Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Berichten voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 14 september 2000 in zake het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen tegen C. Ameels, waarvan de expediti « Schendt het koninklijk besluit nr. 464 van 25 september 1986 (bekrachtigd bij de wet van 15 decem(...)"
Berichten voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 14 september 2000 in zake het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen tegen C. Ameels, waarvan de expediti « Schendt het koninklijk besluit nr. 464 van 25 september 1986 (bekrachtigd bij de wet van 15 decem(...) Avis prescrits par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 14 septembre 2000 en cause de l'Institut national d'assurances sociales pour travailleurs indépendants contre C. Ameels, dont l'expéditi « L'arrêté royal n° 464 du 25 septembre 1986 (confirmé par la loi du 15 décembre 1986) viole-t-il l(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Berichten voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrits par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij vonnis van 14 september 2000 in zake het Rijksinstituut voor de Par jugement du 14 septembre 2000 en cause de l'Institut national
Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen tegen C. Ameels, waarvan de d'assurances sociales pour travailleurs indépendants contre C. Ameels,
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 29 dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 29
september 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Charleroi de volgende septembre 2000, le Tribunal du travail de Charleroi a posé la question
prejudiciële vraag gesteld: préjudicielle suivante :
« Schendt het koninklijk besluit nr. 464 van 25 september 1986 « L'arrêté royal n° 464 du 25 septembre 1986 (confirmé par la loi du
(bekrachtigd bij de wet van 15 december 1986) de artikelen 10 en 11 15 décembre 1986) viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution
van de Grondwet doordat het, door te bepalen dat de en ce que, en prévoyant que la cotisation de consolidation est due par
consolideringbijdrage door de zelfstandigen verschuldigd is, zelfs les travailleurs indépendants même si leurs revenus professionnels de
wanneer hun bedrijfsinkomsten van het betrokken jaar lager zijn dan l'année considérée sont inférieurs au salaire minimum prévu par la
het minimumloon waarin is voorzien in de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 23 betreffende de waarborg van een gemiddeld convention collective du travail n° 23 relative à la garantie d'un
minimum maandinkomen, na aftrek van de bijdragen voor de sociale revenu minimum mensuel moyen, déduction faite des cotisations à la
zekerheid die van toepassing zijn op de handarbeiders, en door sécurité sociale applicables aux travailleurs manuels, et en
bijgevolg, niettegenstaande een in het verslag aan de Koning nochtans n'assurant dès lors plus, nonobstant une intention pourtant clairement
duidelijk in die zin te kennen gegeven bedoeling, geen parallellisme exprimée en ce sens dans le rapport au Roi, un parallélisme des
meer te verzekeren wat de matigingsinspanningen betreft die worden efforts de modération demandés, d'une part, aux travailleurs
gevraagd van de zelfstandigen, enerzijds, en van de werknemers en indépendants et, d'autre part, aux travailleurs salariés et
ambtenaren, anderzijds, de eerstgenoemden (zelfstandigen) aan een fonctionnaires, il soumet les premiers (travailleurs indépendants) à
ongelijke behandeling onderwerpt ten opzichte van de laatstgenoemden un traitement inégalitaire par rapport aux seconds (travailleurs
(werknemers en ambtenaren) ? » salariés et fonctionnaires) ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2034 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 2034 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij vonnis van 18 september 2000 in zake de Minister van Financiën en Par jugement du 18 septembre 2000 en cause du ministre des Finances et
de procureur des Konings tegen C. Billen en anderen, waarvan de du procureur du Roi contre C. Billen et autres, dont l'expédition est
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 22 parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 22 septembre 2000, le
september 2000, heeft de Correctionele Rechtbank te Luik de volgende Tribunal correctionnel de Liège a posé la question préjudicielle
prejudiciële vraag gesteld : suivante :
« Is artikel 222 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 tot « L'article 222 de l'arrêté royal du 18 juillet 1977 portant
coördinatie van de bepalingen inzake douane en accijnzen, bekrachtigd coordination des dispositions en matière de douanes et accises,
door artikel 1 van de wet van 6 juli 1978, dat bepaalt dat de confirmé par l'article 1er de la loi du 6 juillet 1978 qui impose la
vervoermiddelen die tot smokkel worden aangewend of in gebruik
gesteld, verbeurd moeten worden verklaard, en dat afwijkt van de confiscation des moyens de transport employés à la fraude ou mis en
regels van artikel 42 van het Strafwetboek doordat het bepaalt dat die usage à cet effet et déroge aux règles énoncées par l'article 42 du
vervoermiddelen verbeurd moeten worden verklaard zelfs indien zij geen Code pénal en ce qu'il impose la confiscation de ces moyens de
eigendom zijn van de veroordeelde en ook al heeft de eigenaar ervan transport même s'ils n'appartiennent pas au condamné et quand bien
niets met de smokkel te maken zonder dat hij overigens de mogelijkheid même leur propriétaire serait totalement étranger à la fraude sans lui
krijgt zich op zijn goede trouw te beroepen, niet in strijd met de donner la possibilité de se prévaloir de sa bonne foi, n'est-il pas
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het aanleiding geeft contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où
tot een verschil in behandeling tussen de eigenaars van goederen die il instaure une différence de traitement entre les propriétaires de
gediend hebben om een misdrijf te plegen, naargelang dat misdrijf biens ayant servi à commettre une infraction, selon que celle-ci est
ingaat tegen het gemeen strafrecht dan wel tegen de wetgeving inzake une infraction de droit pénal commun ou une infraction à la
douane en accijnzen ? » législation sur les douanes et accises ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2032 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 2032 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij vonnis van 21 september 2000 in zake het openbaar ministerie en de Par jugement du 21 septembre 2000 en cause du ministère public et de
vennootschap naar Nederlands recht Bezoma BV tegen A. Arcellaschi en la société de droit néerlandais Bezoma BV contre A. Arcellaschi et
anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
ingekomen op 5 oktober 2000, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te d'arbitrage le 5 octobre 2000, le Tribunal de première instance
Antwerpen de volgende prejudiciële vragen gesteld : d'Anvers a posé les questions préjudicielles suivantes :
« 1. Is het zo dat artikel 265, §§ 1 en 2, van het koninklijk besluit
van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake « 1. L'article 265, §§ 1er et 2, de l'arrêté royal du 18 juillet 1977
portant coordination des dispositions générales relatives aux douanes
douane en accijnzen (A.W.D.A.) inzake de strafrechtelijke et accises (L.G.D.A.), relativement à la responsabilité pénale,
aansprakelijkheid een discriminatie inhoudt ten opzichte van het établit-il une discrimination par rapport au droit pénal commun et
algemeen strafrecht en bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet viole-t-il dès lors les articles 10 et 11 de la Constitution en tant
schendt, in zoverre dat deze bepaling een objectieve en quasi absolute que cette disposition établit une responsabilité objective et pénale
strafrechtelijke verantwoordelijkheid van personen weerhoudt voor de quasi absolue des personnes pour les faits de leurs employés,
daden van hun bedienden, arbeiders, knechten of verdere door hen bezoldigde personen ? ouvriers, domestiques ou autres personnes salariées par elles ?
2. Of de artikelen 265, § 3, 266 en 283 van het koninklijk besluit van 2. Les articles 265, § 3, 266 et 283, de l'arrêté royal du 18 juillet
18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake douane 1977 portant coordination des dispositions générales relatives aux
en accijnzen (A.W.D.A.) inzake de burgerrechtelijke aansprakelijkheid douanes et accises (L.G.D.A.), relativement à la responsabilité
een discriminatie inhoudt ten opzichte van het algemeen strafrecht en civile, établissent-ils une discrimination par rapport au droit pénal
bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden inzoverre commun et violent-ils dès lors les articles 10 et 11 de la
deze bepalingen de strafrechter nog bevoegd achten om uitspraak te Constitution en tant qu'en vertu de ces dispositions, le juge pénal
doen over de civielrechtelijke rechtsvordering, na strafrechtelijke est encore compétent pour statuer sur l'action civile postérieurement
vrijspraak ? à l'acquittement au pénal ?
3. Maken de artikelen 220, 221 en 224 van de algemene wet inzake 3. Les articles 220, 221 et 224 de la loi générale relative aux
douanen en accijnzen (koninklijk besluit van 18 juli 1977 houdende douanes et accises (arrêté royal du 18 juillet 1977 portant
coördinatie van de algemene bepalingen inzake douanen en accijnzen, coordination des dispositions générales relatives aux douanes et
bekrachtigd door de wet van 6 juli 1978) een schending uit van het accises, confirmé par la loi du 6 juillet 1978) violent-ils le
grondwettelijk gelijkheidsbeginsel, inzoverre deze bepalingen aldus worden gelezen dat de daarin voorziene verbeurdverklaring een zakelijk karakter heeft, meer bepaald omdat zij kan worden uitgesproken zonder dat daarbij een onderscheid gemaakt moet worden tussen het geval waarin de zaken eigendom zijn van de veroordeelden en het geval waarin zij eigendom zijn van derden, zelfs al zouden deze laatsten vreemd zijn aan de fraude, onwetend geweest zijn van de fraude of daarvan vrijgesproken zijn, terwijl algemeen, inzake bijzondere verbeurdverklaring, de vereiste wordt gesteld dat de zaken die het voorwerp uitmaken van het misdrijf en de zaken die gediend hebben of die bestemd waren tot het plegen van het misdrijf slechts verbeurdverklaard kunnen worden indien zij de eigendom zijn van de principe constitutionnel d'égalité en tant que ces dispositions sont interprétées en ce sens que la confiscation y visée revêt un caractère réel, plus précisément parce que celle-ci peut être ordonnée sans qu'il faille distinguer entre la situation où les choses appartiennent aux condamnés et la situation où elles appartiennent à des tiers, même si ceux-ci sont étrangers à la fraude, n'ont pas eu connaissance de la fraude ou en ont été acquittés, alors que, de manière générale, pour ce qui est de la confiscation spéciale, les choses qui forment l'objet de l'infraction et celles qui ont servi ou qui ont été destinées à la commettre ne peuvent être confisquées que si elles appartiennent au
veroordeelde (artikel 42, 1°, van het Strafwetboek) ? » condamné (article 42, 1°, du Code pénal) ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2041 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 2041 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij vonnissen van 25 september 2000 in zake M. Naim en R. Santoro Par jugements du 25 septembre 2000 en cause de M. Naim et de R.
tegen het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waarvan de expedities ter Santoro contre le ministère de l'Intérieur, dont les expéditions sont
griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 2 en 3 oktober 2000, parvenues au greffe de la Cour d'arbitrage les 2 et 3 octobre 2000, le
heeft de Politierechtbank te Tongeren de volgende prejudiciële vraag Tribunal de police de Tongres a posé la question préjudicielle
gesteld : suivante :
« Schenden de artikelen 23, 24 en 37 van de wet van 21 december 1998 « Les articles 23, 24 et 37 de la loi du 21 décembre 1998 [relative à
[betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden] de artikelen 10 en la sécurité lors des matches de football] violent-ils les articles 10
11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het et 11 de la Constitution, lus en connexité avec l'article 6 de la
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met de algemene Convention européenne des droits de l'homme ainsi qu'avec les
rechtsbeginselen, in zoverre aan diegene die verschijnt voor de principes généraux de droit, en tant que celui qui comparaît devant le
politierechtbank wegens inbreuk op artikel 23, geen boete kan worden tribunal de police pour cause d'infraction à l'article 23 ne peut se
opgelegd die kleiner is dan het wettelijk minimum waarin de artikelen voir infliger une amende qui soit inférieure au minimum légal prévu
24 en 37 voorzien, terwijl degene die voor de strafrechter verschijnt par les articles 24 et 37, cependant que celui qui comparaît devant le
de toepassing kan genieten van artikel 85 van het strafwetboek, of van juge pénal peut bénéficier de l'application de l'article 85 du Code
een andere Strafrechtelijke gunstmaatregel afgeleid uit de bijzondere pénal ou d'une autre mesure de faveur pénale découlant des lois
wetten ? » spéciales ? »
Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 2037 en 2040 van de rol Ces affaires sont inscrites sous les numéros 2037 et 2040 du rôle de
van het Hof en werden samengevoegd. la Cour et ont été jointes.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 september Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 29
2000 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 septembre 2000 et parvenue au greffe le 2 octobre 2000, l'a.s.b.l.
oktober 2000, heeft de v.z.w. Ligue des droits de l'homme, met
maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Onderrichtsstraat 91, beroep Ligue des droits de l'homme, dont le siège social est établi à 1000
Bruxelles, rue de l'Enseignement 91, a introduit un recours en
tot vernietiging ingesteld van de wet van 28 maart 2000 tot invoeging annulation de la loi du 28 mars 2000 insérant une procédure de
van een procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken
(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 april 2000) wegens comparution immédiate en matière pénale (publiée au Moniteur belge du
schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. 1er avril 2000), pour cause de violation des articles 10 et 11 de la
Constitution.
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2036 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 2036 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij arrest van 13 oktober 2000 in zake X. Leblicq, waarvan de Par arrêt du 13 octobre 2000 en cause de X. Leblicq, dont l'expédition
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 oktober est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 26 octobre 2000, la
2000, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : Cour d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 361, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 « L'article 361, § 2, du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11
en 11 van de Grondwet doordat het bepaalt dat wanneer de geadopteerde de la Constitution en ce qu'il dispose que lorsque l'adopté est
een kind of adoptief kind is van echtgenoot van de adoptant, de l'enfant ou l'enfant adoptif du conjoint de l'adoptant, les droits de
rechten van het ouderlijk gezag door beide echtgenoten worden
uitgeoefend, zonder dat aan het huwelijk toegekende gevolg tot de l'autorité parentale sont exercés par les deux époux, sans étendre à
wettelijke samenwoning uit te breiden ? » la cohabitation légale cet effet attribué au mariage ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2063 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 2063 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
^