Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 50/2020 van 26 maart 2020 Rolnummer 7321 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 6, § § 1 en 2, van de gezamenlijke ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de Gemeenschappelijke Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-versl(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 50/2020 van 26 maart 2020 Rolnummer 7321 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 6, § § 1 en 2, van de gezamenlijke ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de Gemeenschappelijke Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-versl(...) Extrait de l'arrêt n° 50/2020 du 26 mars 2020 Numéro du rôle : 7321 En cause : le recours en annulation de l'article 6, § § 1 er et 2, de l'ordonnance conjointe à la Région de Bruxelles-Capitale et à la Commission commun La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président A. Alen et des juges-rappor(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 50/2020 van 26 maart 2020 Extrait de l'arrêt n° 50/2020 du 26 mars 2020
Rolnummer 7321 Numéro du rôle : 7321
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 6, § § 1 en 2, van En cause : le recours en annulation de l'article 6, § § 1er et 2, de
de gezamenlijke ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest l'ordonnance conjointe à la Région de Bruxelles-Capitale et à la
en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 16 mei 2019 « tot Commission communautaire commune du 16 mai 2019 « modifiant
wijziging van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie l'ordonnance conjointe à la Région de Bruxelles-Capitale et à la
van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen Commission communautaire commune du 14 décembre 2017 sur la
transparence des rémunérations et avantages des mandataires publics
en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, en de bruxellois, et l'ordonnance conjointe à la Région de
gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Bruxelles-Capitale et à la Commission communautaire commune du 14
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie houdende de oprichting van décembre 2017 portant création d'une Commission bruxelloise de
een Brusselse Deontologische Commissie », ingesteld door de vzw « déontologie », introduit par l'ASBL « Genootschap Advocaten
Genootschap Advocaten Publiekrecht » en Pieter Jongbloet. Publiekrecht » et Pieter Jongbloet.
Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, La Cour constitutionnelle, chambre restreinte,
samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers R. composée du président A. Alen et des juges-rapporteurs R. Leysen et T.
Leysen en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, Giet, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Objet du recours et procédure
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 3 december Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 3
2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 5 décembre 2019 et parvenue au greffe le 5 décembre 2019, un recours en
december 2019, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 6, § § annulation de l'article 6, § § 1er et 2, de l'ordonnance conjointe à
1 en 2, van de gezamenlijke ordonnantie van het Brusselse
Hoofdstedelijke Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie la Région de Bruxelles-Capitale et à la Commission communautaire
van 16 mei 2019 « tot wijziging van de gezamenlijke ordonnantie van commune du 16 mai 2019 « modifiant l'ordonnance conjointe à la Région
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 betreffende de de Bruxelles-Capitale et à la Commission communautaire commune du 14
transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse décembre 2017 sur la transparence des rémunérations et avantages des
openbare mandatarissen, en de gezamenlijke ordonnantie van het mandataires publics bruxellois, et l'ordonnance conjointe à la Région
Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke de Bruxelles-Capitale et à la Commission communautaire commune du 14
Gemeenschapscommissie houdende de oprichting van een Brusselse décembre 2017 portant création d'une Commission bruxelloise de
Deontologische Commissie » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad
van 20 juni 2019, tweede editie) door de vzw « Genootschap Advocaten déontologie » (publiée au Moniteur belge du 20 juin 2019, deuxième
édition) a été introduit par l'ASBL « Genootschap Advocaten
Publiekrecht » en Pieter Jongbloet, bijgestaan en vertegenwoordigd Publiekrecht » et Pieter Jongbloet, assistés et représentés par Me S.
door Mr. S. Boullart, advocaat bij de balie te Gent. Boullart, avocat au barreau de Gand.
Op 17 december 2019 hebben de rechters-verslaggevers R. Leysen en T. Le 17 décembre 2019, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la
Giet, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les
kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het juges-rapporteurs R. Leysen et T. Giet ont informé le président qu'ils
Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en chambre
wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging restreinte, de rendre un arrêt constatant que le recours en annulation
klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. n'est manifestement pas recevable.
(...) (...)
II. In rechte II. En droit
(...) (...)
B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 6, B.1.1. Les parties requérantes demandent l'annulation de l'article 6,
§ § 1 en 2, van de ordonnantie van 16 mei 2019 van het Brusselse § § 1er et 2, de l'ordonnance conjointe à la Région de
Hoofdstedelijke Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie Bruxelles-Capitale et à la Commission communautaire commune du 16 mai
« tot wijziging van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels 2019 « modifiant l'ordonnance conjointe à la Région de
Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie Bruxelles-Capitale et à la Commission communautaire commune du 14
van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen décembre 2017 sur la transparence des rémunérations et avantages des
en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, en de mandataires publics bruxellois, et l'ordonnance conjointe à la Région
gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de de Bruxelles-Capitale et à la Commission communautaire commune du 14
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie houdende de oprichting van décembre 2017 portant création d'une Commission bruxelloise de
een Brusselse Deontologische Commissie ». déontologie ».
Het bestreden artikel 6, § § 1 en 2, bepaalt : L'article 6, § § 1er et 2, dispose :
« § 1. In artikel 8, § 7, van dezelfde ordonnantie wordt een nieuw « § 1er. A l'article 8, § 7, de la même ordonnance, il est inséré un
tiende lid ingevoegd, luidend als volgt : nouvel alinéa 10, rédigé comme suit :
' De beslissing van het sanctieorgaan wordt binnen drie werkdagen ter ' La décision de l'autorité de sanction est notifiée dans les trois
kennis gebracht van de betrokken mandataris. Een beroep met volle jours ouvrables au mandataire concerné. Un recours de pleine
rechtsmacht kan worden ingediend bij de Raad van State binnen vijftien juridiction auprès du Conseil d'Etat est ouvert dans les quinze jours
dagen na de kennisgeving van de beslissing aan de mandataris op wie de de la notification de la décision au mandataire concerné par la
beslissing van het sanctieorgaan betrekking heeft. De Raad van State décision de l'autorité de sanction. Le Conseil d'Etat statue sur le
beslist binnen een termijn van zestig dagen over het beroep. '. recours dans un délai de soixante jours '.
§ 2. In artikel 8 van dezelfde ordonnantie wordt paragraaf 8 vervangen § 2. A l'article 8 de la même ordonnance, le paragraphe 8 est remplacé
door de volgende bepaling : par la disposition suivante :
' § 8. Na controle van de krachtens § 7 opgevraagde aangiften van ' § 8. Après avoir procédé à la vérification des déclarations de
mandaten, zorgt het sanctieorgaan ervoor, ingeval het in artikel 3, mandats sollicitées en vertu du § 7, l'autorité de sanction veille, en
eerste lid, bedoelde maximumbedrag overschreden wordt, dat de cas de dépassement de la limite fixée à l'article 3, alinéa 1er, à ce
vermindering ten belope van de overschrijding effectief doorgevoerd que la réduction à due concurrence soit opérée de manière effective
wordt door de in artikel 7 bedoelde instantie die het aanduidt. De openbare mandataris voor wie de vermindering ten belope van de overschrijding moet worden doorgevoerd, wordt voorafgaandelijk gehoord door het sanctieorgaan. De beslissing van het sanctieorgaan wordt binnen drie werkdagen ter kennis gebracht van de betrokken mandataris. Een beroep met volle rechtsmacht kan worden ingediend bij de Raad van State binnen vijftien dagen na de kennisgeving van de beslissing aan de mandataris op wie de beslissing van het sanctieorgaan betrekking heeft. De Raad van State beslist binnen een termijn van zestig dagen over het beroep. par l'autorité visée à l'article 7 qu'elle désigne. Le mandataire public à l'égard duquel la réduction à due concurrence doit être opérée est préalablement entendu par l'autorité de sanction. La décision de l'autorité de sanction est notifiée dans les trois jours ouvrables au mandataire concerné. Un recours de pleine juridiction auprès du Conseil d'Etat est ouvert dans les quinze jours de la notification de la décision au mandataire concerné par la décision de l'autorité de sanction. Le Conseil d'Etat statue sur le recours dans un délai de soixante jours.
Het controleorgaan ziet erop toe dat de beslissing van het L'autorité de contrôle veille à ce que la décision de l'autorité de
sanctieorgaan of het arrest van de Raad van State wordt uitgevoerd. sanction ou l'arrêt du Conseil d'Etat soit exécutée.
De bedragen die ontvangen zijn bovenop het in artikel 3, eerste lid, Les montants perçus en dépassement de la limite fixée à l'article 3,
bedoelde maximum, worden door de betrokken mandataris terugbetaald aan alinéa 1er, sont remboursés par le mandataire concerné à l'organisme
de instelling die de vermindering ten belope van de overschrijding had qui aurait dû procéder à la réduction à due concurrence en vertu de
moeten doorvoeren overeenkomstig artikel 3, § 2. ' ». l'article 3, § 2.' ».
B.1.2. Uit het verzoekschrift blijkt dat de grieven van de verzoekende B.1.2. Il ressort de la requête que les griefs des parties requérantes
partijen uitsluitend gericht zijn tegen de toekenning, door de sont uniquement dirigés contre l'octroi, par la disposition attaquée,
bestreden bepaling, van bepaalde bevoegdheden aan de Raad van State. de certaines compétences au Conseil d'Etat.
B.2.1. De eerste verzoekende partij, de vzw « Genootschap Advocaten B.2.1. La première partie requérante, l'ASBL « Genootschap Advocaten
Publiekrecht », beroept zich ter ondersteuning van haar belang op artikel 3 van haar statuten, dat bepaalt : « De vereniging heeft ten doel de wetenschappelijke studie van het Publiekrecht te bevorderen, en de belangen van haar leden te verdedigen. Zij drijft geen nijverheids- of handelszaken en beoogt niet enig stoffelijk voordeel te verschaffen aan haar leden. Zij kan alle roerende en onroerende goederen die zij voor het verwezenlijken van haar doel nodig heeft, bezitten of verkrijgen en er alle eigendomsrechten en andere zakelijke rechten op uitoefenen ». De tweede verzoekende partij beroept zich ter ondersteuning van haar belang op haar hoedanigheid van advocaat. B.2.2. De verzoekende partijen voeren ter ondersteuning van hun belang aan dat de bestreden bepaling een beroep met volle rechtsmacht instelt bij de Raad van State. Zij wijzen erop dat aldus een procedure wordt Publiekrecht », invoque, à l'appui de son intérêt, l'article 3 de ses statuts, qui dispose : « L'association a pour but de promouvoir l'étude scientifique du droit public et de défendre les intérêts de ses membres. Elle ne se livre à aucune opération industrielle ou commerciale et ne cherche pas à procurer à ses membres le moindre gain matériel. Elle peut posséder ou recevoir tous les biens meubles et immeubles nécessaires à la réalisation de son objet et exercer sur ceux-ci tous les droits de propriété et autres droits réels ». La seconde partie requérante justifie son intérêt en invoquant sa qualité d'avocat. B.2.2. Les parties requérantes soutiennent, à l'appui de leur intérêt, que la disposition attaquée établit devant le Conseil d'Etat un recours de pleine juridiction. Elles soulignent que cette disposition organise ainsi une procédure soumise à l'application non pas de
georganiseerd waarop het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 « l'arrêté du Régent du 23 août 1948 « déterminant la procédure devant
tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak la section du contentieux administratif du Conseil d'Etat », mais bien
van de Raad van State » niet van toepassing is, doch wel het
koninklijk besluit van 25 april 2014 « tot bepaling van de de l'arrêté royal du 25 avril 2014 « déterminant les règles de
gemeenrechtelijke procedureregels die toepasselijk zijn op de procédure de droit commun applicables aux procédures devant le Conseil
rechtsplegingen vóór de Raad van State waarin met volle rechtsmacht uitspraak wordt gedaan ». Dat specifieke procedurereglement wijkt volgens de verzoekende partijen op meerdere punten af van het Algemeen Procedurereglement, onder meer wat betreft de termijnen, de memories en de mogelijkheid om schadevergoeding te vorderen. Voorts wijzen de verzoekende partijen erop dat niet alleen de bestreden bepaling maar tal van andere wetskrachtige normen die uitgaan van de deelstaten, dergelijke afwijkende beroepen hebben georganiseerd, die al dan niet schorsend zijn en waarvoor verschillende beroepstermijnen gelden. Aldus zou « een kakofonie van rechtsregels » ontstaan en zou het voor advocaten en rechtzoekenden in het algemeen zeer moeilijk worden om een overzicht te behouden van de verschillende procedures, met hun eigen kenmerken. Daardoor zouden advocaten het risico lopen een verkeerde procedure te kiezen, waardoor hun aansprakelijkheid in het geding zou komen. Tevens zou het mogelijk zijn dat administratieve overheden de ter beschikking staande rechtsmiddelen foutief zouden weergeven. d'Etat statuant au contentieux de pleine juridiction ». Selon les parties requérantes, ce règlement spécifique de procédure déroge, à plusieurs égards, au règlement général de procédure, notamment en ce qui concerne les délais, les mémoires et la possibilité de demander une indemnisation. Les parties requérantes soulignent par ailleurs que non seulement la disposition attaquée, mais aussi de nombreuses autres normes législatives émanant des entités fédérées ont organisé de tels recours dérogatoires, suspensifs ou non et soumis à l'application de délais de recours différents. Une telle situation donnerait ainsi lieu à « une cacophonie de règles juridiques » et il deviendrait très difficile, pour les avocats et pour les justiciables en général, de conserver une vue d'ensemble des différentes procédures, avec leurs caractéristiques spécifiques. De ce fait, les avocats risqueraient d'opter pour une mauvaise procédure, ce qui engagerait leur responsabilité. Il se pourrait aussi que les autorités administratives ne mentionnent pas correctement les moyens de recours disponibles.
B.2.3. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt; bijgevolg is de actio popularis niet toelaatbaar. B.2.4. De eerste verzoekende partij maakt niet aannemelijk in welk opzicht de bestreden bepaling haar zou verhinderen om haar statutaire doelstelling, die erin bestaat de wetenschappelijke studie van het publiek recht te bevorderen, na te streven. B.2.5. In zoverre de eerste verzoekende partij volgens haar statuten ook de belangen verdedigt van haar leden, die advocaten zijn, doet zij, zoals de tweede verzoekende partij, niet blijken van het rechtens vereiste belang. In de eerste plaats dient het Hof, in het kader van een beroep tot B.2.3. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle imposent à toute personne physique ou morale qui introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme attaquée; il s'ensuit que l'action populaire n'est pas admissible. B.2.4. La première partie requérante ne démontre pas en quoi la disposition attaquée l'empêcherait de poursuivre son but statutaire, qui consiste à promouvoir l'étude scientifique du droit public. B.2.5. Dans la mesure où, selon ses statuts, la première partie requérante défend aussi les intérêts de ses membres, qui sont des avocats, elle ne justifie pas davantage de l'intérêt requis que la seconde partie requérante. Dans le cadre d'un recours en annulation, la Cour doit tout d'abord
vernietiging, te oordelen of de verzoekende partijen rechtstreeks en juger si les parties requérantes sont affectées directement et
ongunstig worden geraakt door de in dat beroep bestreden wetskrachtige défavorablement par la norme législative attaquée dans ce recours. En
norm. In casu vloeit het beweerde nadeel niet voort uit de bestreden l'espèce, le préjudice allégué ne découle pas de la disposition
bepaling op zich, maar uit een samengaan van de bestreden bepaling met attaquée en soi, mais d'une combinaison de la disposition attaquée
meerdere andere wetskrachtige normen, die niet het voorwerp uitmaken avec plusieurs autres normes législatives, qui ne font pas l'objet du
van het voorliggende beroep tot vernietiging en die bovendien uitgaan recours en annulation présentement examiné et qui émanent en outre de
van onderscheiden wetgevers. législateurs distincts.
Voorts voeren de verzoekende partijen ter ondersteuning van hun belang aan dat de verschillende procedures voor de Raad van State, die door de bestreden bepaling en door andere wetskrachtige normen worden ingesteld, ertoe leiden dat de wetgeving die betrekking heeft op de rechtspleging voor de Raad van State, coherentie en overzichtelijkheid zou missen. Daardoor zouden advocaten het risico lopen een verkeerde procedure te kiezen, waardoor hun aansprakelijkheid in het geding zou kunnen komen. B.2.6. Aanvoeren dat de bestreden bepaling ertoe zou bijdragen dat de regelgeving complexer wordt, volstaat op zich niet om te doen blijken van een belang, aangezien een zekere complexiteit niet uitzonderlijk is in het recht. De bestreden bepaling vermeldt uitdrukkelijk dat tegen de beslissing van de betrokken administratieve overheid een beroep kan worden ingesteld bij de Raad van State, die oordeelt met volle rechtsmacht. Tevens wordt vermeld binnen welke termijn dat beroep moet worden ingediend. Aldus geeft de bepaling zelf de modaliteiten van de beroepsmogelijkheid aan. Voorts bepaalt artikel 8, § 2, van het gezamenlijk decreet en A l'appui de leur intérêt, les parties requérantes font par ailleurs valoir que les différentes procédures devant le Conseil d'Etat, qui sont établies par la disposition attaquée et par d'autres normes législatives, ont pour effet que la législation relative à la procédure devant le Conseil d'Etat manquerait de cohérence et de clarté. De ce fait, les avocats risqueraient d'opter pour une mauvaise procédure, de sorte que leur responsabilité pourrait être engagée. B.2.6. Invoquer la circonstance que la disposition attaquée contribuerait à rendre la réglementation plus complexe ne suffit pas en soi pour justifier d'un intérêt, dès lors qu'une certaine complexité dans le droit n'est pas exceptionnelle. La disposition attaquée mentionne explicitement qu'un recours contre la décision de l'autorité administrative concernée peut être introduit devant le Conseil d'Etat, qui statue en pleine juridiction. Elle indique également dans quel délai ce recours doit être introduit. La disposition précise donc elle-même les modalités de la voie de recours. En outre, l'article 8, § 2, des décret et ordonnance conjoints de la Région de Bruxelles-Capitale, la Commission communautaire commune et
ordonnantie van 16 mei 2019 van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen : « Elke eenzijdige bestuurshandeling met individuele strekking die ter kennis wordt gebracht van een bestuurde, vermeldt de mogelijkheid om zich te wenden tot de Brusselse ombudsman, evenals de manier waarop dat moet gebeuren, de eventuele administratieve beroepsmogelijkheden, de instanties waarbij het beroep moet worden ingesteld en de geldende vormen en termijnen. Bij ontstentenis neemt de verjaringstermijn voor het indienen van het beroep geen aanvang ». In zoverre de verzoekende partijen ten slotte aanvoeren dat het risico bestaat dat de overheid de beroepsmodaliteiten en termijnen foutief zou vermelden, zou hun beweerde nadeel niet voortvloeien uit de bestreden bepaling, maar uit de mogelijkheid dat de overheid de op haar rustende verplichtingen niet nakomt. B.2.7. Bijgevolg doen de verzoekende partijen niet blijken van het rechtens vereiste belang en is het beroep tot vernietiging niet ontvankelijk. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 26 maart 2020. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, la Commission communautaire française du 16 mai 2019 relatifs à la publicité de l'administration dans les institutions bruxelloises, dispose : « Tout acte administratif unilatéral à portée individuelle notifié à un administré indique la possibilité de saisir le médiateur bruxellois, ainsi que les modalités de cette saisine et les voies éventuelles de recours administratifs, les instances compétentes pour en connaître, ainsi que les formes et délais à respecter, faute de quoi le délai de prescription pour introduire le recours ne prend pas cours ». Dans la mesure où les parties requérantes soutiennent enfin que le risque existe que l'autorité ne mentionne pas correctement les modalités et les délais de recours, le préjudice qu'elles allèguent découlerait non pas de la disposition attaquée, mais de l'éventualité que l'autorité ne respecte pas les obligations qui lui incombent. B.2.7. Les parties requérantes ne justifient dès lors pas de l'intérêt requis et le recours en annulation est irrecevable. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, rejette le recours. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 26 mars 2020. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président,
A. Alen A. Alen
^