Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 55/2021 van 1 april 2021 Rolnummer 7417 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 122, 4°, en 124 van het Vlaamse decreet van 24 februari 2017 « betreffende onteigening voor het algemeen nut », gesteld door d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 55/2021 van 1 april 2021 Rolnummer 7417 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 122, 4°, en 124 van het Vlaamse decreet van 24 februari 2017 « betreffende onteigening voor het algemeen nut », gesteld door d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de rechters (...) Extrait de l'arrêt n° 55/2021 du 1 er avril 2021 Numéro du rôle : 7417 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 122, 4°, et 124 du décret flamand du 24 février 2017 « relatif à l'expropriation d'utilité publique La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et F. Daoût, et des juges J.-P. (...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 55/2021 van 1 april 2021 Extrait de l'arrêt n° 55/2021 du 1er avril 2021
Rolnummer 7417 Numéro du rôle : 7417
In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 122, 4°, en 124 van En cause : la question préjudicielle concernant les articles 122, 4°,
het Vlaamse decreet van 24 februari 2017 « betreffende onteigening et 124 du décret flamand du 24 février 2017 « relatif à
voor het algemeen nut », gesteld door de Vrederechter van het kanton l'expropriation d'utilité publique », posée par le Juge de paix du
Dendermonde. canton de Termonde.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de composée des présidents L. Lavrysen et F. Daoût, et des juges J.-P.
rechters J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet, J. Moerman en D. Pieters, Moerman, P. Nihoul, T. Giet, J. Moerman et D. Pieters, assistée du
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, greffier F. Meersschaut, présidée par le président L. Lavrysen,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 7 juli 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Par jugement du 7 juillet 2020, dont l'expédition est parvenue au
Hof is ingekomen op 8 juli 2020, heeft de Vrederechter van het kanton greffe de la Cour le 8 juillet 2020, le Juge de paix du canton de
Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : Termonde a posé la question préjudicielle suivante :
« Schenden de artikelen 122, 4° van het Decreet van 24 februari 2017 « L'article 122, 4°, du décret du 24 février 2017 relatif à
betreffende onteigening voor het algemeen nut (het ' Vlaams l'expropriation d'utilité publique (le ' décret flamand sur les
Onteigeningsdecreet ') en 124 van datzelfde decreet, afzonderlijk of expropriations ') et l'article 124 du même décret, lus isolément ou en
in samenlezing, de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet in combinaison, violent-ils les articles 10, 11 et 16 de la Constitution,
samenlezing met artikel 1 van het Eerste Aanvullende Protocol bij het lus en combinaison avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in de toepassing of de à la Convention européenne des droits de l'homme, suivant
interpretatie dat voor onteigeningsprocedures waarvan l'application ou l'interprétation selon laquelle, pour les procédures
- de administratieve fase vóór de inwerkingtreding van het Vlaams d'expropriation - dont la phase administrative a été clôturée avant l'entrée en
Onteigeningsdecreet werd afgerond bij toepassing en onder gelding van vigueur du décret flamand sur les expropriations, par application et
de Wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende sous l'empire de la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure
omstandigheden inzake de onteigeningen ten algemenen nutte,
- doch de gerechtelijke fase verloopt bij toepassing en onder gelding d'extrême urgence en matière d'expropriation pour cause d'utilité
van het Vlaams Onteigeningsdecreet, publique,
het niet meer aan de bodemrechter zou toekomen om te verifiëren of al - mais dont la phase judiciaire se déroule par application et sous
dan niet correct toepassing werd gemaakt van de Wet van 26 juli 1962 l'empire du décret flamand sur les expropriations,
betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake
de onteigeningen ten algemene nutte en van de door die Wet van 26 juli il n'appartiendrait plus au juge du fond de vérifier si la loi du 26
1962 gestelde vereiste van ' onontbeerlijke onmiddellijke juillet 1962 relative à la procédure d'extrême urgence en matière
d'expropriation pour cause d'utilité publique et la condition de la '
prise de possession immédiate indispensable ' prévue par ladite loi du
inbezitneming ', 26 juillet 1962 ont été appliquées correctement ou non,
terwijl artikel 16 van de Grondwet bepaalt dat niemand van zijn alors que l'article 16 de la Constitution dispose que nul ne peut être
eigendom kan ontzet worden dan in de gevallen en op de wijze bij de privé de sa propriété que dans les cas et de la manière établis par la
wet bepaald ? ». loi ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De prejudiciële vraag betreft de artikelen 122, 4°, en 124 van B.1. La question préjudicielle porte sur les articles 122, 4°, et 124
het Vlaamse decreet van 24 februari 2017 « betreffende onteigening du décret flamand du 24 février 2017 « relatif à l'expropriation
voor het algemeen nut » (hierna : het decreet van 24 februari 2017), d'utilité publique » (ci-après : le décret du 24 février 2017), qui
die bepalen : disposent :
«

Art. 122.De volgende regelingen worden opgeheven :

 «

Art. 122.Les réglementations suivantes sont abrogées :
[...] [...]
4° de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij 4° la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d'extrême urgence
hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, en matière d'expropriation pour cause d'utilité publique, modifiée par
gewijzigd bij de wet van 6 april 2000; la loi du 6 avril 2000;
[...]. [...].

Art. 124.Titel 3 van dit decreet is niet van toepassing op lopende administratieve procedures die onderworpen blijven aan de bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van dit decreet. Voor de onteigeningen waarvan de administratieve fase heeft plaatsgevonden met toepassing van de regels zoals deze bestonden voor de inwerkingtreding van dit decreet, legt de onteigen [en]de instantie in afwijking van artikel 46, § 5, uiterlijk de tiende dag voorafgaand aan de inleidingszitting ter griffie van het vredegerecht het administratief dossier neer zoals die overeenkomstig deze regels diende te zijn samengesteld.

Art. 124.Le titre 3 du présent décret ne s'applique pas aux procédures administratives en cours qui restent soumises aux dispositions qui étaient applicables avant l'entrée en vigueur du présent décret. Quant aux expropriations dont la phase administrative a eu lieu en application des règles en vigueur avant l'entrée en vigueur du présent décret, l'instance expropriante dépose, par dérogation à l'article 46, § 5, au plus tard le dixième jour précédant l'audience d'introduction, au greffe [de la justice] de paix le dossier administratif tel qu'il devait être composé conformément à ces règles.
Titel 4 van dit decreet is niet van toepassing op lopende Le titre 4 du présent décret ne s'applique pas aux procédures
gerechtelijke procedures die onderworpen blijven aan de bepalingen die judiciaires en cours qui restent soumises aux dispositions qui étaient
van toepassing waren voor de inwerkingtreding van dit decreet ». applicables avant l'entrée en vigueur du présent décret ».
B.2. Het Hof wordt gevraagd te onderzoeken of die bepalingen B.2. La Cour est invitée à examiner si ces dispositions sont
bestaanbaar zijn met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in compatibles avec les articles 10, 11 et 16 de la Constitution, lus en
samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij combinaison avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in de interpretatie Convention européenne des droits de l'homme, dans l'interprétation
dat het niet toekomt aan de rechter om, wanneer de bestuurlijke fase selon laquelle il n'appartient pas au juge, lorsque la phase
van de onteigeningsprocedure vóór de inwerkingtreding van het decreet
van 24 februari 2017 werd afgerond met toepassing van de wet van 26 administrative de la procédure d'expropriation a été clôturée par
juli 1962 « betreffende de rechtspleging bij hoogdringende application de la loi du 26 juillet 1962 « relative à la procédure
omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte » (hierna : de d'extrême urgence en matière d'expropriation pour cause d'utilité
wet van 26 juli 1962) en de gerechtelijke fase van die procedure publique » (ci-après : la loi du 26 juillet 1962) avant l'entrée en
vigueur du décret du 24 février 2017 et que la phase judiciaire de
aanvangt na de inwerkingtreding van het voormelde decreet en verloopt cette procédure commence après l'entrée en vigueur du décret précité
volgens de bepalingen van dat decreet, te controleren of al dan niet et se déroule conformément aux dispositions de ce décret, de contrôler
correct toepassing werd gemaakt van de wet van 26 juli 1962 en meer si la loi du 26 juillet 1962 a été appliquée correctement ou non et,
bepaald of de onteigenende instantie zich al dan niet terecht kon plus précisément, si l'instance expropriante a pu se prévaloir à juste
beroepen op hoogdringende omstandigheden die de toepassing van die wet titre ou non de l'extrême urgence qui pouvait justifier l'application
zou kunnen verantwoorden (de door die wet gestelde vereiste van de « de cette loi (l'exigence, imposée par cette loi, de la « prise de
onontbeerlijke onmiddellijke inbezitneming »). possession immédiate indispensable »).
B.3.1. Bij het decreet van 24 februari 2017 heeft de decreetgever één B.3.1. Par le décret du 24 février 2017, le législateur décrétal a
overkoepelende onteigeningsprocedure ingevoerd voor alle onteigeningen instauré une seule et même procédure d'expropriation globale pour
binnen het Vlaamse Gewest, met uitzondering van de onteigeningen door toutes les expropriations réalisées en Région flamande, à l'exception
de federale overheid of door de federale overheid gemachtigde des expropriations réalisées par l'autorité fédérale ou par des
instellingen die op federale bevoegdheden betrekking hebben. Die organismes habilités par celle-ci, qui portent sur des compétences
procedure bestaat uit twee fasen : een bestuurlijke en een fédérales. Cette procédure comprend deux phases : une phase
gerechtelijke fase. administrative et une phase judiciaire.
B.3.2. De bestuurlijke fase vangt aan met een voorlopig B.3.2. La phase administrative commence par une décision
onteigeningsbesluit, opgesteld door de onteigenende instantie (artikel d'expropriation provisoire, qui est prise par l'instance expropriante
10), dat moet worden onderworpen aan een openbaar onderzoek (artikelen (article 10) et qui doit être soumise à une enquête publique (articles
17 tot 23). Na afloop van het openbaar onderzoek kan de onteigenende 17 à 23). A l'issue de l'enquête publique, l'instance expropriante
instantie een definitief onteigeningsbesluit opstellen (artikel 28), peut prendre une décision d'expropriation définitive (article 28), qui
dat door belanghebbenden kan worden aangevochten voor de Raad voor peut être contestée par les parties intéressées devant le Conseil pour
Vergunningsbetwistingen (artikel 43). Voor sommige onteigenende les contestations des autorisations (article 43). Pour certaines
instanties is voorafgaand aan het definitieve onteigeningsbesluit een instances expropriantes, une habilitation préalable à la décision
machtiging vereist (artikelen 8 en 9). d'expropriation définitive est requise (articles 8 et 9).
De gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure vangt aan wanneer La phase judiciaire de la procédure d'expropriation commence lorsque
de onteigenende instantie, op basis van het definitieve l'instance expropriante saisit le juge de paix, sur la base de la
onteigeningsbesluit, de zaak aanhangig maakt voor de vrederechter décision d'expropriation définitive (article 46). Après l'audience
(artikel 46). Na de inleidingszitting dient de vrederechter allereerst d'introduction, le juge de paix doit en premier lieu statuer sur la
uitspraak te doen over de wettigheid van de onteigening (artikel 50, § légalité de l'expropriation (article 50, § 1er). Il peut être
1). Tegen dat vonnis kan hoger beroep worden aangetekend bij de interjeté appel de ce jugement auprès du tribunal de première instance
rechtbank van eerste aanleg (artikel 54). Wanneer de vrederechter (article 54). Lorsque le juge de paix décide que l'expropriation est
oordeelt dat de onteigening wettig is, stelt hij een deskundige aan en
bepaalt hij de datum en het uur voor de installatievergadering op de légale, il désigne un expert et fixe la date et l'heure de la réunion
plaats van het onroerend goed in aanwezigheid van de partijen en de d'installation à l'endroit du bien immobilier en présence des parties
aangestelde deskundige (artikel 50, § 2). Na de installatievergadering et de l'expert désigné (article 50, § 2). Après la réunion
en na ontvangst van het verslag van de deskundige, bepaalt de d'installation et la réception du rapport de l'expert, le juge de paix
vrederechter een provisionele onteigeningsvergoeding, die door de fixe une indemnité d'expropriation provisionnelle, que l'instance
onteigenende instantie moet worden gestort in de Deposito- en expropriante doit verser à la Caisse des dépôts et consignations
Consignatiekas (artikelen 52 en 53, eerste lid). Na de betekening aan (articles 52 et 53, alinéa 1er). Après la notification à toutes les
alle betrokken partijen van een afschrift van het bewijs van storting parties concernées d'une copie de la preuve du versement de
van de vergoeding, neemt de onteigenende instantie bezit van het l'indemnité, l'instance expropriante prend possession du bien
onroerend goed, tenzij de vrederechter een ander ogenblik van immobilier, sauf si le juge de paix a fixé un autre moment de prise de
inbezitneming heeft bepaald (artikel 53, derde lid). Na het overzenden possession (article 53, alinéa 3). Après la transmission du rapport
van het deskundig eindverslag houdende het advies over de definitieve d'expertise final portant l'avis relatif à l'indemnité définitive, la
vergoeding, kan de meest gerede partij de vrederechter om de partie la plus diligente peut demander au juge de paix la mise en état
instaatstelling verzoeken van de beoordeling van de definitieve de l'évaluation relative à l'indemnité d'expropriation définitive
onteigeningsvergoeding (artikel 57). Tegen het vonnis waarbij de (article 57). Il peut être interjeté appel auprès du tribunal de
vrederechter uitspraak doet over de definitieve première instance du jugement par lequel le juge de paix statue sur
onteigeningsvergoeding, kan hoger beroep worden ingesteld bij de
rechtbank van eerste aanleg (artikel 59). l'indemnité d'expropriation définitive (article 59).
B.4. Volgens artikel 125 van het decreet van 24 februari 2017 treedt B.4. Selon l'article 125 du décret du 24 février 2017, le décret entre
het decreet in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen en vigueur à une date à fixer par le Gouvernement flamand. Par
datum. Bij artikel 38 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 l'article 38 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 octobre 2017 «
portant exécution du Décret flamand sur les Expropriations du 24
oktober 2017 « tot uitvoering van het Vlaams Onteigeningsdecreet van février 2017 », la date d'entrée en vigueur du décret a été fixée au 1er
24 februari 2017 » werd de datum van inwerkingtreding van het decreet
bepaald op 1 januari 2018. janvier 2018.
B.5.1. Volgens het in het geding zijnde artikel 122 van het decreet
van 24 februari 2017 zijn de wetten en decreten die vóór de B.5.1. Selon l'article 122, en cause, du décret du 24 février 2017,
inwerkingtreding van dat decreet de onteigeningsprocedure regelden, les lois et décrets qui réglaient la procédure d'expropriation avant
waaronder de wet van 26 juli 1962 (artikel 122, 4°, van het decreet l'entrée en vigueur de ce décret, dont la loi du 26 juillet 1962
van 24 februari 2017), opgeheven in het Vlaamse Gewest. (article 122, 4°, du décret du 24 février 2017), sont abrogés en
Région flamande.
B.5.2. Het in het geding zijnde artikel 124 van het decreet van 24 B.5.2. L'article 124, en cause, du décret du 24 février 2017 contient
februari 2017 bevat een overgangsregeling voor onteigeningsprocedures un régime transitoire pour les procédures d'expropriation qui étaient
die op de datum van de inwerkingtreding van het decreet lopende waren. en cours à la date de l'entrée en vigueur du décret. Cette disposition
Die bepaling maakt een onderscheid, naargelang de bestuurlijke fase, établit une distinction selon que la phase administrative ou la phase
dan wel de gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure lopende judiciaire de la procédure d'expropriation était en cours.
was. Volgens het eerste lid van artikel 124 van het decreet van 24 februari Selon l'alinéa 1er de l'article 124 du décret du 24 février 2017, le
2017 is titel 3 van dat decreet, bevattende de bepalingen betreffende titre 3 de ce décret, qui contient les dispositions relatives à la
de bestuurlijke fase van de onteigening, niet van toepassing op phase administrative de l'expropriation, n'est pas applicable aux
lopende administratieve procedures en blijven die procedures procédures administratives en cours et ces procédures restent soumises
onderworpen aan de bepalingen die van toepassing waren vóór de
inwerkingtreding van het decreet. Volgens het tweede lid van dat aux dispositions qui étaient applicables avant l'entrée en vigueur du
artikel dient de onteigenende instantie voor de onteigeningen waarvan décret. Selon l'alinéa 2 de cet article, l'instance expropriante doit,
de bestuurlijke fase heeft plaatsgevonden met toepassing van de regels pour les expropriations dont la phase administrative s'est déroulée
zoals die bestonden vóór de inwerkingtreding van het decreet, par application des règles en vigueur avant l'entrée en vigueur du
uiterlijk de tiende dag voorafgaand aan de inleidingszitting ter décret, déposer au greffe de la justice de paix, au plus tard le
griffie van het vredegerecht het administratief dossier neer te leggen dixième jour précédant l'audience d'introduction, le dossier
« zoals die overeenkomstig deze regels diende te zijn samengesteld ». administratif « tel qu'il devait être composé conformément à ces règles ».
Het derde lid van artikel 124 van het decreet van 24 februari 2017 L'alinéa 3 de l'article 124 du décret du 24 février 2017 prévoit que
bepaalt dat titel 4 van dat decreet, bevattende de bepalingen le titre 4 de ce décret, qui contient les dispositions relatives à la
betreffende de gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure, niet phase judiciaire de la procédure d'expropriation, n'est pas applicable
van toepassing is op lopende gerechtelijke procedures die onderworpen aux procédures judiciaires en cours qui restent soumises aux
blijven aan de bepalingen die van toepassing waren vóór de dispositions qui étaient applicables avant l'entrée en vigueur du
inwerkingtreding van het decreet. décret.
B.6.1. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de zaak die hangende is B.6.1. Il ressort de la décision de renvoi que l'affaire qui est
voor de verwijzende rechter betrekking heeft op een pendante devant le juge a quo porte sur une procédure d'expropriation
onteigeningsprocedure, waarvan de bestuurlijke fase, die volgens de dont la phase administrative, qui s'était déroulée selon les
bepalingen van de wet van 26 juli 1962 was verlopen, afgerond werd dispositions de la loi du 26 juillet 1962, a été clôturée avant
vóór de inwerkingtreding van het decreet van 24 februari 2017, en l'entrée en vigueur du décret du 24 février 2017 et dont la phase
waarvan de gerechtelijke fase is aangevangen na de inwerkingtreding judiciaire a commencé après l'entrée en vigueur de ce décret, ce qui
van dat decreet, waardoor de relevante bepalingen van dat decreet van implique que les dispositions pertinentes de ce décret sont
toepassing zijn op die fase. applicables à cette phase.
B.6.2. De verwijzende rechter interpreteert de artikelen 122, 4°, en B.6.2. Le juge a quo interprète les articles 122, 4°, et 124 du décret
124 van het decreet van 24 februari 2017 in die zin dat wanneer de du 24 février 2017 en ce sens que, lorsque la phase administrative
bestuurlijke fase is verlopen volgens de bepalingen van de wet van 26 s'est déroulée selon les dispositions de la loi du 26 juillet 1962 et
juli 1962 en de gerechtelijke fase verloopt volgens de bepalingen van que la phase judiciaire se déroule selon les dispositions du décret du
het decreet van 24 februari 2017, het niet toekomt aan de rechter om 24 février 2017, il n'appartient pas au juge de contrôler s'il a été
te controleren of al dan niet correct toepassing werd gemaakt van de
wet van 26 juli 1962 en meer bepaald of de onteigenende instantie zich fait une application correcte ou non de la loi du 26 juillet 1962 et,
plus précisément, si l'instance expropriante a pu se prévaloir à juste
al dan niet terecht kon beroepen op hoogdringende omstandigheden die titre ou non de l'extrême urgence qui pouvait justifier l'application
de toepassing van de wet van 26 juli 1962 konden verantwoorden. de la loi du 26 juillet 1962.
B.7. De wet van 26 juli 1962 bevat een van het gemeen recht afwijkende B.7. La loi du 26 juillet 1962 contient une procédure d'expropriation
onteigeningsprocedure, die kan worden toegepast in geval van « dérogatoire au droit commun, qui peut être appliquée en cas d'«
hoogdringende omstandigheden ». Op grond van artikel 1 van de wet van extrême urgence ». En vertu de l'article 1er de la loi du 26 juillet
26 juli 1962 kan de onteigening immers slechts volgens de regels van 1962, l'expropriation ne peut en effet être réalisée selon les règles
die wet geschieden wanneer de Koning, de gemeenschaps- of de cette loi que lorsqu'il est constaté par le Roi, par le
gewestregering of, bij wege van delegatie, de bevoegde minister « gouvernement de communauté ou de région ou, par voie de délégation,
vaststelt dat de onmiddellijke inbezitneming van een of meer par le ministre compétent que « la prise de possession immédiate d'un
onroerende goederen ten algemenen nutte onontbeerlijk is ». ou plusieurs immeubles est indispensable pour cause d'utilité publique ».
Uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie blijkt dat de rechter die Il ressort de la jurisprudence de la Cour de cassation que le juge qui
op grond van artikel 7, tweede lid, van de wet van 26 juli 1962 dient doit décider en vertu de l'article 7, alinéa 2, de la loi du 26
te oordelen of de vordering regelmatig is ingesteld, de door de wet juillet 1962 si l'action a été régulièrement intentée, si les formes
voorgeschreven formaliteiten vervuld zijn en het plan van de prescrites par la loi ont été observées et si le plan des emprises est
grondinnemingen van toepassing is op het goed waarvan de onteigening applicable à la propriété dont l'expropriation est poursuivie, doit
wordt gevorderd, eveneens dient te onderzoeken of « de onteigenaar également examiner si « en méconnaissant la notion juridique de '
geen machtsoverschrijding of machtsafwending heeft begaan door het l'extrême urgence ', l'expropriant n'a pas commis d'excès ou de
juridisch begrip hoogdringendheid te miskennen » (Cass., 22 januari détournement de pouvoir » (Cass. 22 janvier 1998, Pas., 1998, n° 45).
1998, Arr. Cass., 1998, nr. 45).
B.8.1. Zoals is vermeld in B.5.2, moet de onteigenende instantie, wat B.8.1. Comme il est dit en B.5.2, l'instance expropriante est tenue,
de onteigeningen betreft waarvan de bestuurlijke fase heeft en ce qui concerne les expropriations dont la phase administrative
plaatsgevonden met toepassing van de regels zoals die bestonden vóór s'est déroulée par application des règles en vigueur avant l'entrée en
de inwerkingtreding van het decreet van 24 februari 2017, het vigueur du décret du 24 février 2017, de composer le dossier
administratief dossier dat ter griffie van de vrederechter moet worden
ingediend, samenstellen overeenkomstig de regels die van toepassing administratif devant être déposé au greffe de la justice de paix
waren op de bestuurlijke fase (artikel 124, tweede lid, van het conformément aux règles qui étaient applicables à la phase
decreet van 24 februari 2017). Wanneer de bestuurlijke fase van de administrative (article 124, alinéa 2, du décret du 24 février 2017).
Lorsque la phase administrative de l'expropriation s'est déroulée
onteigening is verlopen volgens de bepalingen van de wet van 26 juli selon les dispositions de la loi du 26 juillet 1962, le dossier
1962, dient het aan de griffie van de vrederechter overgezonden administratif transmis au greffe de la justice de paix doit donc être
administratief dossier aldus te zijn samengesteld overeenkomstig de composé conformément aux dispositions de cette loi, même lorsque la
bepalingen van die wet, ook wanneer de gerechtelijke fase van de phase judiciaire de l'expropriation se déroule selon les dispositions
onteigening verloopt volgens de bepalingen van het decreet van 24 du décret du 24 février 2017. Il s'ensuit que le dossier administratif
februari 2017. Dit brengt met zich mee dat het administratief dossier
in dat geval de « elementen [moet bevatten] die de hoogdringende doit dans ce cas contenir les éléments susceptibles de justifier
omstandigheden kunnen verantwoorden » (RvSt, 17 oktober 2011, nr. l'extrême urgence (CE, 17 octobre 2011, n° 215.772; 17 janvier 2012,
215.772; 17 januari 2012, nr. 217.247). n° 217.247).
B.8.2. Volgens artikel 50, § 1, eerste lid, van het decreet van 24 B.8.2. Selon l'article 50, § 1er, alinéa 1er, du décret du 24 février
februari 2017, dat deel uitmaakt van titel 4 (« De gerechtelijke fase 2017, qui fait partie du titre 4 (« La phase judiciaire ») de ce
») van dat decreet, doet de vrederechter binnen drie maanden na de
inleidingszitting uitspraak over de wettigheid van de onteigening. Pas décret, le juge de paix statue, dans les trois mois suivant l'audience
nadat de vrederechter oordeelt dat de onteigening wettig is, stelt hij d'introduction, sur la légalité de l'expropriation. Ce n'est qu'après
een deskundige aan met het oog op de opmaak van een plaatsbeschrijving avoir décidé que l'expropriation est légale que le juge de paix
en van een adviserend verslag over de onteigeningsvergoeding en désigne un expert en vue d'établir un état des lieux et un rapport
bepaalt hij de datum en het uur voor de installatievergadering op de consultatif sur l'indemnité d'expropriation et qu'il fixe la date et
plaats van het onroerend goed in aanwezigheid van de partijen en de l'heure de la réunion d'installation à l'endroit de l'immeuble, en
aangestelde deskundige (artikel 50, § 2). Tegen het vonnis waarbij de présence des parties et de l'expert désigné (article 50, § 2). En
vrederechter uitspraak doet over de wettigheid van de onteigening, kan fonction de la décision du juge de paix, l'instance expropriante ou
hoger beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg door, chaque partie qui a contesté la légalité de l'expropriation peut
afhankelijk van de beslissing van de vrederechter, de onteigenende interjeter appel devant le tribunal de première instance du jugement
instantie of elke partij die de wettigheid van de onteigening heeft par lequel le juge de paix statue sur la légalité de l'expropriation
betwist (artikel 54, § 1). (article 54, § 1er).
B.9. Dans le cadre de la phase judiciaire de l'expropriation réglée
B.9. De vrederechter dient, in het kader van de bij het decreet van 24 par le décret du 24 février 2017, le juge de paix doit statuer sur la
februari 2017 geregelde gerechtelijke fase van de onteigening, te
oordelen over de wettigheid van de onteigening op basis van het door légalité de l'expropriation sur la base du dossier administratif
de onteigenende instantie neergelegd administratief dossier. Wanneer déposé par l'instance expropriante. Lorsque la phase administrative de
de bestuurlijke fase van de onteigening is verlopen met toepassing van
de wet van 26 juli 1962, dient dat administratief dossier te zijn l'expropriation s'est déroulée par application de la loi du 26 juillet
samengesteld overeenkomstig de regels van die wet. De in het geding 1962, ce dossier administratif doit être composé conformément aux
zijnde bepalingen kunnen bijgevolg kennelijk niet in die zin worden règles de cette loi. Par conséquent, les dispositions en cause ne
geïnterpreteerd dat het niet toekomt aan de rechter, in de in de peuvent manifestement pas être interprétées en ce sens qu'il
prejudiciële vraag omschreven omstandigheden, om te controleren of de n'appartient pas au juge, dans les circonstances décrites dans la
onteigenende instantie al dan niet correct toepassing heeft gemaakt question préjudicielle, de contrôler si l'instance expropriante a
van de wet van 26 juli 1962 en al dan niet machtsoverschrijding of correctement appliqué ou non la loi du 26 juillet 1962 et a commis ou
machtsafwending heeft begaan door het juridisch begrip non un excès ou détournement de pouvoir en méconnaissant la notion
hoogdringendheid te miskennen. De omstandigheid dat het decreet van 24 juridique de l'extrême urgence. La circonstance que le décret du 24
februari 2017 niet voorziet in een mogelijkheid voor de onteigenende février 2017 ne prévoit pas la possibilité pour l'autorité
expropriante de prendre immédiatement possession d'un bien immeuble
overheid om een onroerend goed onmiddellijk in bezit te nemen, kan n'est manifestement pas de nature à porter atteinte à la compétence
kennelijk geen afbreuk doen aan de door de artikelen 50, § 1, eerste conférée au juge de paix par les articles 50, § 1er, alinéa 1er, et
lid, en 124 van het decreet van 24 februari 2017 aan de vrederechter verleende bevoegdheid om de wettigheid te beoordelen van een op basis van de wet van 26 juli 1962 verlopen bestuurlijke onteigeningsfase. B.10. In de regel komt het de verwijzende rechter toe de bepalingen die hij toepast te interpreteren. Wanneer evenwel aan het Hof bepalingen worden voorgelegd in een interpretatie die kennelijk verkeerd is, onderzoekt het Hof de grondwettigheid van die bepalingen niet. B.11. Daar de prejudiciële vraag berust op een kennelijk verkeerde interpretatie van de in het geding zijnde bepalingen, behoeft die vraag geen antwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : 124 du décret du 24 février 2017 d'examiner la légalité d'une phase administrative d'expropriation qui s'est déroulée sur la base de la loi du 26 juillet 1962. B.10. Il appartient en règle au juge a quo d'interpréter les dispositions qu'il applique. Toutefois, lorsque des dispositions sont soumises à la Cour dans une interprétation qui est manifestement erronée, la Cour n'en examine pas la constitutionnalité. B.11. Etant donné qu'elle repose sur une interprétation manifestement erronée des dispositions en cause, la question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Par ces motifs, la Cour dit pour droit :
De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. La question préjudicielle n'appelle pas de réponse.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 1 april 2021. la Cour constitutionnelle, le 1er avril 2021.
De griffier, De voorzitter, Le greffier, Le président,
F. Meersschaut L. Lavrysen F. Meersschaut L. Lavrysen
^