Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 129/2020 van 1 oktober 2020 Rolnummer 7337 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 78, § 3, 2°, van de wet van 22 juli 2018 « tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en diverse andere bepalingen wa Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters J.-(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 129/2020 van 1 oktober 2020 Rolnummer 7337 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 78, § 3, 2°, van de wet van 22 juli 2018 « tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en diverse andere bepalingen wa Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters J.-(...) Extrait de l'arrêt n° 129/2020 du 1 er octobre 2020 Numéro du rôle : 7337 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 78, § 3, 2°, de la loi du 22 juillet 2018 « modifiant le Code civil et diverses autres disposit La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, des juges J.-P. Moer(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 129/2020 van 1 oktober 2020 Extrait de l'arrêt n° 129/2020 du 1er octobre 2020
Rolnummer 7337 Numéro du rôle : 7337
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 78, § 3, 2°, van En cause : la question préjudicielle relative à l'article 78, § 3, 2°,
de wet van 22 juli 2018 « tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de la loi du 22 juillet 2018 « modifiant le Code civil et diverses
diverse andere bepalingen wat het huwelijksvermogensrecht betreft en autres dispositions en matière de droit des régimes matrimoniaux et
tot wijziging van de wet van 31 juli 2017 tot wijziging van het modifiant la loi du 31 juillet 2017 modifiant le Code civil en ce qui
Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft en tot concerne les successions et les libéralités et modifiant diverses
wijziging van diverse bepalingen ter zake », gesteld door de autres dispositions en cette matière », posée par le tribunal de la
familierechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling famille du Tribunal de première instance de Namur, division Namur.
Namen. Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, des juges J.-P.
J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, en, overeenkomstig Moerman, P. Nihoul, T. Giet et J. Moerman, et, conformément à
artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour
Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan door de constitutionnelle, du président émérite A. Alen, assistée du greffier
griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. F. Meersschaut, présidée par le président F. Daoût,
Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 9 december 2019, waarvan de expeditie ter griffie van Par jugement du 9 décembre 2019, dont l'expédition est parvenue au
het Hof is ingekomen op 31 december 2019, heeft de familierechtbank greffe de la Cour le 31 décembre 2019, le tribunal de la famille du
van de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la
prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 78, § 3, 2°, van de wet van 22 juli 2018 tot « L'article 78, § 3, 2°, de la loi du 22 juillet 2018 réformant les
hervorming van de huwelijksvermogensstelsels niet de artikelen 10 en régimes matrimoniaux ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la
11 van de Grondwet, en zelfs andere grondwetsbepalingen, in zoverre Constitution, voire d'autres dispositions constitutionnelles, en ce
terwijl het erkende doel van de wetgever erin bestaat alle echtgenoten qu'alors que l'objectif avoué du législateur est d'exclure du nouveau
die hun vordering tot echtscheiding vóór 1 september 2018 hebben ingediend, maar die na die datum uit de echt zijn gescheiden, van de nieuwe regeling uit te sluiten, daarbij echter tussen hen een onderscheid wordt gemaakt naargelang zij hun vordering tot echtscheiding bij verzoekschrift of bij dagvaarding hebben ingediend ? Op de eersten (bij verzoekschrift) wordt immers het oude stelsel toegepast, op voorwaarde dat zij de echtscheiding enkel op grond van artikel 229, §§ 2 en 3, van het Burgerlijk Wetboek aanvragen, terwijl op de tweeden (bij dagvaarding) steeds het nieuwe stelsel wordt toegepast, ongeacht de wettelijke basis op grond waarvan zij de echtscheiding aanvragen. De vraag is des te meer relevant daar een vordering tot echtscheiding dispositif tous les époux qui ont introduit leur demande en divorce avant le 1er septembre 2018 mais qui sont divorcés après cette date, il opère cependant une distinction entre eux, selon qu'ils ont introduit leur demande en divorce par requête ou par citation ? En effet, les premiers (par requête) se voient appliquer le régime ancien à condition de ne solliciter le divorce que sur pied des articles 229, § 2 et 3 du Code civil, cependant que les seconds (par citation) se voient toujours appliquer le régime nouveau, quelle que soit la base légale sur laquelle ils sollicitent le divorce. La question est d'autant plus pertinente qu'une demande en divorce sur
op grond van artikel 229, § 2 of § 3, van het Burgerlijk Wetboek ook pied des articles 229, § 2 ou § 3 du Code civil peut également
bij dagvaarding kan worden ingediend, terwijl een vordering tot s'introduire par citation, cependant qu'une demande en divorce sur
echtscheiding op grond van artikel 229, § 1, van het Burgerlijk pied de l'article 229, § 1er du Code civil peut également s'introduire
Wetboek ook bij verzoekschrift kan worden ingediend (aangezien het
gebruik van het verzoekschrift in plaats van de dagvaarding niet meer par requête (l'utilisation de la requête en lieu et place de la
dan een nietigheidsgrond is - artikel 700 van het Gerechtelijk citation n'étant plus qu'une cause de nullité - article 700 du Code
Wetboek) ». judiciaire) ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Artikel 78, § 3, van de wet van 22 juli 2018 « tot wijziging van B.1. L'article 78, § 3, de la loi du 22 juillet 2018 « modifiant le
het Burgerlijk Wetboek en diverse andere bepalingen wat het Code civil et diverses autres dispositions en matière de droit des
huwelijksvermogensrecht betreft en tot wijziging van de wet van 31 régimes matrimoniaux et modifiant la loi du 31 juillet 2017 modifiant
juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen le Code civil en ce qui concerne les successions et les libéralités et
en de giften betreft en tot wijziging van diverse bepalingen ter zake modifiant diverses autres dispositions en cette matière » (ci-après :
» (hierna : de wet van 22 juli 2018) bepaalt : la loi du 22 juillet 2018) dispose :
« In afwijking van paragraaf 2 zijn niet onderworpen aan de artikelen
7 tot 47, de echtgenoten van wie het huwelijksvermogensstelsel zal « Par dérogation au paragraphe 2, ne sont pas soumis aux articles 7 à
worden ontbonden na de datum van inwerkingtreding van deze wet maar 47, les époux dont le régime matrimonial sera dissous après l'entrée
met uitwerking vóór die datum, naar aanleiding van : en vigueur de la présente loi, mais avec effet avant cette date, suite à :
1° een vordering tot gerechtelijke scheiding van goederen 1° une demande de séparation de biens judiciaire, conformément à
overeenkomstig artikel 1470 van het Burgerlijk Wetboek; l'article 1470 du Code civil;
2° een vordering tot echtscheiding overeenkomstig artikel 1254, § 1, 2° une demande en divorce, conformément à l'article 1254, § 1er,
eerste of tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek; of alinéa 1er ou alinéa 2, du Code judiciaire; ou
3° een vordering tot echtscheiding door onderlinge toestemming 3° une demande en divorce par consentement mutuel, conformément à
overeenkomstig artikel 1288bis van het Gerechtelijk Wetboek ». l'article 1288bis du Code judiciaire ».
Artikel 1254, § 1, eerste en tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : L'article 1254, § 1er, alinéas 1 et 2, du Code judiciaire dispose :
« De vordering tot echtscheiding op grond van artikel 229, § 2, van « La demande en divorce fondée sur l'article 229, § 2, du Code civil
het Burgerlijk Wetboek wordt ingesteld bij een verzoekschrift est introduite par une requête signée par chacun des époux ou par au
ondertekend door iedere echtgenoot of ten minste door een advocaat of
een notaris. moins un avocat ou un notaire.
De vordering tot echtscheiding op grond van artikel 229, § 3, van het La demande en divorce fondée sur l'article 229, § 3, du Code civil
Burgerlijk Wetboek kan worden ingesteld bij verzoekschrift ». peut être introduite par requête ».
Artikel 229 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : L'article 229 du Code civil dispose :
« § 1. De echtscheiding wordt uitgesproken wanneer de rechter « § 1er. Le divorce est prononcé lorsque le juge constate la désunion
vaststelt dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is. Het huwelijk is irrémédiable entre les époux. La désunion est irrémédiable lorsqu'elle
onherstelbaar ontwricht wanneer de voortzetting van het samenleven rend raisonnablement impossible la poursuite de la vie commune et la
tussen de echtgenoten en de hervatting ervan redelijkerwijs onmogelijk is geworden ingevolge die ontwrichting. Het bewijs van de onherstelbare ontwrichting kan met alle wettelijke middelen worden geleverd. § 2. De onherstelbare ontwrichting bestaat wanneer de aanvraag gezamenlijk wordt gedaan door de twee echtgenoten, na meer dan zes maanden feitelijk gescheiden te zijn of wanneer de aanvraag tot tweemaal toe werd gedaan overeenkomstig artikel 1255, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek. § 3. De onherstelbare ontwrichting bestaat ook wanneer de aanvraag wordt gedaan door één enkele echtgenoot na meer dan één jaar feitelijke scheiding of wanneer de aanvraag tot tweemaal toe werd reprise de celle-ci entre eux. La preuve de la désunion irrémédiable peut être rapportée par toutes voies de droit. § 2. La désunion irrémédiable est établie lorsque la demande est formée conjointement par les deux époux après plus de six mois de séparation de fait ou qu'elle est répétée à deux reprises conformément à l'article 1255, § 1er, du Code judiciaire. § 3. Elle est également établie lorsque la demande est formée par un seul époux après plus d'un an de séparation de fait ou qu'elle est
gedaan overeenkomstig artikel 1255, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek répétée à deux reprises conformément à l'article 1255, § 2, du Code
». judiciaire ».
B.2. In beginsel komt het aan de verwijzende rechter toe de normen vast te stellen die toepasselijk zijn op het hem voorgelegde geschil, en die normen te interpreteren. B.3. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of er een verschil in behandeling bestaat dat zou voortvloeien uit artikel 78, § 3, van de wet van 22 juli 2018 tussen, enerzijds, de echtgenoten die een vordering tot echtscheiding bij verzoekschrift hebben ingesteld en, anderzijds, de echtgenoten die een vordering tot echtscheiding bij dagvaarding hebben ingesteld, waarbij de eerstgenoemden de enigen zijn op wie het oude huwelijksvermogensstelsel wordt toegepast, met uitsluiting, volgens de verwijzende rechter, van de laatstgenoemden. B.2. C'est en règle au juge a quo qu'il appartient de déterminer et d'interpréter les normes applicables au litige qui lui est soumis. B.3. Le juge a quo interroge la Cour sur l'existence d'une différence de traitement qui résulterait de l'article 78, § 3, de la loi du 22 juillet 2018 entre, d'une part, les époux qui ont introduit une demande de divorce par requête et, d'autre part, les époux qui ont introduit une demande de divorce par citation, les premiers étant les seuls à se voir appliquer le régime matrimonial ancien, à l'exclusion, selon le juge a quo, des seconds.
B.4. In de parlementaire voorbereiding wordt de in de bepaling B.4. Dans les travaux préparatoires, le régime transitoire prévu par
bedoelde overgangsregeling als volgt toegelicht : la disposition en cause fait l'objet du commentaire suivant :
« De in het voorgestelde artikel 64, § 3, BW opgenomen bepaling « La disposition figurant à l'article 64, § 3, proposé, du Code civil
voorziet in een uitzondering voor de inwerkintreding op datum van 1
september 2018 ingeval van echtscheiding. De uitzondering is ingegeven prévoit une exception à l'entrée en vigueur au 1er septembre 2018 en
vanuit het feit dat het huwelijksgoederenrecht een dubbele datum kent cas de divorce. L'exception se justifie du fait que le droit des
: men is gescheiden als persoon door het in kracht van gewijsde gaan régimes matrimoniaux prévoit une double date : on est divorcé en tant
van het echtscheidingsvonnis, maar dat vonnis heeft, wat hun goederen que personne au moment où le prononcé du divorce est coulé en force de
betreft, retroactieve werking vanaf de datum van de eerste eis. chose jugée, mais ce jugement a, en ce qui concerne les biens, un
Vandaar de voorgestelde overgangsbepaling dat de nieuwe wet niet van effet rétroactif à la date de la première demande. C'est pourquoi il a
toepassing is op echtscheidingen die vóór de inwerkingtreding ervan été prévu une disposition transitoire en vertu de laquelle la nouvelle
loi ne s'applique pas aux divorces entamés avant son entrée en
zijn opgestart. Dan blijft de bestaande regelgeving van toepassing » vigueur. Dans ces cas, la règlementation existante reste d'application
(Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2848/007, p. 121). » (Doc. parl., Chambre, 2017-2018, DOC 54-2848/007, p. 121).
Daaruit blijkt dat het door de wetgever nagestreefde doel wel degelijk Il en ressort que l'objectif poursuivi par le législateur est bien
erin bestaat de toepassing van de nieuwe regelgeving met betrekking d'exclure l'application de la nouvelle réglementation relative aux
tot de huwelijksvermogensstelsels op alle echtscheidingen die vóór de régimes matrimoniaux à tous les divorces entamés avant son entrée en
inwerkingtreding ervan zijn opgestart, uit te sluiten. vigueur.
B.5. In paragraaf 1 ervan voorziet artikel 229 van het Burgerlijk B.5. En son paragraphe 1er, l'article 229 du Code civil prévoit la
Wetboek in de algemene mogelijkheid om uit de echt te scheiden op possibilité générale de divorcer pour cause de désunion irrémédiable,
grond van onherstelbare ontwrichting, die met alle wettelijke middelen laquelle peut être démontrée par toutes voies de droit.
kan worden aangetoond.
In artikel 1254 van het Gerechtelijk Wetboek worden, met betrekking L'article 1254 du Code judiciaire apporte, en ce qui concerne ces deux
tot die twee gevallen, preciseringen aangebracht wat betreft het instellen van de vordering tot echtscheiding. hypothèses, des précisions quant à l'introduction de la demande en divorce.
In het eerste van die gevallen (artikel 229, § 2, van het Burgerlijk Dans la première de ces hypothèses (article 229, § 2, du Code civil),
Wetboek) bepaalt artikel 1254 van het Gerechtelijk Wetboek dat de l'article 1254 du Code judiciaire dispose que la demande doit être
vordering moet worden ingesteld bij een verzoekschrift ondertekend
door iedere echtgenoot (gezamenlijk verzoekschrift). In het tweede introduite par une requête signée par chacun des époux (requête
geval (artikel 229, § 3, van het Burgerlijk Wetboek) bepaalt artikel conjointe). Dans la seconde hypothèse (article 229, § 3, du Code
1254 van het Gerechtelijk Wetboek dat de vordering kan worden civil), l'article 1254 du Code judiciaire dispose que la demande peut
ingesteld bij verzoekschrift op tegenspraak. être introduite par requête contradictoire.
Die twee manieren om het geding in te leiden wijken af van het gemeen Ces deux modes d'introduction de l'instance dérogent au droit commun
recht van de inleiding van het geding, aangezien zij het gebruik van de l'introduction de l'instance, dès lors qu'ils permettent l'usage de
het verzoekschrift op tegenspraak mogelijk maken. Zij verbieden het la requête contradictoire. Elles n'interdisent toutefois pas l'usage
gebruik van de dagvaarding evenwel niet. de la citation.
Buiten die twee gevallen is het gemeen recht van toepassing : de En dehors de ces deux hypothèses, le droit commun s'applique : la
vordering tot echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting demande de divorce pour cause de désunion irrémédiable peut être
kan worden ingesteld bij dagvaarding of bij gezamenlijk introduite par citation ou par requête conjointe, voire par
verzoekschrift, en zelfs bij conclusies tussen partijen die reeds bij conclusions entre parties déjà à la cause.
de zaak betrokken zijn.
De vermelding van artikel 1254 van het Gerechtelijk Wetboek in de in La mention de l'article 1254 du Code judiciaire dans la disposition en
het geding zijnde bepaling heeft niet tot gevolg dat de bij
dagvaarding ingestelde echtscheidingen worden uitgesloten van de cause n'a pas pour conséquence d'exclure les divorces introduits par
overgangsregeling waarin die bepaling voorziet. De in het geding citation du régime transitoire que cette disposition prévoit.
zijnde bepaling anders interpreteren zou in strijd zijn met het doel Interpréter la disposition en cause autrement serait contraire à
dat ermee wordt nagestreefd, dat in B.4 is vermeld. l'objectif qu'elle poursuit, qui est mentionné en B.4.
B.6. Het aangevoerde verschil in behandeling bestaat niet. B.6. La différence de traitement alléguée n'existe pas.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 78, § 3, 2°, van de wet van 22 juli 2018 « tot wijziging van L'article 78, § 3, 2°, de la loi du 22 juillet 2018 « modifiant le
het Burgerlijk Wetboek en diverse andere bepalingen wat het Code civil et diverses autres dispositions en matière de droit des
huwelijksvermogensrecht betreft en tot wijziging van de wet van 31 régimes matrimoniaux et modifiant la loi du 31 juillet 2017 modifiant
juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen le Code civil en ce qui concerne les successions et les libéralités et
en de giften betreft en tot wijziging van diverse bepalingen ter zake modifiant diverses autres dispositions en cette matière » ne viole pas
» schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. les articles 10 et 11 de la Constitution.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 1 oktober 2020. la Cour constitutionnelle, le 1er octobre 2020.
De griffier, De voorzitter, Le greffier, Le président,
F. Meersschaut F. Daoût F. Meersschaut F. Daoût
^