Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 106/2019 van 27 juni 2019 Rolnummer 7139 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel L1124-40 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, gesteld door de Vrederechter van het eerste Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 106/2019 van 27 juni 2019 Rolnummer 7139 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel L1124-40 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, gesteld door de Vrederechter van het eerste Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) Extrait de l'arrêt n° 106/2019 du 27 juin 2019 Numéro du rôle : 7139 En cause : la question préjudicielle relative à l'article L1124-40 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation, posée par le Juge de paix du premier canton de La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 106/2019 van 27 juni 2019 Extrait de l'arrêt n° 106/2019 du 27 juin 2019
Rolnummer 7139 Numéro du rôle : 7139
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel L1124-40 van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article L1124-40 du
Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, gesteld Code de la démocratie locale et de la décentralisation, posée par le
door de Vrederechter van het eerste kanton Namen. Juge de paix du premier canton de Namur.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen,
Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet et J. Moerman, assistée du
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, greffier F. Meersschaut, présidée par le président F. Daoût,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 8 maart 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Par jugement du 8 mars 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe
Hof is ingekomen op 13 maart 2019, heeft de Vrederechter van het de la Cour le 13 mars 2019, le Juge de paix du premier canton de Namur
eerste kanton Namen de volgende prejudiciële vraag gesteld : a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 1124-40 van het Wetboek van de plaatselijke « L'article 1124-40 du Code de la Démocratie Locale et de la
democratie en de decentralisatie dat, met het oog op de invordering
van zekere en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen van de Décentralisation qui, en vue du recouvrement de créances non fiscales
gemeenten, de gemeentelijke financieel directeur ertoe machtigt een certaines et exigibles des communes, autorise le directeur financier
door het gemeentecollege getekend en uitvoerbaar verklaard dwangbevel communal à envoyer une contrainte visée et rendue exécutoire par le
toe te sturen en dat de aanwending van die procedure uitsluit voor de collège communal et, qui exclut le recours à cette procédure pour les
schuldvorderingen [lees : de schulden] van publiekrechtelijke créances [lire : les dettes] des personnes morales de droit public,
rechtspersonen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il crée
een discriminerend onderscheid in het leven roept tussen private
personen en publiekrechtelijke personen, en zulks zonder redelijke une différence discriminatoire entre personnes privées et personnes de
verantwoording ? ». droit public, et ce, sans justification raisonnable ? ».
Op 3 april 2019 hebben de rechters-verslaggevers P. Nihoul en T. Le 3 avril 2019, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi
Merckx-Van Goey, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les
ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht juges-rapporteurs P. Nihoul et T. Merckx-Van Goey ont informé la Cour
voor te stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest qu'ils pourraient être amenés à proposer de mettre fin à l'examen de
gewezen op voorafgaande rechtspleging. l'affaire par un arrêt rendu sur procédure préliminaire.
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. Artikel L1124-40, § 1, van het Wetboek van de plaatselijke B.1.1. L'article L1124-40, § 1er, du Code de la démocratie locale et
democratie en de decentralisatie bepaalt : de la décentralisation dispose :
« De financieel directeur vervult de volgende taken : « Le directeur financier est chargé :
1° de ontvangsten van de gemeente verrichten. Met het oog op de invordering van zekere en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen kan de financieel directeur een door het gemeentecollege getekend en voor uitvoerbaar verklaard dwangbevel toesturen. Een dergelijk dwangbevel wordt bij deurwaardersexploot betekend. Dat exploot onderbreekt de verjaring. Een dwangbevel mag door het gemeentecollege slechts ondertekend en voor uitvoerbaar verklaard worden als de schuld opeisbaar, vlottend en zeker is. Bovendien moet de schuldenaar vooraf bij aangetekend schrijven in gebreke gesteld worden. De gemeente kan administratieve kosten voor dat aangetekend schrijven aanrekenen. Die kosten zijn voor rekening van de schuldenaar en kunnen bij dwangbevel ingevorderd worden. De schulden van publiekrechtelijke personen kunnen nooit bij dwangbevel ingevorderd worden. Tegen dat exploot kan bij verzoekschrift of door dagvaarding beroep ingesteld worden binnen de maand van de betekening; 1° d'effectuer les recettes de la commune. En vue du recouvrement des créances non fiscales certaines et exigibles, le directeur financier peut envoyer une contrainte visée et rendue exécutoire par le collège communal. Une telle contrainte est signifiée par exploit d'huissier. Cet exploit interrompt la prescription. Une contrainte ne peut être visée et rendue exécutoire par le collège communal que si la dette est exigible, liquide et certaine. Le débiteur doit en outre être préalablement mis en demeure par courrier recommandé. La commune peut imputer des frais administratifs pour ce courrier recommandé. Ces frais sont à charge du débiteur et peuvent être recouvrés par la contrainte. Les dettes des personnes de droit public ne peuvent jamais être recouvrées par contrainte. Un recours contre cet exploit peut être introduit dans le mois de la signification par requête ou par citation;
[...] ». [...] ».
B.1.2. Die bepaling werd in het Wetboek van de plaatselijke democratie B.1.2. Cette disposition a été insérée dans le Code de la démocratie
en de decentralisatie ingevoegd bij artikel 26 van het decreet van het locale et de la décentralisation par l'article 26 du décret de la
Waalse Gewest van 18 april 2013 houdende wijziging van sommige Région wallonne du 18 avril 2013 « modifiant certaines dispositions du
bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de Code de la Démocratie locale et de la Décentralisation ». La
decentralisatie. In de verantwoording van het amendement dat aan de justification de l'amendement à l'origine de cette disposition indique
oorsprong van die bepaling ligt, wordt aangegeven dat de Waalse
decreetgever zich heeft geïnspireerd op het in artikel 94 van het que le législateur décrétal wallon s'est inspiré du mécanisme prévu
Vlaamse Gemeentedecreet van 15 juli 2005 bedoelde mechanisme, dat het par l'article 94 du décret communal flamand du 15 juillet 2005, qui
de financieel beheerder van de gemeente mogelijk maakt om, voor permet au gestionnaire financier de la commune de procéder, pour les
niet-fiscale schuldvorderingen, bij aangetekend schrijven en créances non fiscales, par recommandé puis par contrainte par
vervolgens bij dwangbevel door een deurwaarder te werk te gaan, op een
wijze die soortgelijk is aan hetgeen de financieel directeur doet voor huissier, de manière similaire à ce que fait le directeur financier
de fiscale schuldvorderingen. Het doel van dat mechanisme bestaat erin pour les créances fiscales. L'objectif de ce mécanisme est d'éviter
nutteloze kosten en de overbelasting van de rechtbanken te vermijden les frais inutiles et l'encombrement des tribunaux lorsqu'il n'existe
wanneer geen werkelijk geschilpunt tussen de partijen voorligt (Parl. pas réellement de litige entre les parties (Doc. parl., Parlement
St., Waals Parlement, 2012-2013, nr. 744/3, p. 3). wallon, 2012-2013, n° 744/3, p. 3).
B.2. Bij zijn arrest nr. 62/2017 van 18 mei 2017 heeft het Hof een B.2. Par son arrêt n° 62/2017 du 18 mai 2017, la Cour a répondu à une
prejudiciële vraag beantwoord betreffende artikel 94 van het Vlaamse question préjudicielle portant sur l'article 94 du décret communal
Gemeentedecreet van 15 juli 2005, dat een draagwijdte heeft die flamand du 15 juillet 2005, qui a une portée similaire à celle de
soortgelijk is aan die van artikel L1124-40 van het Wetboek van de l'article L1124-40 du Code de la démocratie locale et de la
plaatselijke democratie en de decentralisatie. Bij dat arrest heeft décentralisation. Par cet arrêt, la Cour a jugé que la différence de
het Hof geoordeeld dat het verschil in behandeling dat in die zaak in
het geding was tussen gemeenten en private dienstverleners, die niet traitement qui était en cause dans cette affaire entre les communes et
ertoe gemachtigd zijn een dwangbevel uit te vaardigen dat geldt als les prestataires de services privés non habilités à délivrer une
uitvoerbare titel, pertinent was ten aanzien van het met de bepaling contrainte valant titre exécutoire était pertinente eu égard à
nagestreefde doel, namelijk de gemeenten een eenvoudige procedure voor l'objectif poursuivi par la disposition, à savoir mettre une procédure
de inning van onbetwiste niet-fiscale schuldvorderingen ter simple à la disposition des communes pour le recouvrement de créances
beschikking stellen. non fiscales qui n'ont pas été contestées.
B.3.1. Met de onderhavige prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht om B.3.1. Par la présente question préjudicielle, la Cour est invitée à
de bestaanbaarheid te onderzoeken van artikel L1124-40, § 1, van het examiner la compatibilité de l'article L1124-40, § 1er, du Code de la
Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre die bepaling de schulden van publiekrechtelijke rechtspersonen uitsluit van het toepassingsgebied ervan. B.3.2. Zoals de eisende partij voor de verwijzende rechter opmerkt, is de vergelijking waarover het Hof wordt verzocht zich in de voorliggende zaak uit te spreken, niet identiek aan die welke aan het Hof was voorgelegd in de zaak die aanleiding heeft gegeven tot het arrest nr. 62/2017. In dat arrest werd de situatie van de gemeenten, die schuldeiser zijn en ertoe zijn gemachtigd het mechanisme van het dwangbevel in werking te stellen, immers vergeleken met de situatie van andere schuldeisers, privaatrechtelijke personen, die niet ertoe démocratie locale et de la décentralisation avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que cette disposition exclut de son champ d'application les dettes des personnes morales de droit public. B.3.2. Ainsi que le relève la partie demanderesse devant le juge a quo, la comparaison sur laquelle la Cour est invitée à se prononcer dans la présente affaire n'est pas identique à celle qui lui était présentée dans l'affaire qui a donné lieu à l'arrêt n°62/2017. En effet, dans cet arrêt, la situation des communes, créancières et autorisées à mettre en oeuvre le mécanisme de la contrainte, était
zijn gemachtigd dat mechanisme in werking te stellen. In de comparée à la situation d'autres créanciers, personnes de droit privé,
voorliggende zaak wordt de situatie van publiekrechtelijke non autorisés à mettre ce mécanisme en oeuvre. En la présente affaire,
rechtspersonen die schuldenaar zijn en op wie het mechanisme van het la situation des personnes morales de droit public qui sont débitrices
dwangbevel niet kan worden toegepast, vergeleken met die van et qui ne peuvent se voir appliquer le mécanisme de la contrainte, est
privaatrechtelijke personen op wie dat mechanisme door de gemeenten comparée à celle des personnes de droit privé qui peuvent se voir
kan worden toegepast. appliquer ce mécanisme par les communes.
B.4.1. Dat verschil tussen de aan het Hof voorgelegde vergelijkingen B.4.1. Cette différence entre les comparaisons présentées à la Cour ne
doet geen afbreuk aan het feit dat het Hof, zoals de porte pas atteinte à ce que, ainsi que l'ont souligné les
rechters-verslaggevers in hun conclusies genomen met toepassing van juges-rapporteurs dans leurs conclusions prises en application de
artikel 72 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het l'article 72 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour
Grondwettelijk Hof hebben beklemtoond, bij het voormelde arrest nr. constitutionnelle, la Cour a jugé, par l'arrêt n° 62/2017 précité et
62/2017 en rekening houdend met de overwegingen vermeld in B.6.1 tot compte tenu des considérations énoncées en B.6.1 à B.6.4 et en B.8.2 à
B.6.4 en in B.8.2 tot B.8.3 van dat arrest, heeft geoordeeld dat het B.8.3 de cet arrêt, que le mécanisme en cause est raisonnablement
in het geding zijnde mechanisme redelijk verantwoord is in zoverre het
de financieel directeur van de gemeente toestaat een dwangbevel uit te justifié en ce qu'il permet au directeur financier de la commune de
vaardigen teneinde de opeisbare, vaststaande en zekere niet-fiscale délivrer une contrainte pour récupérer les dettes non fiscales
schulden van privaatrechtelijke personen in te vorderen. exigibles, liquides et certaines des personnes de droit privé.
B.4.2. De omstandigheid dat die procedure niet kan worden aangewend B.4.2. La circonstance que cette procédure ne peut pas être mise en
ten aanzien van de schuldenaars van de gemeente die publiekrechtelijke rechtspersonen zijn, is bovendien redelijk verantwoord door hun bijzonder statuut. Publiekrechtelijke rechtspersonen onderscheiden zich immers van privaatrechtelijke personen in zoverre zij enkel opdrachten van openbare dienst vervullen en enkel het algemeen belang moeten dienen. Wegens die kenmerken kunnen zij de waarborgen bieden die onontbeerlijk zijn voor de invordering van schuldvorderingen die zij verschuldigd zijn. De decreetgever vermocht redelijkerwijs te oordelen dat het, gelet op dat element, niet vereist was om te hunnen aanzien in een mogelijkheid tot invordering van schuldvorderingen bij dwangbevel te voorzien die identiek is aan die waarin hij met betrekking tot de schulden van privaatrechtelijke personen voorzag. oeuvre à l'égard des débiteurs de la commune qui sont des personnes morales de droit public est, en outre, raisonnablement justifiée par le statut particulier de celles-ci. Les personnes morales de droit public se distinguent en effet des personnes de droit privé en ce qu'elles n'accomplissent que des missions de service public et ne doivent servir que l'intérêt général. En raison de ces caractéristiques, elles sont susceptibles de présenter les garanties indispensables au recouvrement des créances dont elles sont débitrices. Le législateur décrétal a pu raisonnablement considérer qu'il ne s'imposait pas, en considération de cet élément, de prévoir à leur égard une possibilité de recouvrement des créances par contrainte identique à celle qu'il prévoyait en ce qui concerne les dettes des personnes de droit privé.
B.5. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.5. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel L1124-40 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de L'article L1124-40 du Code de la démocratie locale et de la
decentralisatie schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. décentralisation ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 27 juni 2019. la Cour constitutionnelle, le 27 juin 2019.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De voorzitter, Le président,
F. Daoût F. Daoût
^