← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
vonnis van 20 februari 2004 in zake M. Hontoir tegen het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen
der Zelfstandigen, waarvan de expeditie « Schendt artikel
3, § 1, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houde(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 20 februari 2004 in zake M. Hontoir tegen het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, waarvan de expeditie « Schendt artikel 3, § 1, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houde(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 20 février 2004 en cause de M. Hontoir contre l'Institut national d'assurances soci(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij vonnis van 20 februari 2004 in zake M. Hontoir tegen het | Par jugement du 20 février 2004 en cause de M. Hontoir contre |
Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, | l'Institut national d'assurances sociales pour travailleurs |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | indépendants, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
1 maart 2004, heeft de Arbeidsrechtbank te Bergen de volgende | d'arbitrage le 1er mars 2004, le Tribunal du travail de Mons a posé la |
prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 3, § 1, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. | « L'article 3, 1er, alinéa 4, de l'arrêté royal n° 38 du 27 juillet |
38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der | 1967 organisant le statut social des travailleurs indépendants, |
zelfstandigen, gewijzigd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van | |
18 november 1996 houdende financiële en diverse bepalingen met | modifié par l'article 1er de l'arrêté royal du 18 novembre 1996 |
portant des dispositions financières et diverses concernant le statut | |
betrekking tot het sociaal statuut der zelfstandigen, met toepassing | social des travailleurs indépendants, en application du titre VI de la |
van titel VI van de wet van 26 juli 1996 houdende modernisering van de | loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et |
sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et de l'article |
wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3 van de wet van 26 juli | 3 de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions |
1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot | budgétaires de la participation de la Belgique à l'Union économique et |
deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, | |
bekrachtigd bij artikel 17, 2°, van de wet van 13 juni 1997 tot | monétaire européenne, confirmé par l'article 17, 2°, de la loi du 13 |
bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van | juin 1997 portant confirmation des arrêtés royaux pris en application |
de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire | de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions |
voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en | budgétaires de la participation de la Belgique à l'Union économique et |
Monetaire Unie, en de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de | monétaire européenne, et la loi du 26 juillet 1996 portant |
sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des |
wettelijke pensioenstelsels, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | régimes légaux de pension, viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
zoverre het de persoon die is benoemd tot mandataris in een aan de | Constitution, en ce qu'il n'autorise pas la personne désignée comme |
Belgische vennootschapsbelasting of belasting der niet-inwoners | mandataire dans une société ou association assujettie à l'impôt belge |
onderworpen vennootschap of vereniging niet toestaat aan te tonen dat | des sociétés ou à l'impôt belge des non-résidents, à établir qu'elle |
hij geen beroepsactiviteit uitoefent als zelfstandige in de zin van | n'exerce pas d'activité professionnelle de travailleur indépendant au |
artikel 3, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, terwijl | sens de l'article 3, § 1er, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, alors |
elke andere natuurlijke persoon slechts aan het sociaal statuut van de | que toute autre personne physique n'est assujettie au statut social |
zelfstandigen is onderworpen voor zover hij in België een | des travailleurs indépendants que pour autant qu'elle exerce en |
beroepsbezigheid uitoefent uit hoofde waarvan hij niet door een | Belgique une activité professionnelle, en raison de laquelle elle |
arbeidsovereenkomst of door een statuut verbonden is, aangezien het | n'est pas engagée dans les liens d'un contrat de travail ou d'un |
fiscale criterium van artikel 3, § 1, tweede lid, van het koninklijk | statut, le critère fiscal de l'article 3, § 1er, alinéa 2, de l'arrêté |
besluit nr. 38 slechts wordt aangevoerd als een weerlegbaar vermoeden | royal n° 38 n'intervenant que comme présomption réfragable de |
van de uitoefening van een zelfstandige beroepsbezigheid ? » | l'exercice d'une activité indépendante ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2937 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 2937 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |