← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 161/2022 van 8 december 2022 Rolnummer 7601 In zake : de
prejudiciële vragen betreffende artikel 186, § 1, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld
door de Raad van State. Het Grondwettelijk Hof, I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging"
Uittreksel uit arrest nr. 161/2022 van 8 december 2022 Rolnummer 7601 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 186, § 1, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Raad van State. Het Grondwettelijk Hof, I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | Extrait de l'arrêt n° 161/2022 du 8 décembre 2022 Numéro du rôle : 7601 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 186, § 1 er , alinéa 7, du Code judiciaire, posées par le Conseil d'Etat. La Cour constitut composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Giet, J. Moerman, D. Pieters, E. (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 161/2022 van 8 december 2022 | Extrait de l'arrêt n° 161/2022 du 8 décembre 2022 |
Rolnummer 7601 | Numéro du rôle : 7601 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 186, § 1, zevende | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 186, § 1er, |
lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Raad van State. | alinéa 7, du Code judiciaire, posées par le Conseil d'Etat. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de | composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. |
rechters T. Giet, J. Moerman, D. Pieters, E. Bribosia en W. Verrijdt, | Giet, J. Moerman, D. Pieters, E. Bribosia et W. Verrijdt, assistée du |
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, | greffier F. Meersschaut, présidée par le président P. Nihoul, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arrest nr. 250.617 van 18 mei 2021, waarvan de expeditie ter | Par l'arrêt n° 250.617 du 18 mai 2021, dont l'expédition est parvenue |
griffie van het Hof is ingekomen op 15 juni 2021, heeft de Raad van | au greffe de la Cour le 15 juin 2021, le Conseil d'Etat a posé les |
State de volgende prejudiciële vragen gesteld : | questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Is artikel 186, § 1, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek | « 1. L'article 186, § 1er, alinéa 7, du Code judiciaire, est-il |
strijdig met de artikelen 13 en 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, in | contraire aux articles 13 et 23, alinéa 3, 2°, de la Constitution, le |
voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het | cas échéant combiné avec les articles 6 et 13 de la Convention |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele | européenne des droits de l'homme et des libertés fondamentales et avec |
vrijheden en met artikel 47, eerste alinea, van het Handvest van de | l'article 47-1 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union |
grondrechten van de Europese Unie, in zoverre het zou worden gelezen | européenne, en ce qu'il serait lu comme ne s'appliquant qu'au |
in die zin dat het enkel van toepassing is op een | règlement de répartition des affaires rendant une seule division |
zaakverdelingsreglement waarbij één enkele afdeling exclusief bevoegd | exclusivement compétente pour certaines catégories d'affaires et non |
wordt gemaakt voor bepaalde categorieën van zaken, en niet twee of | deux ou trois divisions au sein d'un très grand arrondissement |
drie afdelingen binnen een zeer groot gerechtelijk arrondissement ? | judiciaire ? |
2. Is artikel 186, § 1, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, | 2. L'article 186, § 1er, alinéa 7, du Code judiciaire tel que modifié |
zoals gewijzigd bij de wet van 11 augustus 2017 houdende invoeging van | par la loi du 11 août 2017 portant insertion du Livre XX ` |
het Boek XX ` Insolventie van ondernemingen ', in het Wetboek van | |
economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan | Insolvabilité des entreprises ', dans le Code de droit économique, et |
Boek XX in het Boek I van het Wetboek van economisch recht, in zoverre | portant insertion des définitions propres au livre XX, dans le Livre I |
het een exclusieve toekenning mogelijk maakt ` van vorderingen en | du Code de droit économique, en ce qu'il permet l'octroi exclusif ` |
geschillen rechtstreeks ontstaan uit een insolventieprocedure bedoeld | des actions et contestations qui découlent directement des procédures |
in Boek XX van het Wetboek van economisch recht, waarvan de gegevens | d'insolvabilité visées au Livre XX du Code de droit économique et dont |
voor de oplossing zich bevinden in het bijzonder recht dat van | les éléments de solution résident dans le droit particulier qui |
toepassing is op het stelsel van de insolventie ', strijdig met de | concernent le régime des procédures d'insolvabilité ', est-il |
artikelen 13 en 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, in voorkomend | contraire aux articles 13 et 23, alinéa 3, 2°, de la Constitution, le |
geval in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees | cas échéant combiné avec les articles 6 et 13 de la Convention |
Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en | européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés |
met artikel 47, eerste alinea, van het Handvest van de grondrechten | fondamentales et avec l'article 47-1 de la Charte des droits |
van de Europese Unie ? ». | fondamentaux de l'Union européenne ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling en de context ervan | Quant à la disposition en cause et à son contexte |
B.1.1. Artikel 186 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals het werd | B.1.1. L'article 186 du Code judiciaire, tel qu'il a été modifié par |
gewijzigd bij de wet van 11 augustus 2017 « houdende invoeging van het | la loi du 11 août 2017 « portant insertion du Livre XX ` Insolvabilité |
Boek XX ` Insolventie van ondernemingen ', in het Wetboek van | des entreprises ', dans le Code de droit économique, et portant |
economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan | insertion des définitions propres au livre XX, et des dispositions |
Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het | d'application au livre XX dans le livre I du Code de droit économique |
Boek I van het Wetboek van economisch recht » (hierna : de wet van 11 augustus 2017), bepaalt : « § 1. De zetel van de hoven en rechtbanken, alsmede hun rechtsgebied zijn vastgesteld in de artikelen 1 tot 6 van het bijvoegsel bij dit wetboek. De Koning kan, bij zaakverdelingsreglement in een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de hoven van beroep, de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel of de politierechtbanken in twee of meer afdelingen verdelen en de plaatsen aanwijzen waar die afdeling zitting en haar griffie houdt. | » (ci-après : la loi du 11 août 2017), dispose : « § 1er. Le siège des cours et tribunaux ainsi que le territoire sur lequel s'exerce leur juridiction est déterminé ainsi qu'il est dit aux articles de l'annexe au présent code. Le Roi peut, par règlement de répartition des affaires dans un arrêté délibéré en Conseil des ministres, répartir en deux ou plusieurs divisions les cours d'appel, les cours du travail, les tribunaux de première instance, les tribunaux du travail, les tribunaux de commerce et les tribunaux de police, et déterminer les lieux où sont établis leur siège et leur greffe. |
In voorkomend geval bepaalt Hij het grondgebied van elke afdeling en | Le cas échéant, Il détermine le territoire de chaque division et les |
voor welke categorieën van zaken die afdeling haar rechtsmacht | catégories d'affaires pour lesquelles cette division exerce sa |
uitoefent. Het zaakverdelingsreglement kan de territoriale bevoegdheid | juridiction. Le règlement de répartition des affaires peut étendre la |
van de afdeling uitbreiden tot een deel of het geheel van het | compétence territoriale de la division à une partie ou à l'ensemble du |
grondgebied van het arrondissement. Het kan in geen geval leiden tot | territoire de l'arrondissement. Il ne peut en aucun cas avoir pour |
de afschaffing van bestaande zittingsplaatsen. | effet de supprimer des lieux d'audiences existants. |
[...] | [...] |
Het zaakverdelingsreglement van de rechtbank wordt op voorstel van de | Le règlement de répartition des affaires du tribunal est établi sur |
voorzitter vastgesteld na advies, naar gelang van het geval, van de | proposition du président, après avis, selon le cas, du procureur du |
procureur des Konings, de arbeidsauditeur, de hoofdgriffier en de | Roi, de l'auditeur du travail, du greffier en chef et du ou des |
stafhouder(s) van de Orde of Ordes van advocaten. | bâtonniers de l'Ordre ou des Ordres des avocats. |
[...] | [...] |
Indien de Koning bij een zaakverdelingsreglement een afdeling | Si le Roi, par règlement de répartition des affaires, rend une |
exclusief bevoegd maakt voor bepaalde categorieën van zaken, waakt Hij | division exclusivement compétente pour certaines catégories |
erover dat de toegang tot justitie en de kwaliteit van de | d'affaires, Il veille à ce que l'accès à la justice et la qualité du |
dienstverlening gewaarborgd blijven. | service restent garantis. Le règlement qui rend une division |
Het reglement dat een afdeling exclusief bevoegd maakt, kan in | exclusivement compétente ne peut porter, en matière civile, que sur |
burgerlijke zaken enkel betrekking hebben op bevoegdheden bedoeld in : | les matières visées : |
[...] | [...] |
b) voor de rechtbank van koophandel : de artikelen 573, 2°, 574, 2°, | b) pour le tribunal de commerce : aux articles 573, 2°, 574, 2°, 3°, |
3°, 4°, 7°, 8°, 9°, 11° tot 19°, 575, 576 en 577; | 4°, 7°, 8°, 9°, 11° à 19°, 575, 576 et 577; |
[...] | [...] |
§ 2. De neerlegging van stukken ter griffie met het oog op de | § 2. Le dépôt de pièces au greffe en vue de la saisine et du |
aanhangigmaking en behandeling van zaken die, overeenkomstig paragraaf | traitement des affaires qui sont attribuées, conformément au |
1, ingevolge een zaakverdelingsreglement zijn toegewezen aan een | paragraphe 1er, à une division en vertu d'un règlement de répartition |
afdeling, kan gebeuren in elke afdeling van de bevoegde rechtbank. De | des affaires, peut avoir lieu dans chaque division du tribunal |
stukken worden door de griffie overgezonden aan de bevoegde afdeling | compétent. Les pièces sont transmises par le greffe à la division |
en de griffie deelt de partijen die de stukken hebben neergelegd mee | compétente et le greffier informe les parties qui ont déposé les |
welke afdeling bevoegd is. | pièces de la division qui est compétente. |
[...] ». | [...] ». |
B.1.2. Het Hof onderzoekt de in het geding zijnde bepaling in die | B.1.2. La Cour examine la disposition en cause dans cette version, qui |
versie, die van toepassing is op het geschil voor het verwijzende | est applicable au litige porté devant la juridiction a quo. |
rechtscollege. B.1.3. Bij artikel 252 van de wet van 15 april 2018 « houdende | B.1.3. L'article 252 de la loi du 15 avril 2018 « portant réforme du |
hervorming van het ondernemingsrecht » werd de benaming « rechtbank | droit des entreprises » a remplacé la dénomination « tribunal de |
van koophandel » vervangen door de benaming « ondernemingsrechtbank ». | commerce » par la dénomination « tribunal de l'entreprise ». |
Het Hof maakt bijgevolg gebruik van die benaming. | La Cour se réfère dès lors à cette dénomination. |
B.1.4. De in het geding zijnde bepaling past in de context van de | B.1.4. La disposition en cause s'inscrit dans le contexte de |
verruiming van de gerechtelijke arrondissementen, die voortvloeit uit | l'agrandissement des arrondissements judiciaires, qui résulte de la |
de wet van 1 december 2013 « tot hervorming van de gerechtelijke | loi du 1er décembre 2013 « portant réforme des arrondissements |
arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het | judiciaires et modifiant le Code judiciaire en vue de renforcer la |
oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde » | mobilité des membres de l'ordre judiciaire » (ci-après : la loi du 1er |
(hierna : de wet van 1 december 2013). Sinds het werd gewijzigd bij | |
artikel 108 van die wet, bepaalt artikel 4, punt 11, derde lid, van | décembre 2013). Depuis qu'il a été modifié par l'article 108 de cette |
het bijvoegsel « Gebiedsomschrijving en zetel van hoven en rechtbanken | loi, l'article 4, point 11, alinéa 3, de l'annexe « Limites |
» van het Gerechtelijk Wetboek dat de Ondernemingsrechtbank te Luik | territoriales et siège des cours et tribunaux » du Code judiciaire |
rechtsmacht heeft over de arrondissementen Luik, Luxemburg en Namen. | prévoit que le Tribunal de l'entreprise de Liège exerce sa juridiction |
dans les arrondissements de Liège, de Luxembourg et de Namur. Ce | |
Dat gebied komt overeen met het rechtsgebied van het Hof van Beroep te | territoire correspond au ressort de la Cour d'appel de Liège. Les |
Luik. De punten 8, eerste lid, 10, eerste lid, en 11, eerste lid, van | points 8, alinéa 1er, 10, alinéa 1er, et 11, alinéa 1er, du même |
hetzelfde artikel bepalen de gerechtelijke kantons die respectievelijk | article déterminent les cantons judiciaires qui composent, |
de drie voormelde arrondissementen vormen. De territoriale grenzen van | respectivement, les trois arrondissements précités. Les limites |
die kantons zijn respectievelijk vastgelegd in de artikelen M8, M9 et | territoriales de ces cantons sont définies respectivement aux articles |
M10 van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek. | M8, M9 et M10 de l'annexe au Code judiciaire. |
B.1.5. De in het geding zijnde bepaling, de andere leden van artikel | B.1.5. La disposition en cause, les autres alinéas de l'article 186, § |
186, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, paragraaf 2 van dat artikel en | 1er, du Code judiciaire, le paragraphe 2 de cet article et les |
de voormelde bepalingen van het bijvoegsel van hetzelfde Wetboek | dispositions précitées de l'annexe du même Code forment un ensemble |
vormen een samenhangend geheel. | cohérent. |
Het Hof onderzoekt derhalve de bestaanbaarheid van artikel 186, § 1, | La Cour examine en conséquence la compatibilité de l'article 186, § 1er, |
zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek met de in de prejudiciële | alinéa 7, du Code judiciaire avec les normes de référence visées dans |
vraag beoogde referentienormen in het raam van een gecombineerde | la question préjudicielle, dans le cadre d'une lecture combinée avec |
lezing met de voormelde bepalingen. | les dispositions précitées. |
B.2. Het geschil dat aanhangig is gemaakt bij het verwijzende | B.2. Le litige dont est saisie la juridiction a quo porte sur la |
rechtscollege heeft betrekking op het regelmatige karakter van het | |
koninklijk besluit van 18 maart 2018 « tot vaststelling van het | régularité de l'arrêté royal du 18 mars 2018 « fixant le règlement de |
zaakverdelingsreglement van de ondernemingsrechtbank te Luik en tot | répartition des affaires du tribunal de l'entreprise de Liège et |
wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de | modifiant l'arrêté royal du 14 mars 2014 relatif à la répartition en |
verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de | divisions des cours du travail, des tribunaux de première instance, |
arbeidsrechtbanken, de ondernemingsrechtbanken en de | des tribunaux du travail, des tribunaux de l'entreprise et des |
politierechtbanken in afdelingen » (hierna : het koninklijk besluit | |
van 18 maart 2018), dat werd genomen krachtens artikel 186, § 1, van | tribunaux de police » (ci-après : l'arrêté royal du 18 mars 2018), |
lequel a été pris en vertu de l'article 186, § 1er, du Code | |
het Gerechtelijk Wetboek. | judiciaire. |
B.3.1. Het koninklijk besluit van 18 maart 2018 verdeelt de | B.3.1. L'arrêté royal du 18 mars 2018 répartit le Tribunal de |
Ondernemingsrechtbank te Luik in acht afdelingen. Elk van die | l'entreprise de Liège en huit divisions. Chacune de ces divisions |
afdelingen oefent rechtsmacht uit over een grondgebied dat bij het | exerce sa juridiction sur un territoire déterminé par l'arrêté |
besluit is vastgesteld (artikel 1). | (article 1er). |
B.3.2. Alleen de afdeling Luik, voor het gerechtelijk arrondissement | B.3.2. Seules les divisions de Liège, pour l'arrondissement judiciaire |
Luik, de afdeling Neufchâteau, voor het gerechtelijk arrondissement | de Liège, de Neufchâteau, pour l'arrondissement judiciaire du |
Luxemburg, en de afdeling Namen, voor het gerechtelijk arrondissement | Luxembourg, et de Namur, pour l'arrondissement judiciaire de Namur, |
Namen, zijn bevoegd voor de procedures bedoeld in boek XX, (« | sont compétentes pour les procédures qui sont visées au Livre XX (« |
Insolventie van ondernemingen »), van het Wetboek van Economisch Recht | |
en waarvan de gegevens voor de oplossing zich bevinden in het | Insolvabilité des entreprises ») du Code de droit économique, et dont |
bijzonder recht dat van toepassing is op het stelsel van de | les éléments de solution résident dans le droit particulier qui |
insolventieprocedures. Die drie afdelingen zijn eveneens als enigen | concerne le régime des procédures d'insolvabilité. Ces trois divisions |
bevoegd voor de procedures die betrekking hebben op de vereffening van | sont également les seules compétentes pour les procédures relatives à |
maatschappen, tijdelijke handelsvennootschappen en stille | la liquidation des sociétés simples, des sociétés momentanées et des |
handelsvennootschappen, bedoeld in boek III, titel IV, van het Wetboek | sociétés internes, visées au Livre III, Titre IV, du Code des |
van vennootschappen, en op de ontbinding en vereffening van | sociétés, et à la dissolution et à la liquidation des personnes |
rechtspersonen, bedoeld in boek IV, titel IX, van hetzelfde Wetboek of | morales, visées au Livre IV, Titre IX, du même Code, ou y trouvant |
die daarmee kunnen worden opgelost, ingeleid vanaf 1 mei 2018, alsook | leur solution, introduites à partir du 1er mai 2018, ainsi que pour |
voor de eedafleggingen (artikel 2). | les prestations de serment (article 2). |
B.3.3. Verhoren door de rechter-commissaris inzake faillissementen, | B.3.3. Toutefois, les auditions par le juge-commissaire dans les |
door de gedelegeerd rechter inzake gerechtelijke reorganisaties en | faillites, par le juge délégué dans les réorganisations judiciaires et |
door de rechter verslaggever inzake het onderzoek naar ondernemingen | par le juge rapporteur dans l'examen des entreprises en difficulté ont |
in moeilijkheden verlopen per afdeling, naar gelang van de | lieu dans chaque division, selon la compétence territoriale de |
territoriale bevoegdheid ervan (artikel 3). | celle-ci (article 3). |
B.4. De prejudiciële vragen berusten op de interpretatie van artikel | B.4. Les questions préjudicielles reposent sur l'interprétation de |
186, § 1, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, volgens welke dat artikel enkel van toepassing is indien de Koning, bij een zaakverdelingsreglement, één afdeling exclusief bevoegd maakt voor bepaalde categorieën van zaken. B.5. Het staat in de regel aan het verwijzende rechtscollege om de bepalingen die het toepast te interpreteren, onder voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing van de in het geding zijnde bepaling, wat te dezen niet het geval is. Het Hof onderzoekt de in het geding zijnde bepaling dus in de interpretatie die het verwijzende rechtscollege heeft voorgelegd. Ten gronde Wat de eerste prejudiciële vraag betreft B.6.1. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op de | l'article 186, § 1er, alinéa 7, du Code judiciaire selon laquelle celui-ci ne s'applique que dans l'hypothèse où le Roi, par un règlement de répartition des affaires, rend une seule division exclusivement compétente pour certaines catégories d'affaires. B.5. Il appartient, en règle, à la juridiction a quo d'interpréter les dispositions qu'elle applique, sous réserve d'une lecture manifestement erronée de la disposition en cause, ce qui n'est pas le cas en l'espèce. La Cour examine donc la disposition en cause dans l'interprétation soumise par la juridiction a quo. Quant au fond En ce qui concerne la première question préjudicielle B.6.1. La première question préjudicielle porte sur la compatibilité |
bestaanbaarheid van artikel 186, § 1, zevende lid, van het | de l'article 186, § 1er, alinéa 7, du Code judiciaire avec les |
Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 13 en 23, derde lid, 2°, van de | articles 13 et 23, alinéa 3, 2°, de la Constitution, lus en |
Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 | combinaison ou non avec les articles 6 et 13 de la Convention |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de | européenne des droits de l'homme et des libertés fondamentales, dans |
fundamentele vrijheden, in de interpretatie volgens welke het enkel | l'interprétation selon laquelle il s'applique uniquement au règlement |
van toepassing is op een zaakverdelingsreglement waarbij één enkele | de répartition des affaires rendant exclusivement compétente pour |
afdeling exclusief bevoegd wordt gemaakt voor bepaalde categorieën van | certaines catégories d'affaires une seule division et non deux ou |
zaken, en niet twee of drie afdelingen binnen een zeer groot gerechtelijk arrondissement. | trois divisions, au sein d'un très grand arrondissement judiciaire. |
B.6.2. Uit het verwijzingsarrest blijkt dat de « Ordre des barreaux | B.6.2. Il ressort de l'arrêt de renvoi que l'Ordre des barreaux |
francophones et germanophone », verzoekende partij voor het | francophones et germanophone, partie requérante devant la juridiction |
verwijzende rechtscollege, van mening is dat de beperking van het | a quo, estime que la limitation du champ d'application de la |
toepassingsgebied van de in het geding zijnde bepaling tot de hypothese van een centralisatie, bij één enkele afdeling van de ondernemingsrechtbank, van de exclusieve bevoegdheid om kennis te nemen van een categorie van zaken, de in de prejudiciële vraag beoogde referentienormen op twee wijzen zou kunnen schenden. Ten eerste voorziet de in het geding zijnde bepaling erin dat, indien de Koning één afdeling exclusief bevoegd maakt voor bepaalde categorieën van zaken, Hij erover waakt dat de toegang tot justitie en de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd blijven, terwijl dergelijke waarborgen niet uitdrukkelijk zijn vastgelegd wanneer de Koning dezelfde bevoegdheid aan twee of drie afdelingen toewijst. Ten tweede kan een centralisatie bij één enkele afdeling slechts worden doorgevoerd voor bepaalde bevoegdheden die limitatief zijn opgesomd in de in het geding zijnde bepaling. Die restrictie is niet van toepassing wanneer de Koning de exclusieve bevoegdheid om kennis te nemen van een bepaalde categorie van zaken centraliseert bij twee of drie afdelingen. Daaruit volgt dat alle bevoegdheden van de ondernemingsrechtbank bij twee of drie afdelingen zouden kunnen worden gecentraliseerd. Daaruit volgt eveneens dat, binnen een groot | disposition en cause à l'hypothèse d'une centralisation auprès d'une seule division du tribunal de l'entreprise de la compétence exclusive de connaître d'une catégorie d'affaires serait susceptible de violer doublement les normes de référence visées dans la question préjudicielle. Premièrement, la disposition en cause prévoit que, si le Roi rend une division exclusivement compétente pour certaines catégories d'affaires, Il veille à ce que l'accès à la justice et la qualité du service restent garantis, alors que de telles garanties ne sont pas explicitement prévues lorsque le Roi attribue la même compétence à deux ou trois divisions. Deuxièmement, la centralisation auprès d'une seule division ne peut être opérée que dans certaines matières limitativement énumérées par la disposition en cause. Cette restriction n'est pas applicable lorsque le Roi centralise auprès de deux ou trois divisions la compétence exclusive de connaître d'une catégorie d'affaires. Il en résulte que l'ensemble des compétences du tribunal de l'entreprise pourraient être centralisées auprès de deux ou trois divisions. Il s'ensuit également qu'au sein d'un grand ressort territorial, tel |
rechtsgebied zoals dat van de Ondernemingsrechtbank te Luik, bepaalde | celui du Tribunal de l'entreprise de Liège, certaines compétences |
bevoegdheden zouden kunnen worden gecentraliseerd bij twee of drie | pourraient être centralisées auprès de deux ou trois divisions, alors |
afdelingen, terwijl dat, wat de af te leggen afstanden betreft, op | que cela reviendrait au même, pour ce qui est des distances à |
hetzelfde zou neerkomen als een centralisatie bij één enkele afdeling | parcourir, que la centralisation auprès d'une seule division au sein |
in minder uitgestrekte rechtsgebieden. | de ressorts territoriaux moins étendus. |
B.6.3. Het koninklijk besluit van 18 maart 2018 maakt drie afdelingen | B.6.3. L'arrêté royal du 18 mars 2018 rend trois divisions du Tribunal |
van de Ondernemingsrechtbank te Luik exclusief bevoegd voor bepaalde | de l'entreprise de Liège exclusivement compétentes pour certaines |
categorieën van zaken. | catégories d'affaires. |
Het Hof beperkt derhalve zijn onderzoek tot die hypothese. | La Cour limite dès lors son examen à cette hypothèse. |
B.7.1. Artikel 13 van de Grondwet houdt een recht in op toegang tot de | B.7.1. L'article 13 de la Constitution consacre un droit d'accès au |
bevoegde rechter. Het recht op toegang tot de rechter wordt eveneens | juge compétent. Le droit d'accès au juge est également garanti par les |
gewaarborgd bij de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de | articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
rechten van de mens. | |
B.7.2. Artikel 23 van de Grondwet voorziet in het recht op juridische | B.7.2. L'article 23 de la Constitution prévoit le droit à l'aide |
bijstand. | juridique. |
B.8. Het koninklijk besluit van 18 maart 2018 werd genomen op grond | B.8. L'arrêté royal du 18 mars 2018 a été pris sur le fondement de |
van artikel 186, § 1, tweede en derde lid, van het Gerechtelijk | l'article 186, § 1er, alinéas 2 et 3, du Code judiciaire. |
Wetboek. Artikel 186, § 1, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek machtigt de | L'article 186, § 1er, alinéa 3, du Code judiciaire habilite le Roi à |
Koning ertoe de exclusieve bevoegdheid om kennis te nemen van een categorie van zaken te centraliseren bij een of meer afdelingen van de ondernemingsrechtbank, terwijl paragraaf 1, zevende lid, van hetzelfde artikel, zoals wordt geïnterpreteerd door het verwijzende rechtscollege, enkel betrekking heeft op de hypothese waarin de Koning de bevoegdheid om kennis te nemen van een categorie van zaken bij één enkele afdeling centraliseert. In die hypothese legt de in het geding zijnde bepaling de verplichting op dat de toewijzing van een exclusieve bevoegdheid betrekking heeft op één van de opgesomde bevoegdheden en dat de toegang tot justitie en de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd blijven. | centraliser auprès d'une ou de plusieurs divisions du tribunal de l'entreprise la compétence exclusive de connaître d'une catégorie d'affaires, tandis que le paragraphe 1er, alinéa 7, du même article, tel qu'il est interprété par la juridiction a quo, vise uniquement l'hypothèse dans laquelle le Roi centralise auprès d'une seule division la compétence de connaître d'une catégorie d'affaires. Dans cette hypothèse, la disposition en cause impose que l'attribution d'une compétence exclusive porte sur l'une des matières énumérées et que l'accès à la justice et la qualité du service restent garantis. |
Bij het koninklijk besluit van 18 maart 2018 wordt de exclusieve | L'arrêté royal du 18 mars 2018 attribue la compétence exclusive de |
bevoegdheid om kennis te nemen van bepaalde categorieën van zaken | connaître de certaines catégories d'affaires à trois divisions du |
toegewezen aan drie afdelingen van de Ondernemingsrechtbank te Luik en | Tribunal de l'entreprise de Liège, et non à une seule de ces |
niet aan één enkele afdeling, zodat artikel 186, § 1, zevende lid, van | divisions, de sorte que l'article 186, § 1er, alinéa 7, du Code |
het Gerechtelijk Wetboek niet van toepassing is. | judiciaire ne s'applique pas. |
B.9.1. Het Hof wordt evenwel gevraagd of het grondwettig is het | B.9.1. La Cour est toutefois interrogée sur la constitutionnalité de |
toepassingsgebied van de in het geding zijnde bepaling te beperken tot | la restriction du champ d'application de la disposition en cause à |
de hypothese dat de exclusieve bevoegdheid om kennis te nemen van een | l'hypothèse de la centralisation auprès d'une seule division du |
categorie van zaken bij één enkele afdeling van de | tribunal de l'entreprise de la compétence exclusive de connaître d'une |
ondernemingsrechtbank wordt gecentraliseerd. | catégorie d'affaires. |
B.9.2. De wetgever kon oordelen dat het niet nodig was de | B.9.2. Le législateur a pu estimer qu'il ne s'imposait pas d'énumérer |
aangelegenheden waarvoor de Koning drie afdelingen van de | limitativement les matières dans lesquelles le Roi pouvait rendre |
ondernemingsrechtbank exclusief bevoegd kon maken, limitatief op te | trois divisions du tribunal de l'entreprise exclusivement compétentes |
sommen, naar het voorbeeld van wat de in het geding zijnde bepaling | à l'instar de ce que prévoit la disposition en cause pour |
vastlegt voor de toewijzing van een exclusieve bevoegdheid aan één | l'attribution d'une compétence exclusive à une seule division de ce |
enkele afdeling van die rechtbank. | tribunal. |
Het is immers niet onredelijk aan te nemen dat geen van de | En effet, il n'est pas déraisonnable de considérer qu'aucune des |
aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de ondernemingsrechtbank | matières qui relèvent de la compétence du tribunal de l'entreprise |
behoren per definitie ongeschikt is voor een centralisatie bij drie | n'est, par essence, insusceptible d'une centralisation auprès de trois |
afdelingen van dit rechtbank. Hieruit volgt dat de wetgever de Koning | divisions de ce tribunal. Il s'ensuit que le législateur a pu |
ertoe kon machtigen voor elk van die aangelegenheden een centralisatie | habiliter le Roi à opérer une centralisation auprès de trois divisions |
bij drie afdelingen door te voeren. | dans chacune de ces matières. |
B.9.3. Bovendien vloeit het in B.6.2 omschreven verschil in | B.9.3. En outre, la différence de traitement, décrite en B.6.2, entre |
behandeling tussen de rechtzoekenden die in het rechtsgebied van de | les justiciables qui sont jugés dans le ressort du Tribunal de |
Ondernemingsrechtbank te Luik worden berecht en de rechtzoekenden die | l'entreprise de Liège et les justiciables qui sont jugés dans d'autres |
in andere, minder uitgestrekte, rechtsgebieden worden berecht, voort | ressorts, moins étendus, résulte tant du choix du législateur |
uit zowel de keuze van de wetgever om de territoriale bevoegdheid van | d'étendre la compétence territoriale du Tribunal de l'entreprise de |
de Ondernemingsrechtbank te Luik uit te breiden tot de | Liège aux arrondissements de Namur et de Luxembourg que de la |
arrondissementen Namen en Luxemburg als de vaststelling, bij het | |
koninklijk besluit van 18 maart 2018, van het aantal afdelingen van | détermination, par l'arrêté royal du 18 mars 2018, du nombre de |
die Rechtbank en van de omvang van het grondgebied waarover zij | divisions de ce Tribunal et de l'étendue du territoire sur lequel |
rechtsmacht uitoefenen. | elles exercent leur juridiction. |
Zoals in B.1.4 en B.1.5 is vermeld, worden de grenzen van het | Comme il est dit en B.1.4 et B.1.5, les limites du ressort du Tribunal |
rechtsgebied van de Ondernemingsrechtbank vastgesteld bij artikel 4, | de l'entreprise sont déterminées à l'article 4, point 11, alinéa 3, de |
punt 11, derde lid, van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek, | l'annexe au Code judiciaire, qui forme avec la disposition en cause un |
ensemble cohérent. | |
dat met de in het geding zijnde bepaling een samenhangend geheel | Eu égard à la densité de la population, il n'est pas déraisonnable |
vormt. Gelet op de bevolkingsdichtheid is het niet onredelijk dat de | d'avoir rendu le Tribunal de l'entreprise de Liège compétent pour les |
Ondernemingsrechtbank te Luik bevoegd is gemaakt voor de gerechtelijke | arrondissements judiciaires de Namur et de Luxembourg. |
arrondissementen Namen en Luxemburg. | |
B.9.4. Bovendien blijkt uit de parlementaire voorbereiding van de wet | B.9.4. De surcroît, il ressort des travaux préparatoires de la loi du |
van 1 december 2013 dat het vergroten van het rechtsgebied van de | 1er décembre 2013 que l'agrandissement du ressort territorial des |
rechtscolleges geen veralgemeende vermindering van het aantal | juridictions n'a pas pour objectif la réduction généralisée du nombre |
zittingsplaatsen beoogt. Het doel van de wetgever bestond erin | de sites de justice. Le législateur avait pour but de favoriser une |
magistraten en gerechtspersoneel beter in te zetten binnen de | meilleure affectation des magistrats et du personnel judiciaire au |
afdelingen van een rechtscollege, in functie van werklast en | sein des divisions d'une juridiction en fonction de la charge de |
specialisatie. « [Personeel] van een plaats met relatief weinig | travail et de la spécialisation. En effet, « le personnel d'un endroit |
activiteit [kan immers] tijdelijk elders ingezet worden waar grote | où il y a relativement moins d'activité peut temporairement être |
noden zijn. [...] Die mobiliteit zal worden uitgebouwd in functie van | affecté ailleurs, là où les besoins sont grands. [...] Cette mobilité |
een beter beheer van de human resources, zonder daarom de plaatselijke | sera développée en fonction d'une meilleure gestion des ressources |
dienstverlening aan het publiek aan te tasten » (Parl. St., Kamer, | humaines sans pour autant porter préjudice aux services locaux fournis |
2012-2013, DOC 53-2858/001, p. 8). | au public » (Doc. parl., Chambre, 2012-2013, DOC 53-2858/001, p. 8). |
In dat opzicht wordt de Koning ermee belast de bij de hervorming | A cet égard, le Roi est chargé de répartir en plusieurs divisions les |
betrokken rechtscolleges in meerdere afdelingen onder te verdelen | juridictions concernées par la réforme, en ayant égard à la volonté du |
rekening houdend met de wil van de wetgever, namelijk dat « de | législateur selon laquelle « le service de base doit être fourni dans |
basisdienstverlening in alle afdelingen moet aangeboden worden, maar | toutes les divisions, mais [...] les tribunaux doivent pouvoir |
dat de rechtbanken bepaalde, vaak gespecialiseerde, zaken in één | concentrer certaines affaires, souvent spécialisées dans une seule |
afdeling [moeten] kunnen concentreren » (ibid. p. 13). | division » (ibid. p. 13). |
B.9.5. Het komt de Koning toe het aantal afdelingen van de | B.9.5. Il appartient au Roi de déterminer le nombre de divisions du |
Ondernemingsrechtbank te Luik en het grondgebied waarover zij | Tribunal de l'entreprise de Liège et le territoire sur lequel elles |
rechtsmacht uitoefenen zodanig te bepalen dat de rechtzoekenden die in het rechtsgebied van die Rechtbank worden berecht, niet worden gediscrimineerd ten opzichte van de rechtzoekenden die in de andere rechtsgebieden worden berecht. Het komt Hem eveneens toe zich ervan te vergewissen dat de bevoegdheidstoewijzing, door de omvang ervan, geen afbreuk doet aan het recht op toegang tot de rechter en het recht op juridische bijstand, gelet op meer bepaald de bevoegdheden die Hij reeds zou hebben gecentraliseerd bij één of meer afdelingen van de Ondernemingsrechtbank en op de omvang van het grondgebied waarover zij rechtsmacht uitoefenen. | exercent leur juridiction de manière telle que les justiciables qui sont jugés dans le ressort de ce Tribunal ne soient pas discriminés par rapport aux justiciables qui sont jugés dans les autres ressorts. Il Lui incombe également de s'assurer que l'attribution d'une compétence, par son ampleur, ne porte pas atteinte au droit d'accès au juge ni au droit à l'aide juridique, eu égard, notamment, aux compétences qu'Il aurait déjà centralisées auprès d'une ou de plusieurs divisions du tribunal de l'entreprise et de la taille du territoire sur lequel celles-ci exercent leur juridiction. En effet, s'il est vrai que la disposition en cause ne s'applique pas |
Ook al is het juist dat de in het geding zijnde bepaling niet van | aux règlements de répartition des affaires qui attribuent la |
toepassing is op de zaakverdelingsreglementen die de exclusieve | compétence exclusive de connaître de certaines affaires à trois |
bevoegdheid om kennis te nemen van bepaalde zaken toewijzen aan drie | divisions plutôt qu'à une seule, l'on ne saurait pour autant en |
afdelingen in plaats van één, kan men daar immers, a contrario, niet | déduire, a contrario, que le droit d'accès au juge et le droit à |
uit afleiden dat het recht op toegang tot de rechter en het recht op | l'aide juridique ne devraient pas être garantis lorsque l'attribution |
juridische bijstand niet gewaarborgd zouden zijn wanneer een | |
bevoegdheid wordt toegewezen aan meer dan één afdeling, en dat | de compétence est opérée en faveur de plus d'une division, et ce, |
ongeacht de betrokken aangelegenheid. | quelle que soit la matière concernée. |
Zowel de wetgever als de Koning dienen de inachtneming van deze | Le législateur comme le Roi doivent garantir le respect de ces droits, |
rechten te waarborgen, zonder dat de wet dat uitdrukkelijk moet | sans qu'il soit nécessaire que la loi le prévoie explicitement. En |
bepalen. Bovendien staat de aan de Koning verleende delegatie Hem niet | outre, la délégation conférée au Roi ne L'autorise pas à méconnaître |
toe de Grondwet te schenden bij de uitoefening van de Hem verleende | la Constitution dans l'exercice de la compétence qui Lui a été |
bevoegdheid. | attribuée. |
B.9.6. Het staat bijgevolg aan de Raad van State te bepalen of het | B.9.6. Il appartient dès lors au Conseil d'Etat de déterminer si |
koninklijk besluit van 18 maart 2018 afbreuk doet aan het fundamentele | l'arrêté royal du 18 mars 2018 porte atteinte au droit fondamental à |
recht op juridische bijstand. Het komt hem eveneens toe na te gaan of | l'aide juridique. Il lui revient également d'apprécier si l'arrêté |
het voormelde besluit voldoende waarborgen biedt betreffende het recht | précité apporte des garanties suffisantes en ce qui concerne le droit |
op toegang tot een rechter, meer bepaald voor personen met een | d'accès à la justice, notamment pour les personnes handicapées ou pour |
handicap of voor personen van wie de advocaat een handicap heeft. | les personnes dont l'avocat est porteur d'un handicap. |
Wat de tweede prejudiciële vraag betreft | En ce qui concerne la seconde question préjudicielle |
B.10. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de | B.10. La seconde question préjudicielle porte sur la compatibilité de |
bestaanbaarheid van artikel 186, § 1, zevende lid, zoals gewijzigd bij | l'article 186, § 1er, alinéa 7, tel qu'il a été modifié par la loi du |
de wet van 11 augustus 2017, met de artikelen 13 en 23, derde lid, 2°, | 11 août 2017, avec les articles 13 et 23, alinéa 3, 2°, de la |
van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 | Constitution, lus en combinaison ou non avec les articles 6 et 13 de |
en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre | la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il permet de |
het de mogelijkheid biedt om één enkele afdeling exclusief bevoegd te | rendre une seule division exclusivement compétente pour les actions et |
maken voor vorderingen en geschillen rechtstreeks ontstaan uit een | |
insolventieprocedure bedoeld in boek XX van het Wetboek van economisch | contestations qui découlent directement des procédures d'insolvabilité |
recht, waarvan de gegevens voor de oplossing zich bevinden in het | visées au Livre XX du Code de droit économique et dont les éléments de |
bijzonder recht dat van toepassing is op het stelsel van de | solution résident dans le droit particulier qui concerne le régime des |
insolventie. | procédures d'insolvabilité. |
B.11. Uit de uiteenzettingen betreffende de eerste prejudiciële vraag | B.11. Il ressort des développements relatifs à la première question |
blijkt dat de in het geding zijnde bepaling niet van toepassing is | préjudicielle que la disposition en cause n'est pas applicable |
wanneer, zoals te dezen, de Koning de exclusieve bevoegdheid om kennis | lorsque, comme c'est le cas en l'espèce, le Roi attribue la compétence |
te nemen van bepaalde zaken toewijst aan drie afdelingen van de | exclusive de connaître de certaines affaires à trois divisions du |
ondernemingsrechtbank. | tribunal de l'entreprise. |
Een eventuele vaststelling van ongrondwettigheid van de in het geding | L'éventuel constat d'inconstitutionnalité de la disposition en cause |
zijnde bepaling kan bijgevolg geen weerslag hebben wat betreft het | ne saurait dès lors avoir une incidence quant à la régularité de |
regelmatige karakter van het koninklijk besluit van 18 maart 2018, | l'arrêté royal du 18 mars 2018, puisque ce dernier ne fait pas |
aangezien dat laatste geen toepassing maakt van de voormelde bepaling. | application de la disposition précitée. |
B.12. Daaruit volgt dat het antwoord op de tweede prejudiciële vraag | B.12. Il s'ensuit que la réponse à la seconde question préjudicielle |
kennelijk niet nuttig is voor de oplossing van het geschil. | n'est manifestement pas utile à la solution du litige. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Artikel 186, § 1, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, | - L'article 186, § 1er, alinéa 7, du Code judiciaire, interprété comme |
geïnterpreteerd in die zin dat het enkel van toepassing is op een | |
zaakverdelingsreglement waarbij één enkele afdeling exclusief bevoegd | ne s'appliquant qu'au règlement de répartition des affaires rendant |
wordt gemaakt voor bepaalde categorieën van zaken, en niet twee of | exclusivement compétente pour certaines catégories d'affaires une |
drie afdelingen binnen een zeer groot gerechtelijk arrondissement, | seule division et non deux ou trois divisions au sein d'un très grand |
schendt niet de artikelen 13 en 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, al | arrondissement judiciaire, ne viole pas les articles 13 et 23, alinéa |
3, 2°, de la Constitution, lus en combinaison ou non avec les articles | |
dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het | 6 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens. | |
- De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. | - La seconde question préjudicielle n'appelle pas de réponse. |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 8 december 2022. | la Cour constitutionnelle, le 8 décembre 2022. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
F. Meersschaut P. Nihoul | F. Meersschaut P. Nihoul |