← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van
20 juni 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 juni 2019, heeft de Rechtbank
van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling «
Schendt artikel 2,7.3.2.5 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de artikelen 10, 11 en 16 van de Grond(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 20 juni 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 juni 2019, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling « Schendt artikel 2,7.3.2.5 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de artikelen 10, 11 en 16 van de Grond(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 20 juin 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28 juin 2019, le Tribunal de première instance de Flandre orientale, division Gand, a posé l « L'article 2.7.3.2.5 du Code flamand de la fiscalité viole-t-il les articles 10, 11 et 16 de la Co(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij vonnis van 20 juni 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het | Par jugement du 20 juin 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe |
Hof is ingekomen op 28 juni 2019, heeft de Rechtbank van eerste aanleg | de la Cour le 28 juin 2019, le Tribunal de première instance de |
Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld | Flandre orientale, division Gand, a posé la question préjudicielle |
: | suivante : |
« Schendt artikel 2,7.3.2.5 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de | « L'article 2.7.3.2.5 du Code flamand de la fiscalité viole-t-il les |
artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet en artikel 1 van het eerste | articles 10, 11 et 16 de la Constitution ainsi que l'article 1er du |
aanvullend protocol bij het Europees verdrag voor de rechten van de | Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de |
mens, met name in zoverre : | l'homme, notamment en ce que : |
1. de omkering van de bewijslast zoals voorzien in art. 2.7.3.2.5 VCF | 1. le renversement de la charge de la preuve, tel qu'il est prévu à |
die in de praktijk leidt tot een aantasting van het eigendomsrecht, | l'article 2.7.3.2.5 du Code flamand de la fiscalité, qui porte |
atteinte, dans la pratique, au droit de propriété, tel qu'il est | |
zoals gewaarborgd door artikel 1 van het eerste aanvullend protocol | garanti par l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la |
EVRM, van de erfgenaam die op willekeurige wijze van zijn eigendom | Convention européenne des droits de l'homme, de l'héritier qui est |
wordt beroofd zonder dat dit wordt verantwoord door een doel van | arbitrairement privé de sa propriété sans que cette privation soit |
algemeen belang of minstens zonder dat er een billijk evenwicht wordt | justifiée par un objectif d'intérêt général ou à tout le moins sans |
gerespecteerd tussen het algemeen belang en de rechten van de | qu'un juste équilibre entre l'intérêt général et les droits du |
belastingplichtige ? | redevable soit respecté ? |
2. het een discriminatie teweegbrengt tussen enerzijds de erfgenamen | 2. cette disposition établit une discrimination entre, d'une part, les |
die geconfronteerd worden met fictieve legatarissen conform de | héritiers qui sont confrontés à des légataires fictifs, conformément |
artikelen 2.7.1.0.5, § 1, tweede lid en 2.7.1.0.6 VCF en die ingevolge | aux articles 2.7.1.0.5, § 1er, alinéa 2, et 2.7.1.0.6 du Code flamand |
art. 3.10.4.3.1, 3de lid VCF niet (meer) gehouden zijn tot betaling | de la fiscalité, et qui, par suite de l'article 3.10.4.3.1, alinéa 3, |
van de erfbelasting op de fictieve legaten en anderzijds de erfgenamen | du même Code, ne sont pas (plus) tenus au paiement de l'impôt de |
succession sur les legs fictifs et, d'autre part, les héritiers qui, | |
die in toepassing van art. 2.7.3.2.5 VCF worden belast op tegoeden die | par application de l'article 2.7.3.2.5 du même Code, sont taxés sur |
worden vermoed tot de nalatenschap te behoren, en wel gehouden zijn | des avoirs présumés dépendre de la succession et qui sont, quant à |
tot betaling van de erfbelasting op deze tegoeden terwijl de | eux, tenus au paiement de l'impôt de succession sur ces avoirs, alors |
que les héritiers n'ont pas davantage d'emprise sur la manière dont le | |
erfgenamen evenmin enige controle hebben hoe de erflater deze tegoeden | défunt a fait usage de ces avoirs ou sur la personne à laquelle ces |
heeft besteed of aan wie deze tegoeden zijn toegevallen, laat staan | avoirs ont été dévolus, et alors qu'ils n'ont, a fortiori, aucune |
dat ze controle hebben op de betaling van de erfbelasting door de | emprise sur le paiement de l'impôt de succession par les bénéficiaires |
effectieve verkrijgers ? ». | effectifs ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7221 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 7221 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |