Uittreksel uit arrest nr. 9/2018 van 1 februari 2018 Rolnummers 6448, 6449 en 6520 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 479 tot 482bis van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...) | Extrait de l'arrêt n° 9/2018 du 1 er février 2018 Numéros du rôle : 6448, 6449 et 6520 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 479 à 482bis du Code d'instruction criminelle, posées par la chambre des mises en La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 9/2018 van 1 februari 2018 | Extrait de l'arrêt n° 9/2018 du 1er février 2018 |
Rolnummers 6448, 6449 en 6520 | Numéros du rôle : 6448, 6449 et 6520 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 479 tot | En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 479 à |
482bis van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van | 482bis du Code d'instruction criminelle, posées par la chambre des |
inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Luik. | mises en accusation de la Cour d'appel de Liège. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de | composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. |
rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. |
Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée |
Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
a. Bij twee arresten van 6 juni 2016 in zake het openbaar ministerie | a. Par deux arrêts du 6 juin 2016 en cause du ministère public contre |
tegen L.M., waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn | |
ingekomen op 14 juni 2016, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling | L.M., dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 14 |
van het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld | juin 2016, la chambre des mises en accusation de la Cour d'appel de |
: | Liège a posé les questions préjudicielles suivantes : |
1. « Schenden de artikelen 479 tot 482bis van het Wetboek van | 1. « Les articles 479 à 482bis du Code d'instruction criminelle |
strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij | violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils |
de in artikel 479 van dat Wetboek bedoelde rechtzoekenden het recht | privent les justiciables visés à l'article 479 dudit Code du droit de |
ontzeggen om de regelmatigheid van de rechtspleging en van het te | faire contrôler par la chambre des mises en accusation la régularité |
hunnen aanzien gevoerde onderzoek in de loop van dat onderzoek te | de la procédure et de l'instruction menée à leur égard, durant le |
laten controleren door de kamer van inbeschuldigingstelling, alsook | cours de celle-ci et du droit d'intenter, devant la chambre des mises |
het recht om, voor de kamer van inbeschuldigingstelling, beroepen in | en accusation, des recours à l'encontre des décisions rendues par le |
te stellen tegen beslissingen die zijn gewezen door de | |
onderzoeksmagistraat op verzoekschriften die zij aan hem hebben | magistrat instructeur sur des requêtes qu'ils lui présentent, alors |
gericht, terwijl de artikelen 6 van elk van beide wetten van 25 juni | que les articles 6 de chacune des deux lois du 25 juin 1998 réglant la |
1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van | responsabilité pénale des ministres (fédéraux), d'une part, et celle |
(federale) ministers, enerzijds, en van die van leden van een | des membres des gouvernements de communauté ou de région, d'autre |
gemeenschaps- of gewestregering, anderzijds, die rechten toekennen aan | |
die laatstgenoemden ? »; | part, accordent ces droits à ces derniers ? »; |
2. « Schenden de artikelen 479 tot 482bis van het Wetboek van | 2. « Les articles 479 à 482bis du Code d'instruction criminelle |
strafvordering artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | violent-ils l'article 13 de la Constitution, combiné ou non avec |
gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de | l'article 6 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de |
rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre zij de in | l'homme et des libertés fondamentales en tant qu'ils empêchent les |
artikel 479 van dat Wetboek bedoelde rechtzoekenden weerhouden van het | justiciables visés à l'article 479 dudit Code du droit d'intenter au |
recht om tijdens het onderzoek, voor de kamer van | cours de l'instruction, devant la chambre des mises en accusation, des |
inbeschuldigingstelling, beroepen in te stellen tegen beslissingen die | recours à l'encontre des décisions rendues par le magistrat |
zijn gewezen door de onderzoeksmagistraat op verzoekschriften die zij | instructeur sur des requêtes qu'ils lui présentent et du droit de |
aan hem hebben gericht, alsook van het recht om de regelmatigheid van | |
de rechtspleging en van het onderzoek te laten controleren door de | faire contrôler par la chambre des mises en accusation la régularité |
kamer van inbeschuldigingstelling ? ». | de la procédure et de l'instruction ? ». |
b. Bij arrest van 26 september 2016 in zake het openbaar ministerie | b. Par arrêt du 26 septembre 2016 en cause du ministère public contre |
tegen L.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen | |
op 29 september 2016, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van | L.M., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 29 |
septembre 2016, la chambre des mises en accusation de la Cour d'appel | |
het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : | de Liège a posé les questions préjudicielles suivantes : |
1. « Schenden de artikelen 479 tot 482bis van het Wetboek van | 1. « Les articles 479 à 482bis du Code d'instruction criminelle |
strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij | violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils |
de in artikel 479 van dat Wetboek bedoelde rechtzoekenden het recht | privent les justiciables visés à l'article 479 dudit Code du droit |
ontzeggen om, voor de kamer van inbeschuldigingstelling, beroepen in | d'intenter, devant la chambre des mises en accusation, des recours à |
te stellen tegen beslissingen die zijn gewezen door de | |
onderzoeksmagistraat op verzoekschriften die zij aan hem hebben | l'encontre des décisions rendues par le magistrat instructeur sur des |
gericht, terwijl de artikelen 6 van elk van beide wetten van 25 juni | requêtes qu'ils lui présentent, alors que les articles 6 de chacune |
1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van | des deux lois du 25 juin 1998 réglant la responsabilité pénale des |
(federale) ministers, enerzijds, en van die van leden van een | ministres (fédéraux), d'une part, et celle des membres des |
gemeenschaps- of gewestregering, anderzijds, die rechten toekennen aan | gouvernements de communauté ou de région, d'autre part, accordent ces |
die laatstgenoemden ? »; | droits à ces derniers ? »; |
2. « Schenden de artikelen 479 tot 482bis van het Wetboek van | 2. « Les articles 479 à 482bis du Code d'instruction criminelle |
strafvordering artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | violent-ils l'article 13 de la Constitution, combiné ou non avec |
gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de | l'article 6 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de |
rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre zij de in | l'homme et des libertés fondamentales en tant qu'ils empêchent les |
artikel 479 van dat Wetboek bedoelde rechtzoekenden weerhouden van het | justiciables visés à l'article 479 dudit Code du droit d'intenter au |
recht om tijdens het onderzoek, voor de kamer van inbeschuldigingstelling, beroepen in te stellen tegen beslissingen die | cours de l'instruction, devant la chambre des mises en accusation, des |
zijn gewezen door de onderzoeksmagistraat op verzoekschriften die zij | recours à l'encontre des décisions rendues par le magistrat |
aan hem hebben gericht ? ». | instructeur sur des requêtes qu'ils lui présentent ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6448, 6449 en 6520 van de rol | Ces affaires, inscrites sous les numéros 6448, 6449 et 6520 du rôle de |
van het Hof, werden samengevoegd. | la Cour, ont été jointes. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. In een eerste prejudiciële vraag in de zaken nrs. 6448 en 6449 | B.1.1. Par une première question préjudicielle dans les affaires nos |
wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, | 6448 et 6449, la Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les |
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 479 tot | articles 10 et 11 de la Constitution, des articles 479 à 482bis du |
482bis van het Wetboek van strafvordering, in zoverre zij de daarin | Code d'instruction criminelle en ce qu'ils priveraient les personnes |
beoogde personen het recht zouden ontzeggen om de regelmatigheid van | qui y sont visées du droit de faire contrôler par la chambre des mises |
de rechtspleging en van het te hunnen aanzien gevoerde onderzoek in de | en accusation la régularité de la procédure et de l'instruction menée |
loop van dat onderzoek te laten controleren door de kamer van | |
inbeschuldigingstelling, alsook het recht om, voor de kamer van | à leur égard, durant le cours de celle-ci, et du droit d'intenter, |
inbeschuldigingstelling, een beroep in te stellen tegen beslissingen | devant la chambre des mises en accusation, un recours à l'encontre des |
die zijn gewezen door de onderzoeksmagistraat op verzoekschriften die | décisions rendues par le magistrat instructeur sur des requêtes |
zij aan hem hebben gericht, terwijl de artikelen 6 van de gewone en | qu'elles lui présentent alors que les articles 6 des lois ordinaire et |
bijzondere wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke | spéciale du 25 juin 1998 réglant respectivement la responsabilité |
verantwoordelijkheid van federale ministers, respectievelijk van leden | pénale des ministres fédéraux et des membres des gouvernements de |
van een gemeenschaps- of gewestregering die rechten toekennen aan de | communauté ou de région accordent ces droits aux ministres précités. |
voornoemde ministers. | |
B.1.2. In een tweede prejudiciële vraag in de zaken nrs. 6448 en 6449 | B.1.2. Par une seconde question préjudicielle dans les affaires nos |
wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, | 6448 et 6449, la Cour est interrogée sur la compatibilité, avec |
met artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met | l'article 13 de la Constitution, combiné ou non avec l'article 6 de la |
artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van | Convention européenne des droits de l'homme, des mêmes dispositions du |
dezelfde bepalingen van het Wetboek van strafvordering, in zoverre zij | Code d'instruction criminelle en tant qu'elles priveraient les |
de daarin beoogde personen het recht zouden ontzeggen om de | personnes qui y sont visées du droit de faire contrôler par la chambre |
regelmatigheid van de rechtspleging en van het te hunnen aanzien | des mises en accusation la régularité de la procédure et de |
gevoerde onderzoek in de loop van dat onderzoek te laten controleren | |
door de kamer van inbeschuldigingstelling, alsook het recht om, voor | l'instruction menée à leur égard, durant le cours de celle-ci, et du |
de kamer van inbeschuldigingstelling, een beroep in te stellen tegen | droit d'intenter, devant la chambre des mises en accusation, un |
beslissingen die zijn gewezen door de onderzoeksmagistraat op | recours à l'encontre des décisions rendues par le magistrat |
verzoekschriften die zij aan hem hebben gericht. | instructeur sur des requêtes qu'elles lui présentent. |
B.1.3. De twee in de zaak nr. 6520 gestelde prejudiciële vragen zijn | B.1.3. Les deux questions préjudicielles posées dans l'affaire n° 6520 |
identiek aan die welke in de zaken nrs. 6448 en 6449 zijn gesteld, in | sont identiques à celles qui sont posées dans les affaires nos 6448 et |
zoverre zij betrekking hebben op de ontstentenis van een beroep, voor | 6449 en tant qu'elles portent sur l'absence de recours, devant la |
de kamer van inbeschuldigingstelling, tegen beslissingen die zijn | chambre des mises en accusation, à l'encontre des décisions rendues |
gewezen door de onderzoeksmagistraat op verzoekschriften die de | par le magistrat instructeur sur des requêtes que lui présentent les |
vervolgde personen aan hem hebben gericht. | personnes poursuivies. |
B.2.1. De artikelen 479 tot 482bis van het Wetboek van strafvordering, | B.2.1. Les articles 479 à 482bis du Code d'instruction criminelle, qui |
die deel uitmaken van boek II, titel IV (« Enige rechtsplegingen van | font partie du livre II, titre IV (« De quelques procédures |
bijzondere aard »), hoofdstuk III (« Misdaden door rechters gepleegd | particulières »), chapitre III (« Des crimes commis par des juges, |
buiten hun ambt en in de uitoefening van hun ambt »), van dat Wetboek, | hors de leurs fonctions et dans l'exercice de leurs fonctions »), de |
bepalen : | ce Code, disposent : |
« Art. 479.Wanneer een vrederechter, een rechter in de |
« Art. 479.Lorsqu'un juge de paix, un juge au tribunal de police, un |
politierechtbank, een rechter in de rechtbank van eerste aanleg, in de | juge au tribunal de première instance, au tribunal du travail ou au |
arbeidsrechtbank of in de rechtbank van koophandel, een raadsheer in het hof van beroep of in het arbeidshof, een raadsheer in het Hof van Cassatie, een magistraat van het parket bij een rechtbank of een hof, een referendaris bij het Hof van Cassatie, een lid van het Rekenhof, een lid van de Raad van State van het auditoraat of van het coördinatiebureau bij de Raad van State, een lid van het Grondwettelijk Hof, een referendaris bij dat Hof, de leden van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, een provinciegouverneur, ervan beschuldigd wordt buiten zijn ambt een misdrijf gepleegd te hebben dat een correctionele straf meebrengt, laat de procureur-generaal bij het hof van beroep hem dagvaarden voor dat hof, dat uitspraak doet, zonder | tribunal de commerce, un conseiller à la cour d'appel ou à la cour du travail, un conseiller à la Cour de cassation, un magistrat du parquet près un tribunal ou une cour, un référendaire près la Cour de cassation, un membre de la Cour des comptes, un membre du Conseil d'Etat de l'auditorat ou du bureau de coordination près le Conseil d'Etat, un membre de la Cour constitutionnelle, un référendaire près cette Cour, les membres du Conseil du Contentieux des étrangers, un gouverneur de province est prévenu d'avoir commis, hors de ses fonctions, un délit emportant une peine correctionnelle, le procureur général près la cour d'appel le fait citer devant cette cour, qui |
dat beroep kan worden ingesteld. | prononce sans qu'il puisse y avoir appel. |
Art. 480.Indien het een misdrijf betreft waarop een criminele straf |
Art. 480.S'il s'agit d'une infraction punissable d'une peine |
is gesteld, wijst de procureur-generaal bij het hof van beroep de | criminelle, le procureur général près la cour d'appel et le premier |
magistraat aan die het ambt van officier van gerechtelijke politie zal | président de cette cour désigneront, le premier, le magistrat qui |
waarnemen en de eerste voorzitter van dat hof de magistraat die het ambt van onderzoeksrechter zal waarnemen. Art. 481.Indien echter een lid van een hof van beroep of een ambtenaar die bij het hof het openbaar ministerie uitoefent, ervan verdacht wordt buiten zijn ambt een wanbedrijf of een misdaad te hebben gepleegd, is de ambtenaar die de aangiften of de klachten ontvangen heeft, gehouden daarvan dadelijk afschriften te doen toekomen aan de minister van Justitie, zonder enige vertraging van het onderzoek, dat voortgezet zal worden zoals in voorgaande bepalingen is geregeld, en hij zal eveneens aan de minister een afschrift zenden van de stukken. Art. 482.De minister van Justitie zendt de stukken door aan het Hof van Cassatie, dat, indien daartoe grond bestaat, de zaak verwijst hetzij naar een correctionele rechtbank, hetzij naar een onderzoeksrechter, de ene zowel als de andere aan te wijzen buiten het rechtsgebied van het hof waartoe het verdachte lid behoort. Indien een inbeschuldigingstelling moet worden uitgesproken, geschiedt de verwijzing naar een ander hof van beroep. |
exercera les fonctions d'officier de police judiciaire; le second, le magistrat qui exercera les fonctions de juge d'instruction. Art. 481.Si c'est un membre de cour d'appel ou un officier exerçant près d'elle le ministère public, qui soit inculpé d'avoir commis un délit ou un crime hors de ses fonctions, l'officier qui aura reçu les dénonciations ou les plaintes sera tenu d'en envoyer de suite des copies au Ministre de la Justice, sans aucun retard de l'instruction qui sera continuée comme il est précédemment réglé, et il adressera pareillement au grand juge une copie des pièces. Art. 482.Le Ministre de la Justice transmettra les pièces à la Cour de cassation, qui renverra l'affaire, s'il y a lieu, soit à un tribunal de police correctionnelle, soit à un juge d'instruction, pris l'un et l'autre hors du ressort de la cour à laquelle appartient le membre inculpé. S'il s'agit de prononcer la mise en accusation, le renvoi sera fait à une autre cour d'appel. |
Art. 482bis.De mededaders van en de medeplichtigen aan het misdrijf |
Art. 482bis.Les coauteurs et les complices de l'infraction pour |
waarvoor de ambtenaar van de hoedanigheid als vermeld in artikel 479 | laquelle un fonctionnaire de la qualité exprimée à l'article 479 est |
wordt vervolgd en de daders van samenhangende misdrijven worden samen | poursuivi, et les auteurs des infractions connexes sont poursuivis et |
met de ambtenaar vervolgd en berecht. | jugés en même temps que le fonctionnaire. |
Het eerste lid is evenwel niet van toepassing op de daders van | L'alinéa 1er ne s'applique toutefois pas aux auteurs de crimes et de |
misdaden en van politieke misdrijven en drukpersmisdrijven die | délits politiques et délits de presse qui sont connexes avec |
samenhangen met het misdrijf waarvoor de ambtenaar wordt vervolgd ». | l'infraction pour laquelle le fonctionnaire est poursuivi ». |
B.2.2. Het eveneens in de prejudiciële vragen vermelde artikel 6 van | B.2.2. L'article 6 de la loi du 25 juin 1998 réglant la responsabilité |
de wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke | pénale des ministres, également mentionné dans les questions |
verantwoordelijkheid van ministers bepaalt : | préjudicielles, dispose : |
« De regels van de strafrechtspleging die niet in strijd zijn met de | « Art. 6.Les règles en matière d'instruction criminelle qui ne sont |
procesvormen bij deze wet voorgeschreven, worden bovendien nagekomen | pas contraires aux formes de procéder prescrites par la présente loi, |
». | sont également respectées ». |
Artikel 6 van de bijzondere wet van 25 juni 1998 tot regeling van de | L'article 6 de la loi spéciale du 25 juin 1998 réglant la |
strafrechtelijke verantwoordelijkheid van leden van een gemeenschaps- | responsabilité pénale des membres des gouvernements de communauté ou |
of gewestregering voorziet in een identieke regel. | de région prévoit une règle identique. |
Ten aanzien van de draagwijdte van de prejudiciële vragen | Quant à la portée des questions préjudicielles |
B.3.1. De Ministerraad voert aan dat het antwoord op de prejudiciële | B.3.1. Le Conseil des ministres soutient que la réponse aux questions |
vragen kennelijk niet nuttig is om het geschil te beslechten in | préjudicielles n'est manifestement pas utile à la solution du litige |
zoverre zij andere magistraten dan die met de hoedanigheid van rechter | en tant qu'elles visent d'autres magistrats que ceux qui ont la |
in de rechtbank van eerste aanleg beogen. | qualité de juge au tribunal de première instance. |
B.3.2. Het staat aan het verwijzend rechtscollege de bepalingen vast | B.3.2. Il appartient à la juridiction a quo de déterminer les |
te stellen die op het aan dat rechtscollege voorgelegde geschil van | dispositions qui sont applicables au litige dont cette juridiction est |
toepassing zijn; de partijen zijn niet ertoe gemachtigd die keuze ter discussie te stellen voor het Hof. Het Hof zou zich overigens enkel van een antwoord op de gestelde vraag kunnen onthouden indien het antwoord op die vraag klaarblijkelijk niet nuttig zou zijn voor de oplossing van dat geschil. B.3.3. Zoals de Ministerraad opmerkt, betreffen de voor de verwijzende rechtscolleges hangende geschillen die aanleiding hebben gegeven tot de prejudiciële vragen die in de drie samengevoegde zaken zijn gesteld, dezelfde magistraat, die de hoedanigheid van rechter in de rechtbank van eerste aanleg heeft. Het Hof beperkt het onderzoek van de in het geding zijnde bepalingen derhalve tot die categorie van | saisie; les parties ne sont pas habilitées à mettre ce choix en cause devant la Cour. La Cour ne pourrait par ailleurs s'abstenir de répondre à la question qui lui est posée que si la réponse à cette question n'était manifestement pas utile pour la solution de ce litige. B.3.3. Comme le relève le Conseil des ministres, les litiges devant la juridiction a quo qui ont donné lieu aux questions préjudicielles posées dans les trois affaires jointes concernent le même magistrat, qui revêt la qualité de juge au tribunal de première instance. La Cour limite dès lors l'examen des dispositions en cause à cette catégorie |
magistraten als bedoeld in de artikelen 479 en 480 van het Wetboek van | de magistrats visée aux articles 479 et 480 du Code d'instruction |
strafvordering. | criminelle. |
De prejudiciële vragen behoeven daarentegen geen antwoord in zoverre | Les questions préjudicielles n'appellent en revanche pas de réponse en |
zij betrekking hebben op de artikelen 481 en 482 van het Wetboek van | ce qu'elles portent sur les articles 481 et 482 du Code d'instruction |
strafvordering, die de procedure betreffen voor de leden van een hof | criminelle, qui concernent la procédure pour les membres d'une cour |
van beroep of voor een ambtenaar die bij het hof de functie van | d'appel ou pour un officier qui exerce le ministère public auprès de |
openbaar ministerie uitoefent, en op artikel 482bis van hetzelfde | la cour, et sur l'article 482bis du même Code, qui concerne la |
Wetboek, dat de procedure betreft voor de mededaders en de | procédure pour les coauteurs et les complices de l'infraction pour |
medeplichtigen aan het misdrijf waarvoor een magistraat wordt | laquelle un magistrat est poursuivi. En effet, ces dispositions ne |
vervolgd. Die bepalingen zijn immers niet van toepassing op de voor | sont pas applicables aux litiges pendants devant la juridiction a quo. |
het verwijzend rechtscollege hangende geschillen. | |
Ten gronde | Quant au fond |
B.4.1. De artikelen 479 en 480 van het Wetboek van strafvordering | B.4.1. Les articles 479 et 480 du Code d'instruction criminelle |
voorzien in een van het gemeen strafprocesrecht afwijkende | prévoient une procédure dérogeant au droit commun de la procédure |
rechtspleging voor de misdrijven gepleegd door de magistraten en door | pénale pour les infractions commises par les magistrats et par |
bepaalde andere ambtsdragers. Die bijzondere rechtspleging die het | certains autres titulaires de fonctions publiques. Cette procédure |
zogenaamde « voorrecht van rechtsmacht » inhoudt, is ingesteld met het | particulière qu'implique le « privilège de juridiction » a été |
oog op het verzekeren van een onpartijdige en serene rechtsbedeling | instaurée en vue de garantir, à l'égard de ces personnes, une |
ten aanzien van die personen. De bijzondere regels op het gebied van | administration de la justice impartiale et sereine. Les règles |
onderzoek, vervolging en berechting beogen te vermijden dat, | spécifiques d'instruction, de poursuite et de jugement tendent à |
enerzijds, roekeloze, onverantwoorde of tergende vervolgingen jegens | éviter, d'une part, que des poursuites téméraires, injustifiées ou |
de betrokken personen op gang zouden worden gebracht en, anderzijds, | vexatoires soient intentées contre les personnes concernées et, |
diezelfde personen hetzij te streng, hetzij met te veel toegevendheid | d'autre part, que ces mêmes personnes soient traitées avec trop de |
zouden worden behandeld. | sévérité ou trop de clémence. |
B.4.2. Krachtens het in het geding zijnde artikel 479 van het Wetboek | B.4.2. En vertu de l'article 479 en cause du Code d'instruction |
van strafvordering is uitsluitend de procureur-generaal bij het hof | criminelle, seul le procureur général près la cour d'appel est |
van beroep bevoegd om de strafvordering op gang te brengen lastens de | compétent pour mettre l'action publique en mouvement à charge des |
in die bepaling beoogde magistraten die ervan worden verdacht een | magistrats visés dans cette disposition qui sont soupçonnés d'avoir |
wanbedrijf of een misdaad te hebben gepleegd. | commis un délit ou un crime. |
Wanneer de procureur-generaal bij het hof van beroep een gerechtelijk | Si le procureur général près la cour d'appel estime qu'une mise à |
onderzoek wenselijk acht, vordert hij de eerste voorzitter van het hof | l'instruction est souhaitable, il demande au premier président de la |
van beroep om de magistraat aan te wijzen die het ambt van | cour d'appel de désigner le magistrat qui exercera les fonctions de |
onderzoeksrechter zal uitoefenen (artikel 480 van het Wetboek van | juge d'instruction (article 480 du Code d'instruction criminelle). |
strafvordering). Hoewel artikel 480 enkel de misdaden betreft, wordt | Bien que l'article 480 concerne uniquement les crimes, la possibilité |
aangenomen dat een gerechtelijk onderzoek onder dezelfde voorwaarden | d'instruction pour un délit est admise, aux mêmes conditions (Cass., |
mogelijk is voor een wanbedrijf (Cass., 31 juli 1882, Pas., 1882, I, 332). Na afloop van het opsporings- of gerechtelijk onderzoek beslist uitsluitend de procureur-generaal, zonder tussenkomst van een onderzoeksgerecht, over het gevolg dat aan de procedure moet worden gegeven. Hij kan daarbij een beslissing tot niet-vervolging nemen, dan wel, wanneer hij van mening is dat er voldoende bezwaren bestaan, de zaak bij rechtstreekse dagvaarding bij het hof van beroep aanhangig maken, dat uitspraak doet in eerste en laatste aanleg. Enkel wanneer de procureur-generaal meent dat de zaak moet worden verwezen naar het Hof van Assisen, dient hij overeenkomstig het gemeen recht de regeling van de rechtspleging door de kamer van inbeschuldigingstelling te | 31 juillet 1882, Pas., 1882, I, 332). Au terme de l'information ou de l'instruction, seul le procureur général décide, sans l'intervention d'une juridiction d'instruction, des suites à réserver à la procédure. Il peut, ce faisant, décider de ne pas poursuivre ou, s'il estime qu'il existe des charges suffisantes, saisir, par citation directe, la cour d'appel, qui statue en premier et dernier ressort. Ce n'est que dans l'hypothèse où le procureur général estime que l'affaire doit être renvoyée devant la cour d'assises qu'il doit, conformément au droit commun, demander le règlement de la procédure par la chambre des |
vorderen (de artikelen 217 en volgende van het Wetboek van | mises en accusation (articles 217 et suivants du Code d'instruction |
strafvordering). | criminelle). |
Zoals blijkt uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie, is de kamer | Ainsi qu'il ressort de la jurisprudence de la Cour de cassation, la |
van inbeschuldigingstelling onbevoegd om toezicht op het onderzoek uit | chambre des mises en accusation est incompétente pour exercer un |
te oefenen met toepassing van artikel 136 van het Wetboek van | contrôle sur l'instruction en application de l'article 136 du Code |
strafvordering, alsook om kennis te nemen van een hoger beroep | d'instruction criminelle et pour connaître de l'appel formé contre les |
ingesteld tegen de handelingen van de onderzoeksmagistraat (Cass., 4 | actes du magistrat instructeur (Cass., 4 décembre 2007, Pas., 2007, n° |
december 2007, Arr. Cass., 2007, nr. 608; Cass., 4 december 2007, Arr. | 608; Cass., 4 décembre 2007, Pas., 2007, n° 611). |
Cass., 2007, nr. 611). | |
B.5.1. De wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke | B.5.1. La loi du 25 juin 1998 réglant la responsabilité pénale des |
verantwoordelijkheid van ministers en de bijzondere wet van 25 juni | |
1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van | ministres et la loi spéciale du 25 juin 1998 réglant la responsabilité |
leden van een gemeenschaps- of gewestregering (hierna : de gewone en | pénale des membres des gouvernements de communauté ou de région |
bijzondere wet van 25 juni 1998) voorzien in een bijzondere | (ci-après : les lois ordinaire et spéciale du 25 juin 1998) prévoient |
rechtspleging voor de misdrijven gepleegd door ministers in de | une procédure particulière pour les infractions commises par les |
uitoefening van hun ambt dan wel buiten de uitoefening van hun ambt | ministres dans l'exercice de leurs fonctions ou en dehors de |
maar berecht tijdens de uitoefening daarvan. | l'exercice de leurs fonctions mais jugées au cours de l'exercice de |
leurs fonctions. | |
Bij de aanneming van de regels inzake het « voorrecht van rechtsmacht | Lors de l'adoption des règles relatives au « privilège de juridiction |
» van de ministers heeft de wetgever het reeds bestaande stelsel van | » des ministres, le législateur a voulu reprendre le système existant |
het « voorrecht van rechtsmacht » van de magistraten willen overnemen | du « privilège de juridiction » des magistrats : |
: « Na de afweging van de alternatieven is men tot de conclusie gekomen | « La pondération des différentes alternatives a abouti à la conclusion |
dat het niet wenselijk is om uitsluitend voor de berechting van | qu'il n'est pas opportun de créer un nouveau régime pour le seul |
ministers een nieuw regime in het leven te roepen. Daarom wordt | jugement de ministres. C'est la raison pour laquelle le choix s'est |
geopteerd voor het regime van voorrecht van rechtsmacht, dat vandaag | porté sur le régime du privilège de juridiction tel qu'il existe |
reeds bestaat voor de rechters en andere personen, opgesomd in de | actuellement pour les juges et les autres personnes énumérées à |
artikelen 479 e.v. van het Wetboek van Strafvordering. De | l'article 479 et suivants du Code d'instruction criminelle, étant |
achterliggende filosofie van een dergelijk voorrecht van rechtsmacht | donné que la philosophie qui sous-tend ce privilège de juridiction |
lijkt immers perfect toepasbaar op ministers » (Parl. St., Kamer, | paraît parfaitement applicable aux ministres » (Doc. parl., Chambre, |
1997-1998, nr. 1258/1, p. 5). | 1997-1998, n° 1258/1, p. 5). |
« [H]et regime van het voorrecht van rechtsmacht [wordt] van | « Le régime du privilège de juridiction devient applicable aux |
toepassing op ministers, overeenkomstig de voor magistraten geldende | ministres, conformément au système en vigueur pour les magistrats |
regeling (artikelen 479 en volgende Wetboek van Strafvordering), wat | (articles 479 et suivants du Code d'instruction criminelle), ce qui |
erop neerkomt dat de betrokkenen rechtstreeks door het hof van beroep | signifie que les intéressés seront jugés directement par la cour |
worden berecht » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1258/5, p. 6). B.5.2. Hoewel de wetgever de stelsels van het « voorrecht van rechtsmacht » die van toepassing zijn op de magistraten en de ministers aldus op elkaar heeft willen afstemmen, bestaan er aanzienlijke verschillen tussen beide stelsels wat de regels inzake het strafrechtelijk onderzoek betreft. Weliswaar wordt ook voor de ministers aan de procureur-generaal bij het hof van beroep de bevoegdheid voorbehouden om de strafvordering op gang te brengen, wordt het gerechtelijk onderzoek gevoerd door een magistraat die wordt aangewezen door de eerste voorzitter van het bevoegde hof van beroep en is uitsluitend dat hof van beroep bevoegd om de ministers in eerste en laatste aanleg te berechten (artikelen 103, vierde lid, en 125, vierde lid, van de Grondwet en artikelen 3 en | d'appel » (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, n° 1258/5, p. 6). B.5.2. Bien que le législateur ait donc entendu rapprocher les régimes du « privilège de juridiction » applicables aux magistrats et ministres, il existe des différences substantielles entre les deux régimes en ce qui concerne les règles relatives à l'instruction pénale. Certes, pour les ministres aussi, le procureur général près la cour d'appel est seul compétent pour mettre l'action publique en mouvement, l'instruction est menée par un magistrat qui est désigné par le premier président de la cour d'appel compétente et seule la cour d'appel est compétente pour juger les ministres en premier et dernier ressort (articles 103, alinéa 4, et 125, alinéa 4, de la Constitution |
4 van de gewone en bijzondere wet van 25 juni 1998). Anders evenwel | et articles 3 et 4 des lois ordinaire et spéciale du 25 juin 1998). |
dan voor de magistraten, wordt voor de ministers na het afsluiten van | Toutefois, à la différence des magistrats, au terme de l'instruction, |
het gerechtelijk onderzoek voorzien in een regeling van de | il est prévu, pour les ministres, un règlement de la procédure par la |
rechtspleging door de kamer van inbeschuldigingstelling van het | chambre des mises en accusation de la cour d'appel compétente, qui |
bevoegde hof van beroep, die kan beslissen dat er geen reden tot | peut décider qu'il n'y a pas lieu à poursuivre, qui peut ordonner des |
vervolging is, bijkomende onderzoekshandelingen kan bevelen of de zaak | actes d'instruction complémentaires ou renvoyer l'affaire à la cour |
kan verwijzen naar het bevoegde hof van beroep (artikelen 9 en 16 van | d'appel compétente (articles 9 et 16 des lois ordinaire et spéciale du |
de gewone en bijzondere wet van 25 juni 1998). Voorts dient de | 25 juin 1998). Pour le surplus, le procureur général près la cour |
procureur-generaal bij het hof van beroep, zowel voor de vordering tot | d'appel doit, tant pour la demande de règlement de la procédure que |
regeling van de rechtspleging als voor de rechtstreekse dagvaarding, | pour la citation directe, recevoir l'autorisation préalable du |
het voorafgaandelijk verlof te verkrijgen van het parlement waaraan de | Parlement devant lequel le ministre doit ou devait se justifier |
minister verantwoording verschuldigd is of was (artikelen 10, 11 en 13 | (articles 10, 11 et 13 des lois ordinaire et spéciale du 25 juin |
van de gewone en de bijzondere wet van 25 juni 1998). | 1998). |
B.6. De prejudiciële vragen hebben in de eerste plaats betrekking op | B.6. Les questions préjudicielles portent d'abord sur certaines de ces |
bepaalde van die verschillen in behandeling tussen de magistraten en | différences de traitement entre les magistrats et les ministres. Plus |
de ministers. Meer in het bijzonder wordt het Hof ondervraagd over de | spécifiquement, la Cour est interrogée au sujet de la compatibilité |
bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen met de | |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij voor de magistraten | des dispositions en cause avec les articles 10 et 11 de la |
van eerste aanleg niet voorzien in een tussenkomst van een | Constitution en ce qu'elles ne prévoient pas, pour les magistrats de |
onderzoeksgerecht tijdens het te hunnen aanzien gevoerde | première instance, l'intervention d'une juridiction d'instruction au |
strafrechtelijk onderzoek, om toezicht te houden op de regelmatigheid | cours de l'instruction pénale menée à leur égard, afin de contrôler la |
van de rechtspleging en om als beroepsinstantie uitspraak te doen over | régularité de la procédure et afin de statuer, en tant qu'instance de |
beslissingen van de als onderzoeksrechter aangewezen magistraat, | recours, sur les décisions du magistrat désigné en tant que juge |
terwijl de gewone en bijzondere wet van 25 juni 1998 voor de ministers | d'instruction, alors que les lois ordinaire et spéciale du 25 juin |
wel voorzien in een dergelijke tussenkomst van een onderzoeksgerecht. | 1998 prévoient quant à elles, pour les ministres, une telle |
Voorts wordt aan het Hof gevraagd of de in het geding zijnde | intervention d'une juridiction d'instruction. Pour le surplus, il est |
bepalingen aldus afbreuk doen aan artikel 13 van de Grondwet, al dan | demandé à la Cour si les dispositions en cause portent ainsi atteinte |
niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor | à l'article 13 de la Constitution, combiné ou non avec l'article 6 de |
de rechten van de mens. | la Convention européenne des droits de l'homme. |
Gelet op hun onderlinge samenhang, onderzoekt het Hof de verschillende | Eu égard à leur connexité, la Cour examine conjointement les |
prejudiciële vragen samen. | différentes questions préjudicielles. |
B.7. Het staat in beginsel aan de wetgever te beslissen voor welke | B.7. Il appartient en principe au législateur de décider pour quelles |
openbare ambten regels moeten worden vastgesteld die afwijken van de | fonctions publiques il y a lieu de prévoir des règles dérogatoires aux |
gewone regels van de strafrechtspleging teneinde de doelstellingen van | règles ordinaires de la procédure pénale afin d'atteindre les |
algemeen belang te bereiken zoals die welke in B.4.1 zijn vermeld. | objectifs d'intérêt général tels que ceux qui sont cités en B.4.1. |
Het feit dat is voorzien in verschillende procedureregels in het kader | Le fait que des règles procédurales différentes soient prévues dans le |
van het stelsel van het « voorrecht van rechtsmacht » voor de | cadre du régime de « privilège de juridiction » pour les magistrats et |
magistraten en de ministers, houdt op zich geen discriminatie in. Van | les ministres ne peut être tenu pour discriminatoire en soi. Il n'y |
discriminatie zou slechts sprake zijn indien het verschil in | |
behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die procedureregels | aurait discrimination que si la différence de traitement qui découle |
een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij betrokken | de l'application de ces règles procédurales emportait une limitation |
personen met zich zou meebrengen. | disproportionnée des droits des personnes en cause. |
B.8.1. Artikel 13 van de Grondwet houdt een recht in op toegang tot de | B.8.1. L'article 13 de la Constitution implique un droit d'accès au |
bevoegde rechter. Dat recht wordt eveneens gewaarborgd bij artikel 6.1 | juge compétent. Ce droit est également garanti par l'article 6.1 de la |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij een | Convention européenne des droits de l'homme et par un principe général |
algemeen rechtsbeginsel. | de droit. |
B.8.2. Zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft | B.8.2. Comme l'a jugé la Cour européenne des droits de l'homme, le |
geoordeeld, vormt het feit dat de Staten doorgaans « voorrechten van | fait pour les Etats d'accorder généralement des « privilèges de |
rechtsmacht » aan de magistraten verlenen, sinds lang een praktijk die | juridiction » aux magistrats constitue une pratique de longue date, |
de goede werking van het gerecht moet verzekeren. Meer in het | destinée à assurer le bon fonctionnement de la justice. En ce qui |
bijzonder betreffende de specifieke regels in België inzake het | concerne plus particulièrement les règles spécifiques belges en |
onderzoek, de vervolging en de berechting die het « voorrecht van | matière d'instruction, de poursuite et de jugement qu'implique le « |
rechtsmacht » impliceert, heeft het Europees Hof onderstreept dat die | privilège de juridiction », la Cour européenne a souligné que ces |
regels ertoe strekken te voorkomen dat, enerzijds, roekeloze, | règles visent à éviter, d'une part, que des poursuites téméraires, |
onverantwoorde of tergende vervolgingen zouden worden ingesteld tegen | injustifiées ou vexatoires soient intentées contre les personnes |
de personen op wie die regeling van toepassing is en, anderzijds, | auxquelles ce régime est applicable et, d'autre part, que ces mêmes |
diezelfde personen te streng of met te veel toegevendheid zouden | personnes soient traitées avec trop de sévérité ou trop de clémence. |
worden behandeld. Volgens het Europees Hof dienen dergelijke | D'après la Cour européenne, de tels objectifs doivent être tenus pour |
doelstellingen legitiem te worden bevonden (EHRM, 15 oktober 2003, | légitimes (CEDH, 15 octobre 2003, Ernst et autres c. Belgique, § 50). |
Ernst en anderen t. België, § 50). | |
Het Europees Hof heeft overigens geoordeeld dat het « voorrecht van | La Cour européenne a par ailleurs jugé que le « privilège de |
rechtsmacht » dat door de nationale overheden is geregeld, niet in | juridiction » organisé par les autorités nationales ne viole pas |
strijd is met artikel 6 van het Europees Verdrag op voorwaarde dat de | l'article 6 de la Convention européenne pour autant que les droits |
gewaarborgde rechten, die de begunstigde worden ontzegd, op redelijke | garantis, dont est privé le bénéficiaire, soient compensés |
wijze worden gecompenseerd door andere middelen (EHRM, 15 oktober | raisonnablement par d'autres moyens (CEDH, 15 octobre 2003, Ernst et |
2003, Ernst en anderen t. België, § 53; 30 april 2003, Cordova t. Italië, § 65). | autres c. Belgique, § 53; 30 avril 2003, Cordova c. Italie, § 65). |
B.9. In afwijking van het gemeen strafprocesrecht voorzien de in het | B.9. Par dérogation à la procédure pénale de droit commun, les |
geding zijnde bepalingen voor de magistraten van eerste aanleg niet in | dispositions en cause ne prévoient pas, pour les magistrats de |
de tussenkomst van een onderzoeksgerecht om, in de loop van het | première instance, l'intervention d'une juridiction d'instruction afin |
gerechtelijk onderzoek, toezicht te houden op de regelmatigheid van de | de contrôler, au cours de l'instruction, la régularité de la procédure |
rechtspleging en als beroepsinstantie uitspraak te doen over | et de statuer en tant qu'instance de recours sur les décisions du |
beslissingen van de als onderzoeksrechter aangewezen magistraat en om, | magistrat désigné en tant que juge d'instruction et afin de régler la |
bij het afsluiten van het gerechtelijk onderzoek, de rechtspleging te regelen. | procédure au terme de l'instruction. |
B.10.1. Gelet op de logica van het geldende stelsel, waarbij niet is | B.10.1. Dans la logique du système établi, qui ne prévoit pas de |
voorzien in een mogelijkheid van beroep tegen de door het hof van | possibilité de recours contre la décision rendue par la cour d'appel, |
beroep gewezen beslissing, is het niet zonder redelijke verantwoording | il n'est pas sans justification raisonnable que le législateur n'ait |
dat de wetgever evenmin heeft voorzien in een mogelijkheid van beroep | pas davantage prévu une possibilité de recours contre les décisions |
tegen de beslissingen genomen door de als onderzoeksrechter aangewezen | rendues par le magistrat désigné en tant que juge d'instruction sur |
magistraat op de aan hem gerichte verzoeken, op voorwaarde dat aan de | des requêtes qui lui sont présentées, à condition que suffisamment de |
betrokken magistraten voldoende waarborgen worden geboden ter | garanties soient offertes aux magistrats concernés en vue de respecter |
eerbiediging van het recht van de verdediging. | le droit de la défense. |
B.10.2. In dat verband heeft het Hof, bij zijn arrest nr. 131/2016 van 20 oktober 2016, geoordeeld : | B.10.2. A cet égard, la Cour a jugé, par son arrêt n° 131/2016 du 20 octobre 2016 : |
« B.10.2. [...] | « B.10.2. [...] |
De wetgever vermocht ervan uit te gaan dat, wat de magistraten van de | Le législateur a pu considérer qu'en ce qui concerne les magistrats |
hoven van beroep betreft, voldoende waarborgen worden geboden door het | des cours d'appel, le fait que les fonctions de juge d'instruction |
feit dat het ambt van onderzoeksrechter wordt uitgeoefend door een | soient exercées par un magistrat désigné à cette fin par le premier |
magistraat die daartoe is aangewezen door de eerste voorzitter van het | président de la cour d'appel d'un ressort autre que le leur, le fait |
hof van beroep van een ander rechtsgebied dan het hunne, door het feit | qu'ils soient jugés par le plus haut juge du fond qui relève d'un |
dat zij worden berecht door de hoogste feitenrechter die behoort tot | ressort autre que le leur et l'intervention de la Cour de cassation, |
een ander rechtsgebied dan het hunne, en door de tussenkomst van het | qui doit décider des suites qu'il y a lieu de réserver à la procédure, |
Hof van Cassatie dat moet beslissen over het gevolg dat aan de | |
procedure moet worden gegeven. Zoals is vermeld in B.5.3, kan het Hof | offrent des garanties suffisantes. Comme il est dit en B.5.3, la Cour |
van Cassatie, uitspraak doende in raadkamer, daarbij beslissen dat er | de cassation, statuant en chambre du conseil, peut décider à cette |
geen reden tot vervolging is, dan wel de zaak rechtstreeks verwijzen | occasion qu'il n'y a pas lieu à poursuivre ou à renvoyer directement |
naar het hof van beroep indien er voldoende bezwaren zijn, of nog, | l'affaire à la cour d'appel si les charges sont suffisantes, ou encore |
bijkomende onderzoekshandelingen vorderen. | à requérir des actes d'instruction complémentaires. |
Aldus wordt aan de magistraten bij de hoven van beroep de waarborg | Les magistrats des cours d'appel ont donc la garantie que la Cour de |
geboden dat het Hof van Cassatie, zoals een onderzoeksgerecht in de | cassation, comme une juridiction d'instruction dans la procédure |
gemeenrechtelijke strafprocedure, overgaat tot de regeling van de | pénale de droit commun, procède au règlement de la procédure et |
rechtspleging en daarbij de toereikendheid van de bezwaren en de | examine à cette occasion si les charges sont suffisantes et si la |
regelmatigheid van de rechtspleging beoordeelt. B.11.1. Uit de rechtspleging in de zaak voor het verwijzende rechtscollege blijkt evenwel dat, wanneer het Hof van Cassatie bijkomend onderzoek heeft gevorderd en de zaak te dien einde heeft verwezen naar de eerste voorzitter van een ander hof van beroep dan dat van het rechtsgebied van de betrokken magistraat opdat die een onderzoeksmagistraat aanwijst, de procureur-generaal bij dat hof van beroep bevoegd wordt geacht om bij het afsluiten van het gevorderde onderzoek te beslissen of de zaak al dan niet naar het vonnisgerecht moet worden verwezen, zonder dat ter zake een nieuwe beslissing van het Hof van Cassatie vereist is. In zoverre er aldus bij het afsluiten van het door het Hof van Cassatie gevorderde onderzoek geen tussenkomst is van een gerechtelijk orgaan dat in het kader van een tegensprekelijke procedure overgaat tot de regeling van de rechtspleging en daarbij de toereikendheid van de bezwaren en de regelmatigheid van de rechtspleging beoordeelt, wordt op onevenredige wijze afbreuk gedaan aan de rechten van de betrokken magistraten bij de hoven van beroep en hun mededaders en medeplichtigen. B.11.2. In de in B.11.1 vermelde interpretatie zijn de in het geding | procédure est régulière. B.11.1. Cependant, la procédure dans l'affaire soumise à la juridiction a quo fait apparaître que, lorsque la Cour de cassation a requis des devoirs complémentaires et a, à cette fin, renvoyé l'affaire au premier président d'une cour d'appel autre que celle du ressort du magistrat concerné afin qu'il désigne un magistrat instructeur, le procureur général près cette cour d'appel est réputé compétent pour décider, au terme de l'instruction requise, si l'affaire doit ou non être renvoyée à la juridiction de jugement, sans qu'une nouvelle décision de la Cour de cassation soit requise en la matière. Dès lors, dans la mesure où, au terme de l'instruction requise par la Cour de cassation, il n'y a pas d'intervention d'un organe juridictionnel qui procède, dans le cadre d'une procédure contradictoire, au règlement de la procédure et examine ce faisant si les charges sont suffisantes et si la procédure est régulière, il est porté une atteinte disproportionnée aux droits des magistrats des cours d'appel concernés et de leurs coauteurs et complices. B.11.2. Dans l'interprétation mentionnée en B.11.1, les dispositions |
zijnde bepalingen niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de | en cause ne sont pas compatibles avec les articles 10 et 11 de la |
Grondwet, en dienen de prejudiciële vragen bevestigend te worden | Constitution et les questions préjudicielles appellent une réponse |
beantwoord. | affirmative. |
B.12. De in het geding zijnde bepalingen kunnen het voorwerp uitmaken | B.12. Les dispositions en cause peuvent toutefois faire l'objet d'une |
van een andere interpretatie volgens welke de zaak, na het beëindigen | autre interprétation selon laquelle, au terme de l'instruction requise |
van het door het Hof van Cassatie gevorderde onderzoek, aan dat Hof | par la Cour de cassation, l'affaire doit être renvoyée à cette Cour, |
moet worden teruggezonden, waarvan de bevoegdheid in deze procedure vergelijkbaar is met die van een onderzoeksgerecht en dat in het kader van een tegensprekelijke procedure overgaat tot de regeling van de rechtspleging en daarbij de toereikendheid van de bezwaren en de regelmatigheid van de rechtspleging beoordeelt. De vervolgde magistraat bij het hof van beroep en zijn mededaders en medeplichtigen beschikken dus over de mogelijkheid om eventuele bezwaren, nietigheden of onregelmatigheden op te werpen en desgevallend het Hof van Cassatie te verzoeken om bijkomende rechtshandelingen te vorderen. In die interpretatie zijn de in het geding zijnde bepalingen | dont la compétence est, dans cette procédure, comparable à celle d'une juridiction d'instruction et qui procède, dans le cadre d'une procédure contradictoire, au règlement de la procédure et examine à cette occasion si les charges sont suffisantes et si la procédure est régulière. Le magistrat de la cour d'appel poursuivi et ses coauteurs et complices disposent alors de la possibilité de soulever d'éventuelles objections, nullités ou irrégularités et de demander, le cas échéant, à la Cour de cassation de requérir des actes d'instruction complémentaires. Dans cette interprétation, les dispositions en cause sont compatibles |
bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en dienen de | avec les articles 10 et 11 de la Constitution et les questions |
prejudiciële vragen ontkennend te worden beantwoord ». B.10.3. Wat de magistraten van eerste aanleg betreft, heeft de wetgever, door het ambt van onderzoeksrechter toe te vertrouwen aan een magistraat die daartoe is aangewezen door de eerste voorzitter van het hof van beroep en door erin te voorzien dat de betrokken magistraten door de hoogste feitenrechter moeten worden berecht, hun welbepaalde waarborgen willen bieden die een onpartijdige en serene rechtsbedeling kunnen verzekeren, overeenkomstig het in B.4.1 vermelde doel. B.10.4. Zoals in B.4.2 wordt vermeld, is de procureur-generaal bij het hof van beroep evenwel als enige bevoegd om bij het afsluiten van het gevorderde gerechtelijk onderzoek te beslissen of de zaak al dan niet naar het vonnisgerecht moet worden verwezen. Aangezien er aldus bij het afsluiten van het gerechtelijk onderzoek, voor de magistraten van eerste aanleg, geen tussenkomst is van een onderzoeksgerecht dat in het kader van een tegensprekelijke procedure overgaat tot de regeling | préjudicielles appellent une réponse négative ». B.10.3. En ce qui concerne les magistrats de première instance, en confiant les fonctions de juge d'instruction à un magistrat désigné à cette fin par le premier président de la cour d'appel et en prévoyant que les magistrats concernés doivent être jugés par le plus haut juge du fond, le législateur a entendu leur offrir des garanties déterminées de nature à assurer une administration de la justice impartiale et sereine, conformément à l'objectif mentionné en B.4.1. B.10.4. Cependant, comme il est dit en B.4.2, le procureur général près la cour d'appel est seul compétent pour décider, au terme de l'instruction requise, si l'affaire doit ou non être renvoyée à la juridiction de jugement. Etant donné qu'au terme de l'instruction, il n'y a pas, pour les magistrats de première instance, d'intervention d'une juridiction d'instruction qui procède, dans le cadre d'une |
van de rechtspleging en daarbij de toereikendheid van de bezwaren en | procédure contradictoire, au règlement de la procédure et examine ce |
de regelmatigheid van de rechtspleging beoordeelt, zoals dat het geval | faisant si les charges sont suffisantes et si la procédure est |
is bij het Hof van Cassatie voor de magistraten van de hoven van | régulière, comme c'est le cas de la Cour de cassation pour les |
beroep, doen de in het geding zijnde bepalingen op onevenredige wijze | magistrats des cours d'appel, les dispositions en cause portent une |
afbreuk aan de rechten van de betrokken magistraten in zoverre zij | atteinte disproportionnée aux droits des magistrats concernés en ce |
niet voorzien in de tussenkomst van een onderzoeksgerecht om, in de | qu'elles ne prévoient pas l'intervention d'une juridiction |
loop van het gerechtelijk onderzoek, toezicht te houden op de | d'instruction afin de contrôler, au cours de l'instruction, la |
regelmatigheid van de rechtspleging en als beroepsinstantie uitspraak | régularité de la procédure et de statuer en tant qu'instance de |
te doen over de beslissingen van de als onderzoeksrechter aangewezen | recours sur les décisions du magistrat désigné en tant que juge |
magistraat. | d'instruction. |
B.10.5. De artikelen 479 en 480 van het Wetboek van strafvordering | B.10.5. Les articles 479 et 480 du Code d'instruction criminelle ne |
zijn bijgevolg niet bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 13 van de | sont dès lors pas compatibles avec les articles 10, 11 et 13 de la |
Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag | Constitution, combinés avec l'article 6 de la Convention européenne |
voor de rechten van de mens. | des droits de l'homme. |
B.11. In afwachting van een optreden van de wetgever staat het, | B.11. Dans l'attente d'une intervention du législateur, dès lors que |
aangezien de in B.10.4 gedane vaststelling van de lacune is uitgedrukt | le constat de la lacune qui a été fait en B.10.4 est exprimé en des |
in voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen die toelaten de in | termes suffisamment précis et complets qui permettent l'application |
het geding zijnde bepalingen toe te passen met inachtneming van de | des dispositions en cause dans le respect des normes de référence sur |
referentienormen op grond waarvan het Hof zijn toetsingsbevoegdheid | la base desquelles la Cour exerce son contrôle, il appartient au juge |
uitoefent, aan de verwijzende rechter een einde te maken aan de | |
schending van die normen via de toepassing van de gemeenrechtelijke | a quo de mettre fin à la violation de ces normes par l'application des |
regels van de strafrechtspleging. | règles de droit commun de la procédure pénale. |
B.12. De prejudiciële vragen dienen bevestigend te worden beantwoord. | B.12. Les questions préjudicielles appellent une réponse affirmative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- De artikelen 479 en 480 van het Wetboek van strafvordering schenden | - Les articles 479 et 480 du Code d'instruction criminelle violent les |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij niet voorzien in | articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils ne prévoient pas |
de tussenkomst van een onderzoeksgerecht om, in de loop van het | l'intervention d'une juridiction d'instruction afin de contrôler, au |
gerechtelijk onderzoek, toezicht te houden op de regelmatigheid van de | cours de l'instruction, la régularité de la procédure et de statuer en |
rechtspleging en als beroepsinstantie uitspraak te doen over de | tant qu'instance de recours sur les décisions du magistrat désigné en |
beslissingen van de als onderzoeksrechter aangewezen magistraat. | tant que juge d'instruction. |
- De prejudiciële vragen behoeven geen antwoord in zoverre zij de | - Les questions préjudicielles n'appellent pas de réponse en ce |
artikelen 481 tot 482bis van het Wetboek van strafvordering beogen. | qu'elles portent sur les articles 481 à 482bis du Code d'instruction |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | criminelle. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 1 februari 2018. | la Cour constitutionnelle, le 1er février 2018. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | Le président, |
J. Spreutels | J. Spreutels |