← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 90/2017 van 6 juli 2017 Rolnummer : 6560 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 10, § 3, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde
gezinsbijslag, gesteld door de Arbeidsrechtbank t Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 90/2017 van 6 juli 2017 Rolnummer : 6560 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 10, § 3, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, gesteld door de Arbeidsrechtbank t Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...) | Extrait de l'arrêt n° 90/2017 du 6 juillet 2017 Numéro du rôle : 6560 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 10, § 3, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales garanties, posée par le Tribunal La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 90/2017 van 6 juli 2017 | Extrait de l'arrêt n° 90/2017 du 6 juillet 2017 |
Rolnummer : 6560 | Numéro du rôle : 6560 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 10, § 3, van de | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 10, § 3, de |
wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, | la loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales |
gesteld door de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Gent. | garanties, posée par le Tribunal du travail de Gand, division Gand. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de | composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. |
rechters L. Lavrysen, A. Alen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût en T. | Lavrysen, A. Alen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût et T. Giet, assistée |
Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président E. De Groot, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 25 november 2016 in zake F.F. tegen het Federaal | Par jugement du 25 novembre 2016 en cause de F.F. contre l'Agence |
Agentschap voor de Kinderbijslag (Famifed), waarvan de expeditie ter | fédérale pour les allocations familiales (Famifed), dont l'expédition |
griffie van het Hof is ingekomen op 12 december 2016, heeft de | est parvenue au greffe de la Cour le 12 décembre 2016, le Tribunal du |
Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Gent, de volgende prejudiciële | travail de Gand, division Gand, a posé la question préjudicielle |
vraag gesteld : | suivante : |
« Schendt artikel 10 § 3 van de wet van 20 juli 1971 de artikelen 10 | « L'article 10, § 3, de la loi du 20 juillet 1971 [instituant des |
en 11 van de Grondwet doordat kinderen ten behoeve waarvan vóór hun | prestations familiales garanties] viole-t-il les articles 10 et 11 de |
la Constitution, en ce que les enfants en faveur desquels des | |
plaatsing in een instelling kinderbijslag werd betaald op grond van de | allocations familiales étaient payées sur la base du régime général |
algemene kinderbijslagregeling (artikel [...] 70 van de algemene | des allocations familiales (article 70 de la loi générale du 19 |
décembre 1939 relative aux allocations familiales) avant leur | |
kinderbijslagwet van 19 december 1939) gedurende het verder verloop | placement dans une institution ne peuvent jamais bénéficier, durant la |
van de plaatsing in een instelling en bij verandering van de | suite de leur placement et en cas de changement du régime |
toepasselijke kinderbijslagregeling nooit in aanmerking kunnen komen | |
voor een forfaitaire bijzondere bijslag zoals voorzien in artikel 10 § | d'allocations familiales applicable, d'une allocation forfaitaire |
3 van de wet van 20 juli 1971, terwijl kinderen ten behoeve waarvan | spéciale, telle que prévue par l'article 10, § 3, de la loi du 20 |
vóór hun plaatsing in een instelling gewaarborgde gezinsbijslag werd | juillet 1971, alors que les enfants en faveur desquels une prestation |
toegekend, gedurende het verloop van de plaatsing in een instelling en | familiale garantie était attribuée avant leur placement dans une |
bij verandering van de toepasselijke kinderbijslagregeling in | institution peuvent, pendant leur placement et en cas de changement du |
aanmerking kunnen komen voor toepassing van de algemene | régime d'allocations familiales applicable, bénéficier de |
kinderbijslagregeling (artikel 70 van de algemene kinderbijslagwet) | l'application du régime général des allocations familiales (article 70 |
zonder dat dit afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat ten | de la loi générale relative aux allocations familiales), sans que |
cette application soit soumise à la condition que des allocations | |
behoeve van hen vóór de plaatsing kinderbijslag werd toegekend ? ». | familiales aient été attribuées en leur faveur avant leur placement ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 10 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van | B.1. L'article 10 de la loi du 20 juillet 1971 instituant des |
gewaarborgde gezinsbijslag (hierna : wet van 20 juli 1971) bepaalt : | prestations familiales garanties (ci-après : loi du 20 juillet 1971) |
« § 1. De gezinsbijslag bedoeld in deze wet is niet verschuldigd ten | dispose : « § 1er. Les prestations familiales prévues par la présente loi ne |
behoeve van een kind dat ten laste van een openbare overheid, | sont pas dues en faveur d'un enfant placé à charge d'une autorité |
geplaatst is in een instelling of bij een particulier. | publique, dans une institution ou chez un particulier. |
[...] | [...] |
§ 3. In afwijking van § 1, wanneer een kind is geplaatst in een | § 3. Par dérogation au § 1er, lorsqu'un enfant est placé dans une |
instelling, ten laste van een openbare overheid, wordt een forfaitaire | institution à charge d'une autorité publique, une allocation |
bijzondere bijslag toegekend aan de persoon die krachtens deze wet de | forfaitaire spéciale est accordée à la personne qui bénéficiait des |
kinderbijslag genoot voor dat kind, onmiddellijk voorafgaand aan de | allocations familiales pour cet enfant en vertu de la présente loi, |
genoemde maatregel, en die het kind gedeeltelijk blijft opvoeden in de | immédiatement avant ladite mesure, et qui continue à élever l'enfant |
zin van artikel 69 van de samengeordende wetten betreffende de | partiellement au sens de l'article 69 des lois coordonnées relatives |
kinderbijslag voor loonarbeiders, op voorwaarde dat de persoon die het | aux allocations familiales, à condition que la personne qui supportait |
kind vóór deze maatregel hoofdzakelijk ten laste had alle voorwaarden | la charge principale de l'enfant avant cette mesure continue à remplir |
bedoeld in de artikelen 1 en 3 blijft vervullen, met uitzondering van | toutes les conditions visées aux articles 1er et 3, à l'exception de |
de last, en dat het kind de voorwaarden bedoeld in artikel 2 blijft | la charge, et que l'enfant continue à remplir les conditions visées à |
vervullen. | l'article 2. |
Indien het belang van het geplaatste kind dit vordert, kan de | Si l'intérêt de l'enfant placé l'exige, le tribunal de la jeunesse de |
jeugdrechtbank van de hoofdverblijfplaats, in de zin van artikel 3, | la résidence principale, au sens de l'article 3, alinéa 1er, 5°, de la |
eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een | loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes |
Rijksregister van de natuurlijke personen, van de ouders, voogden of | physiques, des parents, tuteurs ou personnes qui ont la garde de |
diegenen die het kind onder hun bescherming hebben, hetzij van ambtswege, hetzij op eenvoudige vordering van een lid van de familie en na de in het eerste lid bedoelde personen te hebben gehoord of opgeroepen, ofwel beslissen over de aanwending ten bate van het kind van de bijzondere bijslag, ofwel voor het kind een te allen tijde afzetbare bijzondere voogd aanstellen, gelast over deze bijzondere bijslag te beschikken voor de behoeften van het kind. Deze bijslag kan in geen geval worden uitbetaald aan de particulier aan wie het kind is toevertrouwd of aan een andere persoon in zijn gezin, noch aan de instelling waarin het kind is geplaatst ». | l'enfant peut, soit d'office, soit sur simple réquisition d'un membre de la famille et après avoir entendu ou appelé les personnes visées à l'alinéa 1er, ou bien décider, en faveur de l'enfant, de l'emploi de l'allocation spéciale, ou bien désigner à l'enfant un tuteur ad hoc, toujours révocable, chargé de disposer de cette allocation spéciale pour les besoins de l'enfant. Cette allocation ne peut en aucun cas être payée au particulier à qui l'enfant est confié ou à une autre personne dans sa famille, ni à l'institution où l'enfant a été placé ». |
B.2. Artikel 70 van de Algemene Kinderbijslagwet (hierna : AKBW) | B.2. L'article 70 de la loi générale du 19 décembre 1939 relative aux |
bepaalt : | allocations familiales dispose : |
« De kinderbijslag verschuldigd ten behoeve van een kind dat door | « Les allocations familiales dues en faveur d'un enfant placé par |
bemiddeling of ten laste van een openbare overheid geplaatst is in een | l'intermédiaire ou à charge d'une autorité publique dans une |
instelling, wordt betaald ten belope van : | institution, sont payées à concurrence : |
1° twee derden aan die instelling of de particulier, zonder dat dit | 1° de deux tiers à l'institution ou au particulier, sans que cette |
gedeelte hoger mag zijn dan het bedrag dat de Koning kan vaststellen | part dépasse un montant que le Roi peut fixer pour certaines |
voor bepaalde categorieën van kinderen; | catégories d'enfants; |
2° het saldo aan de natuurlijke persoon bedoeld bij artikel 69. | 2° du solde à la personne physique visée à l'article 69. |
Indien de in het eerste lid, 2°, bedoelde persoon echter geldelijk | Toutefois, si la personne visée à l'alinéa 1er, 2°, est tenue |
dient bij te dragen in de onderhoudskosten van het kind, wordt zijn | d'intervenir pécuniairement dans les frais d'entretien de l'enfant, le |
bijdrage verminderd met het bedrag van de overeenkomstig het eerste | montant des allocations familiales versées conformément à l'alinéa 1er, |
lid, 1°, gestorte kinderbijslag. | 1°, est porté en déduction de son intervention. |
In afwijking van het eerste lid wordt de kinderbijslag, verschuldigd | Par dérogation à l'alinéa 1er les allocations familiales dues en |
ten behoeve van een kind dat met toepassing van de reglementering | faveur d'un enfant placé, en application de la réglementation relative |
betreffende de jeugdbescherming in een instelling geplaatst is ten | à la protection de la jeunesse, dans une institution à charge de |
laste van de bevoegde overheid, ten belope van twee derden uitbetaald | l'autorité compétente, sont payées à concurrence de deux tiers à cette |
aan die overheid zonder dat dit gedeelte hoger mag zijn dan het bedrag | autorité, sans que cette part dépasse un montant que le Roi peut fixer |
dat de Koning kan vaststellen voor bepaalde categorieën van kinderen. | pour certaines catégories d'enfants. |
Over de aanwending van het saldo ten behoeve van het kind wordt | L'affectation du solde en faveur de l'enfant est décidée d'office, |
ambtshalve beslist, naar gelang van het geval : | suivant le cas : |
1° door de jeugdrechtbank die de plaatsing in een instelling heeft | 1° par le tribunal de la jeunesse qui a ordonné le placement dans une |
bevolen; | institution; |
2° door de overheid, aangeduid door een Gemeenschap of door de | 2° par 1'autorité, désignée par une Communauté ou par la Commission |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, die | |
tot die plaatsing heeft beslist, onverminderd het recht van de | communautaire commune de Bruxelles-Capitale, qui a décidé ce |
betrokkenen om zich bij verzoekschrift te wenden tot de jeugdrechtbank | placement, sans préjudice du droit des intéressés d'introduire une |
van de hoofdverblijfplaats van de ouders, de voogden, de kinderen of | requête au tribunal de la jeunesse de la résidence principale des |
diegenen die het kind onder hun bewaring hebben, in de zin van artikel | parents, tuteurs, enfants ou personnes qui ont la garde de l'enfant, |
3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een | au sens de l'article 3, alinéa 1er, 5°, de la loi du 8 août 1983 |
Rijksregister van de natuurlijke personen. | organisant un Registre national des personnes physiques. |
Indien het belang van het geplaatste kind dit vordert, kan de | Si l'intérêt de l'enfant placé l'exige, le tribunal de la résidence |
jeugdrechter van de hoofdverblijfplaats in de zin van artikel 3, | principale au sens de l'article 3, alinéa 1er, 5°, de la loi du 8 août |
eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een | 1983 organisant un Registre national des personnes physiques des |
Rijksregister van de natuurlijke personen van de ouders, voogden of | parents, tuteurs ou personnes qui ont la garde de l'enfant peut, soit |
degenen die het kind onder hun bescherming hebben, hetzij van | d'office soit sur simple réquisition d'un membre de la famille et |
ambtswege, hetzij op eenvoudige vordering van een lid der familie en | après avoir entendu ou appelé les personnes visées à l'alinéa 1er, ou |
na de in het eerste lid bedoelde personen te hebben gehoord of | |
opgeroepen, ofwel beslissen over de aanwending, ten bate van het kind, | bien décider, en faveur de l'enfant, de l'emploi du montant visé à |
van het bedrag bepaald in het eerste lid, 2°, ofwel voor dit kind een | l'alinéa 1er, 2°, ou bien désigner à l'enfant un tuteur ad hoc |
te allen tijde afzetbare bijzondere voogd aanstellen, gelast over dit | toujours révocable, chargé de disposer de cette somme pour les besoins |
bedrag te beschikken voor de behoeften van het kind ». | de l'enfant ». |
B.3. De wet van 20 juli 1971 voorziet in een residuair stelsel van de | B.3. La loi du 20 juillet 1971 prévoit un régime résiduel |
kinderbijslag. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt die bedoeling | d'allocations familiales. Les travaux préparatoires font apparaître |
van de wetgever om een residuair stelsel in te voeren zodat de | que le législateur entendait instaurer un régime résiduel pour que les |
kinderen die geen begunstigde zijn in een ander stelsel ook het | enfants qui ne sont pas bénéficiaires dans un autre régime bénéficient |
voordeel van de gezinsbijslag zouden genieten : | également des prestations familiales : |
« Er zijn sommige kinderen voor wie momenteel de kinderbijslag niet | « Dans l'état actuel de la législation, certains enfants ne peuvent |
kan worden uitbetaald omdat er in hunnen hoofde geen rechthebbende is | bénéficier des allocations familiales du fait qu'il n'y a, de leur |
noch in het stelsel der werknemers noch in het stelsel der | chef, aucun attributaire, ni dans le régime des salariés ou des |
zelfstandigen. Het is derhalve nodig een residuair stelsel van | employés, ni dans celui des indépendants. D'où la nécessité de créer |
kinderbijslag in te richten » (Parl. St., Senaat, 1970-1971, nr. 576, | un régime résiduaire dans le secteur des allocations familiales » |
p. 1). | (Doc. parl., Sénat, 1970-1971, n° 576, p. 1). |
Aldus streefde de wetgever ernaar een grotere gelijkheid tussen | Le législateur entendait ainsi garantir une plus grande égalité entre |
kinderen te waarborgen door « in een gewaarborgde kinderbijslag te | les enfants en prévoyant « une allocation familiale garantie pour |
voorzien voor elk kind ten laste en dit omwille van het bestaan ervan | chaque enfant à charge, en raison même de son existence » (Doc. parl., |
» (Parl. St., Senaat, 1969-1970, nr. 80, p. 1). | Sénat, 1969-1979, n° 80, p. 1). |
B.4. De keuze van de wetgever om kinderen die niet ten laste zijn van | B.4. Le choix du législateur d'exclure du système des prestations |
een natuurlijke persoon uit te sluiten van het systeem van | familiales garanties les enfants qui ne sont pas à la charge d'une |
gewaarborgde gezinsbijslag, is een uitdrukkelijke keuze die ingegeven | personne physique est un choix explicite, inspiré par le constat que |
is door de vaststelling dat die kinderen reeds volledig ten laste van | ces enfants sont déjà totalement à la charge de l'autorité publique, |
de overheid zijn zodat er geen nood is om ten behoeve van hen de | si bien qu'il n'est pas nécessaire d'octroyer des prestations |
gewaarborgde gezinsbijslag toe te kennen. | familiales garanties en leur faveur. |
Hij heeft er derhalve voor gekozen bij de plaatsing van een kind in | Par conséquent, le législateur a choisi de mettre en principe un terme |
een instelling de voor dat kind toegekende gewaarborgde gezinsbijslag | aux prestations familiales garanties en faveur d'un enfant lorsque |
in beginsel stop te zetten (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nrs. 1184/1 | celui-ci est placé dans une institution (Doc. parl., Chambre, |
en 1185/1, p. 59). Tegelijkertijd beoogde hij de familiale en | 1996-1997, nos 1184/1 et 1185/1, p. 59). Dans le même temps, il |
financiële weerslag van die keuze te milderen door het instellen van | entendait atténuer les conséquences familiales et financières de ce |
een forfaitaire bijzondere bijslag, die immers tot doel heeft | choix en instaurant une allocation forfaitaire spéciale, qui a en |
enerzijds de armoede te bestrijden en anderzijds de banden van de | effet pour but, d'une part, de lutter contre la pauvreté, et, d'autre |
geplaatste kinderen met het gezin van oorsprong te herstellen (Parl. | part, de rétablir les liens des enfants placés avec leur famille |
St., Kamer, 1996-1997, nr. 1184/14, p. 22). | d'origine (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 1184/14, p. 22). |
B.5. De toekenning van kinderbijslag strekt in hoofdzaak ertoe bij te | B.5. L'octroi d'allocations familiales vise principalement à |
dragen in de kosten van onderhoud en opvoeding van de kinderen. Zij | contribuer aux frais d'entretien et d'éducation des enfants. Il offre |
biedt een gedeeltelijke compensatie voor de toegenomen lasten die door | une compensation partielle à l'augmentation des charges supportées par |
het gezin worden gedragen wanneer het uitbreidt. Het zijn de betrokken | le ménage lorsque celui-ci s'agrandit. Ce sont les enfants concernés |
kinderen die recht geven op bijslag. | qui ouvrent le droit aux allocations. |
De wetgever heeft het, rekening houdend met die kostenallocatie, | Le législateur a toutefois estimé, compte tenu du fait qu'il s'agit |
evenwel nodig geacht te voorzien in een specifieke regeling voor de | d'une contribution aux frais, qu'il était nécessaire de prévoir un |
régime spécifique pour les enfants qui sont placés dans une | |
kinderen die zijn geplaatst in een instelling (artikel 70 van de | institution (article 70 de la loi générale relative aux allocations |
AKBW). Hij heeft bijgevolg ernaar gestreefd twee tegengestelde | familiales). Il a donc cherché à concilier deux tendances extrêmes sur |
standpunten met betrekking tot de begunstigde van de kinderbijslag ten | la question du bénéficiaire de l'allocation familiale versée en faveur |
behoeve van geplaatste kinderen te verzoenen (Parl. St., Senaat, B.Z. | |
1961, nr. 80, p. 11). Vanuit dat standpunt heeft hij in een verdeling | des enfants placés (Doc. parl., Sénat, S.E. 1961, n° 80, p. 11). C'est |
voorzien tussen enerzijds de instelling (twee derden) waarvan het | dans cette optique qu'il a prévu une répartition entre l'institution |
geplaatste kind ten laste is en de ouders (één derde). Om evenwel | qui a la charge de l'enfant placé (deux tiers) et les parents (un |
aanspraak te kunnen maken op een deel van die kinderbijslag heeft hij | tiers). Toutefois, le législateur a estimé que pour pouvoir prétendre |
echter geoordeeld dat de ouder banden dient te blijven onderhouden met | à une partie des allocations familiales, le parent doit continuer à |
het geplaatste kind, hetgeen in voorkomend geval door de rechter kan | entretenir des rapports avec l'enfant placé, ce qui, le cas échéant, |
worden beoordeeld (Parl. St., Senaat, B.Z. 1961, nr. 80, p. 10; Parl. | peut être apprécié par le juge (Doc. parl., Sénat, S.E. 1961, n° 80, |
St., Kamer, 1958-1959, nr. 192/4, p. 2). B.6. Uit het voorgaande volgt dat de voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op een bijslag voor een geplaatst kind verschillen naar gelang van het bijslagstelsel. In het stelsel van de AKBW volstaat het dat men rechthebbende is tijdens de plaatsing van het kind in een instelling om één derde van de bijslag te ontvangen. In het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag is het daarentegen ook vereist dat men reeds vóór de plaatsing van het kind in een instelling een recht op gewaarborgde gezinsbijslag voor dat kind genoot. Het is dat verschil in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd. B.7. Het Hof dient te onderzoeken of de vereiste dat men, om in aanmerking te komen voor de bijzondere forfaitaire bijslag ten behoeve van een geplaatst kind, voorafgaand aan diens plaatsing in een instelling steeds een recht op gewaarborgde gezinsbijslag diende te | p. 10; Doc. parl., Chambre, 1958-1959, n° 192/4, p. 2). B.6. Il découle de ce qui précède que les conditions à remplir pour pouvoir prétendre à une allocation en faveur d'un enfant placé diffèrent selon le régime d'allocations familiales applicable. Dans le régime de la loi générale relative aux allocations familiales, il suffit d'être ayant droit pendant le placement de l'enfant dans une institution pour percevoir un tiers des allocations familiales. Dans le régime des prestations familiales garanties, en revanche, il fallait aussi déjà bénéficier d'un droit aux prestations familiales garanties en faveur de l'enfant avant le placement de celui-ci dans une institution. C'est sur cette différence de traitement que la Cour est interrogée. B.7. La Cour doit examiner si la condition selon laquelle, pour pouvoir prétendre à l'allocation forfaitaire spéciale en faveur d'un enfant placé dans une institution, le parent doit avoir toujours bénéficié d'un droit aux prestations familiales garanties en faveur de l'enfant avant le placement de celui-ci est compatible avec les |
genieten, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.8. Het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag en dat van de kinderbijslag worden op een verschillende wijze gefinancierd, hetgeen onder meer tot onderscheiden kenmerken en statuten leidt. Dat verschil tussen beide stelsels neemt evenwel niet weg dat een persoon wiens kind is geplaatst in een instelling zich, ongeacht het stelsel, in dezelfde situatie bevindt met betrekking tot het bevorderen van de inspanningen om een band met het geplaatste kind te onderhouden. Derhalve zijn de categorieën van personen die ressorteren onder het algemene stelsel van de AKBW en die welke ressorteren onder dat van de gewaarborgde gezinsbijslag, in tegenstelling tot wat het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (Famifed) beweert, vergelijkbaar. B.9. Gelet op het niet-contributieve karakter van het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag, hetgeen het onderscheidt van het stelsel van de AKBW, vermocht de wetgever het voordeel van de bijzondere forfaitaire bijslag afhankelijk te maken van voorwaarden met betrekking tot de bestaansmiddelen van de aanvrager, zijn effectieve zorglast en betrokkenheid bij het geplaatste kind. | articles 10 et 11 de la Constitution. B.8. Le régime des prestations familiales garanties et celui des allocations familiales sont financés différemment, de sorte qu'ils ont, entre autres, des caractéristiques et des statuts distincts. Cette différence entre les deux régimes n'empêche toutefois pas qu'une personne dont l'enfant est placé dans une institution se trouve dans la même situation en ce qui concerne l'encouragement des efforts fournis pour entretenir des rapports avec l'enfant placé, quel que soit le régime applicable. Partant, les catégories de personnes qui relèvent du régime de la loi générale relative aux allocations familiales et celles qui relèvent du régime des prestations familiales garanties sont comparables, contrairement à ce que fait valoir l'Agence fédérale pour les allocations familiales (Famifed). B.9. Eu égard au caractère non contributif du régime des prestations familiales garanties, ce qui le distingue du régime de la loi générale relative aux allocations familiales, le législateur a pu soumettre le bénéfice de l'allocation forfaitaire spéciale à des conditions relatives aux ressources du demandeur, à la charge effective qui pèse sur lui et à la relation qu'il entretient avec l'enfant placé. |
Door de toekenning van de bijzondere forfaitaire bijslag ook | En fondant l'octroi de l'allocation forfaitaire spéciale également sur |
afhankelijk te maken van het sociaalrechtelijke statuut voorafgaand | le statut de droit social antérieur au placement de l'enfant dans une |
aan de plaatsing in een instelling, zonder rekening te houden met de | institution, sans tenir compte de la situation sociale pendant le |
sociaalrechtelijke situatie gedurende de plaatsing, heeft de wetgever | placement, le législateur a toutefois instauré une condition dénuée de |
evenwel, gelet op het in B.3 vermelde streven naar een grotere | justification raisonnable, compte tenu de l'intention, mentionnée en |
gelijkheid tussen kinderen bij de instelling van het residuaire | B.3, de tendre vers une plus grande égalité entre les enfants |
stelsel en op de in B.4 en B.5 vermelde doelstelling om de banden | lorsqu'il a instauré le régime résiduel, et de l'objectif, mentionné |
tussen geplaatste kinderen en hun gezin van oorsprong te bevorderen, | en B.4 et B.5, d'encourager les liens entre les enfants placés et leur |
een vereiste ingesteld waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat. | famille d'origine. |
B.10. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. | B.10. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 10, § 3, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van | L'article 10, § 3, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des |
gewaarborgde gezinsbijslag schendt de artikelen 10 en 11 van de | prestations familiales garanties viole les articles 10 et 11 de la |
Constitution en ce qu'il soumet le bénéfice de l'allocation | |
Grondwet, in zoverre het de bijzondere forfaitaire bijslag afhankelijk | forfaitaire spéciale à la condition que la personne visée ait déjà |
maakt van de vereiste dat de beoogde persoon onmiddellijk voorafgaand | bénéficié des prestations familiales garanties en faveur de l'enfant |
aan de plaatsing van het kind in een instelling reeds de krachtens die | au cours de la période ayant immédiatement précédé le placement de |
wet gewaarborgde gezinsbijslag voor dat kind heeft genoten. | celui-ci dans une institution. |
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 6 juli 2017. | la Cour constitutionnelle, le 6 juillet 2017. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
E. De Groot | E. De Groot |