Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 9 februari 2005 in zake H. Gasch tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 « Schenden de wet van 14 december 1972 houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen België en Lu(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 9 februari 2005 in zake H. Gasch tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 « Schenden de wet van 14 december 1972 houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen België en Lu(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 9 février 2005 en cause de H. Gasch contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 17 février 2 « La loi du 14 décembre 1972 portant approbation de la Convention entre la Belgique et le Luxembour(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij vonnis van 9 februari 2005 in zake H. Gasch tegen de Belgische Par jugement du 9 février 2005 en cause de H. Gasch contre l'Etat
Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage
ingekomen op 17 februari 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te le 17 février 2005, le Tribunal de première instance d'Arlon a posé la
Aarlen de volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Schenden de wet van 14 december 1972 houdende goedkeuring van de « La loi du 14 décembre 1972 portant approbation de la Convention
Overeenkomst tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele entre la Belgique et le Luxembourg en vue d'éviter les doubles
belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake impositions et de régler certaines autres questions en matière
belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en van het d'impôts sur le revenu et sur la fortune, et du Protocole final,
Slotprotocol, ondertekend te Luxemburg op 17 september 1970 (Belgisch signés à Luxembourg le 17 septembre 1970 (Moniteur belge du 27 janvier
Staatsblad van 27 januari 1973), en dientengevolge de Overeenkomst 1973) et subséquemment la Convention entre la Belgique et le
tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting en Luxembourg en vue d'éviter les doubles impositions et de régler
tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen certaines autres questions en matière d'impôts sur le revenu et sur la
naar het inkomen en naar het vermogen, en het Slotprotocol, fortune, et le Protocole final, signés à Luxembourg le 17 septembre
ondertekend te Luxemburg op 17 september 1970, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre de beoefenaar van een vrij beroep, Belgisch inwoner, die in het Groothertogdom Luxemburg over een vaste basis beschikt, in België wordt belast op de interesten van zijn in het Groothertogdom Luxemburg geïnde professionele schuldvorderingen, terwijl een ondernemer, Belgisch inwoner, die in het Groothertogdom Luxemburg over een vaste basis beschikt, niet in België wordt belast op de interesten van zijn in het Groothertogdom Luxemburg geïnde professionele schuldvorderingen ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 3579 van de rol van het Hof. De griffier, 1970, violent-elles les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, en ce que le titulaire d'une profession libérale, résident belge, qui possède une base fixe au Grand-Duché de Luxembourg est taxé en Belgique sur les intérêts de ses créances professionnelles perçus au Grand-Duché de Luxembourg, alors qu'un entrepreneur, résident belge, qui possède une base fixe au Grand-Duché de Luxembourg n'est pas taxé en Belgique sur les intérêts de ses créances professionnelles perçus au Grand-Duché de Luxembourg ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 3579 du rôle de la Cour. Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
^