Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 december 2007 in zake Harry Cuypers tegen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 d « 1. Is artikel 7, § 1, van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen (Be(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 december 2007 in zake Harry Cuypers tegen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 d « 1. Is artikel 7, § 1, van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen (Be(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 13 décembre 2007 en cause de Harry Cuypers contre l'Office national de l'emploi, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 19 décembre 2007, le Tri « 1. L'article 7, § 1 er , de la loi du 20 juillet 1991 portant des dispositions soci(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 Bij vonnis van 13 december 2007 in zake Harry Cuypers tegen de Par jugement du 13 décembre 2007 en cause de Harry Cuypers contre
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, waarvan de expeditie ter griffie l'Office national de l'emploi, dont l'expédition est parvenue au
van het Hof is ingekomen op 19 december 2007, heeft de greffe de la Cour le 19 décembre 2007, le Tribunal du travail de
Arbeidsrechtbank te Mechelen de volgende prejudiciële vragen gesteld : Malines a posé les questions préjudicielles suivantes :
« 1. Is artikel 7, § 1, van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale « 1. L'article 7, § 1er, de la loi du 20 juillet 1991 portant des
en diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991) in dispositions sociales et diverses (Moniteur belge du 1er août 1991)
est-il conforme aux principes d'égalité et de non-discrimination
overeenstemming met de in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet inscrits aux articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il a pour
voorziene beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie, in zoverre effet que des personnes dont la relation de travail dans un service
het ertoe leidt dat personen wier arbeidsverhouding in een public n'est pas rompue de manière unilatérale, qui, du fait de cette
overheidsdienst niet eenzijdig wordt verbroken, die uit hoofde van die relation de travail, ne sont pas soumises au régime en matière
arbeidsverhouding niet onderworpen zijn aan de regeling inzake d'emploi et de chômage, mais pour lesquelles le service public est
arbeidsvoorziening en werkloosheid, maar ten behoeve van wie de disposé à permettre, par le paiement de cotisations patronales,
overheidsdienst bereid is om, via de betaling van werkgeversbijdragen, l'application à leur égard du régime de licenciement particulier
de door de artikelen 7 tot en met 13 van de voornoemde wet van 20 juli organisé par les articles 7 à 13 de la loi précitée du 20 juillet
1991 georganiseerde bijzondere ontslagregeling op hen toepassing te 1991, sont traitées de la même manière que les personnes dont la
laten vinden, op dezelfde wijze worden behandeld als de personen wier relation de travail dans un service public n'est pas rompue de manière
arbeidsverhouding in een overheidsdienst niet eenzijdig wordt unilatérale, qui, en raison de cette relation de travail, ne sont pas
verbroken, die uit hoofde van die arbeidsverhouding niet onderworpen soumises au régime en matière d'emploi et de chômage, et pour
zijn aan de regeling inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid, en ten lesquelles le service public n'est pas disposé à permettre, par le
behoeve van wie de overheidsdienst niet bereid is om, via de betaling paiement de cotisations patronales, l'application à leur égard du
van werkgeversbijdragen, de door de artikelen 7 tot en met 13 van de régime de licenciement particulier organisé par les articles 7 à 13 de
voornoemde wet van 20 juli 1991 georganiseerde bijzondere la loi précitée du 20 juillet 1991 ?
ontslagregeling op hen toepassing te laten vinden ?
2. Is artikel 7, § 1, van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en 2. L'article 7, § 1er, de la loi du 20 juillet 1991 portant des
diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991) in dispositions sociales et diverses (Moniteur belge du 1er août 1991)
overeenstemming met de in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voorziene beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie, in zoverre het ertoe leidt dat personen die zelf een einde maken aan hun arbeidsverhouding in een overheidsdienst teneinde bij een andere werkgever een contractuele betrekking uit te oefenen die nadien door die laatste werkgever wordt beëindigd, die uit hoofde van hun eerdere arbeidsverhouding in een overheidsdienst niet onderworpen zijn aan de regeling inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid, en ten behoeve van wie de overheidsdienst bereid is om, via de betaling van werkgeversbijdragen, de door de artikelen 7 tot en met 13 van de voornoemde wet van 20 juli 1991 georganiseerde bijzondere ontslagregeling op hen toepassing te laten vinden, verschillend worden behandeld dan de personen waarvan de arbeidsverhouding in een overheidsdienst een einde neemt omdat zij eenzijdig verbroken wordt door de overheid, mogelijk wegens zwaarwichtige, zelfs strafrechtelijk sanctioneerbare feiten, die uit hoofde van hun eerdere arbeidsverhouding in een overheidsdienst niet onderworpen zijn aan de regeling inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid, en ten overstaan van wie de overheidsdienst verplicht is om de door de artikelen 7 tot en met 13 van de voornoemde wet van 20 juli 1991 georganiseerde bijzondere ontslagregeling toepassing te laten vinden ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4399 van de rol van het Hof. De griffier, est-il conforme aux principes d'égalité et de non-discrimination inscrits aux articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il a pour effet que des personnes qui mettent elles-mêmes un terme à leur relation de travail dans un service public afin d'exercer chez un autre employeur un emploi contractuel auquel il est ensuite mis fin par ce dernier employeur, qui, en raison de leur relation de travail antérieure dans un service public, ne sont pas soumises au régime en matière d'emploi et de chômage et pour lesquelles le service public est disposé à permettre, par le paiement de cotisations patronales, l'application à leur égard du régime de licenciement particulier organisé par les articles 7 à 13 de la loi précitée du 20 juillet 1991, sont traitées autrement que les personnes dont la relation de travail dans un service public prend fin parce qu'il y est mis un terme unilatéralement par l'autorité, éventuellement en raison de faits graves, voire pénalement punissables, qui, en raison de leur relation de travail antérieure, dans un service public, ne sont pas soumises au régime en matière d'emploi et de chômage et pour lesquelles le service public est tenu d'appliquer le régime de licenciement particulier organisé par les articles 7 à 13 de la loi précitée du 20 juillet 1991 ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 4399 du rôle de la Cour. Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
^