Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 30 oktober 1998

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 25 september 1998 in zake de Belgische Staat tegen M.-C. Talo Mbondi Rutayisire en de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen, wa « Is het naast elkaar bestaan van de artikelen 2 en 3 [lees : 8] van de wet van 10 juli 1996 tot wi(...)

bron
arbitragehof
numac
1998021414
pub.
30/10/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 25 september 1998 in zake de Belgische Staat tegen M.-C. Talo Mbondi Rutayisire en de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 oktober 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is het naast elkaar bestaan van de artikelen 2 en 3 [lees : 8] van de wet van 10 juli 1996 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, niet strijdig met de bepalingen van de artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet en, in ondergeschikte orde, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre het voormelde artikel 8 het de vreemdeling die beroep instelt niet in alle gevallen mogelijk lijkt te maken zijn belangen zo goed mogelijk te verdedigen, zoals artikel 2 van de genoemde wet hem dat lijkt toe te staan ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1424 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^