Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 116/2021 van 23 september 2021 Rolnummer 7567 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 23, § 3, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het Gro samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen, de rechters M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne en D. Pie(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 116/2021 van 23 september 2021 Rolnummer 7567 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 23, § 3, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het Gro samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen, de rechters M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne en D. Pie(...) Extrait de l'arrêt n° 116/2021 du 23 septembre 2021 Numéro du rôle : 7567 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 23, § 3, du Code de la nationalité belge, posée par la Cour d'appel d'Anvers. La Cour constitutionnell composée du président L. Lavrysen, des juges M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne et D. Pieters, et(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 116/2021 van 23 september 2021 Extrait de l'arrêt n° 116/2021 du 23 septembre 2021
Rolnummer 7567 Numéro du rôle : 7567
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 23, § 3, van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article 23, § 3, du
Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Code de la nationalité belge, posée par la Cour d'appel d'Anvers.
Beroep te Antwerpen.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen, de rechters M. Pâques, Y. composée du président L. Lavrysen, des juges M. Pâques, Y. Kherbache,
Kherbache, T. Detienne en D. Pieters, en, overeenkomstig artikel 60bis T. Detienne et D. Pieters, et, conformément à l'article 60bis de la
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, du
emeritus voorzitter F. Daoût en emeritus rechter T. Merckx-Van Goey, président émérite F. Daoût et de la juge émérite T. Merckx-Van Goey,
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président L.
voorzitter L. Lavrysen, Lavrysen,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 20 april 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Par arrêt du 20 avril 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe
Hof is ingekomen op 29 april 2021, heeft het Hof van Beroep te de la Cour le 29 avril 2021, la Cour d'appel d'Anvers a posé la
Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« L'article 23, § 3, du Code de la nationalité belge viole-t-il les
« Schendt artikel 23 § 3 WBN de artikelen 10 en 11 Gw., in zoverre articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il peut en être déduit
hieruit kan afgeleid worden dat vorderingen tot vervallenverklaring que les actions en déchéance sont portées directement devant la cour
rechtstreeks voor het hof van beroep worden gebracht, waardoor geen d'appel, ce qui a pour effet que la personne faisant l'objet de cette
recht op hoger beroep (dubbele aanleg) open staat voor diegene tegen action en déchéance est privée d'un droit d'appel (double degré de
wie deze vervallenverklaring wordt gevorderd ? ». juridiction) ? ».
Op 19 mei 2021 hebben de rechters-verslaggevers Y. Kherbache en M. Le 19 mai 2021, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi
Pâques, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les
kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te juges-rapporteurs Y. Kherbache et M. Pâques ont informé la Cour qu'ils
stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op pourraient être amenés à proposer de mettre fin à l'examen de
voorafgaande rechtspleging. l'affaire par un arrêt rendu sur procédure préliminaire.
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 23, § 3, van het Wetboek B.1. La question préjudicielle concerne l'article 23, § 3, du Code de
van de Belgische nationaliteit. la nationalité belge.
Artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit is opgenomen L'article 23 du Code de la nationalité belge figure dans le chapitre
in hoofdstuk IV van dat Wetboek, met als opschrift « Verlies van de IV (« Perte de la nationalité belge ») de ce Code et dispose :
Belgische nationaliteit », en bepaalt :
« § 1. De Belgen die hun nationaliteit niet hebben verkregen van een « 1er. Les Belges qui ne tiennent pas leur nationalité d'un auteur ou
ouder of een adoptant die Belg was op de dag van hun geboorte en de adoptant belge au jour de leur naissance et les Belges qui ne se sont
Belgen wier nationaliteit niet werd toegekend op grond van de artikelen 11 en 11bis, kunnen van de Belgische nationaliteit vervallen worden verklaard: 1° indien zij de Belgische nationaliteit hebben verkregen ten gevolge van een bedrieglijke handelwijze, door valse informatie, het plegen van valsheid in geschrifte en/of het gebruik van valse of vervalste stukken, door identiteitsfraude of fraude bij het verkrijgen van het recht op verblijf; 2° indien zij ernstig tekortkomen aan hun verplichtingen als Belgische burger. Het Hof spreekt de vervallenverklaring niet uit indien dit tot gevolg zou hebben dat de betrokkene staatloos zou worden, tenzij de nationaliteit verkregen werd ten gevolge van een bedrieglijke handelwijze, door valse informatie of door verzwijging van enig relevant feit. In dat geval, zelfs indien de betrokkene er niet in geslaagd is zijn oorspronkelijke nationaliteit te herkrijgen, zal de vervallenverklaring van de nationaliteit slechts uitgesproken worden na het verstrijken van een redelijke termijn die door het Hof aan de belanghebbende werd toegekend om te pogen zijn oorspronkelijke nationaliteit te herkrijgen. § 2. De vervallenverklaring wordt gevorderd door het openbaar ministerie. De ten laste gelegde tekortkomingen worden in het dagvaardingsexploot nauwkeurig omschreven. § 3. De vordering tot vervallenverklaring wordt vervolgd voor het hof van beroep van de hoofdverblijfplaats in België van de verweerder of, bij gebreke daarvan, voor het hof van beroep te Brussel. § 4. De eerste voorzitter stelt een raadsheer aan, op wiens verslag het hof uitspraak doet binnen een maand na het verstrijken van de termijn van dagvaarding. § 5. Is het arrest bij verstek gewezen, dan wordt het na zijn betekening, tenzij deze aan de persoon is gedaan, bij uittreksel bekendgemaakt in twee bladen uitgegeven in de provincie en in het Belgisch Staatsblad. Het verzet moet op straffe van onontvankelijkheid worden gedaan binnen acht dagen te rekenen vanaf de betekening aan de persoon of vanaf de bekendmaking, zonder verlenging van die termijn wegens de afstand. Het verzet wordt op de eerste terechtzitting van de kamer die het arrest heeft uitgesproken behandeld op verslag van de aangewezen raadsheer, indien hij nog deel uitmaakt van de kamer of, bij diens ontstentenis, van de raadsheer daartoe door de eerste voorzitter aangewezen, en het arrest wordt binnen vijftien dagen uitgesproken. § 6. Voorziening in cassatie is alleen ontvankelijk indien zij met redenen is omkleed en voor zover eensdeels voor het hof van beroep is aangenomen of beweerd dat de staat van Belg van de verweerder in de vordering tot vervallenverklaring het gevolg is van de omstandigheid dat de ouder van wie de verweerder zijn nationaliteit heeft verkregen, op zijn geboortedag zelf Belg was, en anderdeels bij die voorziening de schending of de verkeerde toepassing van wetten waarop het rechtsmiddel is gegrond dan wel het ontbreken van een reden tot afwijzing wordt ingeroepen. De voorziening wordt ingesteld en berecht zoals is voorgeschreven voor de voorzieningen in criminele zaken. § 7. De termijn om zich in cassatie te voorzien en het cassatieberoep pas vu attribuer leur nationalité en vertu des articles 11 et 11bis peuvent être déchus de la nationalité belge : 1° s'ils ont acquis la nationalité belge à la suite d'une conduite frauduleuse, par de fausses informations, par faux en écriture et/ou utilisation de documents faux ou falsifiés, par fraude à l'identité ou par fraude à l'obtention du droit de séjour; 2° s'ils manquent gravement à leurs devoirs de citoyen belge. La Cour ne prononce pas la déchéance au cas où celle-ci aurait pour effet de rendre l'intéressé apatride, à moins que la nationalité n'ait été acquise à la suite d'une conduite frauduleuse, par de fausses informations ou par dissimulation d'un fait pertinent. Dans ce cas, même si l'intéressé n'a pas réussi à recouvrer sa nationalité d'origine, la déchéance de nationalité ne sera prononcée qu'à l'expiration d'un délai raisonnable accordé par la Cour à l'intéressé afin de lui permettre d'essayer de recouvrer sa nationalité d'origine. § 2. La déchéance est poursuivie par le ministère public. Les manquements reprochés sont spécifiés dans l'exploit de citation. § 3. L'action en déchéance se poursuit devant la Cour d'appel de la résidence principale en Belgique du défendeur ou, à défaut, devant la Cour d'appel de Bruxelles. § 4. Le premier président commet un conseiller, sur le rapport duquel la Cour statue dans le mois de l'expiration du délai de citation. § 5. Si l'arrêt est rendu par défaut, il est, après sa signification, à moins que celle-ci ne soit faite à personne, publié par extrait dans deux journaux de la province et au Moniteur belge. L'opposition doit, à peine d'irrecevabilité, être formée dans le délai de huit jours à compter du jour de la signification à personne ou de la publication, sans augmentation de ce délai en raison de la distance. L'opposition est portée à la première audience de la chambre qui a rendu l'arrêt; elle est jugée sur le rapport du conseiller commis s'il fait encore partie de la chambre, ou, à son défaut, par le conseiller désigné par le premier président, et l'arrêt est rendu dans les quinze jours. § 6. Le pourvoi en cassation n'est recevable que s'il est motivé et pour autant que, d'une part, devant la Cour d'appel ait été admis ou soutenu que la nationalité belge du défendeur à l'action en déchéance résultait de ce que, au jour de la naissance du défendeur, l'auteur de qui il tient sa nationalité était lui-même belge et que, d'autre part, ce pourvoi invoque la violation ou la fausse application des lois consacrant le fondement de ce moyen ou le défaut de motif de son rejet. Le pourvoi est formé et jugé comme il est prescrit pour les pourvois en matière criminelle. § 7. Le délai pour se pourvoir en cassation et le pourvoi sont
schorsen de tenuitvoerlegging van het arrest. suspensifs de l'exécution de l'arrêt.
§ 8. Wanneer het arrest, waarbij de vervallenverklaring van de staat § 8. Lorsque l'arrêt prononçant la déchéance de la nationalité belge
van Belg wordt uitgesproken, onherroepelijk is geworden, stuurt de est devenu définitif, le greffier transmet immédiatement les données
griffier onmiddellijk de gegevens nodig voor de opmaak van de akte van nécessaires à l'établissement de l'acte de déchéance de la nationalité
vervallenverklaring van Belgische nationaliteit via de DABS naar de belge, via la BAEC à l'officier de l'état civil, avec la mention de
ambtenaar van de burgerlijke stand, met vermelding van de volledige l'identité complète de l'intéressé.
identiteit van de belanghebbende. L'officier de l'état civil du lieu d'inscription au registre de la
De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van population, au registre des étrangers ou au registre d'attente de
inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van l'intéressé, ou, à défaut, de la résidence actuelle de l'intéressé,
de betrokkene of, bij gebrek hieraan, de actuele verblijfplaats van de ou, à défaut, de Bruxelles établit un acte de déchéance de la
betrokkene of, bij gebrek hieraan, van Brussel, maakt een akte van
vervallenverklaring van Belgische nationaliteit op. nationalité belge.
De vervallenverklaring heeft gevolg vanaf de opmaak van de akte van La déchéance a effet à compter de l'établissement de l'acte de
vervallenverklaring van Belgische nationaliteit. déchéance de la nationalité belge.
§ 9. Hij die van de staat van Belg vervallen is verklaard, kan alleen § 9. La personne qui a été déchue de la nationalité belge ne peut
door naturalisatie opnieuw Belg worden. In het geval bedoeld in § 1, redevenir belge que par naturalisation.
1°, verjaart de vordering tot vervallenverklaring door verloop van Dans le cas visé au § 1er, 1°, l'action en déchéance se prescrit par
vijf jaar te rekenen vanaf de datum van het bekomen van de Belgische cinq ans à compter de la date de l'obtention de la nationalité belge
nationaliteit door de betrokkene ». par l'intéressé ».
B.2. Uit het verwijzingsarrest blijkt dat de voor het verwijzende B.2. Il ressort de l'arrêt de renvoi que la demande de déchéance de
rechtscollege hangende vordering tot vervallenverklaring van de
nationaliteit betrekking heeft op een Belgisch-Marokkaanse persoon die nationalité pendante devant la juridiction a quo concerne une personne
de Belgische nationaliteit als minderjarige heeft verkregen op grond belgo-marocaine qui a acquis la nationalité belge en tant que mineur
van artikel 12 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, en dat en vertu de l'article 12 du Code de la nationalité belge, et que
de vordering tot vervallenverklaring is gebaseerd op een ernstige l'action en déchéance est fondée sur un manquement grave aux devoirs
tekortkoming aan de verplichtingen als Belgische burger (artikel 23, § de citoyen belge (article 23, § 1er, alinéa 1er, 2°, du Code de la
1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit); de nationalité belge); les faits cités à l'appui de cette action portent
ter ondersteuning van die vordering aangehaalde feiten betreffen met
name een veroordeling wegens het leiden van een terroristische groep, notamment sur une condamnation pour direction d'un groupe terroriste,
bedoeld in artikel 23/1, § 1, 1°, van hetzelfde Wetboek. au sens de l'article 23/1, § 1er, 1°, du même Code.
B.3. Het verwijzende rechtscollege wenst van het Hof te vernemen of
artikel 23, § 3, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit de B.3. La juridiction a quo demande à la Cour si l'article 23, § 3, du
artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, « in zoverre hieruit kan Code de la nationalité belge viole les articles 10 et 11 de la
afgeleid worden dat vorderingen tot vervallenverklaring rechtstreeks Constitution, « en ce qu'il peut en être déduit que les actions en
voor het hof van beroep worden gebracht, waardoor geen recht op hoger déchéance sont portées directement devant la cour d'appel, ce qui a
beroep (dubbele aanleg) open staat voor diegene tegen wie deze pour effet que la personne faisant l'objet de cette action en
vervallenverklaring wordt gevorderd ». déchéance est privée d'un droit d'appel (double degré de juridiction) ».
B.4.1. Bij zijn arrest nr. 122/2015 van 17 september 2015 heeft het B.4.1. Par son arrêt n° 122/2015 du 17 septembre 2015, la Cour s'est
Hof zich uitgesproken over een soortgelijke prejudiciële vraag inzake
artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit en artikel prononcée sur une question analogue relative à l'article 23 du Code de
604 van het Gerechtelijk Wetboek. la nationalité belge et à l'article 604 du Code judiciaire.
Artikel 604 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals het in die zaak van L'article 604 du Code judiciaire, tel qu'il était applicable dans
toepassing was, bepaalde : cette affaire, disposait :
« Onverminderd de in het artikel 23/1, § 1, van het Wetboek van de « Sans préjudice des cas visés à l'article 23/1, § 1er, du Code de la
Belgische nationaliteit bedoelde gevallen, neemt het hof van beroep
kennis van rechtsvorderingen tot vervallenverklaring van de nationalité belge, la cour d'appel connaît des actions en déchéance de
nationaliteit ». la nationalité ».
Het in die bepaling vermelde artikel 23/1, § 1, van het Wetboek van de L'article 23/1, § 1er, du Code de la nationalité belge, mentionné dans
Belgische nationaliteit bepaalde : cette disposition, énonçait :
« § 1. De vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit kan op « § 1er. La déchéance de la nationalité belge peut être prononcée par
vordering van het openbaar ministerie door de rechter worden le juge sur réquisition du ministère public à l'égard de Belges qui ne
uitgesproken ten aanzien van Belgen die hun nationaliteit niet hebben
verkregen van een ouder of een adoptant die Belg was op de dag van hun tiennent pas leur nationalité d'un auteur ou adoptant belge au jour de
geboorte en van Belgen wier nationaliteit niet werd toegekend op grond leur naissance et des Belges qui ne se sont pas vu attribuer leur
van artikel 11, § 1, eerste lid, 1° en 2° : nationalité en vertu de l'article 11, § 1er, alinéa 1er, 1° et 2° :
1° indien zij als dader, mededader of medeplichtige veroordeeld werden 1° s'ils ont été condamnés, comme auteur, coauteur ou complice, à une
tot een gevangenisstraf van ten minste vijf jaar zonder uitstel voor peine d'emprisonnement d'au moins cinq ans sans sursis pour une
een misdrijf vermeld in de artikelen 101 tot 112, 113 tot 120bis, infraction visée aux articles 101 à 112, 113 à 120bis, 120quater,
120quater, 120sexies, 120octies, 121 tot 123, 123ter, 123quater, 120sexies, 120octies, 121 à 123, 123ter, 123quater, alinéa 2, 124 à
tweede lid, 124 tot 134, 136bis, 136ter, 136quater, 136quinquies, 134, 136bis, 136ter, 136quater, 136quinquies, 136sexies et 136septies,
136sexies en 136septies, 137, 138, 139, 140, 141, 331bis, 433quinquies
tot 433octies, 477 tot 477sexies en 488bis van het Strafwetboek en de 137, 138, 139, 140, 141, 331bis, 433quinquies à 433octies, 477 à
artikelen 77bis, 77ter, 77quater en 77quinquies van de 477sexies et 488bis du Code pénal et aux articles 77bis, 77ter,
vreemdelingenwet, voor zover zij de hen ten laste gelegde feiten 77quater et 77quinquies de la loi sur les étrangers, pour autant que
hebben gepleegd binnen tien jaar vanaf de dag waarop zij de Belgische les faits leur reprochés aient été commis dans les dix ans à compter
nationaliteit hebben verworven, met uitzondering van de misdrijven de la date d'obtention de la nationalité belge, à l'exception des
bedoeld in de artikelen 136bis, 136ter en 136quater van het infractions visées aux articles 136bis, 136ter et 136quater du Code
Strafwetboek; pénal;
[...] ». [...] ».
B.4.2. Bij het voormelde arrest nr. 122/2015 heeft het Hof zich onder B.4.2. Par l'arrêt n° 122/2015 précité, la Cour s'est notamment
meer uitgesproken over de vraag of artikel 23 van het Wetboek van de prononcée sur la question de savoir si l'article 23 du Code de la
Belgische nationaliteit afbreuk doet aan de artikelen 10 en 11 van de nationalité belge viole les articles 10 et 11 de la Constitution, lus
Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 2, lid 1, van het Protocol
nr. 7 bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, « door de en combinaison avec l'article 2, paragraphe 1, du Protocole n° 7 à la
procedure tot vervallenverklaring van de nationaliteit voor het hof Convention européenne des droits de l'homme, « en [ce qu'il porte] la
van beroep te brengen en het niet mogelijk te maken een dubbele aanleg procédure de déchéance de nationalité devant la cour d'appel et [...]
te genieten ». ne [permet] pas de bénéficier d'un double degré de juridiction ».
Het Hof oordeelde in dat arrest : Par cet arrêt, la Cour a jugé :
« B.3.2. Met uitzondering van de vroegere tijdelijke en « B.3.2. Exception faite des régimes temporaires et circonstanciels
gelegenheidsregelingen is de vervallenverklaring van de nationaliteit antérieurs, la déchéance de la nationalité a été introduite en droit
in 1934 in het Belgische recht ingevoerd, en in het huidige Wetboek belge en 1934 et a été reprise dans le Code de la nationalité actuel
van de nationaliteit opgenomen vanaf de aanneming ervan, in 1984. dès l'adoption de celui-ci, en 1984. Initialement, la procédure de déchéance de nationalité organisée par
Aanvankelijk had de bij artikel 23 van het Wetboek van de Belgische l'article 23 du Code de la nationalité belge ne visait que les
nationaliteit geregelde procedure tot vervallenverklaring van de
nationaliteit enkel betrekking op de ernstige tekortkomingen aan de manquements graves aux devoirs de citoyen belge; l'article 387 de la
verplichtingen als Belgische burger; artikel 387 van de wet van 27 loi du 27 décembre 2006 a ensuite étendu cette possibilité de
december 2006 heeft die mogelijkheid tot vervallenverklaring
vervolgens uitgebreid tot de gevallen van fraude met het oog op het déchéance aux cas de fraude en vue d'acquérir la nationalité belge.
verkrijgen van de Belgische nationaliteit.
B.3.3. Zoals zij bij het in het geding zijnde artikel 23, § 1, 2°, B.3.3. Telle qu'elle est organisée par l'article 23, § 1er, 2°, en
wordt geregeld, maakt de vervallenverklaring van de nationaliteit het cause, la déchéance de nationalité permet d'assurer le respect, par
mogelijk te verzekeren dat de verplichtingen die iedere Belgische les Belges qui ne tiennent leur nationalité ni d'un auteur ou d'un
burger heeft, in acht worden genomen door de Belgen die hun adoptant qui était Belge au moment de leur naissance ni de
nationaliteit noch door een ouder of een adoptant die Belg was op het ogenblik van hun geboorte, noch door de toepassing van artikel 11 van het Wetboek hebben verkregen, en maakt zij het mogelijk die Belgen, wanneer zij door hun gedrag tonen dat zij de fundamentele regels van het samenleven niet aanvaarden en ernstig afbreuk doen aan de rechten en vrijheden van hun medeburgers, van de nationale gemeenschap uit te sluiten. Die uitzonderingsmaatregel, die door het openbaar ministerie voor het hof van beroep wordt gevorderd, betreft een ernstige tekortkoming aan de verplichtingen die iedere Belgische burger heeft, waarbij dat ruime begrip het mogelijk maakt feiten te beogen die geen door een Belgische rechter uitgesproken vonnis vereisen, en die zich evenmin beperken tot strafrechtelijke veroordelingen, noch tot strafrechtelijke veroordelingen die specifiek in artikel 23/1, § 1, 1°, van hetzelfde Wetboek zijn bedoeld. l'application de l'article 11 du Code, des devoirs qui incombent à tout citoyen belge et d'exclure ces Belges de la communauté nationale lorsqu'ils montrent par leur comportement qu'ils n'acceptent pas les règles fondamentales de la vie en commun et portent gravement atteinte aux droits et libertés de leurs concitoyens. Poursuivie par le ministère public devant la cour d'appel, cette mesure exceptionnelle concerne un manquement grave aux devoirs de tout citoyen belge, cette notion large permettant de viser des faits qui n'imposent pas un jugement prononcé par un juge belge, et qui ne se limitent pas davantage à des condamnations pénales, ni à des condamnations pénales spécifiquement visées à l'article 23/1, § 1er, 1°, du même Code.
[...] [...]
B.6.1. Artikel 2.1 van het Zevende Aanvullend Protocol bij het B.6.1. L'article 2.1 du Protocole additionnel n° 7 à la Convention
Europees Verdrag voor de rechten van de mens waarborgt het recht op européenne des droits de l'homme garantit le droit à un double degré
hoger beroep in strafzaken : de juridiction en matière pénale :
' Eenieder die door een gerecht is veroordeeld wegens een strafbaar ' Toute personne déclarée coupable d'une infraction pénale par un
feit, heeft het recht zijn schuldigverklaring of veroordeling opnieuw tribunal a le droit de faire examiner par une juridiction supérieure
te doen beoordelen door een hogere gerecht. De uitoefening van dit la déclaration de culpabilité ou la condamnation. L'exercice de ce
recht, met inbegrip van de gronden waarop het kan worden uitgeoefend, droit, y compris les motifs pour lesquels il peut être exercé, sont
wordt bij de wet geregeld '. régis par la loi '.
B.6.2. Aangezien de bij het in het geding zijnde artikel 23 ingevoerde vervallenverklaring van de nationaliteit een maatregel is van burgerlijke aard, onafhankelijk van elke strafrechtelijke vervolging, en te dezen wordt beoordeeld door het hof van beroep dat zitting houdt in burgerlijke zaken, dient de prejudiciële vraag niet te worden onderzocht in zoverre daarin een schending van artikel 2.1 van het Zevende Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens wordt aangevoerd. B.7. Behalve in strafzaken bestaat er geen algemeen beginsel waarbij de dubbele aanleg wordt gewaarborgd. Zoals blijkt uit hetgeen in B.3 is vermeld, vormt de bij het in het B.6.2. Dès lors que la déchéance de nationalité instaurée par l'article 23 en cause est une mesure de nature civile, indépendante de toute poursuite répressive, et appréciée en l'espèce par la cour d'appel siégeant en matière civile, la question préjudicielle ne doit pas être examinée en ce qu'elle invoque une violation de l'article 2.1 du Protocole additionnel n° 7 à la Convention européenne des droits de l'homme. B.7. Sauf en matière pénale, il n'existe aucun principe général garantissant le double degré de juridiction. Comme cela ressort de ce qui est dit en B.3, la déchéance de
geding zijnde artikel 23 ingevoerde vervallenverklaring van de nationalité instaurée par l'article 23 en cause constitue une mesure
nationaliteit een uitzonderingsmaatregel, waartoe enkel door een exceptionnelle, qui ne peut être décidée que par une juridiction, à la
rechtscollege kan worden besloten, op vordering van het openbaar demande du ministère public. En faisant relever cette procédure
ministerie. Door die op zichzelf staande procedure onder het hof van
beroep te laten ressorteren, is de in het geding zijnde maatregel niet autonome de la cour d'appel, la mesure en cause n'est pas dépourvue de
zonder redelijke verantwoording. justification raisonnable.
Voor het overige, op gevaar af iedere wijziging van de wetgeving Pour le surplus, à peine de rendre impossible toute modification de la
onmogelijk te maken, kan uit de invoering van een nieuwe regeling niet législation, on ne peut déduire de l'instauration d'un nouveau régime
worden afgeleid dat de oude, ipso facto, ongrondwettig zou zijn. De que l'ancien serait, ipso facto, inconstitutionnel. La circonstance
omstandigheid dat een mogelijkheid om hoger beroep in te stellen kan
voortvloeien uit de inwerkingstelling van de in artikel 23/1 bedoelde qu'il puisse découler une faculté d'appel de la mise en oeuvre de la
secundaire procedure, heeft op zich niet tot gevolg dat de in het in procédure accessoire prévue par l'article 23/1 n'a pas en soi pour
het geding zijnde artikel 23 bedoelde regeling discriminerend wordt conséquence de rendre discriminatoire le régime prévu par l'article 23
gemaakt. en cause.
B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord ». B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative ».
B.5. Om dezelfde redenen dient de thans onderzochte prejudiciële vraag B.5. Pour les mêmes motifs, la question préjudicielle présentement
ontkennend te worden beantwoord. examinée appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 23, § 3, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit L'article 23, § 3, du Code de la nationalité belge ne viole pas les
schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. articles 10 et 11 de la Constitution.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 23 september 2021. la Cour constitutionnelle, le 23 septembre 2021.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
L. Lavrysen L. Lavrysen
^