← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 91/2018 van 5 juli 2018 Rolnummer 6667 In zake : het beroep
tot vernietiging van artikel 7, 4° en 5°, van de wet van 21 november 2016 betreffende bepaalde rechten
van personen die worden verhoord, ingesteld door de « Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen,
en de rechters (...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 91/2018 van 5 juli 2018 Rolnummer 6667 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 7, 4° en 5°, van de wet van 21 november 2016 betreffende bepaalde rechten van personen die worden verhoord, ingesteld door de « Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...) | Extrait de l'arrêt n° 91/2018 du 5 juillet 2018 Numéro du rôle : 6667 En cause : le recours en annulation de l'article 7, 4° et 5°, de la loi du 21 novembre 2016 relative à certains droits des personnes soumises à un interrogatoire, introduit La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges L. Lavr(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 91/2018 van 5 juli 2018 | Extrait de l'arrêt n° 91/2018 du 5 juillet 2018 |
| Rolnummer 6667 | Numéro du rôle : 6667 |
| In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 7, 4° en 5°, van de | En cause : le recours en annulation de l'article 7, 4° et 5°, de la |
| wet van 21 november 2016 betreffende bepaalde rechten van personen die | loi du 21 novembre 2016 relative à certains droits des personnes |
| worden verhoord, ingesteld door de « Ordre des barreaux francophones | soumises à un interrogatoire, introduit par l'Ordre des barreaux |
| et germanophone ». | francophones et germanophone. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de | composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges L. |
| rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, |
| Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en R. Leysen, bijgestaan door de | P. Nihoul, F. Daoût et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. |
| griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. | Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, |
| Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 mei 2017 | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 22 |
| ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 mei | mai 2017 et parvenue au greffe le 24 mai 2017, l'Ordre des barreaux |
| 2017, heeft de « Ordre des barreaux francophones et germanophone », | francophones et germanophone, assisté et représenté par Me V. |
| bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. V. Letellier, advocaat bij de | Letellier, avocat au barreau de Bruxelles, a introduit un recours en |
| balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 7, 4° | |
| en 5°, van de wet van 21 november 2016 betreffende bepaalde rechten | annulation de l'article 7, 4° et 5°, de la loi du 21 novembre 2016 |
| van personen die worden verhoord (bekendgemaakt in het Belgisch | relative à certains droits des personnes soumises à un interrogatoire |
| Staatsblad van 24 november 2016, tweede editie). | (publiée au Moniteur belge du 24 novembre 2016, deuxième édition). |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van artikel 7, 4° | B.1. La partie requérante demande l'annulation de l'article 7, 4° et |
| en 5°, van de wet van 21 november 2016 betreffende bepaalde rechten | 5°, de la loi du 21 novembre 2016 relative à certains droits des |
| van personen die worden verhoord. | personnes soumises à un interrogatoire. |
| Zij voert aan dat die bepaling artikel 12 van de Grondwet, in | Elle fait valoir que cette disposition viole l'article 12 de la |
| samenhang gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de | Constitution, lu en combinaison avec l'article 5 de la Convention |
| rechten van de mens, schendt. | européenne des droits de l'homme. |
| B.2.1. Artikel 7, 4° en 5°, van de wet van 21 november 2016 | B.2.1. L'article 7, 4° et 5°, de la loi du 21 novembre 2016 relative à |
| betreffende bepaalde rechten van personen die worden verhoord, bepaalt : | certains droits des personnes soumises à un interrogatoire dispose : |
| « In artikel 16 van [de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige | « A l'article 16 de [la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention |
| hechtenis], laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 augustus 2016, | préventive], modifié en dernier lieu par la loi du 3 août 2016, les |
| worden de volgende wijzigingen aangebracht : | modifications suivantes sont apportées : |
| [...] | [...] |
| 4° in paragraaf 5, tweede lid, wordt de zin ' Bij ontstentenis van | 4° au paragraphe 5, alinéa 2, la phrase ' A défaut de ces |
| deze mededelingen, wordt de inverdenkinggestelde in vrijheid gesteld. ' opgeheven; | informations, l'inculpé est mis en liberté. ' est abrogée; |
| 5° in paragraaf 6, eerste lid, wordt de zin ' Bij ontstentenis van de | 5° au paragraphe 6, alinéa 1er, la phrase ' A défaut de la signature |
| handtekening van de rechter, wordt de inverdenkinggestelde in vrijheid gesteld. ' opgeheven ». | du juge, l'inculpé est mis en liberté. ' est abrogée ». |
| B.2.2. Bij het voormelde artikel 7, 4° en 5°, is de zin geschrapt die | B.2.2. L'article 7, 4° et 5°, précité, a supprimé la phrase contenue à |
| is vervat in artikel 16 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de | l'article 16 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention |
| voorlopige hechtenis en luidens welke de persoon wiens vrijheid is | préventive aux termes de laquelle la personne privée de liberté doit |
| benomen in vrijheid moet worden gesteld indien blijkt dat het bevel | être remise en liberté s'il s'avère que le mandat d'arrêt n'est pas |
| tot aanhouding niet is gemotiveerd (artikel 16, § 5, tweede lid) of | motivé (article 16, § 5, alinéa 2) ou n'est pas signé par le juge |
| door de onderzoeksrechter niet is ondertekend (artikel 16, § 6, eerste | d'instruction (article 16, § 6, alinéa 1er). |
| lid). Vóór de wijziging aangebracht bij artikel 7, 4° en 5°, van de wet van | Avant la modification apportée par l'article 7, 4° et 5°, de la loi du |
| 21 november 2016 bepaalde artikel 16 van de wet van 20 juli 1990 : | 21 novembre 2016, l'article 16 de la loi du 20 juillet 1990 disposait : |
| « [...] | « [...] |
| § 5. Het bevel tot aanhouding bevat de opgave van het feit waarvoor | § 5. Le mandat d'arrêt contient l'énonciation du fait pour lequel il |
| het wordt verleend, vermeldt de wetsbepaling die bepaalt dat het feit | est décerné, mentionne la disposition législative qui prévoit que ce |
| een misdaad of een wanbedrijf is en stelt het bestaan vast van | fait est un crime ou un délit et constate l'existence d'indices |
| ernstige aanwijzingen van schuld. | sérieux de culpabilité. |
| De rechter vermeldt daarin de feitelijke omstandigheden van de zaak en | Le juge y mentionne les circonstances de fait de la cause et celles |
| die welke eigen zijn aan de persoonlijkheid van de verdachte, die de | liées à la personnalité de l'inculpé qui justifient la détention |
| voorlopige hechtenis wettigen gezien de criteria bepaald in § 1. Bij | préventive eu égard aux critères prévus par le § 1er. A défaut de ces |
| ontstentenis van deze mededelingen, wordt de inverdenkinggestelde in | informations, l'inculpé est mis en liberté. |
| vrijheid gesteld. | |
| Indien de onderzoeksrechter beslist dat het bevel tot aanhouding moet | Dans le cas où le juge d'instruction décide que le mandat d'arrêt doit |
| worden uitgevoerd door een hechtenis onder elektronisch toezicht, vermeldt hij eveneens het adres van uitvoering van de hechtenis onder elektronisch toezicht. Het bevel tot aanhouding vermeldt eveneens dat de verdachte vooraf is gehoord. § 6. Het bevel wordt ondertekend door de rechter die het heeft verleend, en wordt met zijn zegel bekleed. Bij ontstentenis van de handtekening van de rechter, wordt de inverdenkinggestelde in vrijheid gesteld. De verdachte wordt erin met name genoemd of zo duidelijk mogelijk aangewezen. | être exécuté par une détention sous surveillance électronique, il mentionne également l'adresse de l'exécution de la détention sous surveillance électronique. Le mandat d'arrêt indique également que l'inculpé a été préalablement entendu. § 6. Le mandat est signé par le juge qui l'a décerné et revêtu de son sceau. A défaut de la signature du juge, l'inculpé est mis en liberté. L'inculpé y est nommé ou désigné le plus clairement possible. |
| [...] ». | [...] ». |
| B.2.3. Artikel 16, § 1, van de wet van 20 juli 1990, waarnaar | B.2.3. L'article 16, § 1er, de la loi du 20 juillet 1990, auquel se |
| paragraaf 5 van hetzelfde artikel verwijst, bepaalt : | réfère le paragraphe 5 du même article, dispose : |
| « Slechts in geval van volstrekte noodzakelijkheid voor de openbare | « En cas d'absolue nécessité pour la sécurité publique seulement, et |
| veiligheid en indien het feit voor de verdachte een correctionele hoofdgevangenisstraf van een jaar of een zwaardere straf tot gevolg kan hebben, kan de onderzoeksrechter een bevel tot aanhouding verlenen. De onderzoeksrechter beslist eveneens of dit bevel tot aanhouding moet worden uitgevoerd ofwel in een gevangenis, ofwel door een hechtenis onder elektronisch toezicht. De uitvoering van de hechtenis onder elektronisch toezicht, die inhoudt dat de betrokkene, met uitzondering van toegestane verplaatsingen, voortdurend op een bepaald adres moet verblijven, vindt plaats overeenkomstig de door de Koning bepaalde nadere regels. Deze maatregel mag niet worden getroffen met het oog op onmiddellijke bestraffing, noch met het oog op de uitoefening van enige andere vorm van dwang. Indien het maximum van de van toepassing zijnde straf vijftien jaar opsluiting niet te boven gaat, mag het bevel slechts worden verleend als er ernstige redenen bestaan om te vrezen dat de in vrijheid gelaten verdachte nieuwe misdaden of wanbedrijven zou plegen, zich aan het optreden van het gerecht zou onttrekken, bewijzen zou pogen te laten verdwijnen of zich zou verstaan met derden. | si le fait est de nature à entraîner pour l'inculpé un emprisonnement correctionnel principal d'un an ou une peine plus grave, le juge d'instruction peut décerner un mandat d'arrêt. Le juge d'instruction décide également si ce mandat d'arrêt doit être exécuté soit dans une prison, soit par une détention sous surveillance électronique. L'exécution de la détention sous surveillance électronique, qui implique la présence permanente de l'intéressé à une adresse déterminée, exception faite des déplacements autorisés, a lieu conformément aux modalités fixées par le Roi. Cette mesure ne peut être prise dans le but d'exercer une répression immédiate ou toute autre forme de contrainte. Si le maximum de la peine applicable ne dépasse pas quinze ans de réclusion, le mandat ne peut être décerné que s'il existe de sérieuses raisons de craindre que l'inculpé, s'il était laissé en liberté, commette de nouveaux crimes ou délits, se soustraie à l'action de la justice, tente de faire disparaître des preuves ou entre en collusion avec des tiers. |
| Bij misdrijven bedoeld in boek II, titel Iter, van het Strafwetboek | Lors d'infractions visées au livre II, titre Iter, du Code pénal pour |
| waarop het maximum van de van toepassing zijnde straf vijf jaar | lesquelles le maximum de la peine applicable dépasse cinq ans |
| gevangenisstraf te boven gaat, moeten deze redenen niet vervuld zijn ». | d'emprisonnement, ces raisons ne doivent pas être remplies ». |
| B.3.1. Sinds de herziening van 24 oktober 2017 bepaalt artikel 12 van | B.3.1. Depuis sa révision du 24 octobre 2017, l'article 12 de la |
| de Grondwet : | Constitution dispose : |
| « De vrijheid van de persoon is gewaarborgd. | « La liberté individuelle est garantie. |
| Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en | Nul ne peut être poursuivi que dans les cas prévus par la loi, et dans |
| in de vorm die zij voorschrijft. | la forme qu'elle prescrit. |
| Behalve bij ontdekking op heterdaad kan niemand worden aangehouden dan | Hors le cas de flagrant délit, nul ne peut être arrêté qu'en vertu |
| krachtens een met redenen omkleed bevel van de rechter dat uiterlijk | d'une ordonnance motivée du juge qui doit être signifiée au plus tard |
| binnen achtenveertig uren te rekenen van de vrijheidsberoving moet | dans les quarante-huit heures de la privation de liberté et ne peut |
| worden betekend en enkel tot voorlopige inhechtenisneming kan strekken | emporter qu'une mise en détention préventive ». |
| ». Artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt | L'article 5 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose |
| : | : |
| « 1. Eenieder heeft recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid. | « 1. Toute personne a droit à la liberté et à la sûreté. Nul ne peut |
| Niemand mag van zijn vrijheid worden beroofd, behalve in de navolgende | être privé de sa liberté, sauf dans les cas suivants et selon les |
| gevallen en langs wettelijke weg : | voies légales : |
| [...] | [...] |
| c) indien hij op rechtmatige wijze is gearresteerd of gevangen | c) s'il a été arrêté et détenu en vue d'être conduit devant l'autorité |
| gehouden ten einde voor de bevoegde rechterlijke instantie te worden | judiciaire compétente, lorsqu'il y a des raisons plausibles de |
| geleid, wanneer redelijke termen aanwezig zijn om te vermoeden, dat | soupçonner qu'il a commis une infraction ou qu'il y a des motifs |
| hij een strafbaar feit heeft begaan of indien er redelijke gronden | raisonnables de croire à la nécessité de l'empêcher de commettre une |
| zijn om aan te nemen dat het noodzakelijk is hem te beletten een | infraction ou de s'enfuir après l'accomplissement de celle-ci; |
| strafbaar feit te begaan of te ontvluchten nadat hij dit heeft begaan; [...] 3. Eenieder die gearresteerd is of gevangen wordt gehouden, overeenkomstig lid 1 c) van dit artikel moet onmiddellijk voor een rechter worden geleid of voor een andere autoriteit die door de wet bevoegd verklaard is om rechterlijke macht uit te oefenen en heeft het recht binnen een redelijke termijn berecht te worden of hangende het proces in vrijheid te worden gesteld. De invrijheidstelling kan afhankelijk worden gesteld van een waarborg voor de verschijning van de betrokkene in rechte. 4. Eenieder die door arrestatie of gevangenhouding van zijn vrijheid is beroofd heeft het recht voorziening te vragen bij de rechter opdat deze op korte termijn beslist over de wettigheid van zijn gevangenhouding en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de gevangenhouding onrechtmatig is. | [...] 3. Toute personne arrêtée ou détenue, dans les conditions prévues au paragraphe 1er, c), du présent article, doit être aussitôt traduite devant un juge ou un autre magistrat habilité par la loi à exercer des fonctions judiciaires et a le droit d'être jugée dans un délai raisonnable, ou libérée pendant la procédure. La mise en liberté peut être subordonnée à une garantie assurant la comparution de l'intéressé à l'audience. 4. Toute personne privée de sa liberté par arrestation ou détention a le droit d'introduire un recours devant un tribunal, afin qu'il statue à bref délai sur la légalité de sa détention et ordonne sa libération si la détention est illégale. |
| [...] ». | [...] ». |
| B.3.2. Wanneer een verdragsbepaling die België bindt, een draagwijdte | B.3.2. Lorsqu'une disposition conventionnelle liant la Belgique a une |
| heeft die analoog is aan die van een van de grondwetsbepalingen | portée analogue à celle d'une des dispositions constitutionnelles dont |
| waarvan de toetsing tot de bevoegdheid van het Hof behoort en waarvan de schending wordt aangevoerd, vormen de waarborgen vervat in die verdragsbepaling een onlosmakelijk geheel met de waarborgen die in de betrokken grondwetsbepalingen zijn opgenomen. B.3.3. Aangezien zowel artikel 12 van de Grondwet als artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens het recht op individuele vrijheid waarborgen, dient het Hof, bij de toetsing aan die grondwetsbepaling, rekening te houden met de voormelde verdragsbepaling. | le contrôle relève de la compétence de la Cour et dont la violation est alléguée, les garanties consacrées par cette disposition conventionnelle constituent un ensemble indissociable avec les garanties inscrites dans les dispositions constitutionnelles concernées. B.3.3. Etant donné que tant l'article 12 de la Constitution que l'article 5 de la Convention européenne des droits de l'homme garantissent le droit à la liberté individuelle, la Cour doit, lorsqu'elle exerce un contrôle au regard de cette disposition constitutionnelle, prendre en compte la disposition conventionnelle précitée. |
| B.3.4. Gelet op het fundamentele belang van de habeas corpus dienen | B.3.4. Eu égard à l'importance fondamentale de l'habeas corpus, toutes |
| alle beperkingen op de individuele vrijheid restrictief te worden | les limitations de la liberté individuelle doivent être interprétées |
| geïnterpreteerd en dient hun grondwettigheid met de grootste | de manière restrictive et leur constitutionnalité doit être examinée |
| omzichtigheid te worden onderzocht. | avec la plus grande circonspection. |
| B.4. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat niet | B.4. La Cour européenne des droits de l'homme a jugé que tous les |
| elke fout in een bevel tot aanhouding de hechtenis zelf onrechtmatig | vices affectant un mandat d'arrêt ne rendent pas la détention |
| maakt. Een periode van hechtenis is in principe rechtmatig wanneer ze | elle-même irrégulière. Une période de détention est en principe |
| gebaseerd is op een rechterlijk bevel en op zich niet willekeurig is; | régulière si elle se fonde sur une décision de justice et si elle |
| enkel in geval van ernstige en duidelijke onregelmatigheden zal het | n'est pas en soi arbitraire; ce n'est qu'en cas d'irrégularités graves |
| bevel noodzakelijkerwijze in strijd zijn met artikel 5 van het | et manifestes que le mandat violera automatiquement l'article 5 de la |
| Europees Verdrag voor de rechten van de mens (zie bijvoorbeeld : EHRM, | Convention européenne des droits de l'homme (voy. par exemple : CEDH, |
| 10 juni 1996, Benham t. Verenigd Koninkrijk, §§ 42-47; 4 augustus | 10 juin 1996, Benham c. Royaume-Uni, §§ 42-47; 4 août 1999, Douiyeb c. |
| 1999, Douiyeb t. Nederland, §§ 44-55; 28 oktober 2003, Minjat t. | Pays-Bas, §§ 44-55; 28 octobre 2003, Minjat c. Suisse, §§ 38-49; 8 |
| Zwitserland, §§ 38-49; 8 november 2005, Khudoyorov t. Rusland, §§ | novembre 2005, Khudoyorov c. Russie, §§ 127-133; 4 mars 2008, |
| 127-133; 4 maart 2008, Marturana t. Italië, §§ 78-82; 9 juli 2009, | Marturana c. Italie, §§ 78-82; 9 juillet 2009, Mooren c. Allemagne, §§ |
| Mooren t. Duitsland, §§ 82-89; 12 februari 2013, Yefimenko t. Rusland, §§ 101-111). | 82-89; 12 février 2013, Yefimenko c. Russie, §§ 101-111). |
| B.5. De ondertekening van het bevel tot aanhouding door de rechter die | B.5. La signature du mandat d'arrêt par le juge qui le décerne est une |
| het verleent, is een substantiële vormvereiste. De afschaffing, bij | |
| artikel 7, 5°, van de bestreden wet, van de sanctie van de | formalité substantielle. La suppression, par l'article 7, 5°, de la |
| invrijheidstelling van de gedetineerde wegens het ontbreken van de | loi attaquée, de la sanction de la remise en liberté du détenu en |
| handtekening van de onderzoeksrechter heeft tot gevolg dat de niet-naleving van die vormvereiste niet langer wordt gesanctioneerd. Alleen de handtekening van de onderzoeksrechter waarborgt dat het bevel tot aanhouding wel degelijk van die magistraat uitgaat. Gelet op het essentiële karakter van het recht op persoonlijke vrijheid, vormt de niet-nakoming van een dergelijke formaliteit, zelfs in geval van overmacht, een ernstige en bijgevolg onherstelbare onregelmatigheid. Het bestreden artikel 7, 5°, schendt de in het middel beoogde bepalingen. Het eerste onderdeel van het middel is gegrond. Artikel 7, 5°, van de | raison de l'absence de signature du juge d'instruction a pour conséquence que le non-respect de cette formalité n'est plus sanctionné. Seule la signature du juge d'instruction garantit que le mandat d'arrêt émane bien de ce magistrat. Etant donné le caractère essentiel du droit à la liberté individuelle, l'omission d'une telle formalité, même en cas de force majeure, constitue une irrégularité grave et, partant, irréparable. L'article 7, 5°, attaqué, viole les dispositions visées au moyen. Le moyen, en sa première branche, est fondé. En conséquence, l'article |
| wet van 21 november 2016 dient derhalve te worden vernietigd. | 7, 5°, de la loi du 21 novembre 2016 doit être annulé. |
| B.6. Artikel 12, derde lid, van de Grondwet maakt het slechts mogelijk afbreuk te doen aan het bij het eerste lid ervan gewaarborgde recht op de vrijheid van de persoon voor zover de persoon het voorwerp uitmaakt van een aanhouding bij een met redenen omkleed bevel van een rechter dat binnen achtenveertig uren te rekenen van de vrijheidsberoving moet worden betekend. Het kan worden aanvaard dat, volgens de rechtspraak van het Hof van Cassatie, « de onderzoeksgerechten die de wettigheid van het bevel tot aanhouding moeten onderzoeken, [bevoegd zijn] om de redenen ervan te verbeteren door ofwel een foutieve reden door een juiste reden te vervangen, dan wel de eventuele vergissingen te verbeteren waardoor het bevel is aangetast, voor zover die [...] geen onherstelbaar gebrek | B.6. L'article 12, alinéa 3, de la Constitution ne permet de porter atteinte au droit à la liberté individuelle garanti par son alinéa 1er, que pour autant que la personne fasse l'objet d'une arrestation sur la base d'une ordonnance motivée d'un juge qui doit être signifiée dans les 48 heures de la privation de liberté. Il peut être admis que, selon la jurisprudence de la Cour de cassation, « les juridictions d'instruction qui sont appelées à examiner la légalité du mandat d'arrêt, ont le pouvoir d'en corriger les motifs soit en remplaçant un motif erroné par un motif exact, soit en rectifiant les erreurs éventuelles dont le mandat serait entaché, pour autant [qu']elles ne constituent pas un vice irréparable » |
| opleveren » (Cass., 27 mei 2015, Arr. Cass., 2015, nr. 348). Door toe | (Cass., 27 mai 2015, Pas., 2015, n° 348). La disposition attaquée, en |
| te laten dat het bevel tot aanhouding geen motivering bevat, schendt | permettant que le mandat d'arrêt ne comporte pas de motivation, viole |
| de bestreden bepaling echter artikel 12 van de Grondwet. | toutefois l'article 12 de la Constitution. |
| Het tweede onderdeel van het middel is gegrond. Artikel 7, 4°, van de | Le moyen, en sa seconde branche, est fondé. En conséquence, l'article |
| wet van 21 november 2016 dient derhalve te worden vernietigd. | 7, 4°, de la loi du 21 novembre 2016 doit être annulé. |
| B.7. Teneinde te vermijden dat alle aanhoudingsbevelen die reeds op | B.7. Afin d'éviter que tous les mandats d'arrêt qui ont déjà été |
| grond van de vernietigde bepalingen zijn genomen, als gevolg van het | délivrés sur la base des dispositions annulées ne soient remis en |
| onderhavige arrest opnieuw in vraag zouden worden gesteld, dienen, met | cause à la suite du présent arrêt, il y a lieu de maintenir, en |
| toepassing van artikel 8, derde lid, van de bijzondere wet van 6 | application de l'article 8, alinéa 3, de la loi spéciale du 6 janvier |
| januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de gevolgen van de vernietigde | 1989 sur la Cour constitutionnelle, les effets des dispositions |
| bepalingen te worden gehandhaafd zoals aangegeven in het dictum. | annulées comme il est indiqué dans le dispositif. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| - vernietigt artikel 7, 4° en 5°, van de wet van 21 november 2016 betreffende bepaalde rechten van personen die worden verhoord; - handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepalingen ten aanzien van alle op grond van die bepalingen vóór 1 september 2018 verleende bevelen tot aanhouding. Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 5 juli 2018. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, | - annule l'article 7, 4° et 5°, de la loi du 21 novembre 2016 relative à certains droits des personnes soumises à un interrogatoire; - maintient les effets des dispositions annulées à l'égard de tous les mandats d'arrêt décernés sur la base de ces dispositions avant le 1er septembre 2018. Ainsi rendu en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 5 juillet 2018. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, |
| J. Spreutels | J. Spreutels |