Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 140/2017 van 30 november 2017 Rolnummer 6600 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 11, § 5, van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, gesteld door de kamer van inbeschuldi Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 140/2017 van 30 november 2017 Rolnummer 6600 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 11, § 5, van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, gesteld door de kamer van inbeschuldi Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...) Extrait de l'arrêt n° 140/2017 du 30 novembre 2017 Numéro du rôle : 6600 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 11, § 5, de la loi du 19 décembre 2003 relative au mandat d'arrêt européen, posée par la chambre des mises La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. (...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 140/2017 van 30 november 2017 Extrait de l'arrêt n° 140/2017 du 30 novembre 2017
Rolnummer 6600 Numéro du rôle : 6600
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 11, § 5, van de wet van En cause : la question préjudicielle concernant l'article 11, § 5, de
19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, gesteld la loi du 19 décembre 2003 relative au mandat d'arrêt européen, posée
door de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te par la chambre des mises en accusation de la Cour d'appel de
Brussel. Bruxelles.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L.
rechters L. Lavrysen, A. Alen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût en T. Lavrysen, A. Alen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût et T. Giet, assistée
Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 12 januari 2017 in zake het openbaar ministerie tegen Par arrêt du 12 janvier 2017 en cause du ministère public contre J.B.,
J.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 janvier
januari 2017, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof 2017, la chambre des mises en accusation de la Cour d'appel de
van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 11, § 5, van de wet van 19 december 2003 betreffende « L'article 11, § 5, de la loi du 19 décembre 2003 relative au mandat
het Europees aanhoudingsbevel, dat geïnspireerd is op artikel 35, § 4, d'arrêt européen, étant inspiré par l'article 35, § 4, de la loi du 20
van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, de juillet 1990 relative à la détention préventive, viole-t-il les
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre dat artikel niet articles 10 et 11 de la Constitution, dans la mesure où cet article ne
voorziet in de mogelijkheid van beroep tegen de beslissing (van het prévoit pas la possibilité de recours contre la décision (de la
onderzoeksgerecht) met betrekking tot de toewijzing van de borgsom aan juridiction d'instruction) relative à l'attribution de la caution à
de Staat, terwijl tegen de beslissingen genomen ter uitvoering van de l'Etat, alors que les décisions prises en application des articles 35
artikelen 35 en 36 van de genoemde wet van 20 juli 1990, krachtens et 36 de ladite loi du 20 juillet 1990 sont, en vertu de l'article 37
artikel 37 van die wet, dezelfde rechtsmiddelen openstaan als tegen de de cette loi, susceptibles des mêmes recours que les décisions prises
beslissingen die inzake voorlopige hechtenis worden genomen ? ». en matière de détention préventive ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over artikel 11, § 5, van de B.1. La Cour est interrogée sur l'article 11, § 5, de la loi du 19
wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, dat bepaalt : décembre 2003 relative au mandat d'arrêt européen qui dispose :
« [...] « [...]
De borgsom wordt aan de Staat toegewezen zodra de betrokken persoon
zonder gegronde reden van verschoning het Belgische grondgebied heeft Le cautionnement est attribué à l'Etat dès que la personne concernée,
verlaten zonder de Belgische rechterlijke autoriteiten in te lichten sans motif légitime d'excuse, a quitté le territoire belge sans en
of zich heeft onttrokken aan de tenuitvoerlegging van het Europees informer les autorités judiciaires belges ou s'est soustrait à
aanhoudingsbevel ». l'exécution du mandat d'arrêt européen ».
B.2. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of de in het geding B.2. Le juge a quo demande à la Cour si la disposition en cause viole
zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in les articles 10 et 11 de la Constitution, dans la mesure où,
zoverre zij, in tegenstelling tot artikel 37 van de wet van 20 juli contrairement à l'article 37 de la loi du 20 juillet 1990 relative à
1990 betreffende de voorlopige hechtenis, niet voorziet in de la détention préventive, elle ne prévoit pas la possibilité de recours
mogelijkheid van beroep tegen de beslissing met betrekking tot de contre la décision relative à l'attribution du cautionnement à l'Etat
toewijzing van de borgsom aan de Staat in het kader van de dans le cadre de l'exécution d'un mandat d'arrêt européen.
tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel. B.3. Artikel 35, § 4, van de voormelde wet van 20 juli 1990 bepaalt : « De rechter kan ook de voorafgaande en volledige betaling van een borgsom vorderen, waarvan hij het bedrag bepaalt. Hij kan zijn beslissing met name gronden op ernstige vermoedens dat gelden of waarden afkomstig van het misdrijf in het buitenland zijn geplaatst ofwel verborgen gehouden. De borgsom wordt in de Deposito- en Consignatiekas gestort en het openbaar ministerie doet, op vertoon van het ontvangstbewijs, de beschikking of het arrest van invrijheidstelling ten uitvoer leggen. Niettegenstaande de termijn bepaald in artikel 35, § 1, en B.3. L'article 35, § 4, de la loi précitée du 20 juillet 1990 dispose : « Le juge peut également exiger le paiement préalable et intégral d'un cautionnement, dont il fixe le montant. Il peut motiver sa décision notamment sur la base de sérieux soupçons que des fonds ou des valeurs tirés de l'infraction ont été placés à l'étranger ou dissimulés. Le cautionnement est versé à la Caisse des dépôts et consignations, et le ministère public, au vu du récépissé, fait exécuter l'ordonnance ou l'arrêt de mise en liberté. Nonobstant le délai fixé à l'article 35, § 1er, et sans préjudice de
onverminderd de toepassing van artikel 36, wordt de borgsom l'application de l'article 36, le cautionnement est restitué si
teruggegeven indien de verdachte bij alle proceshandelingen, alsook l'inculpé s'est présenté à tous les actes de la procédure et pour
ter tenuitvoerlegging van het vonnis, verschenen is. Wanneer de veroordeling voorwaardelijk is, is het voldoende dat de verdachte bij alle proceshandelingen verschenen is. De borgsom wordt toegewezen aan de Staat, zodra gebleken is dat de verdachte zonder wettige reden van verschoning niet verschenen is bij enige proceshandeling of ter tenuitvoerlegging van het vonnis. In geval echter van buitenvervolgingstelling, vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging, voorwaardelijke veroordeling of verjaring van de strafvordering, beveelt het vonnis of het arrest de teruggave, onder voorbehoud van de buitengewone kosten waartoe de niet-verschijning aanleiding mocht hebben gegeven. De niet-verschijning van de verdachte bij een proceshandeling wordt l'exécution du jugement. Si la condamnation est conditionnelle, il suffit que l'inculpé se soit présenté à tous les actes de la procédure. Le cautionnement est attribué à l'Etat dès que l'inculpé, sans motif légitime d'excuse, est resté en défaut de se présenter à un acte quelconque de la procédure ou pour l'exécution du jugement. Néanmoins, en cas de renvoi des poursuites, d'acquittement, d'absolution, de condamnation conditionnelle ou de prescription de l'action publique, le jugement ou l'arrêt en ordonne la restitution, sauf prélèvement des frais extraordinaires auxquels le défaut de se présenter aura pu donner lieu. Le défaut, par l'inculpé, de s'être présenté à un acte de la procédure
vastgesteld door het vonnis of het arrest van veroordeling, waarbij est constaté par le jugement ou l'arrêt de condamnation, lequel
eveneens verklaard wordt dat de borgsom aan de Staat vervalt. déclare, en même temps, que le cautionnement est acquis à l'Etat.
De niet-verschijning van de veroordeelde ter tenuitvoerlegging van het Le défaut, par le condamné, de se présenter pour l'exécution du
vonnis wordt, op vordering van het openbaar ministerie, vastgesteld jugement est constaté, sur les réquisitions du ministère public, par
door de rechtbank die de veroordeling heeft uitgesproken. Het vonnis le tribunal qui a prononcé la condamnation. Le jugement déclare, en
verklaart tevens dat de borgsom aan de Staat vervalt ». même temps, que le cautionnement est acquis à l'Etat ».
Artikel 37 van dezelfde wet bepaalt : L'article 37 de la même loi dispose :
« De beslissingen genomen ter uitvoering van de artikelen 35 en 36 « Les décisions prises en application des articles 35 et 36 sont
worden aan de partijen betekend met inachtneming van de vormen bepaald
voor de voorlopige hechtenis. Tegen deze beslissingen staan dezelfde signifiées aux parties dans les formes prévues en matière de détention
rechtsmiddelen open als tegen de beslissingen die inzake voorlopige préventive et sont susceptibles des mêmes recours que les décisions
hechtenis worden genomen. prises en cette matière.
[...] ». [...] ».
B.4. In tegenstelling tot artikel 37 van de voormelde wet van 20 juli B.4. Contrairement à l'article 37 de la loi précitée du 20 juillet
1990, wordt bij het in het geding zijnde artikel 11, § 5, van de wet
van 19 december 2003 niet uitdrukkelijk een beroep georganiseerd voor 1990, l'article 11, § 5, de la loi du 19 décembre 2003 en cause
de verdachte of de beklaagde tegen wie een Europees aanhoudingsbevel n'organise pas expressément de recours dans le chef de l'inculpé ou du
prévenu à l'encontre duquel un mandat d'arrêt européen a été décerné
is uitgevaardigd en aan wie men weigert de borgsom terug te geven. et auquel on oppose un refus de restituer le cautionnement.
In de parlementaire voorbereiding van de wet van 19 december 2003 op Toutefois, les travaux préparatoires de la loi du 19 décembre 2003 sur
het aanhoudingsbevel wordt echter vermeld : le mandat d'arrêt indiquent que :
« In de geest van de wederzijdse erkenning blijven de procedurele « En effet, conformément à l'esprit de la reconnaissance mutuelle, les
aspecten van het Europees aanhoudingsbevel immers onderworpen aan het aspects procéduraux de l'exécution du mandat d'arrêt européen restent
nationale recht van de lidstaten. In dit verband moesten zowel de soumis au droit interne des Etats membres. A cet égard, il importait
doeltreffendheid van de rechtsbedeling als de naleving van de d'assurer à la fois l'efficacité du déroulement de la justice et la
grondrechten van de persoon tegen wie het aanhoudingsbevel is garantie du respect des droits fondamentaux de la personne faisant
uitgevaardigd, worden gewaarborgd. Daarom heeft de regering ervoor l'objet du mandat d'arrêt européen. Dans cette optique, le
gekozen de procedure die thans in het Belgische recht met betrekking gouvernement a choisi de reprendre le plus largement possible la
tot de voorlopige hechtenis van kracht is, zoveel mogelijk over te procédure actuellement [en] vigueur en droit belge en matière de
nemen » (Parl. St., Kamer, memorie van toelichting, 2003-2004, DOC détention préventive » (Doc. parl., Chambre, exposé des motifs,
51-279/001, p. 8). 2003-2004, DOC 51-279/001, p. 8).
Diezelfde bedoeling werd in herinnering gebracht met betrekking tot
afdeling 2 van het wetsontwerp met betrekking tot de procedure van Cette même intention est rappelée à propos de la section 2 du projet
tenuitvoerlegging, waarin wordt vermeld dat « de regering [...] ervoor de loi relative à la procédure d'exécution, qui mentionne que « le
gekozen [heeft] om de procedure van tenuitvoerlegging van het bevel gouvernement a choisi de faire en sorte que la procédure d'exécution
maximaal in overeenstemming te brengen met de procedure die in het de celui-ci corresponde le plus largement possible à la procédure en
Belgische recht inzake de voorlopige hechtenis van kracht is » (ibid., vigueur en droit belge en matière de détention préventive » (ibid., p.
p. 18), waarbij in de bespreking van het in het geding zijnde artikel 18), le commentaire de l'article 11 en cause renvoyant expressément à
11 uitdrukkelijk wordt verwezen naar de wet van 20 juli 1990 op de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive :
voorlopige hechtenis : « De laatste leden van paragraaf 4 van artikel 11 betreffen de « Les derniers alinéas du paragraphe 4 de l'article 11 disposent des
gevolgen van niet-naleving van de voorwaarden voor de conséquences du non-respect des conditions imposées à la mise en
invrijheidstelling, evenals de mogelijkheden om die voorwaarden aan te liberté, ainsi que des possibilités d'adapter ou de supprimer toutes
passen of te schrappen naargelang het verloop van de situatie. Die ou certaines de ces conditions en fonction de l'évolution de la
bepalingen zijn gegrond op de artikelen 36, § 1, en 38, § 2, van de situation. Ils s'inspirent des articles 36, paragraphe 1er, et 38,
wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis. paragraphe 2 de la loi du 20 juillet 1990 sur la détention préventive.
Zoals bepaald in artikel 35, § 4, van de wet van 1990 kan de Comme il est prévu à l'article 35, paragraphe 4, de la loi de 1990, la
invrijheidstelling afhankelijk worden gesteld van de voorafgaande en mise en liberté peut être subordonnée au paiement préalable et
volledige betaling van een borgsom, waarvan de onderzoeksrechter het intégral d'un cautionnement dont le juge d'instruction fixe le
bedrag bepaalt. Voornoemde voorwaarden en modaliteiten zijn conform montant. Ces conditions et modalités sont conformes au régime
het stelsel van toepassing in het kader van de wet op de voorlopige applicable dans le cadre de la loi sur la détention préventive »
hechtenis » (ibid, p. 21). (ibid., p. 21).
B.5. Het is zonder redelijke verantwoording dat aan de beklaagde het B.5. Il est sans justification raisonnable de refuser au prévenu le
recht wordt geweigerd op beroep tegen de beslissing tot toewijzing van droit d'introduire un recours contre la décision d'attribution d'un
een borgsom aan de Staat in het kader van de tenuitvoerlegging van een
Europees aanhoudingsbevel in te stellen terwijl dat recht voor de cautionnement à l'Etat dans le cadre de l'exécution d'un mandat
verdachte of de beklaagde, in dezelfde situatie, wordt georganiseerd d'arrêt européen, alors que ce droit est organisé pour l'inculpé ou le
op grond van de wet van 20 juli 1990. prévenu, dans la même situation, sur la base de la loi du 20 juillet
Daaruit volgt dat de beslissing waarbij de borgsom aan de Staat wordt 1990. Il en résulte que la décision attribuant le cautionnement à l'Etat
toegewezen in het kader van de wet op het Europees aanhoudingsbevel, dans le cadre de la loi sur le mandat d'arrêt européen doit pouvoir
het voorwerp moet kunnen uitmaken van een beroep. faire l'objet d'un recours.
B.6. De in het geding zijnde bepaling is niet bestaanbaar met de B.6. La disposition en cause n'est pas compatible avec les articles 10
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij niet voorziet in et 11 de la Constitution, en ce qu'elle ne prévoit pas une possibilité
een beroepsmogelijkheid tegen de beslissing waarbij een borgsom aan de de recours contre la décision attribuant un cautionnement à l'Etat
Staat wordt toegewezen in het kader van de uitvoering van de wet op dans le cadre de l'exécution de la loi sur le mandat d'arrêt européen.
het Europees aanhoudingsbevel.
B.7. Aangezien de in B.5 gedane vaststelling van de lacune is B.7. Dès lors que le constat de la lacune qui a été fait en B.5 est
uitgedrukt in voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen die exprimé en des termes suffisamment précis et complets qui permettent
toelaten de in het geding zijnde bepaling toe te passen met l'application de la disposition en cause dans le respect des normes de
inachtneming van de referentienormen op grond waarvan het Hof zijn référence sur la base desquelles la Cour exerce son contrôle, il
toetsingsbevoegdheid uitoefent, staat het aan de verwijzende rechter appartient au juge a quo de mettre fin à la violation de ces normes.
een einde te maken aan de schending van die normen.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 11, § 5, van de wet van 19 december 2003 betreffende het L'article 11, § 5, de la loi du 19 décembre 2003 relative au mandat
Europees aanhoudingsbevel schendt de artikelen 10 en 11 van de d'arrêt européen viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce
Grondwet in zoverre het niet voorziet in een beroepsmogelijkheid tegen qu'il ne prévoit pas de possibilité de recours contre la décision qui
de beslissing waarbij de borgsom aan de Staat wordt toegewezen. attribue le cautionnement à l'Etat.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 30 november 2017. la Cour constitutionnelle, le 30 novembre 2017.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
J. Spreutels J. Spreutels
^