar zijn. Indien er geen CEN-normen bestaan, worden de ISO-normen, dan wel nationale of internationale normen die gegevens van een gelijkwaardige wetenschappelijke kwaliteit opleveren, toegepast. 3. In het geval van installaties die moeten voldoen aan de | installations de combustion dont la puissance thermique nominale est égale ou supérieure à 100 MW. Par dérogation au premier alinéa, des mesures en continu ne sont pas obligatoires dans les cas suivants : - pour les installations de combustion dont la durée de vie est inférieure à 10.000 heures d'exploitation, - pour le SO2 et les poussières provenant de brûleurs utilisant du gaz naturel ou de turbines brûlant du gaz naturel, - pour le SO2 provenant de turbines à gaz ou de brûleurs brûlant du mazout à teneur en soufre connue en cas d'absence d'équipement de désulfuration, - pour le SO2 provenant de brûleurs brûlant de la biomasse, si l'exploitant peut prouver que les émissions de SO2 ne peuvent en aucun cas être supérieures aux valeurs limites d'émission prescrites. Si des mesures en continu ne sont pas exigées, des mesures discontinues sont exigées au moins tous les six mois. Des procédures de détermination appropriées, qui doivent être vérifiées et approuvées par l'IBGE, peuvent être utilisées, à titre de solution de rechange, pour évaluer la quantité de polluants susmentionnés présente dans les émissions. Ces procédures font appel aux normes CEN pertinentes dès que celles-ci sont disponibles. En l'absence de normes CEN, il convient d'appliquer des normes ISO ou des normes nationales ou internationales qui fournissent des données d'une qualité scientifique équivalente. 3. Dans le cas d'installations qui doivent respecter les taux de désulfuration fixés à l'annexe I, les exigences relatives aux mesures |
ontzwavelingseisen vastgesteld in bijlage I, zijn de in punt 2 | des émissions de SO2 prévues au point 2 de la présente partie A sont |
genoemde voorschriften betreffende het meten van SO2-emissies van | applicables. En outre, la teneur en soufre du combustible qui est |
toepassing. Bovendien moet het zwavelgehalte van de brandstof die in | introduit dans l'installation de combustion doit être contrôlée régulièrement. |
de stookinstallatie met de daarbij behorende voorzieningen wordt | 4. L'IBGE doit être informé de modifications substantielles du type de |
ingebracht, geregeld worden gecontroleerd. | |
4. Bij wezenlijke veranderingen in de gebruikte brandstof of de wijze | combustible utilisé ou du mode d'exploitation de l'installation. Il |
van functioneren van de stookinstallaties moet het BIM daarvan in | décide si les dispositions en matière de surveillance visées au point |
kennis worden gesteld. Het BIM beslist of de in punt 2 vermelde | 2 sont toujours appropriées ou doivent être adaptées. |
bepalingen inzake controle toereikend zijn dan wel aangepast dienen te | |
worden. 5. Tot de overeenkomstig punt 2 uitgevoerde continumetingen behoren de | 5. Les mesures en continu effectuées conformément au point 2 incluent |
betrokken procesparameters, namelijk zuurstofgehalte, temperatuur, | les paramètres d'exploitation pertinents que sont la teneur en |
druk en waterdampgehalte. De continumeting van het waterdampgehalte | oxygène, la température, la pression et la teneur en vapeur d'eau. La |
van de uitlaatgassen is niet nodig, op voorwaarde dat het monster van het uitlaatgas gedroogd wordt voordat de emissies geanalyseerd worden. Representatieve metingen, dat wil zeggen steekproeven en analyses van de betrokken verontreinigende stoffen en procesparameters alsmede referentiemeetmethoden om automatische meetsystemen te ijken, worden uitgevoerd overeenkomstig de CEN-normen, zodra die beschikbaar zijn. Indien er geen CEN-normen bestaan, worden de ISO-normen, dan wel nationale of internationale normen die gegevens van een gelijkwaardige wetenschappelijke kwaliteit opleveren, toegepast. Continu werkende meetapparatuur moet ten minste eenmaal per jaar worden geijkt door middel van volgens de referentiemethoden uitgevoerde parallelle metingen. | mesure en continu de la teneur en vapeur d'eau des gaz de combustion n'est pas nécessaire lorsque les gaz de combustion échantillonnés sont séchés avant analyse des émissions. Des mesures représentatives, c'est-à-dire par échantillonnage et analyse, des substances polluantes et des paramètres d'exploitation pertinents, ainsi que des méthodes de mesure de référence pour l'étalonnage des appareils automatiques de mesure, sont effectuées conformément aux normes CEN, dès que celles-ci sont disponibles. En l'absence de normes CEN, il convient d'appliquer des normes ISO ou des normes nationales ou internationales qui fournissent des données d'une qualité scientifique équivalente. Les appareils de mesure en continu sont contrôlés au moyen de mesures en parallèle selon les méthodes de référence, au moins une fois par an. |
6. De waarden van de 95 %-betrouwbaarheidsintervallen van individuele | 6..Les valeurs des intervalles de confiance à 95 % d'un résultat |
metingen mogen de volgende percentages van de emissiegrenswaarden niet | mesuré unique ne dépassent pas les pourcentages suivants des valeurs |
overschrijden : | limite d'émission : |
Zwaveldioxide . . . . . 20 % | Dioxyde de soufre 20 % |
Stikstofoxiden . . . . . 20 % | Oxydes d'azotes 20 % |
Stof . . . . . 30 % De gevalideerde uur- en daggemiddelden worden vastgesteld op grond van de gevalideerde gemeten uurgemiddelden, na aftrek van de waarde van de hiervoren bepaalde betrouwbaarheidsinterval. Een dag waarvan meer dan 3 uurgemiddelden ongeldig zijn wegens storing of onderhoud van het continu werkende meetsysteem, wordt ongeldig verklaard. Indien daardoor meer dan tien dagen per jaar ongeldig worden verklaard, verplicht het BIM de exploitant passende maatregelen te treffen om de betrouwbaarheid van het continu werkende controlesysteem te verbeteren. B. Bepaling van de totale jaarlijkse emissies van nieuwe stookinstallaties | Poussières 30 % Les valeurs horaires et journalières moyennes validées sont déterminées à partir des valeurs horaires moyennes valides mesurées après soustraction de la valeur de l'intervalle de confiance indiquée ci-dessus. Il n'est pas tenu compte de toute journée pendant laquelle plus de trois valeurs horaires moyennes ont dû être invalidées en raison de pannes ou d'opérations d'entretien de l'appareil de mesure en continu. Si plus de dix jours par an doivent être écartés pour des raisons de ce genre, l'IBGE demande à l'exploitant de prendre des mesures adéquates pour améliorer la fiabilité de l'appareil de contrôle en continu. B. Détermination des émissions annuelles totales des installations de combustion |
Tot en met 2003 zorgt het BIM ervoor dat het de resultaten ontvangt | Jusqu'en 2003 compris, la détermination des émissions annuelles |
van de bepaling van de totale jaarlijkse emissies van zwaveldioxide en | totales de SO2 et de NOx provenant des installations de combustion |
nouvelles est communiquée à l'IBGE. Lorsque le contrôle en continu est | |
stikstofoxiden. Bij continumeting telt de exploitant van de | utilisé, l'exploitant de l'installation de combustion additionne |
stookinstallatie voor iedere verontreinigende stof afzonderlijk de massa van de dagelijkse emissies bij elkaar op, op basis van het debiet van de rookgassen. Waar geen continumeting plaatsvindt, maakt de exploitant aan de hand van het bepaalde in punt A.1 ten genoegen van het BIM ramingen van de totale jaarlijkse emissies. De Minister van Leefmilieu moet tegelijk met de in punt C, lid 3, vereiste mededeling betreffende de totale jaarlijkse emissies van bestaande installaties aan de Europese Commissie ook mededeling doen van de totale jaarlijkse SO2-emissies en NOx-emissies van nieuwe installaties. | séparément pour chaque polluant la masse de polluant émis chaque jour sur la base des débits volumétriques des gaz résiduaires. Lorsque le contrôle en continu n'est pas utilisé, l'exploitant détermine des estimations des émissions annuelles totales, sur la base des dispositions prévues au point A.1, conformément aux exigences de l'IBGE. Le Ministre de l'Environnement communique à la Commission européenne les émission annuelles totales de SO2 et de NOx provenant des nouvelles installations au moment où il effectue la communication requise au point C, 3e alinéa, concernant les émissions annuelles totales des installations existantes. |
Met ingang van 2004 en voor elk jaar daarna stelt de Minister van | Le Ministre de l'Environnement dresse, à partir de 2004 et pour chaque |
Leefmilieu een inventaris op van de emissie van SO2, NOx en stof van | année suivante, un inventaire des émissions de SO2, de NOx et de |
alle stookinstallaties met een nominaal thermisch vermogen van ten | poussières de toutes les installations de combustion dont la puissance |
minste 50 MW. Het BIM ontvangt voor elke installatie die onder het | thermique nominale est supérieure ou égale à 50 MW. L'IBGE obtient |
beheer van één exploitant op een bepaalde locatie in werking is de | pour chacune des installations exploitées sur un site donné sous le |
volgende gegevens : | contrôle d'un seul exploitant les informations suivantes : |
- de totale emissie van SO2, NOx en stof (als totaal zwevende | - total annuel des émissions de SO2, de NOx et de poussières (total |
deeltjes) per jaar; | des particules en suspension) |
- de totale hoeveelheid energie die per jaar is gebruikt, uitgedrukt | - total annuel de l'intrant énergétique, par rapport à sa valeur |
in de calorische onderwaarde en gespecificeerd voor de vijf | calorifique nette, réparti en cinq catégories de combustible : |
categorieën brandstoffen : biomassa, andere vaste brandstoffen, | biomasse, autres combustibles solides, combustibles liquides, gaz |
vloeibare brandstoffen, aardgas en andere gassen. | naturel, autres gaz. |
Een samenvatting van de resultaten van deze inventaris, waarin de | Une synthèse des résultats de cet inventaire, indiquant les émissions |
emissies van elke raffinaderij apart zijn aangegeven, wordt om de drie | de chaque raffinerie séparément, est communiquée à la Commission |
jaar binnen twaalf maanden na het einde van de betrokken periode van | européenne tous les trois ans, dans les douze mois suivant la fin de |
drie jaar aan de Europese Commissie verstrekt. De jaarlijkse gegevens | la période de trois ans considérée. Les données annuelles par |
per installatie worden op verzoek aan de Europese Commissie verstrekt. | installation sont fournies sur demande à la Commission européenne. |
De Commissie zal de Minister van Leefmilieu, binnen twaalf maanden na | Celle-ci met à la disposition du Ministre de l'Environnement une |
ontvangst van de nationale inventarissen, een samenvatting doen | synthèse de la comparaison et de l'évaluation des inventaires |
toekomen van de vergelijking en beoordeling van de inventarissen. | nationaux dans les douze mois suivant la réception de ces inventaires. |
C. Bepaling van de totale jaarlijkse emissies van bestaande | C. Détermination des émissions annuelles totales des installations |
stookinstallaties tot en met 2003 | existantes jusqu'à 2003 compris |
De Minister van Leefmilieu moet met ingang van 1990, voor elk | Le Ministre de l'Environnement dresse, à partir de 1990 et pour chaque |
daaropvolgend jaar tot en met 2003, een volledige emissie-inventaris | année suivante jusqu'à 2003 compris, un inventaire complet des |
van SO2 en NOx opstellen voor bestaande installaties : | émissions de SO2 et de NOx provenant des installations existantes : |
- met betrekking tot iedere installatie afzonderlijk voor installaties | - sur une base installation par installation pour les installations |
van meer dan 300 MWth en voor raffinaderijen; - gezamenlijk voor de andere stookinstallaties waarop dit besluit van toepassing is. De voor deze inventarisatie toegepaste methode moet stroken met die welke is gebruikt voor het bepalen van de SO2- en NOx-emissies van stookinstallaties in 1980. De resultaten van deze inventaris moeten binnen negen maanden na het einde van het betrokken jaar in de vorm van een overzichtelijk verzameldocument aan de Europese Commissie worden medegedeeld. De voor het opstellen van die emissie-inventarissen gebruikte methode en de gedetailleerde basisgegevens moeten ter beschikking van de Europese Commissie worden gesteld indien zij daarom verzoekt. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties. Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, | d'une puissance supérieure à 300 MW et pour les raffineries, - sur une base globale pour les autres installations de combustion auxquelles s'applique le présent arrêté. Les méthodes utilisées pour dresser ces inventaires sont conformes à celles utilisées pour déterminer les émissions de SO2 et de NOx provenant des installations de 1980. Les résultats de ces inventaires sont communiqués à la Commission européenne sous une forme récapitulative appropriée dans un délai de neuf mois à compter de la fin de l'année considérée. Les méthodes utilisées pour dresser les inventaires des émissions et les informations de base détaillées sont communiquées à la Commission européenne à sa demande. Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif à la limitation des émissions de certains polluants dans l'atmosphère en provenance des grandes installations de combustion. Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : Le Ministre-Président, F.-X. de DONNEA Le Ministre de l'Environnement, |
D. GOSUIN | D. GOSUIN |