← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
vonnis van 25 september 1998 in zake de Belgische Staat tegen M.-C. Talo Mbondi Rutayisire en de Vaste
Beroepscommissie voor vluchtelingen, wa « Is het naast elkaar bestaan van de artikelen 2 en 3 [lees : 8] van de wet van 10 juli 1996
tot wi(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 25 september 1998 in zake de Belgische Staat tegen M.-C. Talo Mbondi Rutayisire en de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen, wa « Is het naast elkaar bestaan van de artikelen 2 en 3 [lees : 8] van de wet van 10 juli 1996 tot wi(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 25 septembre 1998 en cause de l'Etat belge contre M.-C. Talo Mbondi Rutayisire et la Commission permanente de recours des réfugiés, dont « La coexistence des articles 2 et 3 [lire : 8] de la loi du 10 juillet 1996 modifiant la loi du 15(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij vonnis van 25 september 1998 in zake de Belgische Staat tegen | Par jugement du 25 septembre 1998 en cause de l'Etat belge contre |
M.-C. Talo Mbondi Rutayisire en de Vaste Beroepscommissie voor | M.-C. Talo Mbondi Rutayisire et la Commission permanente de recours |
vluchtelingen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | des réfugiés, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
is ingekomen op 5 oktober 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg | d'arbitrage le 5 octobre 1998, le Tribunal de première instance de |
te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Is het naast elkaar bestaan van de artikelen 2 en 3 [lees : 8] van | « La coexistence des articles 2 et 3 [lire : 8] de la loi du 10 |
de wet van 10 juli 1996 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 | juillet 1996 modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au |
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging | territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, |
en de verwijdering van vreemdelingen, niet strijdig met de bepalingen | |
van de artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet en, in | n'est-elle pas contraire aux dispositions des articles 10 et 11 de la |
ondergeschikte orde, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de | Constitution belge et, subsidiairement, à l'article 6 de la Convention |
Rechten van de Mens, in zoverre het voormelde artikel 8 het de | européenne des droits de l'homme, dans la mesure où l'article 8 |
précité ne semble pas permettre, dans tous les cas, à l'étranger, qui | |
vreemdeling die beroep instelt niet in alle gevallen mogelijk lijkt te | introduit un recours, d'assurer sa défense au mieux de ses intérêts, |
maken zijn belangen zo goed mogelijk te verdedigen, zoals artikel 2 | comme semble le lui permettre l'article 2 de la dite loi ? » |
van de genoemde wet hem dat lijkt toe te staan ? » | |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1424 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1424 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |