← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 97/2020 van 25 juni 2020 Rolnummer 7105 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende boek I van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling
van het Hof van Beroep te Brussel. H samengesteld uit de voorzitters
F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 97/2020 van 25 juni 2020 Rolnummer 7105 In zake : de prejudiciële vraag betreffende boek I van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Brussel. H samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. (...) | Extrait de l'arrêt n° 97/2020 du 25 juin 2020 Numéro du rôle : 7105 En cause : la question préjudicielle relative au livre Ier du Code d'instruction criminelle, posée par la chambre des mises en accusation de la Cour d'appel de Bruxelles. composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul, T.(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 97/2020 van 25 juni 2020 | Extrait de l'arrêt n° 97/2020 du 25 juin 2020 |
Rolnummer 7105 | Numéro du rôle : 7105 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende boek I van het Wetboek van | En cause : la question préjudicielle relative au livre Ier du Code |
strafvordering, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van | d'instruction criminelle, posée par la chambre des mises en accusation |
het Hof van Beroep te Brussel. | de la Cour d'appel de Bruxelles. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. | composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, |
Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. | J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques et |
Pâques en Y. Kherbache, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, | Y. Kherbache, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le |
onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, | président F. Daoût, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 16 januari 2019, waarvan de expeditie ter griffie van | Par arrêt du 16 janvier 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe |
het Hof is ingekomen op 25 januari 2019, heeft de kamer van | de la Cour le 25 janvier 2019, la chambre des mises en accusation de |
inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Brussel de volgende | la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante |
prejudiciële vraag gesteld : | : |
« Is boek I van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar met de | « Le Livre Ier du Code d'instruction criminelle est-il compatible avec |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen | les articles 10 et 11 de la Constitution lus isolément ou en |
met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en | combinaison avec les articles 6 de la CEDH et 47 de la Charte des |
artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, | droits fondamentaux de l'UE en ce qu'il ne reconnait pas à la partie |
in zoverre het aan de benadeelde partij of aan de in een | lésée ou à la personne visée par une information pénale le droit de |
strafrechtelijk opsporingsonderzoek beoogde persoon niet het recht | |
toekent om bijkomende opsporingshandelingen te vragen (behalve in het | solliciter des devoirs d'informations complémentaires (hormis dans le |
kader van een willig beroep) en niet voorziet in een beroep in geval | cadre d'un recours gracieux) et ne prévoit pas de recours en cas de |
van weigering om bijkomende opsporingshandelingen te verrichten of bij | refus d'accomplissement des actes d'information complémentaires ou |
gebrek aan een antwoord erop, terwijl dergelijke rechten worden | |
toegekend aan de burgerlijke partijen en aan de inverdenkinggestelde | l'absence de réponse à ceux-ci alors que pareils droits sont reconnus |
(of de in het gerechtelijk onderzoek beoogde persoon) in het kader van | aux parties civiles et à l'inculpé (ou la personne visée par |
een strafrechtelijk onderzoek ? ». | l'instruction) dans le cadre d'une instruction pénale ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de | B.1.1. Le juge a quo interroge la Cour au sujet de la compatibilité du |
bestaanbaarheid van boek I van het Wetboek van strafvordering met de | |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen | livre Ier du Code d'instruction criminelle avec les articles 10 et 11 |
met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en | de la Constitution, lus en combinaison ou non avec l'article 6 de la |
met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese | Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 47 de la |
Unie, in zoverre het aan de benadeelde partij of aan de in een | Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne, en ce qu'il ne |
strafrechtelijk opsporingsonderzoek beoogde persoon niet het recht | reconnaît pas à la partie lésée ou à la personne visée par une |
toekent om bijkomende opsporingshandelingen aan de procureur des | information pénale le droit de solliciter du procureur du Roi des |
Konings te vragen, behalve in het kader van een willig beroep, en in | devoirs d'information complémentaires, hormis à titre gracieux, et en |
zoverre het niet voorziet in een beroep in geval van weigering van de | ce qu'il ne prévoit pas de recours en cas de refus ou d'absence de |
procureur des Konings of bij gebrek aan een antwoord van hem. | réponse du procureur du Roi. |
B.1.2. Het Hof wordt verzocht die situatie te vergelijken met die van | B.1.2. La Cour est invitée à comparer cette situation avec celle de la |
de burgerlijke partij en van de inverdenkinggestelde of van de in het | partie civile et de l'inculpé ou de la personne visée par |
gerechtelijk onderzoek beoogde persoon die, in het kader van een | l'instruction qui, dans le cadre d'une instruction pénale, peuvent |
strafonderzoek, de onderzoeksrechter kunnen verzoeken een bijkomende | demander au juge d'instruction l'accomplissement d'un acte |
onderzoekshandeling te verrichten en die zich, indien die dat weigert | d'instruction complémentaire et qui, en cas de refus de celui-ci ou |
of bij gebrek aan een beslissing binnen een bepaalde termijn, kunnen | d'absence de décision dans un délai déterminé, peuvent saisir la |
wenden tot de kamer van inbeschuldigingstelling, die uitspraak doet | chambre des mises en accusation, laquelle statue sur la demande, sur |
over het verzoek, op grond van artikel 61quinquies van het Wetboek van | la base de l'article 61quinquies du Code d'instruction criminelle. Cet |
strafvordering. Dat artikel bepaalt : | article dispose : |
« § 1. De inverdenkinggestelde en de burgerlijke partij kunnen de onderzoeksrechter verzoeken een bijkomende onderzoekshandeling te verrichten. § 2. Het verzoekschrift wordt met redenen omkleed en houdt keuze van woonplaats in België in, indien de verzoeker er zijn woonplaats niet heeft; het beschrijft nauwkeurig de gevraagde onderzoekshandeling, dit op straffe van niet-ontvankelijkheid. Het wordt toegezonden aan of neergelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en ingeschreven in een daartoe bestemd register. De griffier zendt hiervan onverwijld een kopie aan de procureur des Konings. Deze doet de vorderingen die hij nuttig acht. De onderzoeksrechter doet uitspraak op straffe van nietigheid van zijn beschikking uiterlijk binnen een maand na de inschrijving van het verzoekschrift in het register. Deze termijn wordt teruggebracht tot acht dagen indien een van de inverdenkinggestelden zich in voorlopige hechtenis bevindt. De beschikking wordt door de griffier medegedeeld aan de procureur des Konings en per faxpost of bij een ter post aangetekende brief ter kennis gebracht van de verzoeker en, in voorkomend geval, zijn advocaat binnen acht dagen na de beslissing. § 3. De onderzoeksrechter kan dit verzoek afwijzen indien hij de maatregel niet noodzakelijk acht om de waarheid aan de dag te brengen of indien hij deze maatregel op dat ogenblik nadelig acht voor het onderzoek. | « § 1er. L'inculpé et la partie civile peuvent demander au juge d'instruction l'accomplissement d'un acte d'instruction complémentaire. § 2. La requête est motivée et contient élection de domicile en Belgique si le requérant n'y a pas son domicile; elle décrit avec précision l'acte d'instruction sollicité, et ce, à peine d'irrecevabilité. Elle est adressée ou déposée au greffe du tribunal de première instance et est inscrite dans un registre ouvert à cet effet. Le greffier en communique sans délai une copie au procureur du Roi. Celui-ci prend les réquisitions qu'il juge utiles. Le juge d'instruction statue, à peine de nullité de son ordonnance, au plus tard dans le mois de l'inscription de la requête dans le registre. Ce délai est ramené à huit jours si un des inculpés se trouve en détention préventive. L'ordonnance est communiquée au procureur du Roi par le greffier, notifiée au requérant et, le cas échéant, à son conseil, par télécopie ou par lettre recommandée, dans un délai de huit jours à dater de la décision. § 3. Le juge d'instruction peut rejeter cette demande s'il estime que la mesure n'est pas nécessaire à la manifestation de la vérité, ou est, à ce moment, préjudiciable à l'instruction. |
§ 4. Tegen de beschikking van de onderzoeksrechter kan hoger beroep | § 4. L'ordonnance du juge d'instruction est susceptible de recours |
worden ingesteld overeenkomstig artikel 61quater, § 5. | conformément à l'article 61quater, § 5. |
§ 5. Indien de onderzoeksrechter geen uitspraak heeft gedaan binnen de | § 5. Si le juge d'instruction n'a pas statué dans le délai prévu au § |
bij § 2, tweede lid, bepaalde termijn vermeerderd met vijftien dagen, | |
kan de verzoeker zich tot de kamer van inbeschuldigingstelling wenden | 2, alinéa 2, majoré de quinze jours, le requérant peut saisir la |
overeenkomstig artikel 61quater, § 6. | chambre des mises en accusation conformément à l'article 61quater, § 6. |
§ 6. De verzoeker mag geen verzoekschrift met hetzelfde voorwerp | § 6. Le requérant ne peut [adresser ou déposer] de requête ayant le |
toezenden of neerleggen vooraleer een termijn van drie maanden is | |
verstreken te rekenen van de laatste beslissing die betrekking heeft | même objet avant l'expiration d'un délai de trois mois à compter de la |
op hetzelfde voorwerp ». | dernière décision portant sur le même objet ». |
B.2.1. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene | B.2.1. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée |
draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong | générale. Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit |
ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de | l'origine : les règles constitutionnelles de l'égalité et de la |
niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en | non-discrimination sont applicables à l'égard de tous les droits et de |
alle vrijheden, met inbegrip van die welke voortvloeien uit | toutes les libertés, en ce compris ceux résultant des conventions |
internationale verdragen die België binden. | internationales liant la Belgique. |
B.2.2. Artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | B.2.2. L'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme |
waarborgt het recht op een eerlijk proces : | garantit le droit à un procès équitable : |
« 1. Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en | « 1. Toute personne a droit à ce que sa cause soit entendue |
verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem | équitablement, publiquement et dans un délai raisonnable, par un |
ingestelde strafvervolging heeft eenieder recht op een eerlijke en | tribunal indépendant et impartial, établi par la loi, qui décidera, |
openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door | soit des contestations sur ses droits et obligations de caractère |
een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de | civil, soit du bien-fondé de toute accusation en matière pénale |
wet is ingesteld. Het vonnis moet in het openbaar worden gewezen maar | dirigée contre elle. Le jugement doit être rendu publiquement, mais |
de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden | l'accès de la salle d'audience peut être interdit à la presse et au |
ontzegd gedurende het gehele proces of een deel daarvan, in het belang | public pendant la totalité ou une partie du procès dans l'intérêt de |
van de goede zeden, van de openbare orde of 's lands veiligheid in een | la moralité, de l'ordre public ou de la sécurité nationale dans une |
democratische samenleving, wanneer de belangen van minderjarigen of de | société démocratique, lorsque les intérêts des mineurs ou la |
bescherming van het privéleven van partijen bij het proces dit eisen | protection de la vie privée des parties au procès l'exigent, ou dans |
of, in die mate als door de rechter onder bepaalde omstandigheden | la mesure jugée strictement nécessaire par le tribunal, lorsque dans |
strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer openbaarmaking de | des circonstances spéciales la publicité serait de nature à porter |
belangen van de rechtspraak zou schaden. | atteinte aux intérêts de la justice. |
[...] | [...] |
3. Eenieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, heeft ten | |
minste de volgende rechten : | 3. Tout accusé a droit notamment à : |
[...] | [...] |
d) de getuigen à charge te ondervragen of doen ondervragen en het | d) interroger ou faire interroger les témoins à charge et obtenir la |
oproepen en de ondervraging van getuigen à décharge te doen geschieden | convocation et l'interrogation des témoins à décharge dans les mêmes |
op dezelfde voorwaarden als het geval is met de getuigen à charge. | conditions que les témoins à charge. |
[...] ». | [...] ». |
B.2.3. Het recht op toegang tot de rechter wordt eveneens gewaarborgd | |
bij artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese | B.2.3. Le droit d'accès au juge est également garanti par l'article 47 |
Unie. | de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne. |
De bestaanbaarheid van een wetsbepaling met artikel 47 van het | La compatibilité d'une disposition législative avec l'article 47 de la |
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in samenhang | Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne, lu en |
gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, kan slechts door | combinaison avec les articles 10 et 11 de la Constitution, ne peut |
het Hof worden onderzocht in zoverre de in het geding zijnde bepaling | être examinée par la Cour qu'en ce que la disposition en cause met en |
het Unierecht ten uitvoer brengt overeenkomstig artikel 51, lid 1, van | oeuvre le droit de l'Union conformément à l'article 51, paragraphe 1, |
het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (HvJ, grote | de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne (CJUE, |
kamer, 26 februari 2013, C-617/10, Aklagaren, punten 17 e.v.). | grande chambre, 26 février 2013, C-617/10, Aklagaren, points 17 et |
Aangezien uit de verwijzingsbeslissing niet blijkt dat er te dezen een | suivants). Etant donné qu'il ne ressort pas de la décision de renvoi qu'il |
aanknopingspunt bestaat met de tenuitvoerlegging van het Unierecht, is | existe, en l'espèce, un lien de rattachement avec la mise en oeuvre du |
de prejudiciële vraag niet ontvankelijk in zoverre de verwijzende | droit de l'Union, la question préjudicielle est irrecevable en ce que |
rechter wenst te vernemen of de in het geding zijnde bepaling | le juge a quo souhaite savoir si la disposition en cause est |
bestaanbaar is met het Handvest van de grondrechten van de Europese | compatible avec la Charte des droits fondamentaux de l'Union |
Unie. | européenne. |
B.3.1. De voorbereidende fase van het strafproces kan de vorm aannemen | B.3.1. La phase préliminaire du procès pénal peut prendre la forme |
van ofwel een opsporingsonderzoek, ofwel een gerechtelijk onderzoek. | soit d'une information, soit d'une instruction. |
B.3.2. Het opsporingsonderzoek is, luidens artikel 28bis, § 1, eerste | B.3.2. L'information est, aux termes de l'article 28bis, § 1er, alinéa |
lid, van het Wetboek van strafvordering, « het geheel van de | 1er, du Code d'instruction criminelle, « l'ensemble des actes destinés |
handelingen die ertoe strekken de misdrijven, hun daders en de | à rechercher les infractions, leurs auteurs et les preuves, et à |
bewijzen ervan op te sporen en de gegevens te verzamelen die dienstig | |
zijn voor de uitoefening van de strafvordering ». Het wordt gevoerd | rassembler les éléments utiles à l'exercice de l'action publique ». |
onder de leiding en het gezag van de bevoegde procureur des Konings. | Elle est conduite sous la direction et l'autorité du procureur du Roi |
De opsporingshandelingen mogen in beginsel geen enkele dwangmaatregel | compétent. Les actes d'information ne peuvent en principe comporter |
inhouden, noch een schending inhouden van individuele rechten en | aucun acte de contrainte ni porter atteinte aux libertés et droits |
vrijheden. De procureur des Konings heeft de verplichting te waken | individuels. Le procureur du Roi a l'obligation de veiller à la |
over de wettigheid van de bewijsmiddelen en de loyaliteit waarmee zij | légalité des moyens de preuve ainsi qu'à la loyauté avec laquelle ils |
worden verzameld (artikel 28bis, § 3, van hetzelfde Wetboek). | sont rassemblés (article 28bis, § 3, du même Code). |
B.3.3. Het gerechtelijk onderzoek is, luidens artikel 55, eerste lid, | B.3.3. L'instruction est, aux termes de l'article 55, alinéa 1er, du |
van het Wetboek van strafvordering, « het geheel van de handelingen | Code d'instruction criminelle, « l'ensemble des actes qui ont pour |
die ertoe strekken de daders van misdrijven op te sporen, de bewijzen | objet de rechercher les auteurs d'infractions, de rassembler les |
te verzamelen en de maatregelen te nemen die de rechtscolleges in | preuves et de prendre les mesures destinées à permettre aux |
staat moeten stellen met kennis van zaken uitspraak te doen ». Het | juridictions de statuer en connaissance de cause ». L'instruction est |
gerechtelijk onderzoek wordt gevoerd onder de leiding en het gezag van | conduite sous la direction et l'autorité du juge d'instruction. En |
de onderzoeksrechter. In beginsel kan deze een strafbaar feit niet bij | principe, celui-ci ne peut se saisir lui-même d'un fait infractionnel. |
zichzelf aanhangig maken. Hij wordt meestal geadieerd door de | Il est le plus souvent saisi par le procureur du Roi ou par la |
procureur des Konings of door de persoon die beweert benadeeld te | personne qui se prétend lésée, qui se constitue partie civile. |
zijn, die zich burgerlijke partij stelt. Overeenkomstig artikel 56, § | Conformément à l'article 56, § 1er, alinéa 1er, du même Code, le juge |
1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek heeft de onderzoeksrechter de | |
verplichting om een onderzoek à charge en à décharge in te stellen en | d'instruction a l'obligation d'instruire à charge et à décharge et |
kan hij daartoe dwang gebruiken en maatregelen nemen die inbreuk maken | peut, à cet effet, utiliser la contrainte et prendre des mesures qui |
op de individuele rechten en vrijheden. Hij is niet bevoegd om te | portent atteinte aux libertés et aux droits individuels. Il n'est pas |
beslissen over het gevolg dat moet worden voorbehouden aan het | compétent pour décider des suites qu'il convient de réserver à |
gerechtelijk onderzoek, aangezien dat prerogatief toekomt aan de | l'instruction, cette prérogative revenant à la chambre du conseil et à |
raadkamer en aan de kamer van inbeschuldigingstelling, die toezicht | la chambre des mises en accusation, lesquelles exercent un contrôle |
uitoefenen op het gerechtelijk onderzoek en bij de regeling van de | sur l'instruction et décident, lors du règlement de la procédure, de |
rechtspleging beslissen om de zaak al dan niet naar de vonnisgerechten | déférer ou non la cause devant les juridictions de jugement (voy. |
te verwijzen (zie met name de artikelen 127 tot 131, 135 en 136 van | notamment les articles 127 à 131, 135 et 136 du Code d'instruction |
het Wetboek van strafvordering). | criminelle). |
B.4.1. De strafprocedure is, in de voorbereidende fase ervan, in | |
beginsel inquisitoriaal en geheim. Dat inquisitoriale karakter wordt | B.4.1. En sa phase préliminaire, la procédure pénale est en principe |
verantwoord door het doel een maximale efficiëntie te waarborgen bij | inquisitoire et secrète. Ce caractère inquisitoire se justifie par |
het zoeken naar de waarheid, zonder inmenging van de partijen. | l'objectif de garantir une efficacité maximale dans la recherche de la |
B.4.2. De wetgever heeft evenwel met artikel 61quinquies van het | vérité, sans interférence des parties. |
Wetboek van strafvordering een uitzondering ingevoerd op het | B.4.2. Le législateur a toutefois introduit une exception au caractère |
inquisitoriale karakter van de voorbereidende fase van het | inquisitoire de la phase préliminaire du procès pénal, par l'article |
strafproces, die het, in het kader van een gerechtelijk onderzoek, de | 61quinquies du Code d'instruction criminelle, qui, dans le cadre d'une |
inverdenkinggestelde en de burgerlijke partij mogelijk maakt de | instruction, permet à l'inculpé et à la partie civile de demander au |
onderzoeksrechter te verzoeken een bijkomende onderzoekshandeling te | juge d'instruction l'accomplissement d'un acte d'instruction |
verrichten en zich, indien die dat weigert of bij gebrek aan een | complémentaire et, en cas de refus de celui-ci ou d'absence de |
beslissing binnen een bepaalde termijn, tot de kamer van | décision dans un délai déterminé, de saisir la chambre des mises en |
inbeschuldigingstelling te wenden. | accusation. |
Tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 12 maart 1998 « | Au cours des travaux préparatoires de la loi du 12 mars 1998 « |
tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het | relative à l'amélioration de la procédure pénale au stade de |
opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek » werd in verband | l'information et de l'instruction », il a été précisé, à propos de |
met artikel 61quinquies van het Wetboek van strafvordering | l'article 61quinquies du Code d'instruction criminelle : |
verduidelijkt : « Het ontwerp maakt van het verzoek tot bijkomende | « Le projet fait de la demande de mesures d'instruction |
onderzoeksmaatregelen een recht [...]. | complémentaires un droit fondamental [...]. |
[...] | [...] |
Met deze bepaling worden niet alleen de rechten van de verdediging | Cette disposition renforce non seulement les droits de la défense, |
uitgebreid, ze is ook in het belang van het onderzoek zelf. [...] | mais également l'efficacité de l'instruction. [...] Bien qu'en théorie |
Alhoewel in theorie het dossier voor de vonnisgerechten aan een | le dossier doive être soumis à une procédure tout à fait |
volstrekt tegensprekelijke rechtspleging zou moeten worden | |
onderworpen, blijkt dit thans in de praktijk lang niet altijd het | contradictoire devant le juge du fond, cela n'est pas toujours le cas |
geval. Zeker wanneer het een omvangrijk dossier betreft, blijft de | dans la pratique. Surtout en présence d'un dossier volumineux, la |
mogelijkheid voor de verdediging om bepaalde elementen daaruit te | possibilité pour la défense d'en contester certains éléments reste |
betwisten eerder beperkt. Het dossier is zodoende veel meer dan | plutôt limitée. Le dossier est ainsi de nature à influencer la |
vroeger in staat de beslissing ten gronde te beïnvloeden. In die mate | décision au fond, et ce, beaucoup plus que par le passé. Dans ce sens |
zelfs dat het inquisitoir samengesteld dossier ook de rechtspleging | également, la constitution du dossier de manière inquisitoriale peut |
ten gronde kan hypothekeren. Vandaar de noodzaak om tijdens het | hypothéquer la procédure au fond. Il est dès lors impératif, pendant |
gerechtelijk onderzoek het dossier op een meer evenwichtige wijze | l'instruction, de constituer le dossier d'une manière plus équilibrée |
samen te stellen dan nu het geval is. De mogelijkheid voor de | que ce ne l'est actuellement. La possibilité pour la défense de |
verdediging om bijkomende onderzoeken te doen stellen die eventueel | demander l'exécution d'actes d'instruction complémentaires pour |
elementen à décharge aan het licht kunnen brengen, moet dan ook in | éventuellement faire apparaître des éléments à décharge doit être |
deze context begrepen worden » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. | comprise dans ce sens » (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 857/1, pp. |
857/1, pp. 51-52). | 51-52). |
B.4.3. Daarentegen genieten de belanghebbenden tijdens het | B.4.3. En revanche, au cours de l'information, les intéressés ne |
opsporingsonderzoek geen formeel recht om een bepaalde | bénéficient pas du droit formel de demander certains actes |
opsporingshandeling te vragen. De belanghebbenden kunnen weliswaar | d'information. Certes, les intéressés peuvent toujours adresser une |
steeds een informeel verzoek aan het openbaar ministerie richten, | demande informelle au ministère public, comme le confirme, dans le |
zoals, in het kader van een verhoor, bevestigd bij artikel 47bis, § 1, | cadre d'une audition, l'article 47bis, § 1er, alinéa 1er, 4), et § 2, |
eerste lid, 4), en § 2, 7), van het Wetboek van strafvordering, maar | 7), du Code d'instruction criminelle, mais celui-ci n'est pas tenu |
het openbaar ministerie is geenszins verplicht op dat verzoek in te | |
gaan en de belanghebbenden beschikken niet over enig rechtsmiddel | d'accéder à cette demande et les intéressés ne disposent d'aucune voie |
tegen een weigeringsbeslissing of de ontstentenis van beslissing. | de recours contre un refus ou une absence de décision. |
B.5. In tegenstelling tot hetgeen de Ministerraad aanvoert, zijn de in | B.5. Contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, les |
B.1 vermelde categorieën van personen vergelijkbaar aangezien het in | catégories de personnes mentionnées en B.1 sont comparables, dès lors |
beide gevallen erom gaat te verzoeken om een bijkomende handeling te | qu'il s'agit, dans un cas comme dans l'autre, de solliciter |
verrichten tijdens de voorbereidende fase van het strafproces. | l'accomplissement d'un devoir complémentaire lors de la phase |
B.6. Het verschil in behandeling berust op het criterium van het | préliminaire du procès pénal. |
stadium waarin de strafprocedure zich bevindt in de voorbereidende | B.6. La différence de traitement repose sur le critère du stade auquel |
fase ervan, in het opsporingsonderzoek of in het gerechtelijk | se trouve la procédure pénale dans sa phase préliminaire, à |
onderzoek. Dat criterium is objectief. | |
B.7. Rekening houdend met de verschillende opdrachten en bevoegdheden | l'information ou à l'instruction. Ce critère est objectif. |
van de procureur des Konings en van de onderzoeksrechter, beschikken | B.7. Compte tenu des différentes missions et compétences du procureur |
de belanghebbenden tijdens het opsporingsonderzoek over minder | du Roi et du juge d'instruction, les intéressés disposent au cours de |
waarborgen om hun rechten van verdediging te beschermen dan tijdens het gerechtelijk onderzoek. Aldus, aangezien de procureur des Konings niet is onderworpen aan een wettelijke verplichting om een onderzoek à charge en à décharge in te stellen en niet over een dwangbevoegdheid beschikt die analoog is aan die van de onderzoeksrechter, is het pertinent dat de wetgever aan de personen op wie een opsporingsonderzoek betrekking heeft, met inbegrip van de benadeelde partij, niet dezelfde rechten heeft toegekend als die welke hij heeft toegekend aan de inverdenkinggestelde en aan de burgerlijke partij in het kader van een gerechtelijk onderzoek. B.8. De referentie door de verwijzende rechter aan het arrest nr. | l'information de moins de garanties destinées à protéger leurs droits de la défense qu'au cours de l'instruction. Ainsi, dès lors que le procureur du Roi n'est pas soumis à une obligation légale d'instruire à charge et à décharge et qu'il ne dispose pas d'un pouvoir de contrainte analogue à celui du juge d'instruction, il est pertinent que le législateur n'ait pas accordé aux personnes concernées par une information, y compris à la personne lésée, les mêmes droits que ceux qu'il a accordés à l'inculpé et à la partie civile dans le cadre d'une instruction. |
6/2017 van 25 januari 2017, waarbij het Hof heeft geoordeeld dat de | B.8. La référence faite par le juge a quo à l'arrêt n° 6/2017 du 25 |
ontstentenis van een beroep bij een onafhankelijke en onpartijdige | janvier 2017, par lequel la Cour a jugé que l'absence de recours |
rechter tegen de weigering of de ontstentenis van een beslissing door | devant un juge indépendant et impartial contre le refus ou l'absence |
het openbaar ministerie ten aanzien van een door een verdachte | de décision du ministère public quant à une demande, formulée par la |
geformuleerd verzoek om toegang tot een dossier in het | personne soupçonnée, d'accéder à un dossier à l'information viole les |
opsporingsonderzoek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, is | articles 10 et 11 de la Constitution, n'est pas pertinente. Par cet |
niet relevant. Het Hof heeft bij dat arrest geoordeeld : | arrêt, la Cour a jugé : |
« B.5.2. Niettemin, aangezien de wetgever aan de verdachte het recht toekent om te verzoeken om inzage in zijn dossier en om een afschrift ervan te verkrijgen vanaf het stadium van het opsporingsonderzoek, wordt afbreuk gedaan aan de vereisten van het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel en van de rechten van verdediging wanneer de weigering van het verzoek tot inzage of de ontstentenis van beslissing niet het voorwerp kan uitmaken van een controle door een onafhankelijke en onpartijdige rechter ». Zoals in B.4.3 is vermeld, heeft de wetgever aan de personen op wie een opsporingsonderzoek betrekking heeft, evenwel geen formeel recht toegekend om bepaalde opsporingshandelingen te vragen aan het openbaar ministerie, in tegenstelling tot het recht op toegang tot het dossier | « B.5.2. Cependant, dès lors que la personne soupçonnée se voit reconnaître par le législateur le droit de demander à consulter son dossier et à en obtenir copie dès le stade de l'information, il est porté atteinte aux exigences du droit à un recours effectif et des droits de la défense lorsque le refus opposé à la demande de consultation ou l'absence de décision ne peut faire l'objet d'un contrôle par un juge indépendant et impartial ». Comme il est dit en B.4.3, le législateur n'a pas accordé aux personnes visées par une information le droit formel de demander certains actes d'information au ministère public, contrairement au |
dat door artikel 21bis van het Wetboek van strafvordering wordt | droit d'accès au dossier, qui est garanti par l'article 21bis du Code |
gewaarborgd, zodat de zienswijze van het Hof in het voormelde arrest | d'instruction criminelle, si bien que la position de la Cour dans |
te dezen niet bij analogie van toepassing is. | l'arrêt précité ne s'applique pas par analogie en l'espèce. |
B.9. Het verschil in behandeling brengt tot slot geen onevenredige | B.9. Enfin, la différence de traitement n'emporte pas d'effets |
gevolgen met zich mee. De procureur des Konings dient immers te waken | disproportionnés. En effet, le procureur du Roi doit veiller à la |
over de wettigheid van de bewijsmiddelen en de loyaliteit waarmee zij | légalité des moyens de preuve ainsi qu'à la loyauté avec laquelle ils |
worden verzameld (artikel 28bis, § 3, tweede lid, van het Wetboek van | sont rassemblés (article 28bis, § 3, alinéa 2, du Code d'instruction |
strafvordering). Daarenboven oefenen de vonnisgerechten toezicht uit | criminelle). Par ailleurs, les juridictions de jugement exercent un |
contrôle sur la mission du ministère public, en veillant à la | |
op de opdracht van het openbaar ministerie, door te waken over de | régularité de l'information. Elles peuvent, en cas d'atteinte |
regelmatigheid van het opsporingsonderzoek. Zij kunnen, indien het | irrémédiable au droit à un procès équitable tel qu'il est garanti par |
recht op een eerlijk proces, zoals gewaarborgd bij artikel 6 van het | l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens, onherstelbaar werd | |
aangetast, de vervolging onontvankelijk verklaren (Cass., 31 mei 2011, | déclarer les poursuites irrecevables (Cass., 31 mai 2011, P.10.2037.F; |
P.10.2037.F; 18 januari 2017, P.16.0626.F). Ten slotte kunnen de | 18 janvier 2017, P.16.0626.F). Enfin, au stade de la procédure au |
vonnisgerechten, in het stadium van de rechtspleging ten gronde, | fond, les juridictions de jugement peuvent ordonner qu'il soit procédé |
bevelen dat wordt overgegaan tot bijkomende onderzoeksverrichtingen, | à certains devoirs complémentaires, aussi bien d'office qu'à la |
zowel ambtshalve als op verzoek van de belanghebbenden. | demande des intéressés. |
B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Boek I van het Wetboek van strafvordering schendt niet de artikelen 10 | Le livre Ier du Code d'instruction criminelle ne viole pas les |
en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 | articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison ou non avec |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het | l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce |
aan de benadeelde partij of aan de in een strafrechtelijk | qu'il ne reconnaît pas à la partie lésée ou à la personne visée par |
opsporingsonderzoek beoogde persoon niet het recht toekent om | une information pénale le droit de solliciter des actes d'information |
bijkomende opsporingshandelingen te vragen, behalve in het kader van | complémentaires, hormis dans le cadre d'un recours gracieux, et ne |
een willig beroep, en niet voorziet in een beroep in geval van een | prévoit pas de recours en cas de refus d'accomplissement des actes |
weigering om bijkomende opsporingshandelingen te verrichten of bij | d'information complémentaires ou d'absence de réponse. |
gebrek aan een antwoord. | |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 25 juni 2020. | la Cour constitutionnelle, le 25 juin 2020. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | Le président, |
F. Daoût | F. Daoût |