Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 februari 2024, heeft de strafuitvoeringsrechtbank van de Rechtbank van « Schenden de artikelen 464/1 en 464/30 W.Sv., de artikelen 12 en 14 Grondwet, al dan niet in samen(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 februari 2024, heeft de strafuitvoeringsrechtbank van de Rechtbank van « Schenden de artikelen 464/1 en 464/30 W.Sv., de artikelen 12 en 14 Grondwet, al dan niet in samen(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 24 janvier 2024, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 février 2024, le tribunal de l'application des peines du Tribunal de première instance « Les articles 464/1 et 464/30 du Code d'instruction criminelle violent-ils les articles 12 et 14 d(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 Bij vonnis van 24 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van Par jugement du 24 janvier 2024, dont l'expédition est parvenue au
het Hof is ingekomen op 9 februari 2024, heeft de greffe de la Cour le 9 février 2024, le tribunal de l'application des
strafuitvoeringsrechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg peines du Tribunal de première instance de Flandre orientale, division
Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : de Gand, a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 464/1 et 464/30 du Code d'instruction criminelle
« Schenden de artikelen 464/1 en 464/30 W.Sv., de artikelen 12 en 14 Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 16 Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1, lid 1 van het eerste aanvullend protocol bij het EVRM, in de interpretatie dat zij zouden toelaten dat een persoon, aan wie door een later veroordeelde beklaagde een onroerend goed overgedragen wordt voor/lopende een opsporingsonderzoek en/of gerechtelijk onderzoek, na een definitieve uitspraak op strafgebied als "malafide derde" in de zin van voormelde wetsartikelen beschouwd wordt, met de omstandigheid dat deze derde zelf ook mee vervolgd werd in de strafprocedure, waarin beklaagde veroordeeld werd, maar zelf niet veroordeeld werd. ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 8161 van de rol van het Hof. De griffier, violent-ils les articles 12 et 14 de la Constitution, lus en combinaison ou non avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 16 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 1er, paragraphe 1, du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, dans l'interprétation selon laquelle ils permettraient qu'une personne à qui un prévenu qui sera ultérieurement condamné transfère un bien immeuble avant ou pendant une information et/ou une instruction soit considérée, après un prononcé définitif au pénal, comme ` tiers de mauvaise foi ' au sens des articles législatifs précités, avec la circonstance que ce tiers a également fait l'objet de poursuites lors de la procédure pénale dans le cadre de laquelle le prévenu a été condamné, sans toutefois avoir été lui-même condamné ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 8161 du rôle de la Cour. Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^