← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 181/2019 van 14 november 2019 Rolnummer 7037 In zake : het
beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 9 maart 2018 « betreffende
het deeltijds kunstonderwijs », ingesteld doo Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters T. M(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 181/2019 van 14 november 2019 Rolnummer 7037 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 9 maart 2018 « betreffende het deeltijds kunstonderwijs », ingesteld doo Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters T. M(...) | Extrait de l'arrêt n° 181/2019 du 14 novembre 2019 Numéro du rôle : 7037 En cause : le recours en annulation partielle du décret de la Communauté flamande du 9 mars 2018 « relatif à l'enseignement artistique à temps partiel », introduit par P La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges T. Merckx-V(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 181/2019 van 14 november 2019 | Extrait de l'arrêt n° 181/2019 du 14 novembre 2019 |
| Rolnummer 7037 | Numéro du rôle : 7037 |
| In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet | En cause : le recours en annulation partielle du décret de la |
| van de Vlaamse Gemeenschap van 9 maart 2018 « betreffende het | Communauté flamande du 9 mars 2018 « relatif à l'enseignement |
| deeltijds kunstonderwijs », ingesteld door Paul Mertens. | artistique à temps partiel », introduit par Paul Mertens. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters T. | composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges T. |
| Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en M. Pâques, | Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman et M. Pâques, assistée |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 31 oktober | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 31 |
| 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 5 | octobre 2018 et parvenue au greffe le 5 novembre 2018, Paul Mertens, |
| november 2018, heeft Paul Mertens, bijgestaan en vertegenwoordigd door | |
| Mr. K. Van den Wyngaert, advocaat bij de balie te Antwerpen, beroep | assisté et représenté par Me K. Van den Wyngaert, avocat au barreau |
| tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van het decreet van de | d'Anvers, a introduit un recours en annulation partielle du décret de |
| Vlaamse Gemeenschap van 9 maart 2018 « betreffende het deeltijds | la Communauté flamande du 9 mars 2018 « relatif à l'enseignement |
| kunstonderwijs » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 mei | artistique à temps partiel » (publié au Moniteur belge du 11 mai |
| 2018). | 2018). |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. En droit |
| (...) | (...) |
| Ten aanzien van de bestreden bepalingen en hun context | Quant aux dispositions attaquées et à leur contexte |
| B.1.1. Het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 9 maart 2018 « | B.1.1. Le décret de la Communauté flamande du 9 mars 2018 « relatif à |
| betreffende het deeltijds kunstonderwijs » (hierna : het decreet van 9 | l'enseignement artistique à temps partiel » (ci-après : le décret du 9 |
| maart 2018) regelt onder meer de opdracht en de finaliteit van dat | mars 2018) règle notamment la mission et la finalité de cet |
| onderwijs (artikelen 4 tot 9), de structuur (artikelen 10 tot 28), de | enseignement (articles 4 à 9), la structure (articles 10 à 28), les |
| toelatingsvoorwaarden (artikelen 29 tot 36), de rechten en plichten | conditions d'admission (articles 29 à 36), les droits et obligations |
| van de leerlingen (artikelen 37 tot 64), de personeels- en de | des élèves (articles 37 à 64), les moyens en personnel et les moyens |
| werkingsmiddelen van de academies (artikelen 65 tot 89), het | de fonctionnement des académies (articles 65 à 89), les droits |
| inschrijvingsgeld (artikelen 90 tot 96) en de erkennings-, | d'inscription (articles 90 à 96) et les conditions d'agrément, de |
| financierings- en subsidiëringsvoorwaarden van de academies (artikelen 97 tot 135). | financement et de subventionnement des académies (articles 97 à 135). |
| B.1.2. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de volgende | B.1.2. La partie requérante demande l'annulation des dispositions |
| bepalingen van het decreet van 9 maart 2018 : artikel 3, 39° en 70°, | suivantes du décret du 9 mars 2018 : l'article 3, 39° et 70°, |
| artikel 12, § 3, derde, vierde en vijfde lid, artikel 13, § 2, de | l'article 12, § 3, alinéas 3, 4 et 5, l'article 13, § 2, les articles |
| artikelen 31 en 32, artikel 33, § 2, 2°, artikel 67, § 3, tweede en | 31 et 32, l'article 33, § 2, 2°, l'article 67, § 3, alinéas 2 et 3, |
| derde lid, artikel 73, § 2, en artikel 83, tweede en derde lid. | l'article 73, § 2, et l'article 83, alinéas 2 et 3. |
| De bestreden bepalingen houden verband met de omvang van een lestijd | Les dispositions attaquées concernent la durée d'une période de cours |
| (artikelen 3, 39°, en 73, § 2), met de in- en doorstroom van | (articles 3, 39° et 73, § 2), l'admission et l'évolution des élèves |
| leerlingen in de verschillende graden van het deeltijds kunstonderwijs | aux différents degrés de l'enseignement artistique à temps partiel |
| (artikelen 31 en 32, artikel 33, § 2, 2°, en artikel 3, 70°), met de | (articles 31 et 32, article 33, § 2, 2°, et article 3, 70°), la |
| indeling, de omvang van opleidingen in het deeltijds kunstonderwijs en | répartition, le volume des formations dans l'enseignement artistique à |
| het traject van de leerlingen (artikel 12, § 3, derde, vierde en | temps partiel et le parcours des élèves (article 12, § 3, alinéas 3, 4 |
| vijfde lid, en artikel 13, § 2) en met de omkadering en de | et 5, et article 13, § 2) et l'encadrement et les moyens de |
| werkingsmiddelen van de academies (artikel 67, § 3, tweede en derde | fonctionnement des académies (article 67, § 3, alinéas 2 et 3, et |
| lid, en artikel 83, tweede en derde lid). | article 83, alinéas 2 et 3). |
| B.2.1. Het decreet van 9 maart 2018 brengt de regelgeving voor het | B.2.1. Le décret du 9 mars 2018 rassemble et actualise la |
| deeltijds kunstonderwijs, die voorheen verspreid was over | réglementation relative à l'enseignement artistique à temps partiel |
| verschillende decreten en besluiten, samen en actualiseert ze. | qui était dispersée auparavant dans différents décrets et arrêtés. |
| B.2.2. De decreetgever heeft beoogd met een vereenvoudigd en coherent | B.2.2. En adoptant un cadre juridique simplifié et cohérent, le |
| juridisch kader het deeltijds kunstonderwijs in te bedden in het | législateur décrétal a visé à inscrire l'enseignement artistique à |
| onderwijslandschap, waarbij een nauwere samenwerking met het | temps partiel dans le paysage de l'enseignement, en vue d'une |
| leerplichtonderwijs en de vrijetijdsactoren wordt gestimuleerd. Het | collaboration plus étroite avec l'enseignement obligatoire et avec les |
| decreet van 9 maart 2018 is gebaseerd op drie ambities : | acteurs des loisirs. Le décret du 9 mars 2018 repose sur trois |
| vereenvoudiging van de regelgeving, stevige verankering in onderwijs | ambitions : simplifier la réglementation, établir un ancrage solide |
| en verbinding met de kunsten en met het kleuter- en | dans l'enseignement et assurer une connexion avec les arts, |
| leerplichtonderwijs (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. | l'enseignement maternel et l'enseignement obligatoire (Doc. parl., |
| 1439/1, pp. 3-5). De decreetgever heeft met de vernieuwde structuur | Parlement flamand, 2017-2018, n° 1439/1, pp. 3-5). En renouvelant la |
| een transparant kader willen uittekenen dat het opleidingsaanbod | structure, le législateur décrétal a voulu définir un cadre |
| overzichtelijk maakt, dat dat aanbod voldoende flexibel houdt en | transparent qui organise clairement l'offre des formations, qui |
| bovendien afstemt op de specifieke behoeften van de leerlingen (ibid., | maintient cette offre suffisamment flexible et qui, en outre, |
| pp. 15-17). | correspond aux besoins spécifiques des élèves (ibid., pp. 15-17). |
| B.2.3. De decreetgever heeft voorts getracht de bestaande financiering | B.2.3. Le législateur décrétal a en outre tenté de concilier le |
| van het deeltijds kunstonderwijs, waarbij rekening wordt gehouden met | financement de l'enseignement artistique à temps partiel, dans lequel |
| demografische ontwikkelingen, te verzoenen met, enerzijds, budgettaire | il est tenu compte des évolutions démographiques, à concilier avec, |
| d'une part, des restrictions budgétaires et avec, d'autre part, le | |
| beperkingen en, anderzijds, het behoud voor de leerkrachten van de | maintien de l'emploi existant, des salaires et des prestations pour |
| bestaande tewerkstelling, salarissen en prestaties (Parl. St., Vlaams | les enseignants (Doc. parl., Parlement flamand, 2017-2018, n° 1439/1, |
| Parlement, 2017-2018, nr. 1439/1, pp. 19-20). Hij heeft de omkadering | pp. 19-20). Il a directement fondé l'encadrement des académies (le |
| van de academies (het aantal wekelijkse lestijden) rechtstreeks | nombre de périodes de cours hebdomadaires) sur le nombre d'élèves |
| gesteund op het aantal financierbare leerlingen. Omdat niet alle | admissibles au financement. Dès lors que tous les élèves n'entraînent |
| leerlingen eenzelfde reële belasting van de academies met zich | pas la même charge réelle des académies, et afin de contrôler le statu |
| meebrengen en teneinde de budgettaire status quo te bewaken (ibid., p. | quo budgétaire (ibid., p. 19), il est non seulement tenu compte du |
| 19), wordt niet alleen rekening gehouden met het aantal leerlingen, | nombre d'élèves, mais également de certains facteurs de pondération en |
| maar ook met bepaalde wegingsfactoren naar gelang van de | fonction de la charge d'enseignement dont la valeur n'a pas été |
| onderwijslast, waarvan met het oog op het behoud van de bestaande | modifiée en vue de maintenir les différences et les relations |
| verschillen en verhoudingen tussen de podiumkunsten en de beeldende | existantes entre les arts de la scène et les arts plastiques (ibid., |
| kunsten, de waarde niet werd gewijzigd (ibid., pp. 20-21 en 55-56). | pp. 20-21 et 55-56). |
| Ten gronde | Quant au fond |
| Wat betreft de middelen in het algemeen | En ce qui concerne les moyens en général |
| B.3.1. Volgens de Vlaamse Regering zou de verzoekende partij | B.3.1. Selon le Gouvernement flamand, la partie requérante ne |
| onvoldoende toelichten in welke zin de bestreden bepalingen artikel | démontrerait pas suffisamment en quoi les dispositions attaquées |
| 24, § § 3 en 5, van de Grondwet of de beginselen van rechtszekerheid | violeraient l'article 24, § § 3 et 5, de la Constitution ou les |
| en van evenredigheid zouden schenden. | principes de la sécurité juridique et de la proportionnalité. |
| B.3.2. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere | B.3.2. Pour satisfaire aux exigences de l'article 6 de la loi spéciale |
| wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, moeten de middelen | du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les moyens de la |
| van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het | requête doivent faire connaître, parmi les règles dont la Cour |
| Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, welke de bepalingen | garantit le respect, celles qui seraient violées ainsi que les |
| zijn die deze regels zouden schenden en uiteenzetten in welk opzicht | dispositions qui violeraient ces règles et exposer en quoi ces règles |
| die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden. | auraient été transgressées par ces dispositions. |
| Het Hof onderzoekt de middelen in zoverre zij aan de voormelde | La Cour examine les moyens en ce qu'ils satisfont aux exigences |
| vereisten voldoen. | précitées. |
| Wat betreft het eerste middel | En ce qui concerne le premier moyen |
| B.4.1. De verzoekende partij leidt een eerste middel af uit de | B.4.1. La partie requérante prend un premier moyen de la violation des |
| schending, door de artikelen 3, 39°, en 73, § 2, van het bestreden | |
| decreet, van de artikelen 10, 11 en 24, § § 3 tot 5, van de Grondwet, | articles 10, 11 et 24, § § 3 à 5, de la Constitution, lus en |
| combinaison avec le principe de la sécurité juridique et avec le | |
| principe de la proportionnalité, par les articles 3, 39°, et 73, § 2, | |
| in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel en met het | du décret attaqué, en ce qu'ils créeraient, en ce qui concerne la |
| evenredigheidsbeginsel, doordat zij een niet-verantwoord verschil | période de cours, une différence injustifiée entre l'enseignement des |
| inzake de lestijd zouden instellen tussen de beeldende en audiovisuele | arts plastiques et audiovisuels (ci-après : l'enseignement des arts |
| kunsten (hierna : de beeldende kunsten), enerzijds, en de domeinen | plastiques) d'une part, et les domaines de la danse, des arts de la |
| dans, woordkunst-drama en muziek (hierna : de podiumkunsten), | parole et de la musique (ci-après : les arts de la scène), d'autre |
| anderzijds. | part. |
| B.4.2. Artikel 3 van het bestreden decreet bepaalt : | B.4.2. L'article 3 du décret attaqué dispose : |
| « In dit decreet wordt verstaan onder : | « Dans le présent décret, on entend par : |
| [...] | [...] |
| 39° lestijd : een periode van vijftig minuten in het domein beeldende | 39° période de cours : une période de cinquante minutes dans le |
| en audiovisuele kunsten of zestig minuten in de domeinen dans, | domaine arts plastiques et audiovisuels ou de soixante minutes dans |
| woordkunst-drama en muziek of vijftig of zestig minuten in de | les domaines danse, arts de la parole-théâtre et musique ou de |
| domeinoverschrijdende initiatieopleiding als eenheid voor de duur van | cinquante ou soixante minutes dans la formation d'initiation |
| een leeractiviteit en eenheid voor de toekenning van de omkadering van | transversale comme unité pour la durée d'une activité d'apprentissage |
| het onderwijzend personeel; | et unité pour l'attribution de l'encadrement du personnel enseignant; |
| [...] ». | [...] ». |
| B.4.3. Artikel 73 van het bestreden decreet bepaalt : | B.4.3. L'article 73 du décret attaqué dispose : |
| « § 1. Het schoolbestuur beslist, met toepassing van de reglementering over overleg en onderhandeling, over de aanwending van de lestijden. Het schoolbestuur kan het totale aantal toegekende lestijden aanwenden voor de organisatie van leeractiviteiten, muzikaal begeleiden en leeractiviteiten op maat. Het schoolbestuur kan maximaal drie percent van het aantal toegekende lestijden aanwenden voor pedagogische coördinatie. Dat percentage kan worden overschreden, mits hierover een akkoord wordt bereikt in het lokale comité. § 2. Elke lestijd die voor leeractiviteiten aangewend wordt resulteert elke week van het schooljaar in een leeractiviteit van minstens vijftig minuten voor het domein beeldende en audiovisuele kunsten en minstens zestig minuten voor de domeinen dans, woordkunst-drama en muziek, of minstens vijftig of zestig minuten voor de | « § 1er. En application de la réglementation en matière de concertation et de négociation, l'autorité scolaire décide de l'utilisation des périodes de cours. L'autorité scolaire peut utiliser le nombre total de périodes de cours attribuées pour organiser des activités d'apprentissage, l'accompagnement musical et des activités d'apprentissage sur mesure. Pour la coordination pédagogique, l'autorité scolaire peut utiliser un maximum de trois pour cent du nombre de périodes de cours attribuées. Ce pourcentage peut être dépassé à condition qu'un accord soit conclu à ce sujet au sein du comité local. § 2. Chaque période de cours utilisée pour des activités d'apprentissage donne lieu, pour chaque semaine de l'année scolaire, à une activité d'apprentissage d'au moins cinquante minutes pour le domaine arts plastiques et audiovisuels et d'au moins soixante minutes pour les domaines danse, arts de la parole-théâtre et musique, ou d'au |
| domeinoverschrijdende initiatieopleiding, rekening houdend met de | moins cinquante ou soixante minutes pour la formation initiale |
| bepalingen over de organisatie van het schooljaar, vermeld in artikel | transversale, en tenant compte des dispositions relatives à |
| 63 en 64. | l'organisation de l'année scolaire, visées aux articles 63 et 64. |
| In afwijking van het eerste lid bepaalt de Vlaamse Regering de | Par dérogation à l'alinéa 1er, le Gouvernement flamand détermine les |
| voorwaarden waaronder een academie de wekelijkse leeractiviteiten kan | conditions dans lesquelles une académie peut regrouper les activités |
| clusteren in grotere gehelen. | d'apprentissage hebdomadaires en ensembles plus grands. |
| [...] ». | [...] ». |
| B.5.1. Volgens de Vlaamse Regering zou de verzoekende partij niet doen | B.5.1. Selon le Gouvernement flamand, la partie requérante ne |
| blijken van het vereiste belang om de vernietiging te vorderen van de | justifierait pas de l'intérêt requis pour demander l'annulation des |
| bestreden bepalingen. | dispositions attaquées. |
| B.5.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | B.5.2. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la |
| Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of | Cour constitutionnelle imposent à toute personne physique ou morale |
| rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken | qui introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne |
| van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de | justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation |
| personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en | pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme |
| ongunstig zou kunnen worden geraakt; bijgevolg is de actio popularis | attaquée; il s'ensuit que l'actio popularis n'est pas admissible. |
| niet toelaatbaar. B.5.3. De verzoekende partij is leerkracht in het deeltijds | B.5.3. La partie requérante est professeur dans l'enseignement |
| kunstonderwijs, meer bepaald in het domein van de muziek, dat een | artistique à temps partiel, plus précisément dans le domaine de la |
| onderdeel is van de podiumkunsten. Aangezien de bestreden bepalingen | musique, qui fait partie des arts de la scène. Etant donné que les |
| betrekking hebben op de duur van een lestijd in het domein van de | dispositions attaquées concernent la durée d'une période de cours dans |
| podiumkunsten, hebben zij een impact op de arbeidssituatie van de | le domaine des arts de la scène, elles ont un impact sur la situation |
| leerkrachten in dat domein. Bijgevolg doet de verzoekende partij | de travail des professeurs dans ce domaine. La partie requérante |
| blijken van het vereiste belang. | justifie dès lors de l'intérêt requis. |
| B.5.4. De exceptie wordt verworpen. | B.5.4. L'exception est rejetée. |
| B.6.1. De decreetgever heeft bepaald dat een lestijd in de beeldende | B.6.1. Le législateur décrétal a prévu qu'une période de cours dure 50 |
| kunsten 50 minuten en in de podiumkunsten 60 minuten duurt. Met | minutes dans l'enseignement des arts plastiques et 60 minutes dans |
| betrekking tot die keuze vermeldt de parlementaire voorbereiding : | l'enseignement des arts de la scène. En ce qui concerne ce choix, les |
| travaux préparatoires mentionnent ce qui suit : | |
| « Net als vóór het Niveaudecreet vormen wekelijkse lestijden de | « Tout comme avant l'entrée en vigueur du décret dit (en néerlandais) |
| eenheid waarin de omkadering voor onderwijzend personeel wordt | ' Niveaudecreet ' (le décret du 9 mars 2018), les périodes de cours |
| hebdomadaires constituent l'unité dans laquelle est exprimé | |
| l'encadrement pour le personnel enseignant. [...] Traditionnellement, | |
| uitgedrukt. [...] Als vanouds duurt een lestijd in de podiumkunsten 60 | une période de cours dure 60 minutes dans l'enseignement des arts de |
| minuten en in het domein beeldende en audiovisuele kunsten 50 minuten | la scène et 50 minutes dans l'enseignement des arts plastiques et |
| » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1439/1, p. 60). | audiovisuels » (Doc. parl., Parlement flamand, 2017-2018, n° 1439/1, p |
| Aldus heeft de decreetgever de situatie bevestigd die de Vlaamse | 60). Ainsi, le législateur décrétal a confirmé la situation que le |
| Regering, ter uitvoering van artikel 90 van het voorheen geldende | Gouvernement flamand avait établie par les arrêtés du 31 juillet 1990 |
| Onderwijsdecreet II van 31 juli 1990, bij besluiten van 31 juli 1990 | en exécution de l'article 90 du décret du 31 juillet 1990 « relatif à |
| had vastgesteld. | l'enseignement II », qui était alors en vigueur. |
| B.6.2. Zoals is vermeld in B.4, beoogt de decreetgever de kwaliteit | B.6.2. Comme il est dit en B.4, le législateur décrétal tend à veiller |
| van het deeltijds kunstonderwijs te bewaken, waarbij hij evenwel ook | à la qualité de l'enseignement artistique à temps partiel, mais il |
| rekening dient te houden met budgettaire beperkingen. | doit aussi tenir compte de restrictions budgétaires. |
| De aard van de te verwerven competenties en van de leerinhoud in het | La nature des compétences à acquérir et du contenu des apprentissages |
| deeltijds kunstonderwijs kan met zich meebrengen dat de tijd om die op | dans l'enseignement artistique à temps partiel peut avoir pour effet |
| een pedagogisch verantwoorde wijze over te brengen op de leerlingen | que le temps nécessaire pour transmettre ceux-ci aux élèves de manière |
| verschilt voor de beeldende kunsten en voor de podiumkunsten. Rekening | pédagogiquement justifiée diffère selon qu'il s'agit de l'enseignement |
| houdend met de verschillende aard van de te verwerven competenties en | des arts plastiques ou de celui des arts de la scène. Compte tenu des |
| met de nood aan een combinatie van theoretische, praktische, | natures différentes des compétences à acquérir et de la nécessité de |
| collectieve en individuele leermomenten in de verschillende domeinen | combiner des moments d'apprentissage théoriques, pratiques, collectifs |
| van het deeltijds kunstonderwijs overschrijdt de decreetgever de | et individuels dans les différents domaines de l'enseignement |
| beoordelingsvrijheid waarover hij ter zake beschikt niet door de duur | artistique à temps partiel, le législateur décrétal n'excède pas la |
| van een lestijd in de podiumkunsten op 60 minuten vast te stellen, | marge d'appréciation dont il dispose en la matière en fixant à 60 |
| minutes la durée d'une période de cours dans l'enseignement des arts | |
| terwijl die voor de beeldende kunsten 50 minuten bedraagt. De globale | de la scène, alors qu'une période de cours dure 50 minutes dans |
| taakbelasting van leerkrachten in het deeltijds kunstonderwijs wordt | l'enseignement des arts plastiques. En outre, la durée d'une période |
| bovendien niet uitsluitend bepaald door de duur van een lestijd. | de cours ne détermine pas à elle seule l'ampleur de la charge globale |
| Het blijkt niet dat het uit de bestreden bepalingen voortvloeiende | de professeurs dans l'enseignement artistique à temps partiel. |
| Il n'apparaît pas que la différence découlant des dispositions | |
| verschil inzake de duur van een lestijd gevolgen heeft die onevenredig zijn. | attaquées a des effets qui sont disproportionnés, en ce qui concerne la durée d'une période de cours. |
| B.6.3. De artikelen 3, 39°, en 73, § 2, van het bestreden decreet | B.6.3. Les articles 3, 39° et 73, § 2, du décret attaqué ne violent |
| schenden derhalve de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet | donc pas les articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution. Ils ne |
| niet. Ze schenden evenmin de voormelde grondwetsbepalingen, in | violent pas davantage les dispositions constitutionnelles précitées, |
| samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel en met het | lues en combinaison avec le principe de la sécurité juridique et avec |
| evenredigheidsbeginsel. | le principe de la proportionnalité. |
| B.6.4. De verzoekende partij zet voor het overige niet uiteen in welk | B.6.4. Pour le surplus, la partie requérante n'expose pas en quoi les |
| opzicht de bestreden bepalingen afbreuk zouden doen aan de vrijheid | dispositions attaquées porteraient atteinte à la liberté |
| van onderwijs, zoals gewaarborgd bij artikel 24, § 3, van de Grondwet, | d'enseignement, telle qu'elle est garantie par l'article 24, § 3, de |
| noch aan het wettigheidsbeginsel in onderwijszaken, gewaarborgd bij | la Constitution, ni au principe de légalité en matière d'enseignement, |
| artikel 24, § 5, van de Grondwet. | consacré par l'article 24, § 5, de la Constitution. |
| B.7. Het eerste middel is niet gegrond. | B.7. Le premier moyen n'est pas fondé. |
| Wat betreft het tweede middel | En ce qui concerne le deuxième moyen |
| B.8. De verzoekende partij leidt een tweede middel af uit de | B.8. La partie requérante prend un deuxième moyen de la violation des |
| articles 10, 11 et 24, § § 3 à 5, de la Constitution, par l'article 3, | |
| schending, door artikel 3, 70°, artikel 12, § 3, derde tot vijfde lid, | 70°, l'article 12, § 3, alinéas 3 à 5, l'article 13, § 2, les articles |
| artikel 13, § 2, de artikelen 31 en 32 en artikel 33, § 2, 2°, van het | 31 et 32 et l'article 33, § 2, 2°, du décret attaqué, en ce qu'ils |
| bestreden decreet, van de artikelen 10, 11 en 24, § § 3 tot 5, van de | créeraient entre l'enseignement des arts de la scène et celui des arts |
| Grondwet doordat zij een niet-verantwoord verschil inzake de in- en | plastiques une différence injustifiée quant à l'admission et à |
| doorstroom van leerlingen in het deeltijds kunstonderwijs zouden | l'évolution des élèves dans l'enseignement artistique à temps partiel, |
| instellen tussen de podiumkunsten en de beeldende kunsten, wat zou | de sorte que des enseignants percevraient des rémunérations |
| leiden tot een verschil in verloning van de leerkrachten in de beide domeinen. | différentes dans les deux types d'enseignement. |
| B.9.1. Artikel 3 van het decreet van 9 maart 2018 bepaalt : | B.9.1. L'article 3 du décret du 9 mars 2018 dispose : |
| « In dit decreet wordt verstaan onder : | « Dans le présent décret, on entend par : |
| [...] | [...] |
| 70° volwassene : leerling van het domein woordkunst-drama, dans of | 70° adulte : l'élève du domaine arts de la parole-théâtre, danse ou |
| muziek die de leeftijd van 15 jaar bereikt heeft op 31 december van | musique ayant atteint l'âge de 15 ans au 31 décembre de l'année |
| het schooljaar of leerling van het domein beeldende en audiovisuele | scolaire ou l'élève du domaine arts plastiques et audiovisuels ayant |
| kunsten die de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft op diezelfde datum; | atteint l'âge de 18 ans à la même date; |
| [...] ». | [...] ». |
| B.9.2. Artikel 12, § 3, van het bestreden decreet bepaalt met | B.9.2. L'article 12, § 3, du décret attaqué, dispose, en ce qui |
| betrekking tot de beeldende kunsten : « De som van de studieomvang van de leerjaren van de eerste graad bedraagt ten minste vier wekelijkse lestijden, gespreid over een traject van twee leerjaren. De som van de studieomvang van de leerjaren van de tweede graad bedraagt ten minste acht wekelijkse lestijden, gespreid over een traject van vier leerjaren. De som van de studieomvang van de leerjaren van de derde graad voor jongeren bedraagt ten minste vierentwintig wekelijkse lestijden, gespreid over een traject van zes of zeven leerjaren. De som van de studieomvang van de leerjaren van de derde graad voor volwassenen bedraagt ten minste acht wekelijkse lestijden, gespreid over een traject van twee leerjaren. De som van de studieomvang van de leerjaren van de vierde graad bedraagt ten minste veertig wekelijkse lestijden, gespreid over een traject van tien, vijf of vier leerjaren ». | concerne les arts plastiques : « La somme du volume des études des années d'études du premier degré est d'au moins quatre périodes de cours hebdomadaires réparties sur un parcours de deux années d'études. La somme du volume des études des années d'études du deuxième degré est d'au moins huit périodes de cours hebdomadaires réparties sur un parcours de quatre années d'études. La somme du volume des études des années d'études du troisième degré pour jeunes est d'au moins vingt-quatre périodes de cours hebdomadaires réparties sur un parcours de six ou sept années d'études. La somme du volume des études des années d'études du troisième degré pour adultes est d'au moins huit périodes de cours hebdomadaires réparties sur un parcours de deux années d'études. La somme du volume des études des années d'études du quatrième degré est d'au moins quarante périodes de cours hebdomadaires réparties sur un parcours de dix, cinq ou quatre années d'études ». |
| B.9.3. Artikel 13, § 2, van het bestreden decreet bepaalt met | B.9.3. L'article 13, § 2, du décret attaqué, dispose en ce qui |
| betrekking tot de beeldende kunsten : | concerne les arts plastiques : |
| « De som van de studieomvang van de leerjaren van de studierichting | « La somme du volume des études des années d'études de l'orientation |
| beeldende en audiovisuele cultuur bedraagt zes wekelijkse lestijden | d'études culture plastique et audiovisuelle est d'au moins six |
| gespreid over een traject van drie leerjaren. | périodes de cours hebdomadaires réparties sur un parcours de trois |
| années d'études. | |
| De som van de studieomvang van de leerjaren van de studierichting | La somme du volume des études des années d'études de l'orientation |
| specialisatie beeldende en audiovisuele kunsten bedraagt zestien | d'études spécialisation en arts plastiques et audiovisuels est d'au |
| wekelijkse lestijden gespreid over een traject van twee leerjaren ». | moins seize périodes de cours hebdomadaires réparties sur un parcours de deux années d'études ». |
| B.9.4. Artikel 31 van het bestreden decreet bepaalt : | B.9.4. L'article 31 du décret attaqué dispose : |
| « Om toegelaten te worden tot de tweede graad van de domeinen dans, | « Pour être admis au deuxième degré dans les domaines danse, arts de |
| woordkunst-drama of de tweede graad voor jongeren van het domein | la parole-théâtre ou au deuxième degré pour jeunes dans le domaine |
| muziek, moet de leerling voldoen aan een van de volgende voorwaarden : | musique, l'élève doit remplir l'une des conditions suivantes : |
| 1° de basiscompetenties van de eerste graad verworven hebben; | 1° avoir acquis les compétences de base du premier degré; |
| 2° de leeftijd van acht jaar bereikt hebben, maar in het geval van | 2° avoir atteint l'âge de huit ans, mais dans le cas du domaine arts |
| de la parole-théâtre ne pas être âgé de plus de quatorze ans à la date | |
| woordkunst-drama niet ouder zijn dan veertien jaar op de dag van 31 | du 31 décembre suivant le début de l'année scolaire. |
| december die volgt op de aanvang van het schooljaar. | |
| Om toegelaten te worden tot de tweede graad voor volwassenen van het | Pour être admis au deuxième degré pour adultes du domaine musique, |
| domein muziek moet de leerling de leeftijd van vijftien jaar bereikt | |
| hebben op de dag van 31 december die volgt op de aanvang van het | l'élève doit avoir atteint l'âge de quinze ans au 31 décembre suivant |
| schooljaar. | la rentrée scolaire. |
| Om toegelaten te worden tot de tweede graad van het domein beeldende | |
| en audiovisuele kunsten moet de leerling voldoen aan een van de | Pour être admis au deuxième degré du domaine arts plastiques et |
| volgende voorwaarden : | audiovisuels, l'élève doit remplir l'une des conditions suivantes : |
| 1° de basiscompetenties van de eerste graad verworven hebben; | 1° avoir acquis les compétences de base du premier degré; |
| 2° de leeftijd van acht jaar bereikt hebben, maar niet ouder zijn dan | 2° avoir atteint l'âge de huit ans, mais ne pas être âgé de plus de |
| twaalf jaar op de dag van 31 december die volgt op de aanvang van het | douze ans à la date du 31 décembre suivant le début de l'année |
| schooljaar ». | scolaire ». |
| B.9.5. Artikel 32 van het bestreden decreet bepaalt : | B.9.5. L'article 32 du décret attaqué dispose : |
| « Om toegelaten te worden tot de derde graad van de domeinen dans of | « Pour être admis au troisième degré des domaines danse ou musique, |
| muziek moet de leerling de basiscompetenties van de tweede graad van | l'élève doit avoir acquis les compétences de base du deuxième degré du |
| het respectieve domein, verworven hebben. | domaine respectif. |
| Om toegelaten te worden tot de derde graad van het domein | Pour être admis au troisième degré du domaine arts de la |
| woordkunst-drama moet de leerling voldoen aan een van de volgende | parole-théâtre, l'étudiant doit remplir l'une des conditions suivantes |
| voorwaarden : | : |
| 1° de basiscompetenties van de tweede graad van het domein | 1° avoir acquis les compétences de base du deuxième degré du domaine |
| woordkunst-drama verworven hebben; | arts de la parole-théâtre; |
| 2° de leeftijd van vijftien jaar bereikt hebben op de dag van 31 | 2° avoir atteint l'âge de quinze ans à la date du 31 décembre suivant |
| december die volgt op de aanvang van het schooljaar. | le début de l'année scolaire. |
| Om toegelaten te worden tot de derde graad voor jongeren van het | Pour être admis au troisième degré pour jeunes du domaine arts |
| domein beeldende en audiovisuele kunsten moet de leerling voldoen aan | plastiques et audiovisuels, l'élève doit remplir l'une des conditions |
| een van de volgende voorwaarden : | suivantes : |
| 1° de basiscompetenties van de tweede graad van het domein beeldende | 1° avoir acquis les compétences de base du deuxième degré du domaine |
| en audiovisuele kunsten verworven hebben; | arts plastiques et audiovisuels; |
| 2° de leeftijd van twaalf jaar bereikt hebben op de dag van 31 | 2° avoir atteint l'âge de douze ans à la date du 31 décembre suivant |
| december die volgt op de aanvang van het schooljaar. | le début de l'année scolaire. |
| Om toegelaten te worden tot de derde graad voor volwassenen van het | Pour être admis au troisième degré pour adultes du domaine arts |
| domein beeldende en audiovisuele kunsten moet de leerling de leeftijd | plastiques et audiovisuels, l'élève doit avoir atteint l'âge de |
| van achttien jaar bereikt hebben op de dag van 31 december die volgt | dix-huit ans au 31 décembre suivant la rentrée scolaire ». |
| op de aanvang van het schooljaar ». | |
| B.9.6. Artikel 33 van het bestreden decreet bepaalt : | B.9.6. L'article 33 du décret attaqué dispose : |
| « § 1. Om toegelaten te worden tot een studierichting in de vierde | « § 1er. Pour être admis à une orientation d'études dans le quatrième |
| graad van de domeinen dans, woordkunst-drama of muziek moet de | degré des domaines danse, arts de la parole-théâtre ou musique, |
| leerling de basiscompetenties van de derde graad van het domein | l'élève doit avoir acquis les compétences de base du troisième degré |
| waartoe de studierichting behoort, verworven hebben. | du domaine auquel l'orientation d'études appartient. |
| § 2. Om toegelaten te worden tot een studierichting van de vierde | § 2. Pour être admis à une orientation d'études dans le quatrième |
| graad van het domein beeldende en audiovisuele kunsten moet de | degré du domaine arts plastiques et audiovisuels, l'étudiant doit |
| leerling voldoen aan een van de volgende voorwaarden : | remplir l'une des conditions suivantes : |
| 1° de basiscompetenties van de derde graad van het domein waartoe de | 1° avoir acquis les compétences de base du troisième degré du domaine |
| studierichting behoort, verworven hebben; | auquel l'orientation d'études appartient; |
| 2° de leeftijd van achttien jaar bereikt hebben op de dag van 31 | 2° avoir atteint l'âge de dix-huit ans à la date du 31 décembre |
| december die volgt op de aanvang van het schooljaar ». | suivant le début de l'année scolaire ». |
| B.10.1. Volgens de Vlaamse Regering zou de verzoekende partij niet | B.10.1. Selon le Gouvernement flamand, la partie requérante ne |
| doen blijken van het vereiste belang om de vernietiging te vorderen | justifierait pas de l'intérêt requis pour demander l'annulation des |
| van de bestreden bepalingen. | dispositions attaquées. |
| B.10.2. In zoverre zij de studieomvang van de leerjaren van de | B.10.2. En ce qu'elles déterminent le volume des études des années |
| verschillende graden in het domein van de beeldende kunsten bepalen | d'apprentissage aux différents degrés de l'enseignement des arts |
| (artikelen 12, § 3, en 13, § 2) en de toelatingsvoorwaarden voor de | plastiques (articles 12, § 3, et 13, § 2) et les conditions |
| leerlingen tot de verschillende graden van het deeltijds | d'admission relatives aux élèves des différents degrés de |
| kunstonderwijs vaststellen (artikelen 31 tot 33) blijken de bestreden | l'enseignement artistique à temps partiel (articles 31 à 33), les |
| bepalingen de situatie van de verzoekende partij, die leerkracht is in | dispositions attaquées n'affectent pas directement et défavorablement |
| het domein van de podiumkunsten, niet rechtstreeks en ongunstig te | la situation de la partie requérante, qui enseigne dans le domaine des |
| raken. | arts de la scène. |
| In zoverre de verzoekende partij aanvoert dat die bepalingen | En ce que la partie requérante allègue que ces dispositions ont des |
| financiële gevolgen met zich meebrengen, waarbij de leerkrachten in | conséquences financières, les professeurs occupés dans l'enseignement |
| het domein van de podiumkunsten op het vlak van de verloning minder | des arts de la scène étant traités moins favorablement, du point de |
| gunstig zouden worden behandeld dan de leerkrachten in het domein van | vue de leur rémunération, que les enseignants occupés dans le domaine |
| de beeldende kunsten, valt het onderzoek van het belang samen met dat | des arts plastiques, l'examen de l'intérêt se confond avec celui du |
| van de grond van de zaak. | fond de l'affaire. |
| B.11.1. Het decreet van 9 maart 2018 verlaagt de instapleeftijd in | B.11.1. Le décret du 9 mars 2018 abaisse à six ans l'âge d'accession |
| alle domeinen van het deeltijds kunstonderwijs tot zes jaar (artikel | dans tous les domaines de l'enseignement artistique à temps partiel |
| 29). Bij het regelen van de doorstroom van leerlingen in de | (article 29). Pour régler l'évolution des élèves dans les degrés |
| respectieve graden van het deeltijds kunstonderwijs vertrekt het | |
| decreet van het uitgangspunt dat de toegang tot en de voortgang in de | respectifs de l'enseignement artistique à temps partiel, le décret |
| opleidingen in beginsel dient te worden afgestemd op de competenties | part du principe que l'accès et les progrès relatifs aux formations |
| van de leerlingen en dat enkel een leerling die met succes een | doivent, en règle, être adaptés aux compétences des élèves, et que |
| voorgaande graad heeft gevolgd en dus beschikt over het voor die graad | seul un élève qui a suivi avec fruit un degré inférieur et qui dispose |
| vereiste niveau, toegang dient te krijgen tot een daaropvolgende graad | donc du niveau requis pour ce degré doit avoir accès au degré suivant |
| van de opleiding (artikelen 31 tot 33). | de la formation (articles 31 à 33). |
| B.11.2. Daarnaast heeft de decreetgever de mogelijkheid willen bieden | B.11.2. En outre, le législateur décrétal a voulu permettre à des |
| aan personen om op volwassen leeftijd in te stappen in het deeltijds | personnes d'âge adulte d'accéder à l'enseignement artistique à temps |
| kunstonderwijs, hetzij in de gewone opleidingen, hetzij in een | partiel, soit dans les formations ordinaires, soit dans un parcours |
| aangepast volwassenentraject. De instroom in het volwassenentraject | pour adultes adapté. En ce qui concerne les arts de la scène, les |
| voor de podiumkunsten is voor de opleiding muziek rechtstreeks | adultes admis dans le parcours adapté peuvent directement accéder au |
| mogelijk in de tweede graad en voor de opleiding woordkunstdrama in de | deuxième degré pour la formation musique et au troisième degré en ce |
| derde graad (artikelen 31 en 32). In de opleiding beeldende en | qui concerne la formation aux arts de la parole (articles 31 et 32). |
| audiovisuele kunsten hebben volwassenen de keuze om rechtstreeks in te | Dans le cadre de la formation en arts plastiques et audiovisuels, les |
| stromen in de derde of de vierde graad (artikelen 32 en 33). | adultes peuvent choisir d'accéder directement au troisième ou au quatrième degré (articles 32 et 33). |
| B.11.3. De kritiek van de verzoekende partij is gericht tegen de | B.11.3. La critique formulée par la partie requérante est dirigée |
| mogelijkheid die aan volwassenen wordt geboden om zonder vooropleiding | contre la possibilité offerte aux adultes d'accéder au quatrième degré |
| in te stappen in de vierde graad van de beeldende kunsten. In dat | de la formation arts plastiques sans formation préalable. Dans ce |
| domein wordt een persoon als een volwassene beschouwd wanneer hij op | domaine, une personne est considérée comme un adulte lorsqu'elle a |
| 31 december van het schooljaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt | atteint l'âge de dix-huit ans au 31 décembre de l'année scolaire |
| (artikel 3, 78°). | (article 3, 78°). |
| B.11.4. Met betrekking tot de rechtstreekse instroom van volwassenen | B.11.4. En ce qui concerne l'accès direct des adultes au quatrième |
| in de vierde graad van de beeldende kunsten vermeldt de parlementaire | degré de la formation en arts plastiques, les travaux préparatoires |
| voorbereiding : | indiquent : |
| « In het domein beeldende en audiovisuele kunsten zijn er twee | « Dans le domaine arts plastiques et audiovisuels, il y a deux |
| uitzonderingen op de competentiegerichte in- en doorstroom. | exceptions à l'entrée et à l'évolution axées sur l'acquisition des |
| Volwassenen zonder voorkennis kunnen net als voorheen in het derde | compétences. Les adultes sans connaissance préalable peuvent, tout |
| comme c'était le cas auparavant, commencer la troisième année du | |
| leerjaar van de derde graad starten of ze kunnen meteen instappen in | troisième degré ou accéder directement au quatrième degré. Cette |
| de vierde graad. Deze afwijking op het algemene principe van | dérogation au principe général de l'entrée et de l'évolution axées sur |
| competentiegerichte in- en doorstroom is er gekomen op uitdrukkelijke | l'acquisition des compétences a fait suite à la demande expresse même |
| vraag van de sector beeldende kunsten zelf » (Parl. St., Vlaams | du secteur des arts plastiques » (Doc. parl., Parlement flamand, |
| Parlement, 2017-2018, nr. 1439/1, p. 17). | 2017-2018, 1439/1, p. 17). |
| Tevens blijkt dat de decreetgever ernaar streeft de combinatie van de | Il apparaît également que le législateur décrétal vise à faciliter la |
| vierde graad van de beeldende kunsten met het professionele leven en | combinaison du quatrième degré de la formation en arts plastiques avec |
| het gezin te vergemakkelijken (ibid., p. 37). | la vie professionnelle et familiale (ibid., p. 37). |
| B.12.1. De decreetgever vermag de in- en doorstroom van leerlingen in | B.12.1. Le législateur décrétal peut régler l'accès et l'évolution des |
| het onderwijs te regelen, inzonderheid het onderwijs dat wordt | élèves dans l'enseignement, en particulier dans l'enseignement qui est |
| verstrekt buiten de leerplicht om, op grond van de behoeften en de | dispensé en dehors de l'obligation scolaire, sur la base des besoins |
| mogelijkheden van de gemeenschap en van het individu. | et des possibilités de la communauté et de l'individu. |
| B.12.2. Door bij de rechtstreekse instroom van volwassenen in een | B.12.2. En créant une distinction fondée sur le type de formation dans |
| hogere graad van het deeltijds kunstonderwijs een onderscheid te maken | le cadre de l'accès direct des adultes à un degré supérieur de |
| dat gebaseerd is op het type van opleiding, hanteert de decreetgever | l'enseignement artistique à temps partiel, le législateur décrétal |
| een objectief en pertinent criterium van onderscheid. Rekening houdend | utilise un critère de distinction objectif et pertinent. Compte tenu |
| met de aard van de competenties die in de verschillende opleidingen | de la nature des compétences qui sont requises dans les différentes |
| zijn vereist, kan redelijkerwijze worden aangenomen dat een | formations, il peut être raisonnablement admis qu'un accès direct aux |
| rechtstreekse instroom in de hogere graden, zonder enige voorkennis, | degrés supérieurs, sans aucune connaissance préalable, est plus facile |
| in sommige domeinen van het kunstonderwijs gemakkelijker is dan in andere. | dans certains domaines de l'enseignement artistique que dans d'autres. |
| Bovendien is de rechtstreekse instroom in de vierde graad van het | En outre, l'accès direct au quatrième degré de l'enseignement |
| deeltijds kunstonderwijs slechts mogelijk voor personen die de | artistique à temps partiel n'est possible que pour les personnes ayant |
| leeftijd van achttien jaar hebben bereikt op de dag van 31 december | atteint l'âge de dix-huit ans à la date du 31 décembre qui suit le |
| die volgt op de aanvang van het schooljaar, wat een bepaalde | début de l'année scolaire, ce qui suppose une certaine maturité pour |
| maturiteit om de opleiding te starten veronderstelt. De decreetgever | entamer la formation. Sur la base de ce critère d'âge, le législateur |
| kan op basis van dat leeftijdscriterium ervan uitgaan dat de | décrétal peut partir du principe que l'intéressé dispose de |
| betrokkene over voldoende basiscompetenties beschikt om rechtstreeks | compétences de base suffisantes pour accéder directement au quatrième |
| in de vierde graad van de beeldende kunsten in te stromen. | degré de la formation en arts plastiques. |
| B.13.1. Volgens de verzoekende partij zou dat verschil in behandeling | B.13.1. Selon la partie requérante, cette différence de traitement |
| evenwel tot onevenredige gevolgen leiden op het vlak van de verloning | produirait toutefois des effets disproportionnés en ce qui concerne la |
| van de leerkrachten. Leerkrachten die in de eerste, tweede en derde | rémunération des professeurs. Les professeurs qui dispensent des cours |
| graad van het deeltijds kunstonderwijs lesgeven, krijgen een salaris | dans les premier, deuxième et troisième degrés de l'enseignement |
| op bachelorniveau. Leerkrachten met een masterdiploma die in de vierde | artistique à temps partiel perçoivent un salaire du niveau de |
| graad lesgeven, worden als master betaald. Door de rechtstreekse | bachelier. Les professeurs titulaires d'un diplôme de master qui |
| dispensent des cours du quatrième degré perçoivent un salaire du | |
| instroom mogelijk te maken voor volwassenen in de vierde graad van de | niveau de master. Selon la partie requérante, le fait de permettre à |
| beeldende kunsten zouden volgens de verzoekende partij de leerkrachten | des adultes d'accéder directement au quatrième degré de la formation |
| in dat domein meer uren kunnen presteren, die beter zijn verloond. | en arts plastiques pourrait avoir pour effet que les professeurs dans |
| B.13.2. De verschillende verloning tussen leerkrachten die lesgeven in de eerste, de tweede en de derde graad, enerzijds, en in de vierde graad, anderzijds, hangt samen met het vereiste diploma, nu enkel de leerkrachten die over een masterdiploma beschikken aanspraak kunnen maken op de overeenkomstige wedde voor de vierde graad. De leerkrachten worden derhalve op basis van een objectief en pertinent criterium op gelijke wijze behandeld wat betreft de verloning op het niveau waarop zij lesgeven. Aldus kan elke leerkracht die in de vierde graad onderwijs verstrekt, de wedde op masterniveau genieten. B.13.3. In tegenstelling tot wat de verzoekende partij beweert, leiden de bestreden bepalingen er niet noodzakelijk toe dat er meer leerlingen zouden instromen in de vierde graad van de beeldende kunsten dan in de vierde graad van de podiumkunsten, nu die instroom door tal van factoren wordt bepaald. De door de verzoekende partij aan het bekritiseerde verschil in behandeling toegeschreven gevolgen zijn derhalve louter hypothetisch en kunnen niet als onevenredig worden beschouwd. | ce domaine peuvent prester plus d'heures, qui sont mieux rémunérées. B.13.2. La différence de rémunération entre les professeurs qui dispensent des cours au premier, deuxième et troisième degrés, d'une part, et au quatrième degré, d'autre part, tient au diplôme requis, dès lors que seuls les enseignants qui disposent d'un diplôme de master peuvent prétendre au salaire correspondant pour le quatrième degré. Dès lors, les professeurs sont traités de manière égale, sur la base d'un critère objectif et pertinent, en ce qui concerne la rémunération au niveau auquel ils donnent cours. Ainsi, chaque professeur qui enseigne au quatrième degré peut bénéficier du salaire du niveau du master. B.13.3. Contrairement à ce que la partie requérante soutient, les dispositions attaquées n'entraînent pas nécessairement une plus grande affluence d'élèves au quatrième degré de la formation en arts plastiques qu'au quatrième degré de la formation en arts de la scène, puisque l'entrée de ces élèves est déterminée par de nombreux facteurs. Les effets imputés par la partie requérante à la différence de traitement critiquée sont dès lors purement hypothétiques et ne peuvent être considérés comme étant disproportionnés. |
| B.14. De bestreden bepalingen schenden derhalve niet de artikelen 10, | B.14. Dès lors, les dispositions attaquées ne violent pas les articles |
| 11 en 24, § 4, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met | 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution, lus ou non en combinaison avec |
| het rechtszekerheidsbeginsel en met het evenredigheidsbeginsel. | le principe de la sécurité juridique et avec le principe de la |
| De verzoekende partij zet voor het overige niet uiteen in welk opzicht | proportionnalité. Pour le surplus, la partie requérante n'expose pas en quoi les |
| de bestreden bepalingen afbreuk zouden doen aan de vrijheid van | dispositions attaquées porteraient atteinte à la liberté |
| onderwijs, zoals gewaarborgd bij artikel 24, § 3, van de Grondwet, | d'enseignement, telle qu'elle est garantie par l'article 24, § 3, de |
| noch aan het wettigheidsbeginsel in onderwijszaken, gewaarborgd bij | la Constitution, et au principe de légalité en matière d'enseignement, |
| artikel 24, § 5, van de Grondwet. | consacré par l'article 24, § 5, de la Constitution. |
| B.15. Het tweede middel is niet gegrond. | B.15. Le deuxième moyen n'est pas fondé. |
| Wat betreft het derde middel | En ce qui concerne le troisième moyen |
| B.16. De verzoekende partij leidt een derde middel af uit de | B.16. La partie requérante prend un troisième moyen de la violation |
| schending, door artikel 67, § 3, tweede en derde lid, en artikel 83, | |
| tweede en derde lid, van het bestreden decreet, van de artikelen 10, | |
| 11 en 24, § § 3 tot 5, van de Grondwet doordat zij, voor wat de | des articles 10, 11 et 24, § § 3 à 5, de la Constitution par l'article |
| 67, § 3, alinéas 2 et 3, et l'article 83, alinéas 2 et 3, du décret | |
| berekening van de omkadering en van de werkingsmiddelen van de | attaqué, en ce qu'ils créeraient une différence de traitement |
| onderwijsinstellingen betreft, een niet-verantwoord verschil zouden | injustifiée entre les arts plastiques et les arts de la scène, en ce |
| instellen tussen de beeldende kunsten en de podiumkunsten. | qui concerne le calcul de l'encadrement et des moyens de |
| fonctionnement des établissements d'enseignement. | |
| B.17.1. Artikel 67 van het bestreden decreet bepaalt : | B.17.1. L'article 67 du décret attaqué dispose : |
| « § 1. Voor de berekening van de omkadering, vermeld in artikel 69 tot en met 72, worden alleen financierbare leerlingen geteld. § 2. Ongeacht het aantal opleidingen dat hij volgt, is een leerling per domein maar een keer financierbaar. Voor de toepassing van het eerste lid wordt de domeinoverschrijdende initiatieopleiding als een opleiding in een afzonderlijk domein beschouwd. Een leerling die meer dan een derde van de leeractiviteiten georganiseerd tussen de inschrijving en teldag voor de omkaderingberekening ongewettigd afwezig is, is niet financierbaar. In afwijking van het eerste lid is een leerling die tegelijkertijd een opleiding volgt in de vierde graad en in een kortlopende studierichting specialisatie financierbaar voor beide opleidingen. § 3. Elke financierbare leerling telt voor een teleenheid. In afwijking van het eerste lid worden de financierbare leerlingen met een vrijstelling voor een of meer vakken in het domein beeldende en audiovisuele kunsten gewogen met de coëfficiënt 0,85. In afwijking van het eerste lid worden de financierbare leerlingen met een vrijstelling voor een of meer vakken in de domeinen dans, woordkunst-drama en muziek gewogen met de coëfficiënt 0,70. In afwijking van het eerste lid worden de financierbare leerlingen die hun leertraject in de vierde graad of een kortlopende studierichting verlengen gewogen met de coëfficiënt 0,50. In afwijking van het eerste lid worden de financierbare leerlingen, met uitzondering van de leerlingen in de vierde graad beeldende en | « § 1er. Pour le calcul de l'encadrement, visé aux articles 69 à 72, seuls les élèves admissibles au financement sont comptés. § 2. Quel que soit le nombre de formations qu'il suit, un élève ne peut être financé qu'une seule fois par domaine. Pour l'application de l'alinéa 1er, la formation d'initiation transversale est considérée comme une formation dans un domaine séparé. Un élève qui accumule des absences injustifiées pour plus d'un tiers des activités d'apprentissage organisées entre l'inscription et le jour de comptage pour le calcul de l'encadrement n'est pas admissible au financement. Par dérogation à l'alinéa 1er, un élève qui suit simultanément une formation dans le quatrième degré et dans une orientation d'études de spécialisation de courte durée est admissible au financement pour les deux formations. § 3. Tout élève admissible au financement compte pour une unité de comptage. Par dérogation à l'alinéa 1er, les élèves admissibles au financement avec une dispense pour un ou plusieurs cours dans le domaine arts plastiques et audiovisuels sont pondérés par le coefficient 0,85. Par dérogation à l'alinéa 1er, les élèves admissibles au financement avec une dispense pour un ou plusieurs cours dans les domaines danse, arts de la parole-théâtre et musique sont pondérés par le coefficient 0,70. Par dérogation à l'alinéa 1er, les élèves admissibles au financement qui prolongent leurs parcours d'apprentissage dans le quatrième degré ou une orientation d'études de courte durée sont pondérés par le coefficient 0,50. Par dérogation à l'alinéa 1er, les élèves admissibles au financement à l'exception des élèves dans le quatrième degré arts plastiques et |
| audiovisuele kunsten en in de kortlopende studierichtingen, die hun | audiovisuels et dans les orientations d'études de courte durée qui |
| volledige opleiding volgen in vestigingsplaatsen in het tweetalige | suivent leur formation entière dans des implantations en Région |
| gebied Brussel-Hoofdstad of de gemeente Voeren gewogen met de coëfficiënt 1,4. In afwijking van het eerste lid worden de financierbare leerlingen, die hun volledige opleiding volgen in vestigingsplaatsen gelegen in een dunbevolkte gemeente gewogen met de coëfficiënt 1,05. De wegingen, vermeld in het tweede, vierde en vijfde lid, en de wegingen, vermeld in het derde, vierde en vijfde lid, tellen cumulatief. De wegingen, vermeld in het tweede, vierde en zesde lid, en de wegingen, vermeld in het derde, vierde en zesde lid, tellen cumulatief. De wegingen, vermeld in het vijfde en het zesde lid, zijn niet cumulatief. De weging van het vijfde lid primeert. | bilingue de Bruxelles-Capitale ou dans la commune de Fourons sont pondérés par le coefficient 1,4. Par dérogation à l'alinéa 1er, les élèves admissibles au financement qui suivent leur formation entière dans des implantations situées dans des communes faiblement peuplées sont pondérés par le coefficient 1,05. Les pondérations visées aux alinéas 2, 4 et 5 et les pondérations visées aux alinéas 3, 4 et 5 sont cumulatives. Les pondérations visées aux alinéas 2, 4 et 6 et les pondérations visées aux alinéas 3, 4 et 6 sont cumulatives. Les pondérations visées aux alinéas 5 et 6 ne sont pas cumulatives. La pondération de l'alinéa 5 prévaut. |
| § 4. Voor de toepassing van de bepalingen in afdeling 2 tot en met 7 | § 4. Pour l'application des dispositions de la section 2 à 7 du |
| van dit hoofdstuk wordt onder ' leerlingen ' ' gewogen financierbare | présent chapitre, on entend par « élèves » des « élèves admissibles au |
| leerlingen ' verstaan ». | financement pondérés ». |
| B.17.2. Artikel 83 van het bestreden decreet bepaalt : | B.17.2. L'article 83 du décret attaqué dispose : |
| « Elke academie van het gesubsidieerd onderwijs heeft recht op | « Toute académie de l'enseignement subventionné a droit à des moyens |
| werkingsmiddelen. Het werkingsbudget voor het schooljaar (X/X+1) wordt | de fonctionnement. Le budget de fonctionnement pour l'année scolaire |
| berekend volgens de formule : aantal toegekende lestijden voor het | (X/X+1) est calculé selon la formule : nombre de périodes de cours |
| schooljaar (X/X+1) x bedrag per lestijd. | attribuées pour l'année scolaire (X/X+1) x -montant par période de |
| Het bedrag per lestijd in het domein beeldende en audiovisuele kunsten | cours. Le montant par période de cours dans le domaine arts plastiques et |
| en de domeinoverschrijdende initiatie bedraagt 79,34 euro. | audiovisuels et dans la formation initiale transversale s'élève à 79,34 euros. |
| Het bedrag per lestijd in de domeinen dans, woordkunst-drama en muziek | Le montant par période de cours dans les domaines danse, arts de la |
| bedraagt 26,45 euro. | parole-théâtre et musique s'élève à 26,45 euros. |
| Vanaf het schooljaar 2019-2020 worden de bedragen van het voorgaande | A partir de l'année scolaire 2019-2020, les montants de l'année |
| schooljaar jaarlijks vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A | scolaire précédente sont multipliés annuellement par le coefficient |
| die als volgt berekend wordt : | d'adaptation A, qui est calculé comme suit : |
| A = (CX-1/CX-2), | A = (CX-1/CX-2), |
| waarbij : | où : |
| 1° CX-1 : de gezondheidsindex van de maand januari van het | 1° CX-1 : l'indice santé du mois de janvier de l'année budgétaire X-1; |
| begrotingsjaar X-1; 2° CX-2 : de gezondheidsindex van de maand januari van het | 2° CX-2 : l'indice santé du mois de janvier de l'année budgétaire X-2. |
| begrotingsjaar X-2. | |
| De A-coëfficiënt wordt voor 100 % in rekening gebracht ». | Le coefficient A est porté en compte pour 100 % ». |
| B.18. Het bestreden artikel 67, § 3, tweede en derde lid, maakt deel | B.18. L'article 67, § 3, alinéas 2 et 3, attaqué, fait partie du |
| uit van de berekening van de omkadering, zijnde het aantal lestijden | calcul de l'encadrement, à savoir le nombre de périodes de cours |
| waarop een academie recht heeft en die zij kan aanwenden voor de inzet | auquel une académie a droit et qu'elle peut utiliser pour l'occupation |
| van onderwijzend personeel. Het bestreden artikel 83, tweede en derde | du personnel enseignant. L'article 83, alinéas 2 et 3, attaqué, fait |
| lid, maakt deel uit van de berekening van de werkingsmiddelen waarop | partie du calcul des moyens de fonctionnement auxquels les académies |
| de academies aanspraak kunnen maken. | peuvent prétendre. |
| B.19.1. Volgens de Vlaamse Regering zou de verzoekende partij niet | B.19.1. Selon le Gouvernement flamand, la partie requérante ne |
| doen blijken van het vereiste belang om de vernietiging te vorderen | justifierait pas de l'intérêt requis pour demander l'annulation des |
| van de bestreden bepalingen. | dispositions attaquées. |
| B.19.2. Zoals is vermeld in B.5.3, is de verzoekende partij leerkracht | B.19.2. Comme il est dit en B.5.3, la partie requérante est professeur |
| in het deeltijds kunstonderwijs, meer bepaald in het domein van de | dans l'enseignement artistique à temps partiel, plus précisément dans |
| muziek, dat een onderdeel is van de podiumkunsten. In die hoedanigheid | le domaine de la musique, qui fait partie des arts de la scène. En |
| doet zij blijken van een belang bij de vernietiging van artikel 67, § | cette qualité, elle justifie d'un intérêt à l'annulation de l'article |
| 3, tweede en derde lid, van het bestreden decreet, dat betrekking | 67, § 3, alinéas 2 et 3, du décret attaqué, qui porte sur |
| heeft op de omkadering en dus op de mogelijkheid van tewerkstelling in | l'encadrement et donc sur la possibilité d'occupation dans |
| het deeltijds kunstonderwijs. | l'enseignement artistique à temps partiel. |
| De verzoekende partij toont evenwel niet aan in welk opzicht zij | |
| rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt door het bestreden | La partie requérante ne démontre toutefois pas en quoi elle pourrait |
| artikel 83, tweede en derde lid, van het bestreden decreet, dat de | être affectée directement et défavorablement par l'article 83, alinéas |
| berekening van de werkingstoelage van de academies bepaalt en derhalve | 2 et 3, du décret attaqué, qui détermine le calcul de l'allocation de |
| slechts die onderwijsinstellingen rechtstreeks raakt. Weliswaar zou | fonctionnement des académies et n'affecte dès lors directement que ces |
| een dergelijke bepaling een onrechtstreekse weerslag kunnen hebben op | établissements d'enseignement. S'il est vrai qu'une telle disposition |
| de situatie van de verzoekende partij, maar dat neemt niet weg dat het | pourrait avoir des répercussions indirectes sur la situation de la |
| de academie zelf is die rechtstreeks wordt geraakt door die bepaling. | partie requérante, il n'en demeure pas moins que c'est l'académie même |
| qui est directement visée par cette disposition. | |
| Het Hof onderzoekt het derde middel bijgevolg in zoverre het de | Par conséquent, la Cour examine le troisième moyen en ce qu'il vise |
| vernietiging van artikel 67, § 3, tweede en derde lid, van het bestreden decreet beoogt. | l'annulation de l'article 67, § 3, alinéas 2 et 3, du décret attaqué. |
| B.20.1. De berekeningsmethode van de omkadering van de academies gaat | B.20.1. La méthode de calcul de l'encadrement des académies repose sur |
| uit van het aantal financierbare leerlingen. Per domein is een | le nombre d'élèves admissibles au financement. Quel que soit le nombre |
| leerling, ongeacht het aantal opleidingen dat hij volgt, één keer | de formations qu'il suit, un élève ne peut être financé qu'une seule |
| financierbaar (artikel 67, § 2). Voorts telt elke financierbare | fois par domaine (article 67, § 2). Par ailleurs, tout élève |
| leerling voor één teleenheid (artikel 67, § 3, eerste lid). | admissible au financement compte pour une unité de comptage (article 67, § 3, alinéa 1er). |
| B.20.2. In afwijking van de laatstvermelde bepaling voert het | B.20.2. Par dérogation à cette dernière disposition, l'article 67, § |
| bestreden artikel 67, § 3, tweede en derde lid, een correctie in voor | 3, alinéas 2 et 3, attaqué instaure une correction pour les élèves |
| de financierbare leerlingen die voor één of meer vakken een | admissibles au financement qui bénéficient d'une dispense pour un ou |
| vrijstelling genieten. In het domein van de beeldende kunsten wordt | plusieurs cours. Dans le domaine des arts plastiques, un tel élève se |
| een dergelijke leerling gewogen met een coëfficiënt 0,85, terwijl dat | voit attribuer le coefficient 0,85, alors que dans le domaine des arts |
| voor de podiumkunsten een coëfficiënt 0,70 is. | de la scène, son coefficient est de 0,70. |
| B.20.3. Met betrekking tot het bekritiseerde verschil in behandeling | B.20.3. En ce qui concerne la différence de traitement critiquée, les |
| vermeldt de parlementaire voorbereiding van de bestreden bepaling : | travaux préparatoires de la disposition attaquée mentionnent : |
| « Het Niveaudecreet hanteert een aantal wegingsfactoren waardoor sommige leerlingen minder omkadering opleveren. Zo volgen leerlingen die op grond van EVC een vrijstelling voor een of meer vakken verkregen hebben geen volledige opleiding. Net als voorheen leveren dergelijke leerlingen minder omkadering op. Vóór het Niveaudecreet werd die omkaderingsvermindering geregeld aan de hand van een aanwendingspercentage. Het Niveaudecreet vervangt die aanwendingspercentages door een meer correcte benadering, namelijk een wegingsfactor die toegepast wordt op de leerling. Een wegingsfactor zorgt ervoor dat de omkadering afgestemd wordt op de behoeften. Een leerling die geen volledige opleiding volgt, heeft geen volledige omkadering nodig. De waarde van de wegingsfactor is dezelfde als het huidige aanwendingspercentage waardoor academies geen nadeel ondervinden van de nieuwe berekeningsmethode. Het verschil tussen de wegingsfactor voor beeldende en audiovisuele kunsten versus podiumkunsten blijft behouden. Dit verschil is terug te voeren op het aandeel dat het vrijgestelde vak meestal in de opleiding vertegenwoordigt. Leerlingen met een vrijstelling voor kunstgeschiedenis volgen nog zes van de acht | « Le décret dit (en néerlandais) ' Niveaudecreet ' (le décret du 9 mars 2018) utilise un certain nombre de facteurs de pondération de sorte que certains élèves génèrent moins d'encadrement. Ainsi, les élèves qui, sur la base d'une reconnaissance des compétences, ont obtenu une dispense pour un ou pour plusieurs cours ne suivent pas de formation complète. Tout comme auparavant, de tels élèves génèrent moins d'encadrement. Avant l'entrée en vigueur du décret dit ' Niveaudecreet ', cette réduction de l'encadrement était réglée sur la base d'un pourcentage d'utilisation. Le décret dit ' Niveaudecreet ' remplace ces pourcentages d'utilisation par une approche plus correcte, à savoir un facteur de pondération qui est appliqué à l'élève. L'utilisation d'un facteur de pondération a pour effet que l'encadrement est adapté aux besoins. Un élève qui ne suit pas une formation complète n'a pas besoin d'un encadrement complet. La valeur du facteur de pondération est la même que le pourcentage d'utilisation actuel, de sorte que les académies ne sont pas lésées par la nouvelle méthode de calcul. La différence entre les facteurs de pondération dans le domaine des arts plastiques et audiovisuels et dans le domaine des arts de la scène est maintenue. Cette différence est à imputer à la proportion que le cours dispensé représente le plus souvent dans la formation. Les élèves bénéficiant d'une dispense dans le cadre du cours histoire de l'art suivent encore six des huit périodes de cours, alors que les élèves bénéficiant d'une dispense |
| lestijden, terwijl leerlingen met een vrijstelling voor het vak | dans le cadre du cours jeu d'équipe suivent encore deux des trois |
| samenspel nog twee van de drie lestijden volgen » (Parl. St., Vlaams | périodes de cours » (Doc. parl., Parlement flamand., 2017-2018, n° |
| Parlement, 2017-2018, nr. 1439/1, pp. 55-56). | 1439/1, pp. 55-56). |
| B.21.1. Door bij de berekening van de omkadering van de academies | B.21.1. En tenant compte des élèves qui bénéficient de dispenses dans |
| rekening te houden met leerlingen die vrijstellingen genieten, beoogt | le calcul de l'encadrement des académies, le législateur décrétal vise |
| de decreetgever de vereiste onderwijsomkadering af te stemmen op de | à faire correspondre l'encadrement d'enseignement requis à la charge |
| reële onderwijsbelasting voor de nog te volgen vakken. | d'enseignement réelle pour les cours encore à suivre. |
| Gelet op de grote verscheidenheid aan situaties die zich in de | Eu égard à la multitude de situations qui peuvent se produire dans la |
| praktijk kunnen voordoen, vermocht de decreetgever voor de domeinen | pratique, le législateur décrétal pouvait prévoir, pour l'enseignement |
| van de beeldende kunsten en van de podiumkunsten te voorzien in | des arts plastiques et pour l'enseignement des arts de la scène, des |
| wegingscoëfficiënten die bij benadering met de werkelijkheid | coefficients de pondération qui correspondent approximativement à la |
| overeenstemmen. Uit de voormelde parlementaire voorbereiding blijkt | réalité. Les travaux préparatoires précités font apparaître que la |
| dat het verschil in behandeling tussen de beeldende kunsten en de | différence de traitement entre les arts plastiques et les arts de la |
| podiumkunsten voor wat de grootte van de wegingscoëfficiënt betreft, | scène, en ce qui concerne l'importance du coefficient de pondération, |
| steunt op vaststellingen die verband houden met de aard van de vakken | se fonde sur des constatations qui portent sur la nature des cours |
| waarvoor meestal een vrijstelling wordt gevraagd en met het aandeel | pour lesquels une dispense est le plus souvent demandée et sur la |
| dat die vrijgestelde vakken vertegenwoordigen in de opleiding. | proportion que ces cours faisant l'objet d'une dispense représentent |
| B.21.2. Uit het bovenstaande volgt dat het bekritiseerde verschil in | dans la formation. B.21.2. Il ressort de ce qui précède que la différence de traitement |
| behandeling steunt op een objectief en pertinent criterium van | critiquée est fondée sur un critère de distinction objectif et |
| onderscheid. Het blijkt bovendien niet dat de berekeningswijze van de | pertinent. En outre, il n'apparaît pas que le mode de calcul de |
| omkadering onevenredige gevolgen heeft voor het domein van de | l'encadrement a des effets disproportionnés en ce qui concerne |
| podiumkunsten. De bestreden bepalingen schenden niet de artikelen 10, | l'enseignement des arts de la scène. Les dispositions attaquées ne |
| 11 en 24, § 4, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met | violent pas les articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution, lus ou |
| het rechtszekerheidsbeginsel en met het evenredigheidsbeginsel. | non en combinaison avec le principe de la sécurité juridique et avec |
| le principe de la proportionnalité. | |
| De verzoekende partij zet voor het overige niet uiteen in welk opzicht | Pour le surplus, la partie requérante n'expose pas en quoi les |
| de bestreden bepalingen afbreuk zouden doen aan de vrijheid van | dispositions attaquées porteraient atteinte à la liberté |
| onderwijs, zoals gewaarborgd bij artikel 24, § 3, van de Grondwet, | d'enseignement, telle qu'elle est garantie par l'article 24, § 3, de |
| noch aan het wettigheidsbeginsel in onderwijszaken, gewaarborgd bij | la Constitution, et au principe de légalité en matière d'enseignement, |
| artikel 24, § 5, van de Grondwet. B.22. Het derde middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 14 november 2019. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, | tel qu'il est consacré par l'article 24, § 5, de la Constitution. B.22. Le troisième moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 14 novembre 2019. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, |
| A. Alen | A. Alen |