Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 51/2021 van 25 maart 2021 Rolnummer 7344 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 471, 472, 477, 486 tot 501, 502 en 503 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 51/2021 van 25 maart 2021 Rolnummer 7344 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 471, 472, 477, 486 tot 501, 502 en 503 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...) Extrait de l'arrêt n° 51/2021 du 25 mars 2021 Numéro du rôle : 7344 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 471, 472, 477, 486 à 501, 502 et 503 du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première ins La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges J.-P. (...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 51/2021 van 25 maart 2021 Extrait de l'arrêt n° 51/2021 du 25 mars 2021
Rolnummer 7344 Numéro du rôle : 7344
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 471, 472, En cause : la question préjudicielle relative aux articles 471, 472,
477, 486 tot 501, 502 en 503 van het Wetboek van de 477, 486 à 501, 502 et 503 du Code des impôts sur les revenus 1992,
inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg posée par le Tribunal de première instance du Luxembourg, division
Luxemburg, afdeling Marche-en-Famenne. Marche-en-Famenne.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges J.-P.
rechters J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J.
Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne en D. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne et D. Pieters, assistée
Pieters, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 15 januari 2020, waarvan de expeditie ter griffie van Par jugement du 15 janvier 2020, dont l'expédition est parvenue au
het Hof is ingekomen op 21 januari 2020, heeft de Rechtbank van eerste greffe de la Cour le 21 janvier 2020, le Tribunal de première instance
aanleg Luxemburg, afdeling Marche-en-Famenne, de volgende prejudiciële du Luxembourg, division Marche-en-Famenne, a posé la question
vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Schenden de artikelen 471, 472, 477, 486, 487, 488, 489, 490, 491, « Les articles 471, 472, 477, 486, 487, 488, 489, 490, 491, 492, 493,
492, 493, 494, 495, 496, 497, 498, 499, 500, 501, 502 en 503 van het 494, 495, 496, 497, 498, 499, 500, 501, 502 et 503 du CIR 1992, lus en
WIB 1992, in samenhang gelezen met artikel 255 van hetzelfde Wetboek, combinaison avec l'article 255 du même code violent-ils les articles
de artikelen 10, 11, 16 en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen 10, 11, 16 et 172 de la Constitution lus en combinaison avec l'article
met artikel 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de 14 de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et libertés
mens en de fundamentele vrijheden en artikel 1 van het Eerste
Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, in zoverre de eigenaar van een fondamentales et l'article 1er du Premier Protocole additionnel à
onroerend goed die de onroerende voorheffing verschuldigd is, over cette convention en ce que le propriétaire d'un immeuble, redevable du
geen enkel rechtsmiddel beschikt tegen een definitief geworden précompte immobilier, ne dispose d'aucun recours contre un revenu
kadastraal inkomen, niettegenstaande een of meer eigendomsmutaties cadastral devenu définitif, nonobstant une ou plusieurs mutations de
sinds de kennisgeving van het kadastraal inkomen en bij gebrek aan een propriété depuis la notification du revenu cadastral, et en l'absence
algemene perequatie sinds 1980, en dat terwijl datzelfde inkomen elk de péréquation générale depuis 1980 et ce alors que ce même revenu
jaar als grondslag dient voor de vestiging van de onroerende sert, chaque année, de base à l'établissement du précompte immobilier
voorheffing ? ». ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen en de context ervan Quant aux dispositions en cause et à leur contexte
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van B.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité des articles
de artikelen 471, 472, 477, 486 tot 501, 502 en 503 van het Wetboek 471, 472, 477, 486 à 501, 502 et 503 du Code des impôts sur les
van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : het WIB 1992), in samenhang revenus 1992 (ci-après : le CIR 1992), lus en combinaison avec
gelezen met artikel 255 van hetzelfde Wetboek, met de artikelen 10, l'article 255 du même Code, avec les articles 10, 11, 16 et 172 de la
11, 16 en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 14 van Constitution, lus en combinaison avec l'article 14 de la Convention
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van européenne des droits de l'homme et avec l'article 1er du Premier
het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag. protocole additionnel à cette Convention.
B.2. Artikel 255, § 1, eerste lid, van het WIB 1992 zoals het werd B.2. L'article 255, § 1er, alinéa 1er, du CIR 1992, tel qu'il a été
gewijzigd bij het Waalse decreet van 22 oktober 2003 « houdende modifié par le décret wallon du 22 octobre 2003 « modifiant les
wijziging van de artikelen 253, 255 en 518 van het Wetboek van de articles 253, 255 et 518 du Code des impôts sur les revenus 1992 »,
inkomstenbelastingen 1992 » bepaalt : dispose :
« De onroerende voorheffing bedraagt 1,25 % van het kadastraal inkomen « Le précompte immobilier s'élève à 1,25 % du revenu cadastral tel que
zoals het vastgelegd is op 1 januari van het aanslagjaar, celui-ci est établi au 1er janvier de l'exercice d'imposition,
overeenkomstig artikel 518 ». conformément à l'article 518 ».
B.3.1. Artikel 471 van het WIB 1992 stelt een kadastraal inkomen vast B.3.1. L'article 471 du CIR 1992 établit un revenu cadastral pour tous
voor alle gebouwde of ongebouwde onroerende goederen, alsook voor het les biens immobiliers bâtis ou non bâtis, ainsi que pour le matériel
materieel en de outillage die onroerend zijn van nature of door hun et l'outillage présentant le caractère d'immeuble par nature ou
bestemming. Het kadastraal inkomen is gedefinieerd als het gemiddeld d'immeuble par destination. Le revenu cadastral est défini comme étant
normaal netto-inkomen van één jaar. le revenu moyen normal net d'une année.
B.3.2. Artikel 472, § 1, van het WIB 1992 bepaalt dat het kadastraal B.3.2. L'article 472, § 1er, du CIR 1992 dispose que le revenu
inkomen wordt vastgesteld per perceel en belast de Algemene
Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (voordien de cadastral est fixé par parcelle et charge l'administration générale de
administratie van het kadaster) ermee over te gaan tot de schatting la Documentation patrimoniale (anciennement l'administration du
van de percelen. cadastre) de procéder à l'expertise des parcelles.
B.3.3. Artikel 477, § 1, van het WIB 1992 bepaalt de wijze waarop het B.3.3. L'article 477, § 1er, du CIR 1992 détermine la manière dont le
kadastraal inkomen moet worden vastgesteld. Het bepaalt : revenu cadastral doit être fixé. Il dispose :
« Pour les parcelles bâties, le revenu cadastral est fixé sur la base
« Voor de gebouwde percelen wordt het kadastraal inkomen vastgesteld des valeurs locatives normales nettes à l'époque de référence définie
op grond van de normale netto-huurwaarden op het bij artikel 486 à l'article 486 du CIR 1992. A défaut de pouvoir être établi sur cette
bepaalde referentietijdstip. Wanneer het niet op die wijze kan worden base ou lorsqu'il doit être fixé ou révisé en dehors d'une péréquation
vastgesteld, of indien het moet worden vastgesteld of herzien buiten générale, le revenu cadastral peut aussi être établi par comparaison à
de algemene perekwatie, kan het kadastraal inkomen eveneens worden des parcelles bâties similaires dont le revenu cadastral est devenu
bepaald bij vergelijking met gelijkaardige gebouwde percelen waarvan
het kadastraal inkomen definitief is. définitif.
Bij gebrek aan geschikte vergelijkingspunten in de gemeente, worden de A défaut de points de comparaison adéquats dans la commune, les
referenties gekozen in de naburige gemeenten, die, qua woonbestand en références sont prises dans les communes voisines qui, du point de vue
bevolkingsstructuur, gelijkwaardig zijn ». habitat et structure de population, sont similaires ».
B.3.4. Artikel 477, § 2, van het WIB 1992 preciseert dat de normale B.3.4. L'article 477, § 2, du CIR 1992 précise que la valeur locative
nettohuurwaarde overeenstemt met het normaal bruto-inkomen verminderd
met 40 % wegens onderhouds- en herstellingskosten. De vermindering normale nette correspond au revenu normal brut diminué de 40 %, pour
betreft daarnaast het inkomen uit het gebouw en zijn gebouwde frais d'entretien et de réparation. En outre, la déduction porte sur
aanhorigheden, alsook de ongebouwde aanhorigheden tot een le revenu afférent à la construction et aux dépendances bâties ainsi
qu'aux dépendances non bâties jusqu'à concurrence d'une superficie
maximumoppervlakte van acht aren. Artikel 477, § 3, van het WIB 1992 maximum de huit ares. L'article 477, § 3, du CIR 1992 définit le
definieert het bruto-inkomen als het totale bedrag van de huurprijs en revenu brut comme étant le montant total du loyer et des avantages
de huurvoordelen. locatifs.
B.3.5. Het referentietijdstip stemt, volgens artikel 486 van het WIB B.3.5. L'époque de référence correspond, selon l'article 486 du CIR
1992, overeen met 1 januari van het jaar vóór het jaar waarin de 1992, au 1er janvier de l'année qui précède celle de la mise en
ingevolge een algemene perequatie vastgestelde kadastrale inkomens in application des revenus cadastraux résultant d'une péréquation
voege treden. générale.
B.3.6.1. De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie B.3.6.1. L'administration générale de la Documentation patrimoniale
dient, overeenkomstig artikel 487 van het WIB 1992, over te gaan tot doit, conformément à l'article 487 du CIR 1992, procéder à une
een algemene perequatie om de tien jaar. De kadastrale inkomens die péréquation générale tous les dix ans. Les revenus cadastraux
voortvloeien uit een algemene perequatie worden geacht te bestaan résultant d'une péréquation générale sont censés exister à partir du 1er
vanaf 1 januari volgend op het verstrijken van de termijn van tien janvier qui suit l'expiration de la période de dix ans.
jaar. B.3.6.2. De laatste algemene perequatie vloeit voort uit artikel 44 B.3.6.2. La dernière péréquation générale résulte de l'article 44 de
van de wet van 19 juli 1979 « houdende wijziging van het Wetboek van la loi du 19 juillet 1979 « modifiant le Code des impôts sur les
de inkomstenbelastingen en van het Wetboek der registratie-, revenus et le Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de
hypotheek- en griffierechten, op het stuk van onroerende fiscaliteit »
(hierna : de wet van 19 juli 1979). Zij is toegepast vanaf het greffe, en matière de fiscalité immobilière » (ci-après : la loi du 19
juillet 1979). Elle a été appliquée à partir de l'exercice
aanslagjaar 1980 en steunde op de normale nettohuurwaarde van de d'imposition 1980 et était fondée sur la valeur locative normale nette
goederen op 1 januari 1975. des biens au 1er janvier 1975.
B.3.6.3. Artikel 45, § 4, van de wet van 19 juli 1979 voorzag B.3.6.3. L'article 45, § 4, de la loi du 19 juillet 1979 prévoyait
oorspronkelijk erin dat een nieuwe algemene perequatie van de initialement qu'une nouvelle péréquation générale des revenus
kadastrale inkomens zou worden uitgevoerd, zodat de resultaten ervan cadastraux serait opérée de manière à ce que ses résultats soient
van toepassing zouden zijn vanaf 1 januari 1986. applicables à partir du 1er janvier 1986.
Die datum is vervolgens uitgesteld tot 1 januari 1991 bij artikel 37 Cette date a, par la suite, été reportée au 1er janvier 1991 par
van de wet van 27 december 1984 « houdende fiscale bepalingen » en l'article 37 de la loi du 27 décembre 1984 « portant des dispositions
vervolgens tot 1 januari 1992 bij artikel 12 van de wet van 22 fiscales » et ensuite au 1er janvier 1992 par l'article 12 de la loi
december 1989 « op de bescherming van de gezinswoning ». du 22 décembre 1989 « relative à la protection du logement familial ».
B.3.6.4. Artikel 45, § 4, van de wet van 19 juli 1979 is ten slotte B.3.6.4. L'article 45, § 4, de la loi du 19 juillet 1979 a finalement
opgeheven bij artikel 28 van de wet van 28 december 1990 « betreffende été abrogé par l'article 28 de la loi du 28 décembre 1990 « relative à
verscheidene fiscale en niet-fiscale bepalingen » (hierna : de wet van diverses dispositions fiscales et non fiscales » (ci-après : la loi du
28 december 1990), zodat de wet niet meer de datum van de tweede 28 décembre 1990), de sorte que la loi ne fixe plus la date de la
algemene perequatie vastlegt. Bij artikel 30 van de wet van 28 deuxième péréquation générale. L'article 30 de la loi du 28 décembre
december 1990 is het referentietijdstip echter vastgelegd op 1 januari 1990 a toutefois fixé au 1er janvier 1994 l'époque de référence pour
1994 voor de toepassing van de volgende algemene perequatie van de l'application de la prochaine péréquation générale des revenus
kadastrale inkomens. De wetgever verduidelijkte dat die bepaling ertoe cadastraux. Le législateur a précisé que cette disposition devait «
strekte « de Administratie van het kadaster in staat te stellen een permettre à l'Administration du cadastre d'entamer les travaux
aanvang te maken met de werkzaamheden ter voorbereiding van de préparatoires à la prochaine péréquation, qui devrait normalement
eerstvolgende perekwatie, die normaal in 1995 moet plaatsvinden » avoir lieu en 1995 (Doc. parl., Chambre, 1990-1991, n° 1366/6, p. 57).
(Parl. St., Kamer, 1990-1991, nr. 1366/6, p. 57). Aucune péréquation générale n'a toutefois été décidée en application
Er is evenwel niet beslist om met toepassing van artikel 487 van het de l'article 487 du CIR 1992, qui produit ses effets à partir du 1er
WIB 1992 dat uitwerking heeft vanaf 1 januari 1992, over te gaan tot
een algemene perequatie. janvier 1992.
B.3.7. In afwachting van de « volgende » perequatie (Parl. St., Kamer, B.3.7. En attendant la « prochaine » péréquation (Doc. parl., Chambre,
1990-1991, nr. 1366/3, p. 8), voorziet artikel 29 van de voormelde wet 1990-1991, n° 1366/3, p. 8), l'article 29 de la loi précitée du 28
van 28 december 1990 vanaf het jaar 1991 in de indexering van de décembre 1990 prévoit à partir de 1991 l'indexation des revenus
bestaande kadastrale inkomens. Thans bepaalt artikel 518 van het WIB cadastraux existants. Actuellement, l'article 518 du CIR 1992 prévoit
1992 dat het kadastraal inkomen wordt aangepast aan het indexcijfer que le revenu cadastral est adapté à l'indice des prix à la
van de consumptieprijzen. consommation.
B.3.8. De artikelen 488 tot 490 van het WIB 1992 regelen de procedure van de buitengewone herziening van het kadastraal inkomen. Die kan worden bevolen door de minister van Financiën voor gebouwde en ongebouwde onroerende goederen of voor een van die categorieën alleen, gelegen in een gemeente of een kadastrale afdeling van de gemeente, wanneer belangrijke schommelingen van de huurwaarde van de onroerende goederen zulks rechtvaardigen. De minister van Financiën dient de buitengewone herziening te bevelen op gemotiveerd verzoek van de burgemeester van de gemeente of van een groep van belastingplichtigen die ten minste 1/10de bezitten van het totale aantal van de in de gemeente of kadastrale afdeling van de B.3.8. Les articles 488 à 490 du CIR 1992 organisent la procédure de révision extraordinaire du revenu cadastral. Celle-ci peut être ordonnée par le ministre des Finances pour des immeubles bâtis et non bâtis ou pour l'une de ces catégories seulement, situés dans une commune ou une division cadastrale de commune, lorsque des fluctuations importantes de la valeur locative des immeubles le justifient. Le ministre des Finances doit ordonner la révision extraordinaire à la demande motivée du bourgmestre de la commune ou d'un groupe de contribuables possédant au moins 1/10e du nombre total des parcelles
gemeente gelegen percelen van de categorie of categorieën bedoeld in de la ou des catégories visées dans la demande, situées dans la
de aanvraag. commune ou division cadastrale de commune.
B.3.9. De artikelen 491 en 492 van het WIB 1992 leggen de procedure B.3.9. Les articles 491 et 492 du CIR 1992 fixent la procédure de
van de speciale herziening vast. In geval van verschil, in meer of in
min, van ten minste 15 % tussen het kadastraal inkomen en de normale révision spéciale. En cas de différence, positive ou négative, de 15 %
nettohuurwaarde, kan de speciale herziening van het kadastraal inkomen au minimum entre le revenu cadastral et la valeur locative normale
van een gebouwd onroerend goed worden bevolen door de minister van nette, la révision spéciale du revenu cadastral d'un immeuble bâti
Financiën of zijn gedelegeerde, uit eigen beweging of op aanvraag van peut être ordonnée par le ministre des Finances ou son délégué,
de burgemeester of de belastingplichtige, wanneer dat verschil d'initiative ou à la demande du bourgmestre ou du contribuable, si
voortvloeit uit nieuwe en blijvende omstandigheden die zijn cette différence résulte de circonstances nouvelles et permanentes
veroorzaakt door overmacht, door werken of maatregelen bevolen door créées par une force majeure, par des travaux ou mesures ordonnées par
een openbare macht of door toedoen van derden, buiten elke wijziging une autorité publique ou par le fait d'un tiers, en dehors de toute
van het onroerend goed om. modification à l'immeuble.
B.3.10. Artikel 493 van het WIB 1992 bepaalt : B.3.10. L'article 493 du CIR 1992 dispose :
« De kadastrale inkomens, voortspruitend uit een buitengewone of « Les revenus cadastraux résultant d'une révision extraordinaire ou
speciale herziening, worden geacht te bestaan vanaf de datum
vastgesteld door de Minister van Financiën rekening gehouden met de spéciale sont censés exister à partir de la date fixée par le Ministre
vooruitgang der werkzaamheden. Zij zijn slechts geldig tot aan de des Finances en raison de l'avancement des travaux. Ils valent
eerstvolgende algemene perekwatie of buitengewone of speciale seulement jusqu'à la plus prochaine péréquation générale ou révision
herziening van de kadastrale inkomens ». extraordinaire ou spéciale des revenus cadastraux ».
B.3.11. Artikel 494 van het WIB 1992 legt de procedures vast voor de B.3.11. L'article 494 du CIR 1992 fixe les procédures d'évaluation, de
schatting, de herschatting en de verbetering van het kadastraal réévaluation et de correction du revenu cadastral. L'administration
inkomen. De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie gaat générale de la Documentation patrimoniale procède à l'évaluation du
over tot de schatting van het kadastraal inkomen van de nieuw
opgerichte gebouwde onroerende goederen, en van het in gebruik genomen revenu cadastral des immeubles bâtis nouvellement construits ainsi que
nieuw materieel of outillage. De procedure voor de herschatting dient du matériel et de l'outillage nouveaux mis en usage. La procédure de
te worden toegepast in de gevallen die op limitatieve wijze worden réévaluation trouve à s'appliquer dans les cas limitativement énumérés
opgesomd in artikel 494, § 1, van het WIB 1992, met name de par l'article 494, § 1er, du CIR 1992, notamment, de l'agrandissement,
vergroting, de herbouwing of de aanzienlijke wijziging van het de la reconstruction ou de la modification notable de l'immeuble. Pour
onroerend goed. Voor de toepassing van die bepaling worden onder meer l'application de cette disposition, sont notamment considérées comme «
als « aanzienlijke wijzigingen » beschouwd « die welke aanleiding modifications notables », celles « qui sont susceptibles d'entraîner
kunnen geven tot een vermeerdering of tot een vermindering van het aan une augmentation ou une diminution du revenu cadastral afférent soit à
een gebouwd perceel of aan een materieel of outillage, toegekend une parcelle bâtie, soit à du matériel ou de l'outillage, à
kadastraal inkomen met een bedrag van 50 EUR of meer of tenminste met concurrence de 50 EUR ou plus ou, tout au moins, à concurrence de 15
een bedrag van 15 pct. van het bestaande inkomen » (artikel 494, § 2, p.c. du revenu existant » (article 494, § 2, 1°). Enfin,
1°). Tot slot gaat de Algemene Administratie van de l'administration générale de la Documentation patrimoniale corrige le
Patrimoniumdocumentatie over tot de verbetering van het kadastraal revenu cadastral lorsqu'une erreur de plume ou de calcul
inkomen wanneer op onomstootbare, aantoonbare en onweerlegbare wijze incontestable, démontrable et irréfutable a été commise ou lorsque des
een schrijf- of rekenfout werd begaan of wanneer onroerende goederen
bij vergissing werden verwisseld. immeubles ont été confondus.
B.3.12. Overeenkomstig artikel 495 van het WIB 1992 wordt elk nieuw B.3.12. Conformément à l'article 495 du CIR 1992, tout revenu
vastgesteld, herzien, geschat of herschat kadastraal inkomen aan de cadastral nouvellement établi, révisé, évalué ou réévalué, est notifié
belastingplichtige betekend, tenzij die laatste zich schriftelijk au contribuable à moins que ce dernier n'ait marqué son accord par
heeft akkoord verklaard met het bedrag van bedoeld inkomen of tenzij écrit sur le montant dudit revenu ou que les modifications du revenu
de wijzigingen van het kadastraal inkomen voortvloeien uit een cadastral résultent d'un simple changement de contenance, en dehors de
eenvoudige wijziging van de oppervlakte, buiten elke verandering in de tout changement au mode d'exploitation, de toute transformation,
wijze van exploitatie, elke omvorming, verbetering, beschadiging of amélioration, détérioration ou dépréciation entraînant une
waardevermindering die een wijziging van het kadastraal inkomen per modification du revenu cadastral à l'hectare.
hectare met zich brengen.
Krachtens artikel 496 van het WIB 1992 mag de Algemene Administratie En vertu de l'article 496 du CIR 1992, l'administration générale de la
van de Patrimoniumdocumentatie het bedrag van het kadastraal inkomen Documentation patrimoniale peut communiquer le montant du revenu
meedelen aan de administratie belast met de vestiging van de cadastral à l'administration chargée de l'établissement des impôts sur
inkomstenbelastingen, of aan die belast met de inning en de les revenus, ou à celle chargée de leur perception et de leur
invordering ervan, en zulks vóór dat bedrag aan de belastingplichtige recouvrement, et ce préalablement à la notification de ce montant au
werd betekend. contribuable.
B.4.1. Het recht van bezwaar tegen het kadastraal inkomen is geregeld B.4.1. Le droit de réclamation contre le revenu cadastral est organisé
bij de artikelen 497 tot 503 van het WIB 1992. par les articles 497 à 503 du CIR 1992.
Krachtens artikel 497 van het WIB 1992 kan de belastingplichtige En vertu de l'article 497 du CIR 1992, le contribuable peut introduire
bezwaar indienen tegen het kadastraal inkomen dat aan hem is betekend, une réclamation contre le revenu cadastral qui lui a été notifié, sauf
behalve wanneer dat inkomen betrekking heeft op een gebouwd perceel en lorsque ce revenu est relatif à une parcelle bâtie et a été établi
werd vastgesteld op basis van de gegevens van een door de betrokken d'après les éléments d'un contrat de location conclu par le
belastingplichtige, door zijn rechtsvoorgangers, zijn bevoegde contribuable, par ses auteurs, par ses mandataires ou représentants
lasthebbers of vertegenwoordigers gesloten huurovereenkomst. qualifiés.
Artikel 498 van het WIB 1992 bepaalt uitdrukkelijk dat de overdracht L'article 498 du CIR 1992 prévoit explicitement que le transfert à un
aan een derde van de eigendom van een perceel waarvan het kadastraal tiers de la propriété d'une parcelle dont le revenu cadastral a été
inkomen regelmatig werd vastgesteld op een tijdstip dat het aan de régulièrement établi à l'époque où elle appartenait au cédant ne donne
overdrager toebehoorde, de verkrijger niet het recht toekent om een pas au cessionnaire le droit d'introduire une réclamation.
bezwaar in te dienen.
B.4.2. Artikel 498 van het WIB 1992 vindt zijn oorsprong in artikel 6, B.4.2. L'article 498 du CIR 1992 trouve son origine dans l'article 6,
§ 6, van de wetten betreffende de inkomstenbelastingen, gecoördineerd
op 12 september 1936, ingevoegd bij artikel 1, eerste lid, I, van het § 6, des lois relatives aux impôts sur les revenus, coordonnées le 12
septembre 1936, qui y a été inséré par l'article 1er, alinéa 1er, I,
koninklijk besluit nr. 76 van 30 november 1939 « houdende, wat betreft de l'arrêté royal n° 76 du 30 novembre 1939 « portant, en ce qui
de vaststelling van de kadastrale inkomens en de heffing van de concerne l'établissement des revenus cadastraux et la perception de la
grondbelasting, wijziging aan de samengeschakelde wetten op de contribution foncière, modification aux lois coordonnées relatives aux
inkomstenbelastingen ». impôts sur les revenus ».
Uit het verslag aan de Koning dat aan dat bijzondere-machtenbesluit Il ressort du rapport au Roi précédant cet arrêté de pouvoirs spéciaux
voorafgaat, blijkt dat die bepaling ertoe strekte een einde te maken que l'objectif de cette disposition était de mettre fin à des
aan de controverses door het permanente karakter van het kadastraal controverses en précisant le caractère permanent du revenu cadastral
inkomen te preciseren van de onroerende goederen die niet aanzienlijk des immeubles qui n'ont pas subi de modifications notables.
zijn gewijzigd.
Het beginsel van het permanente karakter van het kadastraal inkomen Le principe de permanence du revenu cadastral ressortait déjà de la
vloeide reeds voort uit de wet van 29 oktober 1919 « tot vestiging van loi du 29 octobre 1919 « établissant des impôts cédulaires sur les
cedulaire belastingen op de inkomsten en van eene bijkomende belasting
op het globaal inkomen ». In de parlementaire voorbereiding van die revenus et un impôt complémentaire sur le revenu global ». Les travaux
wet wordt uiteengezet : préparatoires de cette loi exposent :
« In beginsel zal het inkomen, dat op het kadaster voorkomt, « En principe, les mentions du cadastre des revenus seront
vaststaan; er kan niet worden aan gedacht, jaarlijks de veranderingen permanentes; on ne peut songer à faire constater annuellement les
in de huurwaarde te doen vaststellen; deze waarde ondergaat slechts na changements survenus dans la valeur locative, laquelle ne présente
langen tijd vaststaande en gewichtige veranderingen » (Parl. St., qu'à des intervalles éloignés des variations définitives et
Kamer, 1918-1919, nr. 320, p. 34). importantes » (Doc. parl., Chambre, 1918-1919, n° 320, pp. 30-31).
B.4.3. Het bezwaar moet in beginsel worden ingediend binnen een B.4.3. La réclamation doit, en principe, être introduite dans un délai
termijn van twee maanden vanaf de betekening en hoogstens één jaar na de deux mois à partir de la notification et au maximum un an après le
de betaling van de eerste onroerende voorheffing die is gevestigd op paiement du premier précompte immobilier établi sur la base du revenu
grond van het betwiste inkomen (artikelen 499 en 500 van het WIB contesté (articles 499 et 500 du CIR 1992). Cela étant, la
1992). De wijziging van het kadastraal inkomen ingevolge een bezwaar modification du revenu cadastral résultant d'une réclamation produit
heeft evenwel uitwerking ten aanzien van de reeds ten kohiere ses effets à l'égard des impositions déjà enrôlées qui ont été
gebrachte aanslagen die op grond van dat inkomen werden vastgesteld (artikel 503 van het WIB 1992). établies sur la base de ce revenu (article 503 du CIR 1992).
In geval van een blijvende onenigheid kan de belastingplichtige En cas de désaccord persistant, le contribuable peut recourir à une
gebruikmaken van een bemiddelingsprocedure. Indien die bemiddeling procédure de conciliation. Si cette conciliation échoue, une procédure
niet lukt, is voorzien in een arbitrageprocedure (artikel 501bis van d'arbitrage est prévue (article 501bis du CIR 1992).
het WIB 1992). Quant au fond
Ten gronde B.5. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de B.5. Il ressort de la motivation de la décision de renvoi que la
prejudiciële vraag inzonderheid betrekking heeft op de bestaanbaarheid question préjudicielle porte, plus spécifiquement, sur la
van de in het geding zijnde bepalingen met het recht op het ongestoord compatibilité des dispositions en cause avec le droit au respect des
genot van de eigendom. biens.
B.6. Artikel 16 van de Grondwet bepaalt : B.6. L'article 16 de la Constitution dispose :
« Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, « Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d'utilité
in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en publique, dans les cas et de la manière établis par la loi, et
voorafgaande schadeloosstelling ». moyennant une juste et préalable indemnité ».
Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag L'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention
voor de rechten van de mens bepaalt : « Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het internationaal recht. De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ». B.7. Aangezien artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het européenne des droits de l'homme dispose : « Toute personne physique ou morale a droit au respect de ses biens. Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d'utilité publique et dans les conditions prévues par la loi et les principes généraux du droit international. Les dispositions précédentes ne portent pas atteinte au droit que possèdent les Etats de mettre en vigueur les lois qu'ils jugent nécessaires pour réglementer l'usage des biens conformément à l'intérêt général ou pour assurer le paiement des impôts ou d'autres contributions ou des amendes ». B.7. L'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention
Europees Verdrag voor de rechten van de mens een draagwijdte heeft die européenne des droits de l'homme ayant une portée analogue à celle de
analoog is met die van artikel 16 van de Grondwet, vormen de erin vervatte waarborgen een onlosmakelijk geheel met die welke zijn opgenomen in artikel 16 van de Grondwet, zodat het Hof, bij zijn toetsing van de in het geding zijnde bepaling, rekening houdt met de eerstgenoemde. B.8. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol biedt niet alleen bescherming tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste alinea, tweede zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van eigendom (eerste alinea, eerste zin). Een belasting of een andere heffing houdt in beginsel een inmenging in het recht op het ongestoord genot van eigendom in. Bovendien vermeldt artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol dat de bescherming van het eigendomsrecht « echter op geen enkele wijze het recht [aantast] dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ». De inmenging in het recht op het ongestoord genot van de eigendom is enkel verenigbaar met dat recht indien ze een redelijk verband van evenredigheid heeft tot het nagestreefde doel, dit wil zeggen indien ze het billijke evenwicht tussen de vereisten van het algemeen belang en die van de bescherming van dat recht niet verbreekt. Ofschoon de fiscale wetgever over een ruime beoordelingsmarge beschikt, schendt een belasting bijgevolg dat recht, indien ze op de belastingplichtige een overdreven last doet wegen of fundamenteel afbreuk doet aan zijn l'article 16 de la Constitution, les garanties qu'il contient forment un ensemble indissociable avec celles qui sont inscrites dans cette disposition constitutionnelle, de sorte que la Cour en tient compte lors de son contrôle de la disposition en cause. B.8. L'article 1er du Premier Protocole additionnel offre une protection non seulement contre une expropriation ou une privation de propriété (premier alinéa, deuxième phrase) mais également contre toute ingérence dans le droit au respect des biens (premier alinéa, première phrase). Un impôt ou une autre contribution constituent, en principe, une ingérence dans le droit au respect des biens. En outre, aux termes de l'article 1er du Premier Protocole additionnel, la protection du droit de propriété « ne [porte] pas atteinte au droit que possèdent les Etats de mettre en vigueur les lois qu'ils jugent nécessaires pour réglementer l'usage des biens conformément à l'intérêt général ou pour assurer le paiement des impôts ou d'autres contributions ou des amendes ». L'ingérence dans le droit au respect des biens n'est compatible avec ce droit que si elle est raisonnablement proportionnée au but poursuivi, c'est-à-dire si elle ne rompt pas le juste équilibre entre les exigences de l'intérêt général et celles de la protection de ce droit. Même si le législateur fiscal dispose d'une large marge d'appréciation, un impôt viole dès lors ce droit s'il fait peser sur le contribuable une charge excessive ou porte fondamentalement
financiële situatie (EHRM, 31 januari 2006, Dukmedjian t. Frankrijk, § atteinte à sa situation financière (CEDH, 31 janvier 2006, Dukmedjian
§ 52-58; beslissing, 15 december 2009, Tardieu de Maleissye e.a. t. c. France, § § 52-58; décision, 15 décembre 2009, Tardieu de Maleissye
Frankrijk; 16 maart 2010, Di Belmonte t. Italië, § § 38-40). e.a. c. France; 16 mars 2010, Di Belmonte c. Italie, § § 38 à 40).
B.9. De bestreden bepalingen beperken de mogelijkheid voor de eigenaar B.9. Les dispositions attaquées limitent la possibilité pour le
van een onroerend goed om het bedrag van het kadastraal inkomen dat propriétaire d'un immeuble de contester le montant du revenu cadastral
aan dat goed is toegekend, te betwisten. Aangezien dat kadastraal attribué à ce bien. Dès lors que ce revenu cadastral constitue la base
inkomen de belastbare grondslag van de onroerende voorheffing is, imposable du précompte immobilier, les dispositions attaquées
vormen de bestreden bepalingen een inmenging in zijn recht op het constituent une ingérence dans son droit au respect des biens.
ongestoord genot van de eigendom.
B.10. Uit artikel 497 van het WIB 1992 vloeit voort dat een eigenaar B.10. Il ressort de l'article 497 du CIR 1992 qu'un propriétaire ne
slechts bezwaar kan indienen nadat de administratie het kadastraal peut introduire une réclamation qu'après que l'administration lui a
inkomen van zijn onroerend goed aan hem heeft betekend. notifié le revenu cadastral de son immeuble.
De administratie dient, overeenkomstig artikel 495 van het WIB 1992, L'administration doit, conformément à l'article 495 du CIR 1992,
elk nieuw vastgesteld, herzien, geschat of herschat kadastraal inkomen notifier tout revenu cadastral nouvellement établi, révisé, évalué ou
te betekenen. Die hypothesen worden op limitatieve wijze opgesomd. De réévalué. Ces hypothèses sont limitativement énumérées. Le
belastingplichtige kan derhalve slechts na afloop van de in B.3.6.1 contribuable ne peut, par conséquent, introduire une réclamation qu'au
tot B.3.12 beschreven procedures van algemene perequatie, buitengewone terme des procédures, décrites en B.3.6.1 à B.3.12, de péréquation
herziening, speciale herziening, schatting en herschatting van de générale, de révision extraordinaire, de révision spéciale,
kadastrale inkomens, bezwaar indienen. d'évaluation et de réévaluation des revenus cadastraux.
De overdracht aan een derde van de eigendom van het perceel waarvan Par contre, le transfert à un tiers de la propriété de la parcelle
het kadastraal inkomen regelmatig is vastgesteld toen het toebehoorde dont le revenu cadastral a été régulièrement établi à l'époque où elle
aan de overdrager, vormt daarentegen, overeenkomstig artikel 498 van appartenait au cédant ne constitue, conformément à l'article 498 du
het WIB 1992, geen grond voor het openen van het bezwaarrecht. B.11. De wetgever vermocht ervan uit te gaan dat het doel dat erin bestaat een zekere duurzaamheid aan het kadastraal inkomen te geven voor de onroerende goederen die geen aanzienlijke wijziging hebben ondergaan, en de onderlinge afstemming te behouden van de kadastrale inkomens van de onroerende goederen die soortgelijke kenmerken vertonen, alsook het zakelijke karakter van het kadastraal inkomen, dat niet is gebonden aan de houder van het zakelijk recht, verantwoordt om de hypothesen te beperken waarin de eigenaar het kadastraal inkomen van zijn onroerend goed kan betwisten en, inzonderheid, om geen bezwaarrecht toe te kennen bij elke overdracht van de eigendom van het onroerend goed. CIR 1992, pas une cause d'ouverture du droit à la réclamation. B.11. Le législateur a pu estimer que l'objectif consistant à garantir une certaine pérennité du revenu cadastral pour les immeubles n'ayant pas subi de changement important et à conserver l'harmonie des revenus cadastraux des immeubles présentant des caractéristiques similaires ainsi que le caractère réel du revenu cadastral, qui n'est pas lié au titulaire de droit réel, justifie de limiter les hypothèses dans lesquelles le propriétaire peut contester le revenu cadastral de son immeuble et, en particulier, de ne pas attribuer un droit de réclamation lors de chaque transfert de propriété de l'immeuble.
De gevolgen van die maatregel zijn niet onevenredig, daar de eigenaar Les effets de cette mesure ne sont pas disproportionnés, dès lors que
over de mogelijkheid beschikt om in de in B.3.8 tot B.3.12 vermelde le propriétaire dispose de la possibilité de demander, dans les cas
gevallen een herziening of een herschatting van het kadastraal inkomen mentionnés en B.3.8 à B.3.12, la révision ou la réévaluation du revenu
te vragen, evenals de mogelijkheid om het kadastraal inkomen te cadastral, ainsi que de la possibilité de contester le revenu
betwisten na elke algemene perequatie. cadastral au terme de chaque péréquation générale.
B.12.1. Voor het overige staat het aan de Koning en aan de Algemene B.12.1. Pour le surplus, il revient au Roi et à l'administration
Administratie van de Patrimoniumdocumentatie de in het geding zijnde générale de la Documentation patrimoniale de mettre en oeuvre les
bepalingen uit te voeren. dispositions en cause.
De kritiek in verband met de ontstentenis van een algemene perequatie Les critiques relatives à l'absence de péréquation générale depuis
sinds 1979 betreft de toepassing van artikel 487 van het WIB 1992. Het 1979 concernent l'application de l'article 487 du CIR 1992. La Cour
Hof is niet bevoegd om zich uit te spreken over de uitvoering van de n'est pas compétente pour se prononcer sur l'exécution des
aan zijn toetsing voorgelegde bepalingen. dispositions qui sont soumises à son contrôle.
B.12.2. Uit het voorgaande volgt dat de in het geding zijnde B.12.2. Il découle de ce qui précède que les dispositions en cause ne
bepalingen niet op onevenredige wijze afbreuk doen aan artikel 16 van portent pas d'atteinte disproportionnée à l'article 16 de la
de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Constitution, lu en combinaison avec l'article 1er du Premier
Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de
mens. l'homme.
Het onderzoek van de in het geding zijnde bepalingen in het licht van L'examen des dispositions en cause au regard des articles 10, 11 et
de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet en artikel 14 van het 172 de la Constitution et de l'article 14 de la Convention européenne
Europees Verdrag voor de rechten van de mens leidt niet tot een andere conclusie. des droits de l'homme ne donne pas lieu à une conclusion différente.
B.13. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.13. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
De artikelen 471, 472, 477, 486 tot 501, 502 en 503 van het Wetboek Les articles 471, 472, 477, 486 à 501, 502 et 503 du Code des impôts
van de inkomstenbelastingen 1992 schenden niet de artikelen 10, 11, 16 sur les revenus 1992 ne violent pas les articles 10, 11, 16 et 172 de
en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 14 van het la Constitution, lus en combinaison avec l'article 14 de la Convention
Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het européenne des droits de l'Homme et avec l'article 1er du Premier
Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag. protocole additionnel à cette Convention.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 25 maart 2021. la Cour constitutionnelle, le 25 mars 2021.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
F. Daoût F. Daoût
^