← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij vonnis
van 6 maart 2018 in zake X.V. tegen S.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op
14 mei 2018, heeft de familierechtbank van de Fra « Schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij vonnis van 6 maart 2018 in zake X.V. tegen S.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 mei 2018, heeft de familierechtbank van de Fra « Schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, (...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 a. Par jugement du 6 mars 2018 en cause de X.V. contre S.M., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 14 mai 2018, le tribunal de la famille du Tribunal de premièr « L'article 335, § 3, du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution combin(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
a. Bij vonnis van 6 maart 2018 in zake X.V. tegen S.M., waarvan de | a. Par jugement du 6 mars 2018 en cause de X.V. contre S.M., dont |
expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 mei 2018, heeft | l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 14 mai 2018, le |
de familierechtbank van de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te | tribunal de la famille du Tribunal de première instance francophone de |
Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 | « L'article 335, § 3, du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 |
en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 2, | de la Constitution combinés ou non avec l'article 2.2. de la |
lid 2, van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, | Convention internationale des droits de l'enfant et crée-t-il une |
en voert het een discriminatie in, in zoverre het bij ontstentenis van | discrimination en ce qu'il instaure, une règle patronymique |
een overeenkomst tussen de ouders een gedifferentieerde regel inzake | différenciée en l'absence d'accord entre les parents, en fonction du |
de familienaam instelt naargelang beide afstammingsbanden al dan niet | fait que les deux liens de filiation ont été ou non établis |
gelijktijdig zijn vastgesteld, en in zoverre, indien beide | simultanément, et en ce que si les deux liens de filiation ne l'ont |
afstammingsbanden niet gelijktijdig zijn vastgesteld, de ouder wiens | pas été, le parent qui a vu son lien reconnu le premier a un pouvoir |
band eerst is erkend, beschikt over een soevereine bevoegdheid om de | souverain de refuser le changement de nom, créant ainsi une |
naamswijziging te weigeren, waardoor aldus een onderscheid tot stand | |
wordt gebracht dat uitsluitend is gegrond op het ogenblik van de | distinction fondée uniquement sur le moment de l'établissement de la |
vaststelling van de tweede afstamming en terwijl de wet van 8 mei 2014 | seconde filiation et alors que la loi du 8 mai 2014 visait dans son |
in het opschrift ervan ' de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de | intitulé ' l'égalité de l'homme et de la femme dans le mode de |
wijze van naamsoverdracht ' beoogde ? ». | transmission du nom ' ? ». |
b. Bij vonnis van 27 februari 2018 in zake K.R. tegen A. A.M., waarvan | b. Par jugement du 27 février 2018 en cause de K.R. contre A. A.M., |
de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 mei 2018, | dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 14 mai 2018, le |
heeft de familierechtbank van de Franstalige Rechtbank van eerste | tribunal de la famille du Tribunal de première instance francophone de |
aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : | Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : |
« - Schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen | « - L'article 335, § 3, du Code civil viole-t-il les articles 10, 11 |
10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de | et 22 de la Constitution, lus de manière isolée ou combinée avec les |
artikelen 8 en 14 van het EVRM, artikel 5 van het Protocol nr. 7 bij | articles 8, 14 de la CEDH, l'article 5 du Protocole n° 7 de cette |
dat Verdrag, de artikelen 7, 20, 21 en 23 van het Handvest van de | convention, les articles 7, 20, 21 et 23 de la Charte des droits |
grondrechten van de Europese Unie en artikel 7 van het Verdrag inzake | fondamentaux de l'Union Européenne et l'article 7 de la convention |
de rechten van het kind, in zoverre het de naamswijziging van het kind | relative aux droits de l'enfant, en ce qu'il n'autorise le changement |
alleen toestaat indien beide ouders het met die wijziging eens zijn, | de nom de l'enfant que si les deux parents sont d'accord de cette |
behoudens overlijden van een van beide ouders, en in zoverre het niet | modification sauf décès d'un des deux parents et en ce qu'il ne |
voorziet in dezelfde regel als die welke wordt voorgestaan in artikel | |
335, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, in geval van onenigheid, | prévoit pas la même règle que celle préconisée à l'article 335, § 1er, |
waardoor aldus een onderscheid tot stand wordt gebracht dat alleen is | du Code civil, en cas de désaccord, créant ainsi une distinction |
gegrond op het criterium van het ogenblik waarop beide afstammingen | fondée sur le seul critère du moment auquel les 2 filiations sont |
zijn vastgesteld ? | établies ? |
- Schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek niet de | - L'article 335, § 3, du Code civil, ne viole-t-il pas les articles |
artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in | 10, 11 et 22 et 22bis de la Constitution, lus de manière isolée ou |
samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het EVRM, artikel 5 van | combinée avec les articles 8 et 14 de la CEDH, l'article 5 du |
het Protocol nr. 7 bij het Europees Verdrag voor de rechten van de | Protocole n° 7 de la Convention Européenne des Droits de l'Homme, les |
mens, de artikelen 7, 20, 21 en 23 van het Handvest van de | articles 7, 20, 21 et 23 de la Charte des droits fondamentaux de |
grondrechten van de Europese Unie en artikel 7 van het Verdrag inzake | l'Union Européenne et l'article 7 de la convention relative aux droits |
de rechten van het kind, in zoverre het de ouder die beschikt over het | de l'enfant en ce qu'il ne permet pas au parent qui détient l'autorité |
exclusief ouderlijk gezag, niet toestaat de naam van het kind te | parentale exclusive le droit de modifier le nom de l'enfant après |
wijzigen na de vaststelling van de tweede afstamming, terwijl dat | l'établissement de la seconde filiation alors que ce droit lui est |
recht hem wordt toegekend bij overlijden van de andere ouder ? ». | reconnu en cas de décès de l'autre parent ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6925 en 6926 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 6925 et 6926 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |