← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 3/2022 van 13 januari 2022 Rolnummers 7523 en 7527 In zake
: de prejudiciële vragen betreffende artikel 162, 18° en 19°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek-
en griffierechten en artikel 4, § 2, tweede l Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 3/2022 van 13 januari 2022 Rolnummers 7523 en 7527 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 162, 18° en 19°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en artikel 4, § 2, tweede l Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) | Extrait de l'arrêt n° 3/2022 du 13 janvier 2022 Numéros du rôle : 7523 et 7527 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 162, 18° et 19°, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe et l'article 4, § La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 3/2022 van 13 januari 2022 | Extrait de l'arrêt n° 3/2022 du 13 janvier 2022 |
Rolnummers 7523 en 7527 | Numéros du rôle : 7523 et 7527 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 162, 18° en 19°, | En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 162, 18° |
van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en | et 19°, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe |
artikel 4, § 2, tweede lid, 6°, van de wet van 19 maart 2017 « tot | et l'article 4, § 2, alinéa 2, 6°, de la loi du 19 mars 2017 « |
oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische | instituant un fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième |
tweedelijnsbijstand », gesteld door de Vrederechter van het kanton | ligne », posées par le Juge de paix du canton de Léau et par le Juge |
Zoutleeuw en door de Vrederechter van het kanton Lennik. | de paix du canton de Lennik. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de | composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. |
rechters J.-P. Moerman, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. | Moerman, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. |
Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. de Bethune en E. Bribosia, | Detienne, D. Pieters, S. de Bethune et E. Bribosia, assistée du |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président L. Lavrysen, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
a. Bij beschikking van 2 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie | a. Par ordonnance du 2 mars 2021, dont l'expédition est parvenue au |
van het Hof is ingekomen op 3 maart 2021, heeft de Vrederechter van | greffe de la Cour le 3 mars 2021, le Juge de paix du canton de Léau a |
posé la question préjudicielle suivante : | |
het kanton Zoutleeuw de volgende prejudiciële vraag gesteld : | « L'exemption du droit de rôle et du droit d'expédition visée à |
« Schenden de in artikel 162, 18° en 19° van het Wetboek der | l'article 162, 18° et 19°, du Code des droits d'enregistrement, |
registratie-, hypotheek- en griffierechten bedoelde vrijstelling van | d'hypothèque et de greffe et l'exemption de la contribution au fonds |
rol- en expeditierecht en de in artikel 4, § 2, tweede lid, sub 6° van | budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne visée à |
de Wet van 19 maart 2017 ' tot oprichting van een Begrotingsfonds voor | l'article 4, § 2, alinéa 2, 6°, de la loi du 19 mars 2017 instituant |
de juridische tweedelijnsbijstand ' bedoelde vrijstelling van bijdrage | |
aan het Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand de | un fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel | violent-elles les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en |
6.1 EVRM tot waarborg van de toegang tot de rechter in civiele zaken, | combinaison avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention |
daar waar de vrijstelling van gedingkosten wel geldt voor (1) | européenne des droits de l'homme qui garantit le droit d'accès au juge |
minderjarigen en beschermde meerderjarige personen voor wie middels | en matière civile, en ce que l'exemption des frais de procédure |
s'applique (1) pour les mineurs et les personnes majeures protégées | |
een gezamenlijk machtigingsverzoek overeenkomstig artikel 784/1 van | pour lesquels il est envisagé, au moyen d'une demande d'autorisation |
het oude Burgerlijk Wetboek de verwerping wordt beoogd van een | conjointe conformément à l'article 784/1 de l'ancien Code civil, de |
deficitaire nalatenschap in de zin van artikel 784, derde lid van het | renoncer à une succession déficitaire au sens de l'article 784, alinéa |
oude Burgerlijk Wetboek, (2) beschermde meerderjarige personen voor | 3, de l'ancien Code civil, (2) pour les personnes majeures protégées |
wie middels een individueel machtigingsverzoek de verwerping wordt | pour lesquelles il est envisagé, au moyen d'une demande d'autorisation |
beoogd van een deficitaire nalatenschap in de zin van artikel 784, | individuelle, de renoncer à une succession déficitaire au sens de |
derde lid van het oude Burgerlijk Wetboek, terwijl de bedoelde | l'article 784, alinéa 3, de l'ancien Code civil, alors que l'exemption |
vrijstelling van gedingkosten niet geldt voor (3) minderjarigen voor | en question des frais de procédure ne s'applique pas pour (3) les |
wie middels een individueel machtigingsverzoek de verwerping wordt | mineurs pour lesquels il est envisagé, au moyen d'une demande |
beoogd van een deficitaire nalatenschap in de zin van artikel 784, | d'autorisation individuelle, de renoncer à une succession déficitaire |
derde lid van het oude Burgerlijk Wetboek ? ». | au sens de l'article 784, alinéa 3, de l'ancien Code civil ? ». |
b. Bij beschikking van 4 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie | b. Par ordonnance du 4 mars 2021, dont l'expédition est parvenue au |
van het Hof is ingekomen op 9 maart 2021, heeft de Vrederechter van | greffe de la Cour le 9 mars 2021, le Juge de paix du canton de Lennik |
a posé la question préjudicielle suivante : | |
het kanton Lennik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | « L'exemption du droit de rôle et du droit d'expédition visée à |
« Schenden de in artikel 162, sub 18° en 19° van het Wetboek der | l'article 162, 18° et 19°, du Code des droits d'enregistrement, |
registratie-, hypotheek- en griffierechten bedoelde vrijstelling van | d'hypothèque et de greffe et l'exemption de la contribution au fonds |
rol- en expeditierecht en de in artikel 4, § 2, tweede lid, sub 6° van | budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne visée à |
de Wet van 19 maart 2017 ' tot oprichting van een begrotingsfonds voor | l'article 4, § 2, alinéa 2, 6°, de la loi du 19 mars 2017 instituant |
de juridische tweedelijnsbijstand ' bedoelde vrijstelling van bijdrage | |
aan het begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand de | un fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel | violent-elles les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en |
6.1 EVRM tot waarborg van de toegang tot de rechter in civiele zaken, | combinaison avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention |
daar waar de vrijstelling van gedingkosten wel geldt voor (1) | européenne des droits de l'homme qui garantit le droit d'accès au juge |
minderjarigen en beschermde meerderjarige personen voor wie middels | en matière civile, en ce que l'exemption des frais de procédure |
s'applique (1) pour les mineurs et les personnes majeures protégées | |
een gezamenlijk machtigingsverzoek overeenkomstig artikel 784/1 Oud BW | pour lesquels il est envisagé, au moyen d'une demande d'autorisation |
de verwerping wordt beoogd van een deficitaire nalatenschap in de zin | conjointe conformément à l'article 784/1 de l'ancien Code civil, de |
van artikel 784, derde lid Oud BW en (2) beschermde meerderjarige | renoncer à une succession déficitaire au sens de l'article 784, alinéa |
personen voor wie middels een individueel machtigingsverzoek de | 3, de l'ancien Code civil et (2) pour les personnes majeures protégées |
pour lesquelles il est envisagé, au moyen d'une demande d'autorisation | |
verwerping wordt beoogd van een deficitaire nalatenschap in de zin van | individuelle, de renoncer à une succession déficitaire au sens de |
artikel 784, derde lid Oud BW, terwijl de bedoelde vrijstelling van | l'article 784, alinéa 3, de l'ancien Code civil, alors que l'exemption |
gedingkosten niet geldt voor (3) minderjarigen voor wie middels een | en question des frais de procédure ne s'applique pas (3) pour les |
mineurs pour lesquels il est envisagé, au moyen d'une demande | |
individueel machtigingsverzoek de verwerping wordt beoogd van een | d'autorisation individuelle, de renoncer à une succession déficitaire |
deficitaire nalatenschap in de zin van artikel 784, derde lid Oud BW ? ». | au sens de l'article 784, alinéa 3, de l'ancien Code civil ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7523 en 7527 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 7523 et 7527 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Volgens artikel 268 van het Wetboek der registratie-, | B.1.1. Selon l'article 268 du Code des droits d'enregistrement, |
hypotheek- en griffierechten wordt onder de benaming van griffierecht | d'hypothèque et de greffe, un impôt est établi, sous le nom de droit |
een belasting gevestigd op de erin opgesomde in de hoven en | de greffe, sur les opérations énumérées dans ledit article, effectuées |
rechtbanken gedane verrichtingen. De bedoelde verrichtingen geven | dans les cours et tribunaux. Les opérations visées donnent lieu à la |
aanleiding tot het heffen van een rolrecht, een opstelrecht dan wel | perception d'un droit de mise au rôle, d'un droit de rédaction ou d'un |
een expeditierecht (artikelen 269 en volgende van hetzelfde Wetboek). | droit d'expédition (articles 269 et suivants du même Code). |
B.1.2. Volgens artikel 2791, 1°, eerste lid, van het Wetboek der | B.1.2. Selon l'article 2791, 1°, alinéa 1er, du Code des droits |
registratie-, hypotheek- en griffierechten zijn de inschrijvingen van | d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, l'inscription des causes |
zaken waarvan de vonnissen en arresten, krachtens de artikelen 161 en | dont les jugements et arrêts bénéficient de l'exemption du droit ou de |
162 vrijstelling genieten van het recht of van de formaliteit der | la formalité de l'enregistrement en vertu des articles 161 et 162 est |
registratie, vrijgesteld van het rolrecht. Volgens artikel 2792, 1°, | exemptée du droit de mise au rôle. Selon l'article 2792, 1°, du même |
van dat Wetboek zijn de akten verleden in de gevallen waarin de | |
artikelen 161 en 162 voorzien, vrijgesteld van het opstelrecht. | Code, les actes passés dans les cas prévus aux articles 161 et 162 |
Volgens artikel 280, 1°, eerste lid, van dat Wetboek zijn uitgiften, | sont exemptés du droit de rédaction. Selon l'article 280, 1°, alinéa 1er, |
kopieën of uittreksels van of uit akten, vonnissen en arresten, die | du même Code, les expéditions, copies ou extraits d'actes, jugements |
et arrêts qui sont exempts du droit ou de la formalité | |
krachtens de artikelen 161 en 162 van het recht of van de formaliteit | d'enregistrement en vertu des articles 161 et 162 sont exemptés du |
der registratie zijn vrijgesteld, vrijgesteld van het expeditierecht. | droit d'expédition. Ainsi, pour ce qui est de leur champ |
De voormelde artikelen verwijzen aldus voor hun toepassingsgebied | d'application, les articles précités renvoient notamment aux |
onder meer naar de vrijstellingen bepaald bij artikel 162 van het | exemptions prévues à l'article 162 du Code des droits |
Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. | d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe. |
B.1.3. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 162, 18° en | B.1.3. La question préjudicielle porte sur l'article 162, 18° et 19°, |
19°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, | du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, qui |
dat bepaalt : | dispose : |
« Zijn, onder het in artikel 163 aangewezen voorbehoud, van de | « Sous la réserve indiquée à l'article 163, sont exemptés de la |
formaliteit der registratie vrijgesteld : | formalité de l'enregistrement : |
[...] | [...] |
18° de akten, vonnissen en arresten betreffende procedures ingesteld | 18° les actes, jugements et arrêts relatifs aux procédures instituées |
bij de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon | par la loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la personne des |
van de geesteszieke en bij de bepalingen van het vierde deel, boek IV, | malades mentaux et par les dispositions de la quatrième partie, livre |
hoofdstuk X van het Gerechtelijk Wetboek; | IV, chapitre X du Code judiciaire; |
19° de akten, vonnissen en arresten betreffende procedures tot | 19° les actes, jugements et arrêts relatifs aux procédures |
machtiging ingesteld overeenkomstig artikel 784/1 van het Burgerlijk Wetboek ». | d'autorisation visée à l'article 784/1 du Code civil ». |
B.2.1. De prejudiciële vraag heeft eveneens betrekking op artikel 4, § | B.2.1. La question préjudicielle porte également sur l'article 4, § 2, |
2, tweede lid, 6°, van de wet van 19 maart 2017 « tot oprichting van | alinéa 2, 6°, de la loi du 19 mars 2017 « instituant un fonds |
een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand » (hierna : | budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne » (ci-après : |
de wet van 19 maart 2017). Bij die wet werd een « Begrotingsfonds voor | la loi du 19 mars 2017). Par cette loi, un « fonds budgétaire relatif |
de juridische tweedelijnsbijstand » opgericht bij de Federale | à l'aide juridique de deuxième ligne » a été créé auprès du Service |
Overheidsdienst Justitie (artikel 2). De opbrengsten van het fonds | public fédéral Justice (article 2). Les recettes du fonds sont |
worden gebruikt ter financiering van de vergoedingen van de advocaten | |
belast met de juridische tweedelijnsbijstand alsmede van de kosten | utilisées pour financer les indemnités des avocats chargés de l'aide |
verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand | juridique de deuxième ligne ainsi que les frais liés à l'organisation |
(artikel 3). | des bureaux d'aide juridique (article 3). |
Het fonds wordt gefinancierd met bijdragen die worden geïnd in het | Le fonds est alimenté par des contributions perçues dans le cadre de |
kader van gerechtelijke procedures. In artikel 4 van de wet van 19 | procédures juridictionnelles. L'article 4 de la loi du 19 mars 2017 |
maart 2017 wordt bepaald in welke zaken de bijdrage verschuldigd is, | détermine les affaires dans lesquelles la contribution est due, la |
wie deze dient te betalen en op welke wijze ze wordt geïnd. Voor de | personne qui doit la payer et son mode de perception. A l'origine, |
zaken die volgens de burgerlijke rechtspleging worden behandeld, | pour les affaires qui sont traitées selon la procédure civile, chaque |
diende aanvankelijk in beginsel elke eisende partij voor elke | partie demanderesse devait en principe payer pour chaque acte |
gedinginleidende akte een bijdrage te betalen op het ogenblik van de | introductif d'instance une contribution au moment de l'inscription au |
inschrijving op de rol. Bij zijn arrest nr. 22/2020 van 13 februari | rôle. Toutefois, par son arrêt n° 22/2020 du 13 février 2020, la Cour |
2020 heeft het Hof de in artikel 4, § 2, eerste lid, van de wet van 10 maart 2017 vervatte woorden « door elke eisende partij » evenwel vernietigd, zodat, wanneer verscheidene eisende partijen een vordering instellen, de bijdrage niet langer dient te worden betaald door elk van hen. B.2.2. De verplichting om de bijdrage aan het fonds te betalen, gaat gepaard met een aantal uitzonderingen. Artikel 4, § 2, tweede lid, 6°, | a annulé, dans l'article 4, § 2, alinéa 1er, de la loi du 10 mars 2017, les mots « par partie requérante », de sorte que, désormais, lorsqu'une action est introduite par plusieurs parties, la contribution n'est plus due par chacune d'entre elles. B.2.2. L'obligation de payer la contribution au fonds connaît plusieurs exceptions. L'article 4, § 2, alinéa 2, 6°, de la loi du 19 mars 2017 dispose : « Aucune contribution n'est toutefois perçue dans le chef de la partie |
van de wet van 19 maart 2017 bepaalt : | demanderesse : |
" Geen bijdrage wordt evenwel geïnd van de eisende partij : | |
[...] | [...] |
6° indien zij een verzoek tot machtiging indient op grond van artikel | 6° si elle introduit une demande d'autorisation sur la base de |
784/1 van het Burgerlijk Wetboek ». | l'article 784/1 du Code civil ». |
B.3. Het Hof wordt gevraagd of artikel 162, 18° en 19°, van het | B.3. Il est demandé à la Cour si l'article 162, 18° et 19°, du Code |
Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en artikel 4, § | des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe ainsi que |
2, tweede lid, 6°, van de wet van 19 maart 2017 bestaanbaar zijn met | l'article 4, § 2, alinéa 2, 6°, de la loi du 19 mars 2017 sont |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met | compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en |
artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de | combinaison avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention |
mens, « daar waar de vrijstelling van gedingkosten wel geldt voor (1) | européenne des droits de l'homme, « en ce que l'exemption des frais de |
minderjarigen en beschermde meerderjarige personen voor wie middels | procédure s'applique (1) pour les mineurs et les personnes majeures |
protégées pour lesquels il est envisagé, au moyen d'une demande | |
een gezamenlijk machtigingsverzoek overeenkomstig artikel 784/1 van | d'autorisation conjointe conformément à l'article 784/1 de l'ancien |
het oude Burgerlijk Wetboek de verwerping wordt beoogd van een | Code civil, de renoncer à une succession déficitaire au sens de |
deficitaire nalatenschap in de zin van artikel 784, derde lid van het | l'article 784, alinéa 3, de l'ancien Code civil, (2) pour les |
oude Burgerlijk Wetboek, (2) beschermde meerderjarige personen voor | personnes majeures protégées pour lesquelles il est envisagé, au moyen |
wie middels een individueel machtigingsverzoek de verwerping wordt | d'une demande d'autorisation individuelle, de renoncer à une |
beoogd van een deficitaire nalatenschap in de zin van artikel 784, | succession déficitaire au sens de l'article 784, alinéa 3, de l'ancien |
derde lid van het oude Burgerlijk Wetboek, terwijl de bedoelde | Code civil, alors que l'exemption en question des frais de procédure |
vrijstelling van gedingkosten niet geldt voor (3) minderjarigen voor | ne s'applique pas (3) pour les mineurs pour lesquels il est envisagé, |
wie middels een individueel machtigingsverzoek de verwerping wordt | au moyen d'une demande d'autorisation individuelle, de renoncer à une |
beoogd van een deficitaire nalatenschap in de zin van artikel 784, | succession déficitaire au sens de l'article 784, alinéa 3, de l'ancien |
derde lid van het oude Burgerlijk Wetboek ». | Code civil ». |
B.4.1. Volgens artikel 784, eerste lid, van het oud Burgerlijk | B.4.1. Selon l'article 784, alinéa 1er, de l'ancien Code civil, tel |
Wetboek, zoals vervangen bij artikel 107 van de wet van 6 juli 2017 « | qu'il a été remplacé par l'article 107 de la loi du 6 juillet 2017 « |
houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en | portant simplification, harmonisation, informatisation et |
modernisering van bepalingen van burgerlijk recht en van burgerlijk | modernisation de dispositions de droit civil et de procédure civile |
procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen | ainsi que du notariat, et portant diverses mesures en matière de |
inzake justitie » (hierna : de wet van 6 juli 2017), moet de | justice » (ci-après : la loi du 6 juillet 2017), la renonciation à une |
verwerping van een nalatenschap worden gedaan door middel van een | succession doit être faite par déclaration devant notaire, dans un |
verklaring afgelegd ten overstaan van een notaris, in een authentieke | acte authentique. Selon l'article 784, alinéa 3, du même Code, la |
akte. Volgens artikel 784, derde lid, van datzelfde Wetboek wordt de | déclaration de renonciation est reçue et enregistrée gratuitement et |
verklaring van verwerping kosteloos verleden en geregistreerd en wordt | |
zij vrijgesteld van de betaling van recht op geschriften en | exemptée de paiement de droit d'écriture et de frais de publication |
bekendmakingskosten wanneer de verwerper of de verwerpers op eer | lorsque la ou les personnes qui renoncent déclarent sur l'honneur dans |
verklaren in de akte dat volgens hun kennis het nettoactief van de | l'acte qu'à leur connaissance l'actif net de la succession ne dépasse |
nalatenschap niet meer bedraagt dan 5 000 euro, bedrag dat wordt | pas 5 000 euros, montant qui est indexé conformément aux modalités |
geïndexeerd overeenkomstig de in die bepaling vervatte modaliteiten. | prévues par cette disposition. |
De parlementaire voorbereiding van de wet van 6 juli 2017 vermeldt : | Les travaux préparatoires de la loi du 6 juillet 2017 exposent : |
« Behoudens de gevallen waar een erfgerechtigde verwerpt ten voordele | « Sauf les cas où un successible renonce au profit d'un autre |
van een andere erfgerechtigde (bijv. ouders voor hun kinderen), zal | successible (par ex. des parents pour leurs enfants), une renonciation |
een verwerping van een nalatenschap in principe ingegeven zijn door | à une succession est en principe motivée par une absence d'actif dans |
een gebrek aan actief in de nalatenschap. Door de verwerping van een | la succession. Par la renonciation à une succession ne comportant |
lege of deficitaire nalatenschap verklaart de erfgerechtigde te | aucun actif ou déficitaire, le successible déclare renoncer à tous ses |
verzaken aan al zijn rechten en elke band met de nalatenschap te | |
verbreken. Het zou niet sociaal rechtvaardig zijn indien in deze vaak | droits et rompre tout lien avec la succession. Il ne serait pas juste |
schrijnende gevallen de verwerpende erfgerechtigde zou gehouden zijn | d'un point de vue social que le successible renonçant soit tenu au |
tot betaling van de rechten en bekendmakingskosten van de verwerping. | paiement des droits et frais de publication de la renonciation dans |
Om deze reden wordt voorzien dat deze verklaringen van verwerping | ces cas souvent navrants. C'est pour cette raison qu'il est prévu que |
kosteloos zijn voor de verwerper. [...] | ces renonciations soient gratuites pour le renonçant. [...] |
[...] | [...] |
Deze kosteloze ambtsverlening en registratie en vrijstelling van recht | Cette prestation de ministère et enregistrement gratuit et exemption |
op geschriften en publicatiekosten viseert alle verklaringen van | |
verwerping voor zover het netto-actief van de nalatenschap, volgens de | de droit d'écriture et frais de publication vise toutes les |
kennis die de verwerper (of de verwerpers) ervan hebben, niet meer | déclarations de renonciation [,] pour autant que l'actif-net de la |
bedraagt dan 5 000 euro, hetgeen zij op de eer dienen te verklaren in | succession ne dépasse pas 5 000 euros à la connaissance de la ou des |
de akte. De redenering voor dit onderscheid is het gegeven dat de | personnes qui renoncent, ce qu'elles déclarent sur l'honneur dans |
verwerpingen van nalatenschappen waarin zich meer dan 5000 euro netto | l'acte [.] Le raisonnement de cette distinction est la circonstance |
bevindt (voor zover de verwerper weet) in de regel zullen kaderen in | que les renonciations de successions comprenant plus de 5 000 euros |
net (selon la connaissance qu'en a la personne qui renonce) | |
s'inscriront le plus souvent dans le cadre d'une planification | |
motieven van vermogensplanning » (Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC | patrimoniale » (Doc. parl., Chambre, 2016-2017, DOC 54-2259/001, pp. |
54-2259/001, pp. 103-104). | 103-104). |
B.4.2. Bij artikel 82 van de wet van 31 juli 2020 « houdende diverse | B.4.2. L'article 82 de la loi du 31 juillet 2020 « portant |
dispositions urgentes diverses en matière de justice » (ci-après : la | |
dringende bepalingen inzake justitie » (hierna : de wet van 31 juli | loi du 31 juillet 2020) a inséré l'article 784/1 dans l'ancien Code |
2020) werd artikel 784/1 in het oud Burgerlijk Wetboek ingevoegd. | civil. Selon cette disposition, le juge de paix peut, dans le cas où |
Volgens die bepaling kan de vrederechter, in het geval dat | des mineurs ou des personnes ayant été déclarées incapables de |
minderjarigen of personen die overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde | renoncer à une succession conformément à l'article 492/1, § 2, alinéa |
lid, 5°, onbekwaam werden verklaard om een nalatenschap te verwerpen, | 3, 5°, sont appelés à une succession visée à l'article 784, alinéa 3, |
tot een nalatenschap bedoeld in artikel 784, derde lid, geroepen zijn, | même si ce n'est qu'à un degré ou à un ordre subséquent, être |
ook indien dit slechts in ondergeschikte graad of orde is, voor het | sollicité pour délivrer une autorisation conjointe de renoncer à cette |
geheel of een deel van die personen, worden verzocht om een | |
gezamenlijke machtiging om die nalatenschap te verwerpen. Het verzoek | succession, pour l'ensemble ou pour une partie de ces personnes. La |
kan gezamenlijk worden ingediend door de respectieve wettelijke | requête peut être introduite conjointement par leurs représentants |
vertegenwoordigers, overeenkomstig artikel 1185 van het Gerechtelijk Wetboek. | légaux respectifs, conformément à l'article 1185 du Code judiciaire. |
De parlementaire voorbereiding van de wet van 31 juli 2020 vermeldt : | Les travaux préparatoires de la loi du 31 juillet 2020 exposent : |
« Door [de wet van 6 juli 2017] werd de notie van de ' kosteloze ' | « Par [la loi du 6 juillet 2017], la notion de la renonciation ' |
verwerping van een nalatenschap, waarvan op eer wordt verklaard dat | gratuite ', à une succession pour laquelle il est déclaré sur |
het nettoactief niet meer bedraagt dan 5 000 euro, in artikel 784 van | l'honneur que l'actif net ne dépasse pas 5 000 euros, a été inscrite |
het Burgerlijk Wetboek ingeschreven. | dans le Code civil. |
Het gegeven dat voor een dergelijke nalatenschap, voor elke | Le fait que dans le cadre d'une telle succession, une autorisation |
minderjarige of persoon die overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde | distincte devrait chaque fois être demandée pour chaque mineur ou |
lid, 5° BW onbekwaam werd verklaard om een nalatenschap te verwerpen, | personne qui a été déclarée incapable de renoncer à une succession |
die tot deze nalatenschap geroepen zou zijn, telkens een afzonderlijke | conformément à l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, C. civ. qui serait |
machtiging moet worden gevraagd, maakt dat dit eenvoudig en kosteloos | appelé à cette succession, a pour conséquence que ce caractère simple |
karakter enigszins verloren gaat. | et gratuit est quelque peu perdu. |
Uit de praktijk blijkt dat deze ' ketting van formaliteiten ' voor de | Il ressort de la pratique que cette ' chaîne de formalités ' pour la |
verwerping van een nalatenschap als belemmerend en als een | renonciation d'une succession est perçue comme une entrave et une |
administratieve rompslomp wordt ervaren. | lourdeur administrative. |
In het eerste lid van deze bepaling wordt dan ook bepaald dat voortaan | Ainsi, le premier alinéa de cette disposition prévoit que désormais, |
door de verscheidene betrokken wettelijk vertegenwoordigers, in één | les différents représentants légaux concernés peuvent, en une seule |
verzoekschrift, aan de vrederechter om een gezamenlijke machtiging kan | requête, demander au juge de paix une autorisation conjointe lorsque |
worden gevraagd, wanneer minderjarigen en/of personen die | des mineurs et/ou des personnes déclarées incapables de renoncer à une |
overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, BW onbekwaam werden | succession conformément à l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, C. civ. |
verklaard om een nalatenschap te verwerpen, tot een nalatenschap bedoeld in artikel 784, derde lid geroepen zijn. | sont appelés à une succession visée à l'article 784, troisième alinéa. |
[...] | [...] |
Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze gezamenlijke machtiging | Il convient de remarquer que cette autorisation conjointe ne doit pas |
niet noodzakelijk het geheel van alle mogelijke erfgerechtigde(n) | nécessairement avoir trait à tous les successibles mineurs ou qui ont |
minderjarigen en/of die overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, | été déclarés incapables de renoncer à une succession conformément à |
5°, onbekwaam werden verklaard om een nalatenschap te verwerpen, dient | l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, C. civ. possibles, mais qu'elle |
te omvatten, doch dat dit ook voor een deel of slechts één van hen kan | peut également être demandée pour une partie ou pour un seul d'entre |
worden gevraagd. | eux. |
Bovendien is dit gezamenlijk machtigingsverzoek slechts een | En outre, cette demande d'autorisation conjointe n'est qu'une |
mogelijkheid die aan de wettelijke vertegenwoordigers wordt geboden, | possibilité offerte aux représentants légaux, et la possibilité du |
en blijft de gemeenrechtelijke mogelijkheid om een individuele en | droit commun de demander une autorisation individuelle et spéciale en |
bijzondere machtiging op grond van artikel 410, § 1, 5°, of 499/7, § | vertu de l'article 410, § 1er, 5°, ou 499/7, § 2, 5°, du Code civil au |
2, 5°, van het Burgerlijk Wetboek aan de bevoegde vrederechter te | juge de paix compétent est maintenue. |
vragen, onverkort overeind. | |
Het tweede lid van de bepaling bepaalt dat het verzoek wordt ingediend | Le deuxième alinéa de la disposition prévoit que la demande est |
door de verschillende wettelijke vertegenwoordigers, die voor deze | introduite par les différents représentants légaux, qui optent pour |
mogelijkheid opteren, samen, volgens de eenvoudige procedurebepalingen | cette possibilité, ensemble, conformément aux simples dispositions |
van het nieuw artikel 1185 van het Gerechtelijk Wetboek (zie de | procédurales du nouvel article 1185 du Code judiciaire (voir le |
commentaar bij dit artikel) » (Parl. St., Kamer, 2019-2020, DOC | commentaire sur cet article) » (Doc. parl., Chambre, 2019-2020, DOC |
55-1295/001, pp. 66-67). | 55-1295/001, pp. 66-67). |
B.4.3. Bij artikel 88 van de wet van 31 juli 2020 werd artikel 162 van | B.4.3. Par l'article 88 de la loi du 31 juillet 2020, l'article 162 du |
het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten gewijzigd | Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe a été |
in die zin dat « de akten, vonnissen en arresten betreffende | modifié en ce sens que « les actes, jugements et arrêts relatifs aux |
procedures tot machtiging ingesteld overeenkomstig artikel 784/1 van | procédures d'autorisation visée à l'article 784/1 du Code civil » sont |
het Burgerlijk Wetboek » van de formaliteit der registratie worden | |
vrijgesteld (het in het geding zijnde artikel 162, 19°, van dat | exemptés de la formalité de l'enregistrement (article 162, 19°, en |
Wetboek). Bij artikel 89 van die wet werd artikel 4, § 2, tweede lid, | cause, de ce Code). L'article 89 de cette loi a modifié l'article 4, § |
van de wet van 19 maart 2017 gewijzigd in die zin dat de eisende | 2, alinéa 2, de la loi du 19 mars 2017 en ce sens que la partie |
partij van bijdrage aan het fonds voor de juridische | demanderesse est exemptée de la contribution au fonds budgétaire |
tweedelijnsbijstand wordt vrijgesteld « indien zij een verzoek tot | relatif à l'aide juridique de deuxième ligne « si elle a introduit une |
machtiging indient op grond van artikel 784/1 van het Burgerlijk | demande d'autorisation sur la base de l'article 784/1 du Code civil » |
Wetboek » (het in het geding zijnde artikel 4, § 2, tweede lid, 6°, van de wet van 19 maart 2017). | (article 4, § 2, alinéa 2, 6°, en cause, de la loi du 19 mars 2017). |
De parlementaire voorbereiding van de wet van 31 juli 2020 vermeldt : | Les travaux préparatoires de la loi du 31 juillet 2020 exposent : |
« Zoals vermeld in de commentaar bij artikel 101 is sinds de wet van 6 | « Comme mentionné dans le commentaire concernant l'article 101 la |
juli 2017, de verwerping van een nalatenschap, waarvan de verwerper(s) | renonciation à une succession pour laquelle la ou les personnes qui |
overeenkomstig artikel 784 van het Burgerlijk Wetboek op eer verklaren | renoncent déclarent sur l'honneur, conformément à l'article 784 du |
in de akte van verwerping dat volgens hun kennis het nettoactief niet | Code civil, dans l'acte de renonciation qu'à leur connaissance l'actif |
meer bedraagt dan 5 000 euro, kosteloos, in die zin dat zij kosteloos | net ne dépasse pas 5 000 euros, est gratuite depuis la loi du 6 |
verleden en geregistreerd wordt en wordt vrijgesteld van de betaling | juillet 2017, dans le sens où la déclaration de renonciation est reçue |
van recht op geschriften en bekendmakingskosten. Deze kosteloosheid | et enregistrée gratuitement et exemptée du paiement de droit |
strekt zich momenteel bijgevolg uit tot de erelonen en kosten van de | d'écriture et de frais de publication. Par conséquent, cette gratuité |
instrumenterende notaris voor de authentieke vaststelling van de | s'étend actuellement aux honoraires et aux frais du notaire |
verklaring van verwerping; de registratierechten (vast recht) | instrumentant pour la constatation authentique de la déclaration de |
verbonden aan elke authentieke akte); het recht op geschriften (tarief | renonciation; aux droits d'enregistrement (droit fixe) liés à tout |
van de familiale akten, zijnde 7,50 euro) verbonden aan elke | acte authentique; au droit d'écriture (tarif des actes familiaux, soit |
authentieke akte en inschrijving in het centraal erfrechtregister | 7,50 euros) lié à tout acte authentique et à l'inscription dans le |
(CER). | registre central successoral (CER). |
In dezelfde zin en teneinde het kosteloos karakter zoveel mogelijk te | Dans le même sens et afin de garantir le caractère gratuit le plus que |
verzekeren moet evenwel ook in een vrijstelling voorzien worden van de | possible, une exemption devra toutefois également être prévue de la |
formaliteit van de registratie van de akten, vonnissen en arresten | formalité de l'enregistrement des actes, jugements et arrêts relatifs |
betreffende de procedure tot machtiging, specifiek ingediend met het | aux procédures d'autorisation, spécifiquement introduites aux fins de |
oog op de verwerping van dergelijke nalatenschap in hoofde van | renoncer à ladite succession dans le chef des mineurs ou des personnes |
minderjarigen en/of van personen die overeenkomstig artikel 492/1, § | qui ont été déclarées incapables de renoncer à une succession |
2, derde lid, 5°, BW onbekwaam werden verklaard om een nalatenschap te | conformément à l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, C. civ., |
verwerpen, overeenkomstig het nieuwe artikel 784/1 van het Burgerlijk Wetboek. | conformément au nouvel article 784/1 du Code civil. |
Dit houdt tevens een vrijstelling van de rol- en expeditierechten in. | Ceci implique également une exemption des droits du mise en rôle et d'expédition. |
[...] | [...] |
[...] In een gelijkaardige vrijstelling wordt voorzien voor de | |
bijdrage aan het Fonds voor de juridische tweedelijnsbijstand » | [...] Une exemption similaire est prévue pour la contribution au Fonds |
(ibid., pp. 69-70). | relatif à l'aide juridique de deuxième ligne » (ibid., pp. 69-70). |
B.5.1. Artikel 162, 19°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- | B.5.1. L'article 162, 19°, du Code des droits d'enregistrement, |
en griffierechten en artikel 4, § 2, tweede lid, 6°, van de wet van 19 | d'hypothèque et de greffe et l'article 4, § 2, alinéa 2, 6°, de la loi |
maart 2017 verwijzen, wat hun toepassingsgebied betreft, naar artikel | du 19 mars 2017 renvoient, pour ce qui est de leur champ |
784/1 van het oud Burgerlijk Wetboek. Die laatste bepaling betreft het | d'application, à l'article 784/1 de l'ancien Code civil. Cette |
dernière disposition porte sur la demande d'autorisation conjointe que | |
gezamenlijke machtigingsverzoek dat door de wettelijke | les représentants légaux de mineurs et de personnes ayant été |
vertegenwoordigers van minderjarigen en van personen die | déclarées incapables de renoncer à une succession conformément à |
overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, van het oud | l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, de l'ancien Code civil peuvent |
Burgerlijk Wetboek onbekwaam werden verklaard om een nalatenschap te | |
verwerpen, bij de vrederechter kan worden ingediend met het oog op het | introduire devant le juge de paix en vue de renoncer à une succession |
verwerpen van een nalatenschap in de zin van artikel 784, derde lid, | visée à l'article 784, alinéa 3, du même Code. |
van datzelfde Wetboek. | Ainsi, les exemptions prévues par les dispositions précitées du Code |
De in de voormelde bepalingen van het Wetboek der registratie-, | des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe et de la loi du |
hypotheek- en griffierechten en van de wet van 19 maart 2017 vervatte | 19 mars 2017 s'appliquent pour les procédures introduites au moyen |
vrijstellingen gelden aldus in procedures ingeleid door middel van een | |
dergelijk gezamenlijk machtigingsverzoek. | d'une telle demande d'autorisation conjointe. |
B.5.2. De verwijzende rechters interpreteren artikel 784/1 van het oud | B.5.2. Les juges a quo interprètent l'article 784/1 de l'ancien Code |
Burgerlijk Wetboek in die zin dat een gezamenlijk machtigingsverzoek | civil en ce sens qu'une demande d'autorisation conjointe doit émaner |
dient uit te gaan van meerdere minderjarigen en/of personen die | de plusieurs mineurs et/ou de personnes ayant été déclarées incapables |
overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, van het oud | de renoncer à une succession conformément à l'article 492/1, § 2, |
Burgerlijk Wetboek onbekwaam werden verklaard om een nalatenschap te | alinéa 3, 5°, de l'ancien Code civil, qui sont représentés par des |
verwerpen, die worden vertegenwoordigd door onderscheiden wettelijke | représentants légaux différents. Dans cette interprétation, cette |
vertegenwoordigers. In die interpretatie is die bepaling aldus niet | disposition n'est donc pas applicable lorsque la demande |
van toepassing wanneer het machtigingsverzoek, zoals dat het geval is | d'autorisation est introduite au nom d'un seul mineur ou d'une seule |
in de voor de verwijzende rechters hangende zaken, wordt ingediend | personne ayant été déclarée incapable de renoncer à une succession, |
namens één minderjarige of namens één persoon die onbekwaam werd | comme c'est le cas dans les affaires pendantes devant les juges a quo. |
verklaard om een nalatenschap te verwerpen. | |
B.5.3. Zoals blijkt uit de in B.4.2 aangehaalde parlementaire | B.5.3. Ainsi qu'il ressort des travaux préparatoires cités en B.4.2, |
voorbereiding, hebben de wettelijke vertegenwoordigers van | les représentants légaux de mineurs et de personnes ayant été |
minderjarigen en van personen die onbekwaam werden verklaard om een | déclarées incapables de renoncer à une succession ont la possibilité |
nalatenschap te verwerpen, de mogelijkheid om een gezamenlijk | d'introduire devant le juge de paix une demande d'autorisation |
machtigingsverzoek overeenkomstig artikel 784/1 van datzelfde Wetboek | conjointe conformément à l'article 784/1 du même Code, mais ils |
in te dienen bij de vrederechter, maar kunnen zij eveneens « een | peuvent également « demander une autorisation individuelle et spéciale |
individuele en bijzondere machtiging op grond van artikel 410, § 1, | |
5°, of 499/7, § 2, 5°, van het Burgerlijk Wetboek aan de bevoegde | en vertu de l'article 410, § 1er, 5°, ou 499/7, § 2, 5°, du Code civil |
vrederechter [...] vragen ». | au juge de paix compétent ». |
Volgens artikel 378, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek hebben de | Selon l'article 378, § 1er, de l'ancien Code civil, les parents ont |
ouders een machtiging nodig van de vrederechter om namens hun | besoin d'une autorisation du juge de paix pour effectuer, au nom de |
minderjarig kind de in artikel 410, § 1, 1° tot 6° en 8° tot 14°, | leur enfant mineur, les actes prévus à l'article 410, § 1er, 1° à 6° |
bepaalde handelingen te verrichten waarvoor de voogd bijzondere | et 8° à 14°, pour lesquels le tuteur doit requérir une autorisation |
machtiging van de vrederechter moet verkrijgen. Volgens artikel 410, § | spéciale du juge de paix. Selon l'article 410, § 1er, 5°, du même |
1, 5°, van datzelfde Wetboek moet de vrederechter de voogd bijzondere | Code, le tuteur doit être spécialement autorisé par le juge de paix |
machtiging verlenen om een nalatenschap te verwerpen. | pour renoncer à une succession. |
Volgens artikel 499/7, § 2, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek moet de | Selon l'article 499/7, § 2, 5°, de l'ancien Code civil, |
vrederechter de bewindvoerder over een persoon voor wie een | l'administrateur d'une personne à l'égard de laquelle une mesure de |
rechterlijke beschermingsmaatregel van vertegenwoordiging werd bevolen | protection judiciaire de représentation a été ordonnée conformément à |
overeenkomstig artikel 492/1 van datzelfde Wetboek, bijzondere | l'article 492/1 du même Code doit, pour renoncer à une succession, |
machtiging verlenen om een nalatenschap te verwerpen. | être spécialement autorisé par le juge de paix. |
B.6.1. Daar artikel 162, 19°, van het Wetboek der registratie-, | B.6.1. Dès lors que, pour ce qui est de leur champ d'application, |
hypotheek- en griffierechten en artikel 4, § 2, tweede lid, 6°, van de | l'article 162, 19°, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque |
wet van 19 maart 2017, wat hun toepassingsgebied betreft, verwijzen | et de greffe et l'article 4, § 2, alinéa 2, 6°, de la loi du 19 mars |
naar artikel 784/1 van het oud Burgerlijk Wetboek, vinden de erin | 2017 renvoient à l'article 784/1 de l'ancien Code civil, les |
vervatte vrijstellingen geen toepassing in geval van een verzoek tot | exemptions qui y sont prévues ne s'appliquent pas dans le cas d'une |
een individuele en bijzondere machtiging op grond van de artikelen | demande d'autorisation individuelle et spéciale fondée sur les |
378, § 1, 410, § 1, 5°, of 499/7, § 2, 5°, van het oud Burgerlijk | articles 378, § 1er, 410, § 1er, 5°, ou 499/7, § 2, 5°, de l'ancien |
Wetboek. | Code civil. |
B.6.2. Wat de heffing van griffierechten betreft, dient evenwel | B.6.2. En ce qui concerne la perception des droits de greffe, il y a |
rekening te worden gehouden met artikel 162, 18°, van het Wetboek der | toutefois lieu de tenir compte de l'article 162, 18°, du Code des |
registratie-, hypotheek- en griffierechten, volgens hetwelk van de | droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, selon lequel sont |
formaliteit der registratie zijn vrijgesteld « de akten, vonnissen en | exemptés de la formalité de l'enregistrement « les actes, jugements et |
arresten betreffende procedures ingesteld bij de wet van 26 juni 1990 | arrêts relatifs aux procédures instituées par la loi du 26 juin 1990 |
betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke en bij | relative à la protection de la personne des malades mentaux et par les |
de bepalingen van het vierde deel, boek IV, hoofdstuk X van het | dispositions de la quatrième partie, livre IV, chapitre X du Code |
Gerechtelijk Wetboek ». In de interpretatie van de verwijzende | judiciaire ». Dans l'interprétation des juges a quo, cette disposition |
rechters brengt die bepaling met zich mee dat een namens een persoon | implique qu'une demande d'autorisation individuelle de renoncer à une |
die overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, van het oud | succession visée à l'article 784, alinéa 3, de l'ancien Code civil, |
Burgerlijk Wetboek onbekwaam werd verklaard om een nalatenschap te | introduite devant le juge de paix au nom d'une personne ayant été |
verwerpen, bij de vrederechter ingediend verzoek tot het verkrijgen | déclarée incapable de renoncer à une succession conformément à |
van een individuele machtiging tot verwerping van een nalatenschap in | l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, du même Code, ne donne pas lieu à |
de zin van artikel 784, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, | la perception de droits de greffe. En revanche, l'exemption prévue à |
geen aanleiding geeft tot het heffen van griffierechten. De in artikel | |
162, 18°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en | l'article 162, 18°, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque |
griffierechten vervatte vrijstelling geldt evenwel niet in geval van | et de greffe ne s'applique pas dans le cas d'une demande |
een namens een minderjarige bij de vrederechter ingediend verzoek tot | d'autorisation individuelle introduite devant le juge de paix au nom |
individuele machtiging. | d'un mineur. |
Wat de bijdrage aan het begrotingsfonds voor de juridische | En ce qui concerne la contribution au fonds budgétaire relatif à |
tweedelijnsbijstand betreft, bevat de wet van 19 maart 2017 geen aan | l'aide juridique de deuxième ligne, la loi du 19 mars 2017 ne contient |
artikel 162, 18°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en | pas de disposition analogue à l'article 162, 18°, du Code des droits |
griffierechten analoge bepaling, waaruit de verwijzende rechters | d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, ce dont les juges a quo |
afleiden dat een namens een persoon die overeenkomstig artikel 492/1, | déduisent qu'une demande d'autorisation individuelle de renoncer à une |
§ 2, derde lid, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werd | succession visée à l'article 784, alinéa 3, de l'ancien Code civil, |
verklaard om een nalatenschap te verwerpen, bij de vrederechter | introduite devant le juge de paix au nom d'une personne ayant été |
ingediend verzoek tot het verkrijgen van een individuele machtiging | |
tot verwerping van een nalatenschap in de zin van artikel 784, derde | déclarée incapable de renoncer à une succession conformément à |
lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, niet is vrijgesteld van de | l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, du même Code, n'est pas exemptée |
bijdrage aan het fonds. | de la contribution au fonds. |
B.7.1. De Ministerraad betwist de interpretatie die de verwijzende | B.7.1. Le Conseil des ministres conteste l'interprétation que les |
rechters geven aan de in het geding zijnde bepalingen. | juges a quo donnent aux dispositions en cause. |
Onder verwijzing naar een omzendbrief van de Federale Overheidsdienst | Se référant à une circulaire du Service public fédéral Justice |
Justitie (omzendbrief nr. 256 van 21 april 2017 « Richtlijnen voor de toepassing en de verwerking van de invorderingen ten bate van het begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand »), doet hij ten eerste gelden dat geen bijdrage aan het begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand is vereist in procedures waarbij de rechter een individuele machtiging verleent aan de wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige of van een onbekwaam verklaarde meerderjarige om bepaalde handelingen namens die minderjarige of onbekwaam verklaarde meerderjarige te verrichten. Onder verwijzing naar de in B.4.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding, doet hij ten tweede gelden dat een verzoek tot een gezamenlijke machtiging in de zin van artikel 784/1 van het oud Burgerlijk Wetboek niet noodzakelijk namens meerdere minderjarigen of personen die onbekwaam werden verklaard om een nalatenschap te verwerpen, die worden vertegenwoordigd door onderscheiden wettelijke vertegenwoordigers, moet worden ingediend. Hij meent dat een dergelijk verzoek eveneens namens één enkele minderjarige of onbekwaam verklaarde persoon kan worden ingediend, in welk geval de in de in het geding zijnde bepalingen vervatte vrijstellingen van toepassing zijn. B.7.2. In de regel komt het de verwijzende rechter toe om de bepalingen die hij toepast, te interpreteren, onder voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing van die bepalingen. | (circulaire n° 256 du 21 avril 2017 intitulée « Directives pour l'application et le traitement des recouvrements au profit du fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne »), le Conseil des ministres fait d'abord valoir qu'aucune contribution au fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne n'est due pour les procédures dans lesquelles le juge accorde, au représentant légal d'un mineur ou d'une personne majeure ayant été déclarée incapable, une autorisation individuelle en vue d'effectuer certains actes au nom de ce mineur ou de cette personne majeure ayant été déclarée incapable. Se référant aux travaux préparatoires cités en B.4.2, le Conseil des ministres fait ensuite valoir qu'une demande d'autorisation conjointe au sens de l'article 784/1 de l'ancien Code civil ne doit pas nécessairement être introduite au nom de plusieurs mineurs ou personnes ayant été déclarées incapables de renoncer à une succession, qui sont représentés par des représentants légaux différents. Il estime qu'une telle demande peut également être introduite au nom d'un seul mineur ou d'une seule personne ayant été déclarée incapable, auquel cas les exemptions prévues par les dispositions en cause sont applicables. B.7.2. Il appartient en règle au juge a quo d'interpréter les dispositions qu'il applique, sous réserve d'une lecture manifestement erronée de ces dispositions. |
B.7.3. De wet van 19 maart 2017 bevat geen artikelen die uitdrukkelijk | B.7.3. La loi du 19 mars 2017 ne contient aucun article qui dispose |
bepalen dat geen bijdrage aan het begrotingsfonds voor de juridische | expressément qu'aucune contribution au fonds budgétaire relatif à |
tweedelijnsbijstand is vereist in procedures waarbij de rechter een individuele machtiging verleent aan de wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige of van een onbekwaam verklaarde meerderjarige om bepaalde handelingen namens die minderjarige of onbekwaam verklaarde meerderjarige te stellen. Bij de wet van 31 juli 2020, die dateert van na de door de Ministerraad aangehaalde omzendbrief, werd artikel 4, § 2, tweede lid, van de wet van 19 maart 2017 gewijzigd in die zin dat de eisende partij van de bijdrage aan het fonds is vrijgesteld indien zij een verzoek tot machtiging indient op grond van artikel 784/1 van het Burgerlijk Wetboek, artikel dat betrekking heeft op het verzoek tot gezamenlijke machtiging en aldus niet op een verzoek tot individuele machtiging. | l'aide juridique de deuxième ligne n'est due pour les procédures dans lesquelles le juge accorde, au représentant légal d'un mineur ou d'une personne majeure ayant été déclarée incapable, une autorisation individuelle en vue d'effectuer certains actes au nom de ce mineur ou de cette personne majeure ayant été déclarée incapable. La loi du 31 juillet 2020, qui est postérieure à la circulaire citée par le Conseil |
In zoverre de verwijzende rechters de bepalingen van de wet van 19 | des ministres, a modifié l'article 4, § 2, alinéa 2, de la loi du 19 |
maart 2017 interpreteren in die zin dat een namens een minderjarige of namens een persoon die overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werd verklaard om een nalatenschap te verwerpen, bij de vrederechter ingediend verzoek tot het verkrijgen van een individuele machtiging tot verwerping van een nalatenschap in de zin van artikel 784, derde lid, van datzelfde Wetboek, niet is vrijgesteld van de bijdrage aan het begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand, is die interpretatie niet kennelijk verkeerd. B.7.4. Volgens artikel 784/1 van het oud Burgerlijk Wetboek kan de | mars 2017 en ce sens que la partie demanderesse est exemptée de la contribution au fonds si elle introduit une demande d'autorisation sur la base de l'article 784/1 du Code civil, article qui porte sur la demande d'autorisation conjointe, et non donc sur la demande d'autorisation individuelle. En ce que les juges a quo interprètent les dispositions de la loi du 19 mars 2017 en ce sens qu'une demande individuelle de renoncer à une succession visée à l'article 784, alinéa 3, de l'ancien Code civil, introduite devant le juge de paix au nom d'un mineur ou d'une personne ayant été déclarée incapable de renoncer à une succession conformément à l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, du même Code, n'est pas exemptée de la contribution au fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne, cette interprétation n'est pas manifestement erronée. B.7.4. Selon l'article 784/1 de l'ancien Code civil, une « |
vrederechter om een « gezamenlijke machtiging » worden verzocht om een | autorisation conjointe » de renoncer à une succession visée à |
nalatenschap in de zin van artikel 784, derde lid, van datzelfde | l'article 784, alinéa 3, du même Code peut être demandée au juge de |
Wetboek te verwerpen en kan dat verzoek « gezamenlijk » worden | paix et cette requête peut être introduite « conjointement » par les « |
ingediend door « de respectievelijke wettelijke vertegenwoordigers ». Gelet op de bewoordingen van die bepaling is de interpretatie van de verwijzende rechters die erin bestaat dat het erin bedoelde verzoek niet namens één enkele minderjarige of onbekwaam verklaarde persoon kan worden ingediend, niet kennelijk verkeerd. De verwijzende rechters vermochten ervan uit te gaan dat de zin van een wetsbepaling niet kan worden omgebogen door verklaringen die aan de aanneming ervan zijn voorafgegaan, te laten voorgaan op de duidelijke tekst van die bepaling. B.8. Uit het voorgaande volgt dat, wat de griffierechten betreft, een vrijstelling geldt in geval van een door onderscheiden wettelijke vertegenwoordigers namens meerdere minderjarigen of personen die overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werden verklaard om een nalatenschap te | représentants légaux respectifs ». Compte tenu de la formulation de cette disposition, l'interprétation des juges a quo selon laquelle la requête visée ne peut être introduite au nom d'un seul mineur ou d'une seule personne ayant été déclarée incapable n'est pas manifestement erronée. Les juges a quo ont pu considérer que le sens d'une disposition législative ne peut être infléchi en faisant prévaloir sur le texte clair de cette disposition des déclarations qui ont précédé son adoption. B.8. Il ressort de ce qui précède, en ce qui concerne les droits de greffe, qu'une exemption s'applique dans le cas d'une demande d'autorisation conjointe de renoncer à une succession visée à l'article 784, alinéa 3, de l'ancien Code civil, introduite par des représentants légaux différents au nom de plusieurs mineurs ou |
verwerpen, ingediend verzoek tot het verkrijgen van een gezamenlijke | personnes ayant été déclarées incapables de renoncer à une succession |
machtiging tot verwerping van een nalatenschap in de zin van artikel | conformément à l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, du même Code |
784, derde lid, van datzelfde Wetboek (artikel 162, 19°, van het | (article 162, 19°, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque |
Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten) en in geval van een namens een persoon die overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, onbekwaam werd verklaard om een nalatenschap te verwerpen, ingediend verzoek tot het verkrijgen van een individuele machtiging tot verwerping van zulk een nalatenschap (artikel 162, 18°, van datzelfde Wetboek). De vrijstelling geldt evenwel niet in geval van een namens een minderjarige ingediend verzoek tot het verkrijgen van een individuele machtiging tot verwerping van zulk een nalatenschap. Wat de bijdrage aan het begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand betreft, geldt een vrijstelling in geval van een door onderscheiden wettelijke vertegenwoordigers namens meerdere minderjarigen of personen die overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werden verklaard om een nalatenschap te verwerpen, ingediend verzoek tot het verkrijgen van een gezamenlijke machtiging tot verwerping van een nalatenschap in de zin van artikel 784, derde lid, van datzelfde Wetboek (artikel 4, § | et de greffe), ainsi que dans le cas d'une demande d'autorisation individuelle de renoncer à une telle succession, introduite au nom d'une personne ayant été déclarée incapable de renoncer à une succession conformément à l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5° (article 162, 18°, du même Code). En revanche, cette exemption ne s'applique pas dans le cas d'une demande d'autorisation individuelle de renoncer à une telle succession introduite au nom d'un mineur. En ce qui concerne la contribution au fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne, une exemption s'applique dans le cas d'une demande d'autorisation conjointe de renoncer à une succession visée à l'article 784, alinéa 3, de l'ancien Code civil, introduite par des représentants légaux différents au nom de plusieurs mineurs ou de plusieurs personnes ayant été déclarées incapables de renoncer à une succession conformément à l'article 492/1, § 2, alinéa |
2, tweede lid, 6°, van de wet van 19 maart 2017). De vrijstelling | 3, 5°, du même Code (article 4, § 2, alinéa 2, 6°, de la loi du 19 |
geldt evenwel niet in geval van een namens een minderjarige of een | mars 2017). En revanche, cette exemption ne s'applique pas dans le cas |
persoon die overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, van het | d'une demande d'autorisation individuelle de renoncer à une telle |
oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werd verklaard om een nalatenschap te | succession, introduite au nom d'un mineur ou d'une personne ayant été |
verwerpen, ingediend verzoek tot het verkrijgen van een individuele | déclarée incapable de renoncer à une succession conformément à |
machtiging tot verwerping van zulk een nalatenschap. | l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, de l'ancien Code civil. |
B.9. De voormelde verschillen in behandeling berusten op objectieve | B.9. Les différences de traitement précitées reposent sur des critères |
criteria, meer bepaald de individuele dan wel gezamenlijke aard van | objectifs, plus précisément sur la nature individuelle ou conjointe de |
het machtigingsverzoek en het statuut van de persoon of personen | la demande d'autorisation ainsi que sur le statut de la personne ou |
namens wie het machtigingsverzoek wordt ingediend. | des personnes au nom de laquelle ou desquelles la demande |
d'autorisation est introduite. | |
B.10.1. Uit de in B.4.1 aangehaalde parlementaire voorbereiding van de | B.10.1. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 6 juillet |
wet van 6 juli 2017 blijkt dat de wetgever de verwerping van een | 2017 cités en B.4.1 que le législateur a voulu rendre gratuite la |
nalatenschap in de zin van artikel 784, derde lid, van het oud | renonciation à une succession visée à l'article 784, alinéa 3, de |
Burgerlijk Wetboek kosteloos heeft willen maken, omdat het « niet | l'ancien Code civil, parce qu'« il ne serait pas juste d'un point de |
sociaal rechtvaardig [zou] zijn indien in deze vaak schrijnende | vue social que le successible renonçant soit tenu au paiement des |
gevallen de verwerpende erfgerechtigde zou gehouden zijn tot betaling | |
van de rechten en bekendmakingskosten van de verwerping ». Uit de in | droits et frais de publication de la renonciation dans ces cas souvent |
B.4.3 aangehaalde parlementaire voorbereiding van de wet van 31 juli | navrants ». Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 31 |
2020 blijkt dat de wetgever de bij de wet van 6 juli 2017 ingevoerde | juillet 2020 cités en B.4.3 que le législateur a voulu étendre la |
kosteloosheid, die betrekking had op de kosten verbonden aan de door | gratuité instaurée par la loi du 6 juillet 2017, qui concernait les |
de notaris verleden authentieke akte van verwerping, heeft willen | frais du notaire instrumentant pour l'établissement de l'acte |
uitbreiden tot de kosten verbonden aan een procedure die wordt ingeleid met het oog op het verkrijgen van een machtiging om een nalatenschap in de zin van artikel 484, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek te verwerpen, en dit « teneinde het kosteloos karakter zoveel mogelijk te verzekeren ». B.10.2. De wetgever blijkt aldus van oordeel te zijn geweest dat het sociaal onrechtvaardig zou zijn dat een erfgerechtigde, wanneer hij, uitgaande van de vaststelling dat hij geen voordeel kan halen uit de nalatenschap, rechtshandelingen stelt met het oog op het verwerpen van die nalatenschap, zou worden geconfronteerd met aan die rechtshandelingen verbonden kosten. B.11. De door de in het geding zijnde bepalingen in het leven geroepen verschillen in behandeling zijn niet pertinent ten aanzien van de aldus door de wetgever nagestreefde doelstelling. Ongeacht of het een individuele dan wel een gezamenlijke machtiging betreft, beoogt een verzoek tot machtiging te dezen immers de verwerping van een nalatenschap waaruit de betrokkene of de betrokkenen geen voordeel kunnen halen. Feitelijke omstandigheden kunnen bovendien ertoe leiden | authentique de renonciation, aux frais relatifs à la procédure introduite en vue d'obtenir une autorisation de renoncer à une succession visée à l'article 484, alinéa 3, de l'ancien Code civil, et ce « afin de garantir le caractère gratuit le plus [...] possible ». B.10.2. Il apparaît ainsi que le législateur a considéré qu'il serait injuste d'un point de vue social qu'un successible, lorsqu'il constate qu'il ne peut tirer aucun avantage de la succession et que, partant, il accomplit des actes juridiques en vue d'y renoncer, soit confronté aux frais relatifs à ces actes juridiques. B.11. Les différences de traitement que font naître les dispositions en cause ne sont pas pertinentes au regard de l'objectif ainsi poursuivi par le législateur. En effet, qu'il s'agisse d'une autorisation individuelle ou conjointe, la demande d'autorisation vise en l'espèce à renoncer à une succession dont l'intéressé ou les intéressés ne peuvent tirer aucun avantage. En outre, les circonstances de fait peuvent aboutir à ce que les représentants |
dat de wettelijke vertegenwoordigers van een minderjarige of van een | légaux d'un mineur ou d'une personne ayant été déclarée incapable de |
persoon die onbekwaam werd verklaard om een nalatenschap te verwerpen, | renoncer à une succession n'aient pas la possibilité d'introduire |
niet in de mogelijkheid zijn om een verzoek tot het verkrijgen van een | devant le juge de paix une demande d'autorisation conjointe |
gezamenlijke machtiging overeenkomstig artikel 784/1 van het oud | conformément à l'article 784/1 de l'ancien Code civil et à ce qu'ils |
Burgerlijk Wetboek bij de vrederechter in te dienen, en aldus | soient dès lors contraints d'introduire une demande d'autorisation |
genoodzaakt zijn om, op grond van de artikelen 378, § 1, 410, § 1, 5°, | individuelle sur la base des articles 378, § 1er, 410, § 1er, 5°, ou |
of 499/7, § 2, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek, een verzoek tot het | 499/7, § 2, 5°, de l'ancien Code civil. Les différences de traitement |
verkrijgen van een individuele machtiging in te dienen. De in B.8 | mentionnées en B.8 ne sont pas raisonnablement justifiées. |
vermelde verschillen in behandeling zijn niet redelijk verantwoord. | |
B.12.1. In zoverre artikel 162, 19°, van het Wetboek der registratie-, | B.12.1. En ce qu'il ne prévoit pas que les actes, jugements et arrêts |
hypotheek- en griffierechten niet erin voorziet dat de akten, | relatifs aux procédures qui sont introduites sur la base des articles |
vonnissen en arresten betreffende de op grond van de artikelen 378, § | 378, § 1er, ou 410, § 1er, 5°, de l'ancien Code civil en vue d'obtenir |
1, of 410, § 1, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek ingeleide | |
procedures tot het verkrijgen van een individuele machtiging om een | une autorisation individuelle de renoncer, au nom d'un mineur, à une |
nalatenschap bedoeld in artikel 784, derde lid, van hetzelfde Wetboek | succession visée à l'article 784, alinéa 3, du même Code sont exemptés |
te verwerpen namens een minderjarige, van de formaliteit der | de la formalité de l'enregistrement, l'article 162, 19°, du Code des |
registratie zijn vrijgesteld, is het niet bestaanbaar met de artikelen | droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe n'est pas |
10 en 11 van de Grondwet. | compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. |
In zoverre artikel 4, § 2, tweede lid, 6°, van de wet van 19 maart | En ce qu'il ne prévoit pas qu'aucune contribution n'est perçue dans le |
2017 niet erin voorziet dat geen bijdrage van de eisende partij wordt | chef de la partie demanderesse si celle-ci introduit, sur la base des |
geïnd indien zij op grond van de artikelen 378, § 1, 410, § 1, 5°, of | articles 378, § 1er, 410, § 1er, 5°, ou 499/7, § 2, 5°, de l'ancien |
499/7, § 2, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek een verzoek indient tot | Code civil, une demande d'autorisation individuelle de renoncer à une |
het verkrijgen van een individuele machtiging om een nalatenschap | |
bedoeld in artikel 784, derde lid, van hetzelfde Wetboek te verwerpen | succession visée à l'article 784, alinéa 3, du même Code au nom d'un |
namens een minderjarige of namens een persoon die overeenkomstig | mineur ou d'une personne ayant été déclarée incapable de renoncer à |
artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, van hetzelfde Wetboek onbekwaam | une succession conformément à l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, du |
werd verklaard om een nalatenschap te verwerpen, is het niet | même Code, l'article 4, § 2, alinéa 2, 6°, de la loi du 19 mars 2017 |
bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. |
B.12.2. Rekening houdend met die vaststellingen van ongrondwettigheid, | B.12.2. Compte tenu de ces constats d'inconstitutionnalité, il n'est |
is het niet noodzakelijk om artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag | pas nécessaire d'associer l'article 6, paragraphe 1, de la Convention |
voor de rechten van de mens in het onderzoek naar de bestaanbaarheid | européenne des droits de l'homme à l'examen de la compatibilité des |
van de in het geding zijnde bepalingen met de artikelen 10 en 11 van | dispositions en cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution. |
de Grondwet te betrekken. | |
B.13. Aangezien de in B.12.1 gedane vaststellingen van de lacune zijn | B.13. Dès lors que les constats des lacunes qui ont été faits en |
uitgedrukt in voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen die | B.12.1 sont exprimés en des termes suffisamment précis et complets qui |
toelaten de in het geding zijnde bepalingen toe te passen met | permettent l'application des dispositions en cause dans le respect des |
inachtneming van de referentienormen op grond waarvan het Hof zijn | normes de référence sur la base desquelles la Cour exerce son |
toetsingsbevoegdheid uitoefent, staat het aan de verwijzende rechters | contrôle, il appartient aux juges a quo de mettre fin à la violation |
een einde te maken aan de schending van die normen. | de ces normes. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Artikel 162, 19°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en | - L'article 162, 19°, du Code des droits d'enregistrement, |
griffierechten schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | d'hypothèque et de greffe viole les articles 10 et 11 de la |
zoverre het niet erin voorziet dat de akten, vonnissen en arresten | Constitution, en ce qu'il ne prévoit pas que les actes, jugements et |
arrêts relatifs aux procédures qui sont introduites sur la base des | |
betreffende de op grond van de artikelen 378, § 1, of 410, § 1, 5°, | articles 378, § 1er, ou 410, § 1er, 5°, de l'ancien Code civil en vue |
van het oud Burgerlijk Wetboek ingeleide procedures tot het verkrijgen | |
van een individuele machtiging om een nalatenschap bedoeld in artikel | d'obtenir une autorisation individuelle de renoncer, au nom d'un |
784, derde lid, van hetzelfde Wetboek te verwerpen namens een | mineur, à une succession visée à l'article 784, alinéa 3, du même Code |
minderjarige, van de formaliteit der registratie zijn vrijgesteld. | sont exemptés de la formalité de l'enregistrement. |
- Artikel 4, § 2, tweede lid, 6°, van de wet van 19 maart 2017 « tot | - L'article 4, § 2, alinéa 2, 6°, de la loi du 19 mars 2017 « |
oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische | instituant un fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième |
tweedelijnsbijstand » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | ligne » viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il ne |
in zoverre het niet erin voorziet dat geen bijdrage van de eisende | prévoit pas qu'aucune contribution n'est perçue dans le chef de la |
partij wordt geïnd indien zij op grond van de artikelen 378, § 1, 410, | partie demanderesse si celle-ci introduit, sur la base des articles |
§ 1, 5°, of 499/7, § 2, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek een verzoek | 378, § 1er, 410, § 1er, 5°, ou 499/7, § 2, 5°, de l'ancien Code civil, |
indient tot het verkrijgen van een individuele machtiging om een | une demande d'autorisation individuelle de renoncer à une succession |
nalatenschap bedoeld in artikel 784, derde lid, van hetzelfde Wetboek | visée à l'article 784, alinéa 3, du même Code au nom d'un mineur ou |
te verwerpen namens een minderjarige of namens een persoon die | d'une personne ayant été déclarée incapable de renoncer à une |
overeenkomstig artikel 492/1, § 2, derde lid, 5°, van hetzelfde | succession conformément à l'article 492/1, § 2, alinéa 3, 5°, du même |
Wetboek onbekwaam werd verklaard om een nalatenschap te verwerpen. | Code. |
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 13 januari 2022. | la Cour constitutionnelle, le 13 janvier 2022. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |