← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 60/2023 van 11 april 2023 Rolnummer 7801 In zake : de prejudiciële
vraag over artikel 65/1 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer »,
gesteld door de Politierechtbank West-Vlaanderen Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 60/2023 van 11 april 2023 Rolnummer 7801 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 65/1 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld door de Politierechtbank West-Vlaanderen Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) | Extrait de l'arrêt n° 60/2023 du 11 avril 2023 Numéro du rôle : 7801 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation routière », posée par le Tribunal de polic La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. Gie(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 60/2023 van 11 april 2023 | Extrait de l'arrêt n° 60/2023 du 11 avril 2023 |
| Rolnummer 7801 | Numéro du rôle : 7801 |
| In zake : de prejudiciële vraag over artikel 65/1 van de wet van 16 | En cause : la question préjudicielle concernant l'article 65/1 de la |
| maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld | loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation routière |
| door de Politierechtbank West-Vlaanderen, afdeling Brugge. | », posée par le Tribunal de police de Flandre occidentale, division de Bruges. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de | composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. |
| rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, D. Pieters en E. Bribosia, | Giet, J. Moerman, M. Pâques, D. Pieters et E. Bribosia, assistée du |
| bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, | greffier F. Meersschaut, présidée par le président L. Lavrysen, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
| Bij vonnis van 29 april 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het | Par jugement du 29 avril 2022, dont l'expédition est parvenue au |
| Hof is ingekomen op 16 mei 2022, heeft de Politierechtbank | greffe de la Cour le 16 mai 2022, le Tribunal de police de Flandre |
| West-Vlaanderen, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag | occidentale, division de Bruges, a posé la question préjudicielle |
| gesteld : | suivante : |
| « Schendt artikel 65/1 WPW, in de lezing van verzoekende partij dat | « L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la |
| haar een straf was opgelegd zonder voorafgaand eerlijk proces, artikel | circulation routière, dans l'interprétation de la partie requérante |
| selon laquelle une peine lui a été infligée sans un procès équitable | |
| 6.2 EVRM en de daarmee samenhangende rechten en vrijheden gewaarborgd | préalable, viole-t-il l'article 6, paragraphe 2, de la Convention |
| européenne des droits de l'homme et les droits et libertés | |
| in de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, doordat de Procureur des | correspondants garantis dans les articles 10, 11 et 16 de la |
| Konings een Bevel tot Betalen kan uitvaardigen zonder dat | Constitution, en ce que le procureur du Roi peut infliger un ordre de |
| voorafgaandelijk in rechte de schuld werd vastgesteld door de | paiement sans que la faute ait été préalablement établie en droit par |
| Politierechtbank ? ». | le tribunal de police ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1.1. Het verwijzende rechtscollege wenst te vernemen of artikel 65/1 | B.1.1. La juridiction a quo demande si l'article 65/1 de la loi du 16 |
| van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het | mars 1968 « relative à la police de la circulation routière » |
| wegverkeer » (hierna : de Wegverkeerswet) bestaanbaar is met de | (ci-après : la loi du 16 mars 1968) est compatible avec les articles |
| artikelen 10, 11 en 16 (lees : 13) van de Grondwet, in samenhang | 10, 11 et 16 (lire : 13) de la Constitution, lus en combinaison avec |
| gelezen met artikel 6, lid 2, van het Europees Verdrag voor de rechten | l'article 6, paragraphe 2, de la Convention européenne des droits de |
| van de mens, doordat de procureur des Konings een bevel tot betalen | l'homme, en ce que le procureur du Roi peut infliger un ordre de |
| wegens het plegen van een verkeersmisdrijf kan uitvaardigen zonder dat | paiement du chef d'une infraction de roulage sans que la faute ait été |
| voorafgaandelijk in rechte de schuld werd vastgesteld door de | préalablement établie en droit par le tribunal de police. |
| politierechtbank. | |
| B.1.2. Artikel 65/1 van de Wegverkeerswet heeft betrekking op het | B.1.2. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 porte sur l'ordre de |
| bevel tot betalen dat de procureur des Konings onder bepaalde | paiement que le procureur du Roi peut, sous certaines conditions, |
| voorwaarden kan geven aan personen wegens het plegen van een verkeersmisdrijf. | donner à des personnes pour avoir commis une infraction de roulage. |
| Dat artikel, zoals laatst gewijzigd bij artikel 29 van de wet van 28 | Cet article, tel qu'il a été modifié en dernier lieu par l'article 29 |
| november 2021 « om justitie menselijker, sneller en straffer te maken | de la loi du 28 novembre 2021 « visant à rendre la justice plus |
| » (hierna : de wet van 28 november 2021), bepaalt : | humaine, plus rapide et plus ferme » (ci-après : la loi du 28 novembre |
| 2021), dispose : | |
| « § 1. Wanneer de in artikel 216bis, § 1, van het Wetboek van | « § 1er. Lorsque la somme d'argent visée à l'article 216bis, § 1er, du |
| Strafvordering bedoelde geldsom niet binnen de bepaalde termijn wordt | Code d'Instruction criminelle n'a pas été payée dans le délai fixé, le |
| betaald, kan de procureur des Konings aan de overtreder een bevel | procureur du Roi peut donner ordre au contrevenant de payer la somme |
| geven tot betalen van de op deze overtreding toepasselijke geldsom, | |
| verhoogd met 35 % en desgevallend met de bijdrage voor het bijzonder | prévue pour cette infraction, majorée de 35 % et le cas échéant de la |
| Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan | contribution au Fonds spécial d'aide aux victimes d'actes |
| de occasionele redders. Daarnaast wordt er ook een administratieve | intentionnels de violence et aux sauveteurs occasionnels. En outre, |
| toeslag van 25,32 euro, zoals bedoeld in titel 4 van de programmawet | une redevance administrative de 25,32 euros, telle que visée au titre |
| van 21 juni 2021, geheven. Het bedrag van deze administratieve toeslag | 4 de la loi-programme du 21 juin 2021, est également perçue. Le |
| wordt elk jaar op 1 januari automatisch aangepast in functie van de | montant de cette redevance administrative est automatiquement adapté |
| evolutie van de consumptieprijsindex van de maand november van het | le 1er janvier de chaque année en fonction de l'évolution de l'indice |
| voorgaande jaar. De door de overtreder verrichte betalingen worden | des prix à la consommation du mois de novembre de l'année précédente. |
| Les paiements effectués par le contrevenant sont d'abord affectés à la | |
| eerst op de bijdrage voor het bijzonder Fonds tot hulp aan de | contribution au Fonds spécial d'aide aux victimes d'actes |
| slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele | intentionnels de violence et aux sauveteurs occasionnels, et ensuite à |
| redders toegerekend en daarna op deze administratieve toeslag. De | cette redevance administrative. Le procureur du Roi fixe les modalités |
| procureur des Konings bepaalt op welke wijze de betaling geschiedt. | de paiement. |
| De betaling moet gebeuren binnen een termijn van dertig dagen volgend | Le paiement doit être effectué dans un délai de trente jours suivant |
| op de dag van ontvangst van het bevel. | le jour de la réception de l'ordre. |
| Dit bevel wordt per aangetekende zending, per gerechtsbrief of | Cet ordre est transmis au contrevenant par envoi recommandé, par pli |
| overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek verstuurd | judiciaire ou conformément à l'article 32ter du Code judiciaire et |
| aan de overtreder en bevat ten minste : | comporte au moins : |
| 1° de dagtekening; | 1° la date; |
| 2° de ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepalingen; | 2° les faits incriminés et les dispositions légales violées; |
| 3° de datum, het tijdstip en de plaats van de overtreding; | 3° la date, l'heure et le lieu de l'infraction; |
| 4° de identiteit van de overtreder; | 4° l'identité du contrevenant; |
| 5° het nummer van het proces-verbaal; | 5° le numéro du procès-verbal; |
| 6° het bedrag van de te betalen geldsom; | 6° le montant de la somme à payer; |
| 7° de dag waarop de som uiterlijk moet worden betaald; | 7° le jour où la somme doit être payée au plus tard; |
| 8° de wijze waarop en de termijn waarbinnen het beroep kan worden | 8° la manière selon laquelle et le délai dans lequel le recours peut |
| ingesteld, alsook de bevoegde politierechtbank. | être introduit, ainsi que le tribunal de la police compétent. |
| Het bevel tot betalen wordt geacht te zijn ontvangen de tiende werkdag | L'ordre de paiement est réputé reçu le dixième jour ouvrable après la |
| na de dagtekening van het bevel tot betalen bedoeld in het derde lid, | date de l'ordre de paiement visée à l'alinéa 3, 1°. |
| 1°. De betaling binnen deze termijn doet de strafvordering vervallen. | Le paiement effectué dans le délai indiqué éteint l'action publique. |
| § 2. De persoon die het bevel tot betalen heeft ontvangen of diens | § 2. Celui qui a reçu l'ordre de paiement ou son avocat peut, dans les |
| advocaat kan binnen dertig dagen volgend op de dag van ontvangst van | trente jours suivant le jour de la réception de celui-ci, introduire |
| het bevel tot betalen beroep aantekenen bij de politierechtbank | un recours contre l'ordre de paiement auprès du tribunal de police |
| bevoegd volgens de plaats van de overtreding. Het beroep wordt | compétent selon le lieu de l'infraction. Le recours est introduit par |
| ingesteld bij een verzoekschrift dat neergelegd wordt op de griffie | requête déposée au greffe du tribunal de police compétent ou par envoi |
| van de bevoegde politierechtbank of bij een aangetekende zending of | recommandé ou par courrier électronique, adressés au greffe. Dans ces |
| via elektronische post die aan de griffie worden verzonden. In die | derniers cas, la date d'envoi de l'envoi recommandé ou du courrier |
| laatste gevallen geldt de datum van verzending van de aangetekende | électronique a valeur de date d'introduction de la requête. L'envoi |
| zending of van de elektronische post als datum waarop het | |
| verzoekschrift werd ingediend. De aangetekende zending wordt geacht te | recommandé est réputé avoir été envoyé le troisième jour ouvrable |
| zijn verzonden de derde werkdag voor de ontvangst ervan op de griffie. | précédant sa réception au greffe. |
| Op straffe van nietigheid vermeldt het verzoekschrift : | La requête mentionne, à peine de nullité : |
| 1° de naam, de voornaam en de woonplaats van de partij die beroep | 1° le nom, le prénom et le domicile de la partie qui introduit le |
| aantekent; | recours; |
| 2° het nummer van het proces-verbaal of het systeemnummer dat wordt | 2° le numéro du procès-verbal ou le numéro de système, mentionné sur |
| vermeld op het bevel tot betalen; 3° dat het om een beroep tegen het bevel tot betalen gaat; 4° de redenen van het beroep. Het verzoekschrift houdt keuze van woonplaats in België in, indien de verzoeker er zijn woonplaats niet heeft. Het verzoekschrift wordt ingeschreven in het daartoe bestemde register. De verjaring van de strafvordering wordt geschorst vanaf de dag dat het verzoekschrift wordt ingediend, tot de dag van het definitieve vonnis. De verzoeker wordt binnen een termijn van dertig dagen vanaf de inschrijving in het daartoe bestemde register door de griffier per gerechtsbrief, per aangetekende zending of overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek opgeroepen om te verschijnen op de zitting die de rechter bepaalt. De griffier zendt een kopie van het verzoekschrift over aan de procureur des Konings en deelt hem de datum van de zitting mee. Het beroep maakt de zaak in zijn geheel aanhangig voor de strafrechtelijke kamer van de politierechtbank die eerst de ontvankelijkheid van het beroep beoordeelt. Indien het beroep ontvankelijk wordt verklaard, wordt het bevel tot betalen als niet bestaande beschouwd. De rechtbank beoordeelt de overtredingen die aan de grondslag liggen van het bevel tot betalen, ten gronde en maakt, indien deze bewezen worden verklaard, toepassing van de strafwet. | l'ordre de paiement; 3° qu'il s'agit d'un recours contre un ordre de paiement; 4° les motifs du recours. Cette requête contient élection de domicile en Belgique, si le requérant n'y a pas son domicile. La requête est inscrite dans le registre prévu à cet effet. La prescription de l'action publique est suspendue à partir de la date de l'introduction de la requête jusqu'au jour du jugement définitif. Le requérant est convoqué par le greffier, par pli judiciaire, par envoi recommandé ou conformément à l'article 32ter du Code judiciaire, dans les trente jours de l'inscription de la requête au registre, à comparaître à l'audience fixée par le juge. Le greffier adresse au ministère public la copie de la requête et lui indique la date d'audience. Par le recours, la chambre pénale du Tribunal de police est saisie de l'intégralité de la cause et examine préalablement la recevabilité du recours. Si le recours est déclaré recevable, l'ordre de paiement est réputé non avenu. Le tribunal examine au fond les infractions qui fondent l'ordre de paiement et, si celles-ci s'avèrent établies, fait application de la loi pénale. |
| De bij verstek veroordeelde kan tegen het vonnis in verzet komen | La personne condamnée par défaut peut former opposition au jugement |
| overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 187 van het Wetboek van | conformément à la procédure visée à l'article 187 du Code |
| strafvordering. | d'instruction criminelle. |
| Tegen de beslissing van de politierechtbank kan hoger beroep worden | Le jugement rendu par le tribunal de police est susceptible d'appel |
| ingesteld volgens de bepalingen opgenomen in het Wetboek van strafvordering. | selon des dispositions prévues par le Code d'instruction criminelle. |
| [...] ». | [...] ». |
| B.1.3. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof in essentie | B.1.3. Il ressort de la décision de renvoi que la Cour est saisie en |
| wordt gevraagd of het systeem van het bevel tot betalen voor | substance de la question de savoir si le système de l'ordre de |
| verkeersovertredingen, zoals het georganiseerd is door de in het | paiement pour des infractions de roulage, tel qu'il est organisé par |
| geding zijnde bepaling, bestaanbaar is met het vermoeden van onschuld, | la disposition en cause, est compatible avec la présomption |
| en meer bepaald met artikel 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen | d'innocence, et plus précisément avec l'article 13 de la Constitution, |
| met artikel 6, lid 2, van het Europees Verdrag voor de rechten van de | lu en combinaison avec l'article 6, paragraphe 2, de la Convention |
| européenne des droits de l'homme, et si le législateur n'a pas méconnu | |
| mens, en of de wetgever de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet | les articles 10 et 11 de la Constitution en garantissant ce droit de |
| heeft miskend door dat recht op discriminerende wijze te waarborgen. | manière discriminatoire. |
| B.2.1. Artikel 13 van de Grondwet houdt een recht in op toegang tot de | B.2.1. L'article 13 de la Constitution implique un droit d'accès au |
| bevoegde rechter. Dat recht zou inhoudsloos zijn indien niet voldaan | juge compétent. Ce droit serait vidé de tout contenu s'il n'était pas |
| is aan de vereisten van het eerlijk proces dat onder meer wordt | satisfait aux exigences du procès équitable garanti notamment par |
| gewaarborgd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van | l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
| de mens. B.2.2. Krachtens artikel 6, lid 2, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens wordt eenieder die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld volgens de wet wordt bewezen. B.2.3. Als procedurele waarborg in strafzaken stelt het vermoeden van onschuld eisen aan onder meer de bewijslast, wettelijke vermoedens van feitelijke en juridische aard, het recht om zichzelf niet te beschuldigen, publiciteit voorafgaand aan het proces en voorbarige uitingen door rechters of andere overheidsfunctionarissen over de | B.2.2. Conformément à l'article 6, paragraphe 2, de la Convention européenne des droits de l'homme, toute personne accusée d'une infraction est présumée innocente jusqu'à ce que sa culpabilité ait été légalement établie. B.2.3. Considérée comme une garantie procédurale en matière pénale, la présomption d'innocence impose des conditions concernant notamment la charge de la preuve, les présomptions légales de fait et de droit, le droit de ne pas contribuer à sa propre incrimination, la publicité pouvant être donnée à l'affaire avant la tenue du procès, la formulation par le juge du fond ou toute autre autorité publique de déclaration prématurée quant à la culpabilité d'un prévenu (CEDH, |
| schuld van een verdachte (EHRM, grote kamer, 12 juli 2013, Allen t. | grande chambre, 12 juillet 2013, Allen c. Royaume-Uni, |
| Verenigd Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:2013:0712JUD002542409, § 93). | ECLI:CE:ECHR:2013:0712JUD002542409, § 93). |
| B.3.1. Zelfs een lichte verkeersovertreding vormt een strafbaar feit | B.3.1. Même une infraction de roulage légère constitue une infraction |
| zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten | en matière pénale visée à l'article 6 de la Convention européenne des |
| van de mens. Procedures over boetes die zijn opgelegd voor een | droits de l'homme. Les procédures relatives aux amendes infligées pour |
| verkeersovertreding, zoals in het bodemgeschil, vallen dan ook binnen | pareille infraction, comme c'est le cas dans le litige ayant donné |
| lieu à la question préjudicielle, relèvent dès lors du champ | |
| de werkingssfeer van artikel 6, lid 2, van het Europees Verdrag voor | d'application de l'article 6, paragraphe 2, de la Convention |
| de rechten van de mens (EHRM, beslissing, 19 oktober 2004, Falk t. | européenne des droits de l'homme (CEDH, décision, 19 octobre 2004, |
| Nederland, ECLI:CE:ECHR:2004:1019DEC006627301). | Falk c. Pays-Bas, ECLI:CE:ECHR:2004:1019DEC006627301). |
| B.3.2. Het recht van eenieder die wegens een strafbaar feit wordt | B.3.2. Le droit de toute personne accusée d'une infraction en matière |
| vervolgd om voor onschuldig te worden gehouden en om te vereisen dat | pénale à être présumée innocente et à faire supporter au ministère |
| het openbaar ministerie de bewijslast draagt, is echter niet absoluut. | public la charge de la preuve n'est toutefois pas absolu. Tout système |
| In elk strafrechtelijk systeem bestaan er immers wettelijke vermoedens | juridique connaît en effet des présomptions de fait ou de droit. De |
| van feitelijke of juridische aard. Dergelijke vermoedens zijn in | telles présomptions ne sont en principe pas interdites, aussi |
| beginsel niet verboden, zolang zij binnen redelijke grenzen blijven, | longtemps qu'elles restent dans des limites raisonnables prenant en |
| rekening houdend met de ernst van de zaak en de eerbiediging van de | compte la gravité de l'enjeu et préservant les droits de la défense. |
| rechten van verdediging. Bij het gebruik van vermoedens in strafzaken | En cas de recours à des présomptions en matière pénale, il convient |
| moet dus een billijk evenwicht worden gevonden tussen het belang van | donc de ménager un juste équilibre entre l'importance de ce qui se |
| de zaak en de rechten van verdediging. De gebruikte middelen moeten | trouve en jeu et les droits de la défense. En d'autres termes, les |
| met andere woorden in verhouding staan tot het nagestreefde legitieme | moyens employés doivent être proportionnés au but légitime poursuivi |
| doel (EHRM, beslissing, 19 oktober 2004, Falk t. Nederland, | (CEDH, décision, 19 octobre 2004, Falk c. Pays-Bas, |
| ECLI:CE:ECHR:2004:1019DEC006627301; 23 juli 2002, Västberga Taxi | ECLI:CE:ECHR:2004:1019DEC006627301; 23 juillet 2002, Västberga Taxi |
| Aktiebolag en Vulic t. Zweden, ECLI:CE:ECHR:2002:0723JUD003698597, § | Aktiebolag et Vulic c. Suède, ECLI:CE:ECHR:2002:0723JUD003698597, § |
| 113). | 113). |
| B.3.3. Het vermoeden van onschuld wordt geschonden wanneer de | B.3.3. La présomption d'innocence est violée lorsque la charge de la |
| bewijslast wordt verlegd van het openbaar ministerie naar de | |
| verdediging (EHRM, 20 maart 2001, Telfner t. Oostenrijk, | preuve est déplacée du ministère public vers la défense (CEDH, 20 mars |
| ECLI:CE:ECHR:2001:0320JUD003350196, § 15). | 2001, Telfner c. Autriche, ECLI:CE:ECHR:2001:0320JUD003350196, § 15). |
| B.4.1. Het systeem van het bevel tot betalen voor | B.4.1. Le système de l'ordre de paiement des infractions de roulage |
| verkeersovertredingen georganiseerd door de bestreden bepaling is | organisé par la disposition en cause a été introduit pour garantir une |
| ingevoerd om een doeltreffende verkeersveiligheid te waarborgen door | sécurité routière effective en faisant en sorte que les infractions de |
| verkeersovertredingen niet onbestraft te laten, met inachtneming van | roulage ne demeurent pas impunies, tout en ayant égard à la nécessité |
| de noodzaak ervoor te zorgen dat de vervolging en bestraffing geen | de veiller à ce que la poursuite et la répression de pareilles |
| onaanvaardbare belasting voor justitie met zich meebrengt (zie in | infractions ne fassent pas peser une charge inacceptable sur les |
| dezelfde zin, EHRM, beslissing, 19 oktober 2004, Falk t. Nederland, | autorités judiciaires (voir dans le même sens : CEDH, décision, 19 |
| ECLI:CE:ECHR:2004:1019DEC006627301). | octobre 2004, Falk c. Pays-Bas, ECLI:CE:ECHR:2004:1019DEC006627301). |
| B.4.2. Het bevel tot betalen is initieel ingevoerd bij de wet van 22 | B.4.2. A l'origine, l'ordre de paiement a été introduit par la loi du |
| april 2012 « betreffende de invoering van het bevel tot betalen na | 22 avril 2012 « visant à instaurer l'ordre de paiement pour les |
| inbreuken op de wetgeving inzake het wegverkeer » (hierna : de wet van | infractions à la législation sur la circulation routière » (ci-après : |
| 22 april 2012) en heeft tot doel « te voorkomen dat boetes onbetaald | la loi du 22 avril 2012) et vise à « éviter que des amendes restent |
| zouden blijven en de politieparketten te ontlasten » (Parl. St., | impayées et à soulager les parquets de police » (Doc. parl, Chambre, |
| Kamer, 2011-2012, DOC 53-2074/002, p. 3) : | 2011-2012, DOC 53-2074/002, p. 3) : |
| « Het bevel tot betalen wordt na de onmiddellijke inning en eventueel | « L'ordre de paiement est intercalé après la perception immédiate et |
| de minnelijke schikking en vóór de dagvaarding voor de | éventuellement la transaction et avant la citation devant le tribunal |
| politierechtbank geschoven zonder dat de overtreder enig recht | de police, sans que le contrevenant ne perde le moindre droit ni que |
| verliest of de bevoegdheden van de rechtbank worden ingekort » | les compétences du tribunal soient réduites » (ibid.). |
| (ibid.). De parlementaire voorbereiding van de programmawet van 25 december | Les travaux préparatoires de la loi-programme du 25 décembre 2016, qui |
| 2016, die het bij de wet van 22 april 2012 in de Wegverkeerswet | a remplacé l'article 65/1, inséré par la loi du 22 avril 2012, |
| ingevoegde artikel 65/1 heeft vervangen, vermeldt : | exposent : |
| « Het [...] is de laatste stap in de procedure van een eventueel | « [C']est la dernière étape dans la procédure de l'extinction |
| verval van de strafvordering tegen betaling van een som » (Parl. St., | éventuelle de l'action publique moyennant le paiement d'une somme » |
| Kamer, 2016-2017, DOC 54-2208/001, p. 28). | (Doc. parl., Chambre, 2016-2017, DOC 54-2208/001, p. 28). |
| B.4.3. De proceseconomie vormde aldus een van de redenen tot het | B.4.3. L'économie de procédure constituait donc l'une des raisons de |
| invoeren van het bevel tot betalen in de Wegverkeerswet. De overtreder | l'introduction de l'ordre de paiement dans la loi du 16 mars 1968. Le |
| die niet betaalt en niet ingaat op een voorstel tot minnelijke | contrevenant qui ne paie pas et qui n'accepte pas une proposition de |
| schikking, ontvangt een van rechtswege uitvoerbaar bevel tot betalen, | transaction reçoit un ordre de paiement exécutoire de plein droit, ce |
| waardoor de procureur des Konings geen beroep moet doen op de | qui signifie que le procureur du Roi ne doit pas s'adresser au juge |
| strafrechter om de overtreder tot effectieve betaling te dwingen. | pénal pour contraindre le contrevenant au paiement effectif. |
| B.4.4. Die doelstellingen zijn legitiem. | B.4.4. Ces objectifs sont légitimes. |
| B.5.1. Bij de beoordeling of de betrokken bepaling evenredig is met | B.5.1. Pour apprécier si la disposition en cause est proportionnée à |
| die doestellingen, moet in aanmerking worden genomen dat het bevel tot | ces objectifs, il y a lieu de tenir compte de ce que l'ordre de |
| betalen in beginsel de vijfde aanmaning tot betalen is. « De | paiement constitue en principe le cinquième rappel pour payer. Ainsi, |
| overtreder krijgt namelijk een onmiddellijke inning, een rappel | « [le] contrevenant reçoit une perception immédiate, un rappel, une |
| daarvan, een minnelijke schikking en opnieuw een rappel alvorens er | proposition de transaction et de nouveau un rappel avant que l'ordre |
| een bevel tot betalen wordt uitgevaardigd » (Parl. St., Kamer, | de paiement soit promulgué » (Doc. parl., Chambre, 2016-2017, DOC |
| 2016-2017, DOC 54-2208/001, p. 29). De overtreder heeft derhalve reeds | 54-2208/001, p. 29). Le contrevenant a donc déjà eu, à plusieurs |
| op verschillende ogenblikken de kans gehad de strafvordering te doen | reprises, la possibilité de mettre un terme à l'action publique en |
| vervallen door het betalen van de verkeersboete. | payant l'amende routière. |
| B.5.2. Voorts kan tegen het bevel tot betalen beroep worden | B.5.2. Par ailleurs, l'ordre de paiement peut faire l'objet d'un |
| aangetekend bij de politierechtbank. In geval van een beroep worden | recours devant le tribunal de police. En cas de recours, tant le |
| zowel de overtreder als de procureur des Konings in kennis gebracht | contrevenant que le procureur du Roi sont informés de la date |
| van de zittingsdatum (artikel 65/1, § 2, zesde lid, van de Wegverkeerswet). | d'audience (article 65/1, § 2, alinéa 6, de la loi du 16 mars 1968). |
| B.5.3. Met betrekking tot de beoordelingsbevoegdheid van de | B.5.3. En ce qui concerne le pouvoir d'appréciation du tribunal de |
| politierechtbank in geval van een beroep tegen een bevel tot betalen, | police en cas de recours contre un ordre de paiement, l'article 65/1, |
| bepaalde artikel 65/1, § 2, van de Wegverkeerswet, vóór de wijziging | § 2, de la loi du 16 mars 1968, tel qu'il était applicable avant sa |
| ervan bij de wet van 28 november 2021, uitsluitend dat « indien het | modification par la loi du 28 novembre 2021, disposait uniquement que |
| beroep ontvankelijk wordt verklaard, [...] het bevel tot betalen als | « [si] le recours est déclaré recevable, l'ordre de paiement est |
| niet bestaande [wordt] beschouwd ». | réputé non avenu ». |
| Daar die wettekst heeft geleid tot uiteenlopende interpretaties in de | Dès lors que ce texte de loi a donné lieu à des interprétations |
| rechtspraak van de politie- en correctionele rechtbanken met | divergentes dans la jurisprudence des tribunaux de police et des |
| betrekking tot de beoordelingsbevoegdheid van het rechtscollege dat | tribunaux correctionnels en ce qui concerne le pouvoir d'appréciation |
| kennis neemt van het beroep tegen een bevel tot betalen, heeft de | de la juridiction qui connaît d'un recours contre un ordre de |
| wetgever bij de wet van 28 november 2021 het aangewezen geacht de | paiement, le législateur a estimé, par la loi du 28 novembre 2021, |
| beroepsprocedure te verduidelijken. | qu'il s'indiquait de préciser la procédure de recours. |
| B.5.4. Sinds de wijziging ervan bij de wet van 28 november 2021, | B.5.4. Depuis sa modification par la loi du 28 novembre 2021, |
| bepaalt artikel 65/1, § 2, zevende lid, van de Wegverkeerswet | l'article 65/1, § 2, alinéa 7, de la loi du 16 mars 1968 dispose |
| uitdrukkelijk dat het beroep tegen het bevel tot betalen « de zaak in | expressément que, par le recours contre l'ordre de paiement, « la |
| zijn geheel aanhangig [maakt] voor de strafrechtelijke kamer van de | chambre pénale du tribunal de police est saisie de l'intégralité de la |
| politierechtbank die eerst de ontvankelijkheid van het beroep | |
| beoordeelt ». Artikel 147bis van het Wetboek van strafvordering, | cause et examine préalablement la recevabilité du recours ». L'article |
| ingevoegd bij de wet van 28 november 2021, bepaalt eveneens dat het | 147bis du Code d'instruction criminelle, inséré par la loi du 28 |
| beroep tegen het bevel tot betalen « de zaak aanhangig [maakt] bij de | novembre 2021, dispose également que « [le] tribunal de police est |
| politierechtbank ». | saisi par le recours contre l'ordre de paiement ». |
| Volgens artikel 65/1, § 2, achtste lid, van de Wegverkeerswet wordt | Selon l'article 65/1, § 2, alinéa 8, de la loi du 16 mars 1968, |
| het bevel tot betalen als niet bestaande beschouwd indien het beroep | l'ordre de paiement est réputé non avenu si le recours est déclaré |
| ontvankelijk wordt verklaard en beoordeelt de rechtbank « de | recevable et le tribunal « examine au fond les infractions qui fondent |
| overtredingen die aan de grondslag liggen van het bevel tot betalen, | l'ordre de paiement et, si celles-ci s'avèrent établies, fait |
| ten gronde en maakt, indien deze bewezen worden verklaard, toepassing | |
| van de strafwet ». | application de la loi pénale ». |
| B.5.5. De parlementaire voorbereiding van de wet van 28 november 2021 | B.5.5. Les travaux préparatoires de la loi du 28 novembre 2021 |
| vermeldt : | précisent : |
| « De wijzigingen aan artikel 65/1 van de wet van 16 maart 1968 | « Les modifications apportées à l'article 65/1 de la loi du 16 mars |
| betreffende de politie over het wegverkeer, beogen in de eerste plaats | 1968 relative à la police de la circulation routière, visent |
| de beroepsprocedure bij het bevel tot betalen te stroomlijnen en een | principalement à rationaliser la procédure de recours contre l'ordre |
| aantal zaken te verduidelijken. | de paiement et à clarifier un certain nombre de points. |
| Nu het bevel tot betalen steeds meer wordt gebruikt, en er dus ook | Avec l'utilisation croissante de l'ordre de paiement, et par |
| meer en meer beroep tegen wordt aangetekend, bleek in de praktijk dat | conséquent des recours contre celle-ci, il est apparu en pratique que |
| sommige bepalingen in de wet niet zo duidelijk waren, wat leidt tot | certaines dispositions de la loi n'étaient pas aussi claires et ça |
| controverse in de rechtspraak en tot rechtsonzekerheid. | conduit à des controverses dans la jurisprudence et à l'insécurité juridique. |
| [...] | [...] |
| Er wordt nu uitdrukkelijk bepaald dat de strafrechtelijke kamer van de | Il est maintenant explicitement prévu que la chambre pénale du |
| politierechtbank bevoegd is om verwarring te vermijden met de | Tribunal de police est compétente afin d'éviter toute confusion avec |
| bevoegdheid van de politierechtbank als burgerlijke rechter met | la compétence du Tribunal de police en tant que juridiction civile en |
| betrekking tot het beroep tegen de gemeentelijke administratieve | ce qui concerne les recours contre les sanctions administratives |
| sancties. | communales. |
| De zin in het huidige § 2, 7e lid, ` indien het beroep ontvankelijk | Dans le § 2, alinéa 7, la phrase ` si le recours est déclaré |
| wordt verklaard, wordt het bevel tot betalen als niet bestaande | |
| beschouwd ' interpreteren veel rechters in de zin dat ze enkel over de | recevable, l'ordre de paiement est considéré comme inexistant ' est |
| ontvankelijkheid en niet over de grond van de zaak moeten oordelen. | interprétée par de nombreux juges comme leur imposant de ne juger que |
| Bij een ontvankelijk beroep wordt het dossier dan terug gestuurd naar | sur la recevabilité et non sur le fond de l'affaire. Si le recours est |
| het Openbaar Ministerie om een beslissing te nemen (dagvaarding of | recevable, le dossier est alors renvoyé au ministère public afin qu'il |
| seponering). Het is echter de bedoeling dat in hetzelfde vonnis zowel | prenne une décision (citation ou classement sans suite). Toutefois, il |
| over de ontvankelijkheid als ten gronde wordt geoordeeld. Er wordt dan | est prévu que le même jugement statue à la fois sur la recevabilité et |
| ook uitdrukkelijk bepaald dat de rechter ook bevoegd is om direct over | sur le fond. Il convient donc de prévoir explicitement que le juge est |
| de grond van de zaak te oordelen » (Parl. St., Kamer, 2020-2021, DOC | également compétent pour statuer directement sur le fond de l'affaire |
| 55-2175/001, pp. 31-32). | » (Doc. parl., Chambre, 2020-2021, DOC 55-2175/001, pp. 31-32). |
| B.6.1. Daarenboven kan ervan worden uitgegaan dat het openbaar | B.6.1. Par ailleurs, on peut considérer que, dans des circonstances |
| ministerie, in vergelijkbare omstandigheden waarin het op grond van de | comparables dans lesquelles il ne peut pas donner d'ordre de paiement |
| in het geding zijnde bepaling geen bevel tot betalen kan geven, over | |
| zou gaan tot dagvaarding van de rechtsonderhorige voor de | en vertu de la disposition en cause, le ministère public procédera à |
| strafrechter. Een dagvaarding van de betrokken rechtsonderhorige voor | la citation du justiciable concerné devant le juge pénal. Une citation |
| de strafrechter brengt met zich mee dat de strafvordering op gang | du justiciable concerné devant le juge pénal a pour effet que l'action |
| wordt gebracht en dat de rechtsonderhorige de ten laste gelegde | publique est mise en mouvement et que ce justiciable doit, à l'instar |
| feiten, net zoals de rechtsonderhorige die een beroep instelt tegen | du justiciable qui introduit un recours contre un ordre de paiement, |
| een bevel tot betalen, dient te betwisten in het kader van de | contester les faits qui lui sont reprochés dans le cadre de la |
| rechtspleging voor de strafrechter (zie arrest nr. 50/2023 van 23 | procédure devant le juge pénal. (voy. l'arrêt n° 50/2023 du 23 mars |
| maart 2023, ECLI:BE:GHCC:2023:ARR.050, B.16.3). | 2023, ECLI:BE:GHCC:2023:ARR.050, B.16.3). |
| B.6.2. Met het systeem van het bevel tot betalen voor | B.6.2. Par le système de l'ordre de paiement pour les infractions de |
| verkeersovertredingen beoogt de wetgever het openbaar ministerie in | roulage, le législateur entend permettre au ministère public de créer |
| staat te stellen een uitvoerbare titel op te maken, zodat niet langer | un titre exécutoire afin de ne plus devoir recourir au juge pénal pour |
| een beroep moet worden gedaan op een strafrechter om een overtreder | contraindre au paiement un contrevenant auquel une transaction a été |
| aan wie een minnelijke schikking is voorgesteld tot betaling te | proposée. Le législateur entend en effet rationaliser le règlement de |
| dwingen. De wetgever wil immers de afhandeling van bepaalde | certaines affaires pénales en matière de roulage en imposant une |
| verkeersstrafzaken stroomlijnen door het opleggen van een snelle, | sanction rapide, sûre et adaptée à la situation concrète et ce, selon |
| zekere en aan de concrete situatie aangepaste sanctie en dit volgens | une procédure qui offre à l'intéressé un degré suffisant de protection |
| een procedure die aan de betrokkene een voldoende niveau van | juridique. L'objectif consiste à réduire la charge de travail des |
| rechtsbescherming biedt. Doel is de werklast van de met vervolging en | autorités chargées de la poursuite et du jugement des affaires pénales |
| berechting van verkeersstrafzaken belaste overheden te verminderen, | |
| zodat meer tijd vrijkomt voor de behandeling van complexe dossiers | en matière de roulage, de sorte à libérer davantage de temps pour le |
| (Cass., 1 juni 2021, P.21.0325.N, ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20210601.2N.5, | traitement de dossiers complexes (Cass., 1er juin 2021, P.21.0325.N, |
| punt 2; 22 juni 2021, P.21.0478.N, | ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20210601.2N.5, point 2; 22 juin 2021, |
| ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20210622.2N.17, punt 2). | P.21.0478.N, ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20210622.2N.17, point 2). |
| B.6.3. Hoewel de regeling van het bevel tot betalen beoogt bij te | B.6.3. Même si la réglementation relative à l'ordre de paiement entend |
| dragen tot de handhaving van de verkeerswetgeving, strekt ze niet tot | contribuer à faire respecter la législation en matière de roulage, |
| het opleggen van een straf in de zin van artikel 1 van het | elle ne vise pas à infliger une peine au sens de l'article 1er du Code |
| Strafwetboek, maar uitsluitend tot het creëren van een uitvoerbare titel (Cass., 1 juni 2021, P.21.0325.N, | pénal, mais uniquement à créer un titre exécutoire (Cass., 1er juin |
| ECLI:BE:CASS:2021:CONC.20210601.2N.5, punt 3; 22 juni 2021, | 2021, P.21.0325.N, ECLI:BE:CASS:2021:CONC.20210601.2N.5, point 3; 22 |
| P.21.0478.N, ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20210622.2N.17, punt 3). | juin 2021, P.21.0478.N, ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20210622.2N.17, point |
| B.6.4. Zoals het Hof reeds heeft geoordeeld bij zijn arrest nr. | 3). B.6.4. Comme la Cour l'a déjà jugé par son arrêt n° 14/2022 du 3 |
| 14/2022 van 3 februari 2022 (ECLI:BE:GHCC:2022:ARR.014), kan de | février 2022 (ECLI:BE:GHCC:2022:ARR.014), l'objectif consistant à « |
| doelstelling « politieparketten te ontlasten » verantwoorden waarom de | soulager les parquets de police » peut justifier le fait que la |
| adiëring van de rechterlijke macht pas mogelijk is nadat het bevel tot | saisine du pouvoir judiciaire ne soit possible qu'après que l'ordre de |
| betalen ontvangen is. | paiement a été reçu. |
| B.6.5. Wanneer een beroep tegen het bevel tot betalen wordt ingediend, | B.6.5. Lorsqu'un ordre de paiement fait l'objet d'un recours, le juge |
| beoordeelt de rechter de schuldvraag en de straftoemeting. Zoals het | apprécie la culpabilité et la fixation de la peine. Comme la Cour l'a |
| Hof reeds heeft geoordeeld bij zijn arrest nr. 50/2023 van 23 maart | déjà jugé par son arrêt n° 50/2023 du 23 mars 2023 |
| 2023 (ECLI:BE:GHCC:2023:ARR.050), kan noch uit de in het geding zijnde | (ECLI:BE:GHCC:2023:ARR.050), ni la disposition en cause, ni aucune |
| bepaling, noch uit enige andere wettelijke bepaling worden afgeleid | autre disposition législative ne permettent de déduire que, dans la |
| dat de rechtsonderhorige in de rechtspleging voor het rechtscollege | procédure devant la juridiction qui doit statuer sur le recours contre |
| dat dient te oordelen over het beroep tegen het bevel tot betalen, | l'ordre de paiement, le justiciable ne jouit pas des garanties |
| niet de waarborgen geniet die voortvloeien uit artikel 6 van het | découlant de l'article 6 de la Convention européenne des droits de |
| Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Zo kan de persoon tegen | l'homme. Ainsi, la personne qui fait l'objet d'un ordre de paiement |
| wie een betalingsbevel is uitgevaardigd, bijvoorbeeld aanvoeren dat het voertuig waarvan de bestuurder de overtreding heeft begaan, een valse nummerplaat heeft. Bovendien laat geen enkele wettelijke bepaling het openbaar ministerie toe om bewijselementen te verkrijgen in strijd met de voormelde verdragsbepaling. In voorkomend geval staat het aan het rechtscollege dat kennis neemt van het beroep tegen het bevel tot betalen om te beoordelen of de bewijselementen die het openbaar ministerie voorlegt al dan niet voldoen aan de uit die verdragsbepaling voortvloeiende vereisten en, in zoverre dat niet het geval zou zijn, de gepaste gevolgen daaraan te verbinden. B.6.6. Ten slotte is het Hof niet bevoegd om zich uit te spreken over de wijze waarop wettelijke bepalingen worden toegepast. Bijgevolg staat het aan de bevoegde rechter om eventuele gebreken in de toepassing van de bij de betrokken bepaling ingestelde regeling te onderzoeken. B.7. Uit het voorgaande vloeit voort dat de in het geding zijnde bepaling in verhouding staat tot het nagestreefde legitieme doel en het vermoeden van onschuld eerbiedigt. De in het geding zijnde | peut faire valoir, par exemple, le fait que le véhicule dont le conducteur a commis l'infraction est doté d'une fausse plaque d'immatriculation. Par ailleurs, aucune disposition législative n'autorise le ministère public à obtenir des éléments de preuve en violation de la disposition conventionnelle précitée. Le cas échéant, il appartient à la juridiction qui connaît du recours contre l'ordre de paiement d'apprécier si les éléments de preuve soumis par le ministère public satisfont aux exigences découlant de cette disposition conventionnelle et, à défaut, d'y réserver les suites qui s'imposent. B.6.6. Enfin, la Cour n'est pas compétente pour se prononcer sur la manière dont des dispositions de nature législative sont appliquées. Dès lors, s'il existe des dysfonctionnements dans l'application du système instauré par la disposition en cause, il revient au juge compétent d'en connaître. B.7. Il découle de ce qui précède que la disposition en cause est proportionnée à l'objectif légitime poursuivi et qu'elle respecte la présomption d'innocence. La disposition en cause est dès lors |
| bepaling is bijgevolg bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 13 van de | compatible avec les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, lus en |
| Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, lid 2, van het Europees | combinaison avec l'article 6, paragraphe 2, de la Convention |
| Verdrag voor de rechten van de mens. | européenne des droits de l'homme. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| Artikel 65/1 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie | L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la |
| over het wegverkeer » schendt niet de artikelen 10, 11 en 13 van de | circulation routière » ne viole pas les articles 10, 11 et 13 de la |
| Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, lid 2, van het Europees | Constitution, lus en combinaison avec l'article 6, paragraphe 2, de la |
| Verdrag voor de rechten van de mens. | Convention européenne des droits de l'homme. |
| Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| op 11 april 2023. | la Cour constitutionnelle, le 11 avril 2023. |
| De griffier, | Le greffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| De voorzitter, | Le président, |
| L. Lavrysen | L. Lavrysen |